Sony CDX-S11 de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding
2
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. U kunt tijdens het rijden genieten
van de volgende functies.
• CD-weergave
U kunt CD-DA's en CD-R's/CD-RW's voor
audiogebruik afspelen.
• Radio-ontvangst
– U kunt maximaal 6 zenders per band opslaan
(FM1, FM2, FM3, MW en LW).
– BTM (Best Tuning Memory): met het
apparaat worden zenders met sterke signalen
geselecteerd en opgeslagen.
• RDS-diensten
U kunt FM-zenders met RDS (Radio Data
System) gebruiken.
• Geluid regelen
EQ3: u kunt een equalizercurve voor 7 soorten
muziek kiezen.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op
(OFF) drukken en deze toets ingedrukt
houden tot het display verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet
uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput.
Zie voor het monteren en aansluiten van het
apparaat de bijgeleverde handleiding
"Installatie en aansluitingen".
Dit label bevindt zich onderaan op het toestel.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
b
edrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
3
Inhoudsopgave
Aan de slag
Instellingen wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 4
Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 4
Bedieningselementen en algemene
handelingen
Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Radio
Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . . 6
Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . . 6
Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opgeslagen zenders ontvangen. . . . . . . . . . . 6
Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . . 6
RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
AF en TA/TP instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Andere functies
De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . 8
De geluidskenmerken wijzigen
— BAL/FAD/SUB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
De equalizercurve aanpassen — EQ3 . . . . . 8
Instelitems aanpassen — SET . . . . . . . . . . . . . 9
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . . . 9
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
4
Aan de slag
Instellingen wissen
Voordat u het apparaat voor het eerst gaat
gebruiken of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, moet u het
apparaat opnieuw instellen.
Verwijder het voorpaneel en druk de RESET
toets in met een puntig voorwerp, zoals een
balpen.
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens
gewist.
Klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem.
1 Houd (SEL) ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot
"CLOCK-ADJ" wordt weergegeven.
3 Druk op (D SPL).
De aanduiding voor de uren gaat knipperen.
4 Druk op de volumetoets +/– om het uur
en de minuten in te stellen.
Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen,
drukt u op (DSPL).
5 Druk op (SEL).
De klok begint te lopen en het volgende
installatievenster wordt weergegeven.
6 Houd (SEL) ingedrukt.
Het instellen is voltooid.
Als u de klok wilt weergeven, drukt u op
(DSPL). Druk nogmaals op (DSPL) om terug te
keren naar het vorige display.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDS-
functie (
pagina 8).
Het voorpaneel verwijderen
U kunt het voorpaneel van het apparaat
verwijderen om diefstal te voorkomen.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de
waarschuwingstoon enkele seconden.
U hoort de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
1 Druk op (OFF).
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
2 Druk op en trek het voorpaneel
naar u toe.
Opmerkingen
• Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard
op het voorpaneel en het display.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
Het voorpaneel bevestigen
Bevestig deel A van het voorpaneel op deel B
van het apparaat, zoals in de afbeelding wordt
weergegeven, en druk op de linkerkant van het
voorpaneel tot die vastklikt.
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
RESET
toets
(OFF)
B
A
5
Bedieningselementen en algemene handelingen
Hoofdeenheid
Raadpleeg de volgende pagina's voor meer details.
A Volumetoets +/–
Het volume aanpassen.
B SEL (selecteren) toets 4, 8, 9
De items selecteren.
C SOURCE toets
De bron (radio/CD) inschakelen; wijzigen.
D MODE toets 6
De radioband selecteren (FM/MW/LW).
E Discsleuf
Plaats de disc (met het label omhoog) en het
afspelen begint.
F Display
G ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
H EQ3 (equalizer) toets 8
Een equalizercurve (XPLOD, VOCAL,
CLUB, JAZZ, NEW
AGE, ROCK of
CUSTOM) selecteren.
I Z (uitwerpen) toets
De disc uitwerpen.
J SEEK +/– toets
CD:
Tracks overslaan (drukken); een track snel
vooruit-/terugspoelen (ingedrukt houden).
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders
(drukken); handmatig zoeken naar zenders
(ingedrukt houden).
K (voorpaneel loslaten) toets 4
L DSPL (display)/DIM (dimmer) toets 4,
6
Displayitems wijzigen (drukken); de
helderheid van het display wijzigen
(ingedrukt houden).
M SENS/BTM toets 6
Slechte ontvangst verbeteren: LOCAL/
MONO (drukken); de BTM-functie starten
(ingedrukt houden).
N RESET toets (achter het voorpaneel) 4
O Cijfertoetsen
CD:
(3): REP
De huidige track/disc herhaaldelijk afspelen.
(4): SHUF
De tracks in willekeurige volgorde afspelen.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen (drukken);
zenders opslaan (ingedrukt houden).
P PTY (programmatype) toets 7
PTY in RDS selecteren.
Q AF (alternatieve frequenties)/TA
(verkeersinformatie) toets
7
AF en TA/TP in RDS instellen.
R OFF toets
De bron uitschakelen; stoppen.
SEL
AF/TA
BTMDIM SHUFREP
EQ3ATT
SOURCE MODE
SEEK
CDX-S11
SENS
PTY OFF
DSPL
123456
qa
1234 5 6 7890
qs qd qf qg qh qj qk
6
Radio
Zenders opslaan en ontvangen
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u de BTM-functie (Best Tuning Memory)
gebruiken om ongevallen te vermijden.
Automatisch opslaan — BTM
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"TUNER" wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band
te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of
LW selecteren.
2 Houd (BTM) ingedrukt tot "BTM" gaat
knipperen.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er weerklinkt een pieptoon wanneer de
instelling is opgeslagen.
Handmatig opslaan
1 Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets ((1)
tot en met (6)) ingedrukt tot "MEM"
wordt weergegeven.
De aanduiding voor de cijfertoets verschijnt
in het display.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender
vervangen.
Tip
Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de AF-/
TA-instelling ook opgeslagen (
pagina 7).
Opgeslagen zenders ontvangen
1 Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets ((1) tot en met (6)).
Automatisch afstemmen
1 Selecteer de band en druk op
(SEEK)
+/– om de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze procedure tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Tip
Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u
wilt luisteren, houdt u (SEEK)
+/– ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u herhaaldelijk
op (SEEK)
+/– om nauwkeurig af te stemmen op de
gewenste frequentie (handmatig afstemmen).
RDS
Overzicht
FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data
System) sturen onwaarneembare digitale
informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
Displayitems
A Radioband, functie
B Frequentie*
1
(zendernaam), klok, RDS-
gegevens
C TA/TP *
2
*1 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt " *" links van
de frequentieaanduiding weergegeven.
*2 "TA" knippert tijdens verkeersinformatie. "TP" gaat
branden als dergelijke zenders worden ontvangen.
Druk op ( DSPL) om de displayitems B te
wijzigen.
RDS-diensten
Dit apparaat biedt op de volgende manier
automatisch RDS-diensten:
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd of wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
ABC
7
AF en TA/TP instellen
1 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
RDS-zenders met de AF- en TA-
instelling opslaan
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de AF-
en TA-instelling. Als u de BTM-functie gebruikt,
worden alleen RDS-zenders met dezelfde AF-/
TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met de AF-/
TA-instelling.
1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met
BTM of handmatig op.
Het volume van verkeersinformatie
instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
vooraf instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1 Druk herhaaldelijk op de volumetoets +/– om
het volume aan te passen.
2 Houd (AF/TA) ingedrukt tot "TA" verschijnt.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.
Een regionaal programma
beluisteren — REG
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het apparaat beperkt
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat er niet
automatisch wordt overgeschakeld naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u "REG-OFF" in bij de
instellingen (
pagina 9).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
((1) tot en met (6)) waaronder een lokale
zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
PTY selecteren
1 Druk op (PTY) tijdens FM-ontvangst.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
2 Druk herhaaldelijk op (PTY) tot het
gewenste programmatype verschijnt.
3 Druk op (SEEK) +/–.
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Programmatypen
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
Selecteer Actie
AF-ON AF inschakelen en TA
uitschakelen.
TA-ON TA inschakelen en AF
uitschakelen.
AF, TA-ON AF en TA inschakelen.
AF, TA-OFF AF en TA uitschakelen.
NEWS (Nieuws), AFFAIRS (Actualiteiten),
INFO (Informatie), SPORT (Sport),
EDUCATE (Educatieve programma's),
DRAMA (Toneel), CULTURE (Cultuur),
SCIENCE (Wetenschap), VARIED (Diversen),
POP
M (Populaire muziek), ROCK M (Rock),
EASY
M (Easy Listening), LIGHT M (Licht
klassiek), CLASSICS (Klassiek), OTHER
M
(Ander muziektype), WEATHER
(Weerberichten), FINANCE (Financiën),
CHILDREN (Kinderprogramma's), SOCIAL
A
(Sociale zaken), RELIGION (Religie),
PHONE
IN (Phone In), TRAVEL (Reizen),
LEISURE (Ontspanning), JAZZ (Jazz),
COUNTRY (Country), NATION
M (Nationale
muziek), OLDIES (Oldies), FOLK
M (Folk),
DOCUMENT (Documentaires)
vervolg op volgende pagina t
8
CT instellen
1 Stel "CT-ON" in bij de instellingen
(
pagina 9).
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
Andere functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
— BAL/FAD/SUB
U kunt de balans, de fader en het
subwoofervolume regelen.
1 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "BAL",
"FAD" of "SUB" wordt weergegeven.
Het item wordt als volgt gewijzigd:
LOW*
1
t MID*
1
t HI*
1
t
BAL (links-rechts) t FAD (voor-achter) t
SUB (subwoofervolume)*
2
*1 Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 8).
*2 Als de audio-uitgang is ingesteld op "SUB"
(pagina 9).
"ATT" wordt weergegeven bij de laagste
instelling en u kunt deze instelling maximaal 20
stappen aanpassen.
2 Druk herhaaldelijk op de volumetoets
+/– om het geselecteerde item aan te
passen.
Na 3 seconden is de instelling voltooid en
keert het display terug naar de weergave-/
ontvangststand.
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1 Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op (EQ3) om "CUSTOM"
te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot
"LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
3 Druk herhaaldelijk op de volumetoets
+/– om het geselecteerde item aan te
passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB van –10 dB tot +10 dB.
Herhaal stap 2 en 3 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u (SEL)
ingedrukt voordat de instelling is voltooid.
Na 3 seconden is de instelling voltooid en
keert het display terug naar de weergave-/
ontvangststand.
9
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
Instelitems aanpassen — SET
1 Houd (SEL) ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op (SEL ) tot het
gewenste item wordt weergegeven.
3 Druk op de volumetoets +/– om de
instelling (bijvoorbeeld "ON" of "OFF")
te selecteren.
4 Houd (SEL) ingedrukt.
Als het instellen is voltooid, keert het display
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en
de instelling.
De volgende instellingen zijn mogelijk (volg de
paginaverwijzing voor meer informatie):
"z" geeft de standaardinstellingen aan.
*1 Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2 Als FM wordt ontvangen.
*3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB".
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u
het gaat gebruiken.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en
het display van het apparaat. In dit geval kan de
werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer een
uur tot alle vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat deze
schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast.
• Bewaar de discs in het doosje of de discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen.
Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto
of op het dashboard/de hoedenplank.
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking
wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn geplakt.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden
tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder invloed
van de warmte krimpt en de disc kromtrekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat
worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan
het apparaat worden beschadigd. Gebruik
dergelijke discs niet.
• U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 4)
CT (kloktijd)
"CT-ON" of "CT-OFF" (z) instellen (pagina 6,
8).
BEEP
"BEEP-ON" (z) of "BEEP-OFF" instellen.
SUB/REAR*
1
De audio-uitvoer wijzigen.
–"SUB" (
z): om het geluid via een subwoofer
weer te geven.
– "REAR": om het geluid via een versterker
weer te geven.
DIM (dimmer)
De helderheid van het display regelen.
– "DIM-ON": om het display te dimmen.
– "DIM-OFF" (
z): om de dimmer uit te
schakelen.
DEMO*
1
(demonstratie)
"DEMO-ON" (z) of "DEMO-OFF" instellen.
REG*
2
(regionaal)
"REG-ON" (z) of "REG-OFF" instellen
(pagina 7).
LPF*
3
(laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie voor de subwoofer
selecteren: "78HZ", "125HZ" of "OFF" (
z).
vervolg op volgende pagina t
10
• Maak een disc voor het
afspelen altijd schoon met een
in de handel verkrijgbare doek.
Veeg de disc van binnen naar
buiten schoon. Gebruik geen
oplosmiddelen zoals benzine,
thinner en in de handel
verkrijgbare
reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld.
• U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is
gefinaliseerd.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën
Dit product is ontworpen om discs af te spelen die
voldoen aan de CD-norm (Compact Disc).
Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen
discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën. Sommige van
deze discs voldoen niet aan de CD-norm en kunnen
wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-
handelaar.
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
door een identiek exemplaar.
Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een
defect in het apparaat.
Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 4) los te maken en de
aansluitingen te reinigen met een in alcohol
gedrenkt wattenstaafje. Gebruik hierbij niet teveel
kracht. Anders kunnen de aansluitingen worden
beschadigd.
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen
voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
Het apparaat verwijderen
1 Verwijder de beschermende rand.
1Maak het voorpaneel los (pagina 4).
2Bevestig de ontgrendelingssleutels op de
beschermende rand.
3Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om de beschermende rand te verwijderen.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan
de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan
de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter,
aangezien de kant met het audiomateriaal niet
voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt
een juiste weergave op dit apparaat niet
gegarandeerd.
Zekering (10A)
Hoofdeenheid Achterkant van het
voorpaneel
Plaats de ontgrendelingssleutels
zoals wordt aangegeven.
11
2 Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tegelijkertijd en duw hierop tot deze
vastklikken.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het apparaat los te maken.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
Specificaties
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting: Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 9 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 67 dB (stereo), 69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz: 0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding: 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting: Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid: MW: 30 µV, LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 45 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgang (schakelen tussen SUB en REAR)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
Antenne-ingang
Toonregeling:
Laag: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Midden: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD)
Voe din g: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 178 mm (b/h/d)
Montage-afmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 161 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,2 kg
Bijgeleverd accessoire:
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Haakje wijst
naar binnen.
Algemeen
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
Controleer de aansluiting. Controleer de zekering
wanneer alles in orde is.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
vervolg op volgende pagina t
• Bepaalde onderdelen werden loodvrij gesoldeerd.
(meer dan 80 %)
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Voor deze verpakking werd geen polystyreen
schuim gebruikt.
12
Geen geluid.
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 9).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
weergavevenster.
• De dimmer is ingesteld op "DIM-ON" (pagina 9).
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) op het apparaat en
houd deze toets ingedrukt tot het display
verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 10).
CD-weergave
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het apparaat.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 10).
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat in een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 4).
Radio-ontvangst
Radiozenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of
hulpvoedingskabel (rood) aan op de voedingskabel
van de auto-antenneversterker (alleen als uw auto is
uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in de achter-
of zijruit).
• Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de voedingskabel
van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet goed ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Druk op (SENS) tot "LOCAL-ON" wordt
weergegeven.
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Druk herhaaldelijk op (SENS) tot "MONO-ON",
"MONO-OFF" (FM) of "LOCAL-OFF" (MW/
LW) wordt weergegeven.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Druk op (SENS) om de mono-ontvangststand in
te stellen op "MONO-ON".
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Druk op (S ENS) tot "MONO-OFF" wordt
weergegeven.
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 7).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 7).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
13
Foutmeldingen
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
een CD niet goed wordt afgespeeld, kunt u het beste
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.
ERROR
• De disc is vuil of omgekeerd geplaatst.
t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier.
• Er is een lege disc geplaatst.
• De disc kan niet worden afgespeeld wegens een of
ander probleem.
t Plaats een andere disc.
FAILURE
De luidspreker/versterker is niet correct aangesloten.
t Raadpleeg de bijgeleverde gebruiksaanwijzing
voor installatie/aansluitingen om de aansluiting te
controleren.
L.SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen.
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Druk op (SEEK) +/– terwijl de zendernaam
knippert. Het apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens (Programme
Identification). "PI SEEK" wordt weergegeven.
NO TP
Het apparaat blijft beschikbare TP-zenders zoeken.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in
het display blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde
Sony-handelaar raadplegen.
RESET
Het apparaat werkt niet wegens een probleem.
t Druk op de RESET toets (pagina 4).
" " of " "
Tijdens het snel vooruit- of terugspoelen hebt u het
begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet
verder.

Documenttranscriptie

Welkom! Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact Disc Player. U kunt tijdens het rijden genieten van de volgende functies. • CD-weergave U kunt CD-DA's en CD-R's/CD-RW's voor audiogebruik afspelen. • Radio-ontvangst – U kunt maximaal 6 zenders per band opslaan (FM1, FM2, FM3, MW en LW). – BTM (Best Tuning Memory): met het apparaat worden zenders met sterke signalen geselecteerd en opgeslagen. • RDS-diensten U kunt FM-zenders met RDS (Radio Data System) gebruiken. • Geluid regelen EQ3: u kunt een equalizercurve voor 7 soorten muziek kiezen. Zie voor het monteren en aansluiten van het apparaat de bijgeleverde handleiding "Installatie en aansluitingen". Waarschuwing als het contactslot van de auto geen ACC-positie heeft Als de motor is uitgeschakeld, moet u op (OFF) drukken en deze toets ingedrukt houden tot het display verdwijnt. Als u dit niet doet, wordt het display niet uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput. 2 Dit label bevindt zich onderaan op het toestel. Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Inhoudsopgave Aan de slag Andere functies Instellingen wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 4 De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . De geluidskenmerken wijzigen — BAL/FAD/SUB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De equalizercurve aanpassen — EQ3 . . . . . Instelitems aanpassen — SET . . . . . . . . . . . . . Bedieningselementen en algemene handelingen Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Radio Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . . 6 Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . . 6 Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opgeslagen zenders ontvangen. . . . . . . . . . . 6 Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . . 6 RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 AF en TA/TP instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8 8 8 9 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . . . 9 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 3 Aan de slag Instellingen wissen Voordat u het apparaat voor het eerst gaat gebruiken of na het vervangen van de accu of het wijzigen van de aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw instellen. Verwijder het voorpaneel en druk de RESET toets in met een puntig voorwerp, zoals een balpen. RESET toets Het voorpaneel verwijderen U kunt het voorpaneel van het apparaat verwijderen om diefstal te voorkomen. Waarschuwingstoon Wanneer u het contact in de stand OFF zet zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de waarschuwingstoon enkele seconden. U hoort de waarschuwingstoon alleen als de ingebouwde versterker wordt gebruikt. 1 Druk op (OFF). Het apparaat wordt uitgeschakeld. 2 Druk op en trek het voorpaneel naar u toe. Opmerking Als u op de RESET toets drukt, worden de klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens gewist. (OFF) Klok instellen De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem. 1 Houd (SEL) ingedrukt. Het installatievenster wordt weergegeven. 2 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "CLOCK-ADJ" wordt weergegeven. 3 Druk op (DSPL). De aanduiding voor de uren gaat knipperen. 4 Druk op de volumetoets +/– om het uur en de minuten in te stellen. Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen, drukt u op (DSPL). 5 Druk op (SEL). De klok begint te lopen en het volgende installatievenster wordt weergegeven. 6 Houd (SEL) ingedrukt. Het instellen is voltooid. Opmerkingen • Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard op het voorpaneel en het display. • Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. Het voorpaneel bevestigen Bevestig deel A van het voorpaneel op deel B van het apparaat, zoals in de afbeelding wordt weergegeven, en druk op de linkerkant van het voorpaneel tot die vastklikt. Als u de klok wilt weergeven, drukt u op (DSPL). Druk nogmaals op (DSPL) om terug te keren naar het vorige display. Tip U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 8). A B Opmerking Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel. 4 Bedieningselementen en algemene handelingen Hoofdeenheid 1 2 34 5 6 7 8 9 0 SEL SOURCE MODE ATT DIM BTM DSPL SENS 1 2 REP SHUF 3 4 5 6 PTY AF/TA EQ3 SEEK OFF CDX-S11 qa qs qd qf qg qh qj qk Raadpleeg de volgende pagina's voor meer details. A Volumetoets +/– Het volume aanpassen. B SEL (selecteren) toets 4, 8, 9 De items selecteren. C SOURCE toets De bron (radio/CD) inschakelen; wijzigen. D MODE toets 6 De radioband selecteren (FM/MW/LW). E Discsleuf Plaats de disc (met het label omhoog) en het afspelen begint. F Display G ATT (dempen) toets Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets om te annuleren. H EQ3 (equalizer) toets 8 Een equalizercurve (XPLOD, VOCAL, CLUB, JAZZ, NEW AGE, ROCK of CUSTOM) selecteren. I Z (uitwerpen) toets De disc uitwerpen. J SEEK +/– toets CD: Tracks overslaan (drukken); een track snel vooruit-/terugspoelen (ingedrukt houden). Radio: Automatisch afstemmen op zenders (drukken); handmatig zoeken naar zenders (ingedrukt houden). K L DSPL (display)/DIM (dimmer) toets 4, 6 Displayitems wijzigen (drukken); de helderheid van het display wijzigen (ingedrukt houden). M SENS/BTM toets 6 Slechte ontvangst verbeteren: LOCAL/ MONO (drukken); de BTM-functie starten (ingedrukt houden). N RESET toets (achter het voorpaneel) 4 O Cijfertoetsen CD: (3): REP De huidige track/disc herhaaldelijk afspelen. (4): SHUF De tracks in willekeurige volgorde afspelen. Radio: De opgeslagen zenders ontvangen (drukken); zenders opslaan (ingedrukt houden). P PTY (programmatype) toets 7 PTY in RDS selecteren. Q AF (alternatieve frequenties)/TA (verkeersinformatie) toets 7 AF en TA/TP in RDS instellen. R OFF toets De bron uitschakelen; stoppen. (voorpaneel loslaten) toets 4 5 Radio Zenders opslaan en ontvangen Let op Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet u de BTM-functie (Best Tuning Memory) gebruiken om ongevallen te vermijden. RDS Overzicht FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data System) sturen onwaarneembare digitale informatie mee met het gewone radioprogrammasignaal. Displayitems Automatisch opslaan — BTM 1 2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "TUNER" wordt weergegeven. Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of LW selecteren. Houd (BTM) ingedrukt tot "BTM" gaat knipperen. Het apparaat slaat de zenders in de volgorde van frequentie op onder de cijfertoetsen. Er weerklinkt een pieptoon wanneer de instelling is opgeslagen. B C A Radioband, functie B Frequentie*1 (zendernaam), klok, RDSgegevens C TA/TP*2 *1 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt " *" links van de frequentieaanduiding weergegeven. *2 "TA" knippert tijdens verkeersinformatie. "TP" gaat branden als dergelijke zenders worden ontvangen. Handmatig opslaan Druk op (DSPL) om de displayitems B te wijzigen. 1 RDS-diensten Als u de zender ontvangt die u wilt opslaan, houdt u een cijfertoets ((1) tot en met (6)) ingedrukt tot "MEM" wordt weergegeven. De aanduiding voor de cijfertoets verschijnt in het display. Opmerking Als u een andere zender opslaat onder dezelfde cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender vervangen. Tip Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de AF-/ TA-instelling ook opgeslagen (pagina 7). Opgeslagen zenders ontvangen 1 Selecteer de band en druk vervolgens op een cijfertoets ((1) tot en met (6)). Automatisch afstemmen 1 6 A Selecteer de band en druk op (SEEK) +/– om de zender te zoeken. Het zoeken stopt zodra een zender wordt ontvangen. Herhaal deze procedure tot de gewenste zender wordt ontvangen. Tip Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u wilt luisteren, houdt u (SEEK) +/– ingedrukt tot de frequentie ongeveer is bereikt en drukt u herhaaldelijk op (SEEK) +/– om nauwkeurig af te stemmen op de gewenste frequentie (handmatig afstemmen). Dit apparaat biedt op de volgende manier automatisch RDS-diensten: AF (alternatieve frequenties) Hiermee wordt de zender met het sterkste signaal in een netwerk geselecteerd of wordt opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar hetzelfde programma luisteren tijdens een lange rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde zender hoeft af te stemmen. TA (verkeersinformatie)/ TP (verkeersprogramma) Hiermee ontvangt u de huidige verkeersinformatie/-programma's. De huidige bron wordt onderbroken door eventuele verkeersinformatie/-programma's. PTY (programmatypen) Hiermee geeft u het ontvangen programmatype weer. Hiermee zoekt u ook naar het geselecteerde programmatype. CT (kloktijd) Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt de klok ingesteld. Opmerkingen • In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle RDS-functies beschikbaar. • RDS functioneert wellicht niet als het ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt. AF en TA/TP instellen 1 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de gewenste instelling wordt weergegeven. Selecteer Actie AF-ON AF inschakelen en TA uitschakelen. TA-ON TA inschakelen en AF uitschakelen. AF, TA-ON AF en TA inschakelen. AF, TA-OFF AF en TA uitschakelen. RDS-zenders met de AF- en TAinstelling opslaan U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de AFen TA-instelling. Als u de BTM-functie gebruikt, worden alleen RDS-zenders met dezelfde AF-/ TA-instelling opgeslagen. Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel RDS- als niet-RDS-zenders instellen met de AF-/ TA-instelling. 1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met BTM of handmatig op. Het volume van verkeersinformatie instellen U kunt het volume van de verkeersinformatie vooraf instellen, zodat u geen enkel bericht mist. 1 Druk herhaaldelijk op de volumetoets +/– om het volume aan te passen. 2 Houd (AF/TA) ingedrukt tot "TA" verschijnt. Noodberichten ontvangen Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de geselecteerde bron automatisch onderbroken door de noodberichten. Een regionaal programma beluisteren — REG Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de fabrieksinstelling van het apparaat beperkt ontvangst tot een bepaalde regio, zodat er niet automatisch wordt overgeschakeld naar een andere regionale zender met een sterkere frequentie. Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale programma verlaat, stelt u "REG-OFF" in bij de instellingen (pagina 9). Local Link-functie (alleen voor het Verenigd Koninkrijk) Met deze functie kunt u andere lokale zenders in het gebied selecteren, ook als deze niet zijn opgeslagen onder de cijfertoetsen. 1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets ((1) tot en met (6)) waaronder een lokale zender is opgeslagen. 2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van de lokale zender. Herhaal dit tot de lokale zender wordt ontvangen. PTY selecteren 1 Druk op (PTY) tijdens FM-ontvangst. De naam van het huidige programmatype verschijnt als de zender PTY-gegevens uitzendt. 2 Druk herhaaldelijk op (PTY) tot het gewenste programmatype verschijnt. 3 Druk op (SEEK) +/–. Het apparaat gaat zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt. Programmatypen NEWS (Nieuws), AFFAIRS (Actualiteiten), INFO (Informatie), SPORT (Sport), EDUCATE (Educatieve programma's), DRAMA (Toneel), CULTURE (Cultuur), SCIENCE (Wetenschap), VARIED (Diversen), POP M (Populaire muziek), ROCK M (Rock), EASY M (Easy Listening), LIGHT M (Licht klassiek), CLASSICS (Klassiek), OTHER M (Ander muziektype), WEATHER (Weerberichten), FINANCE (Financiën), CHILDREN (Kinderprogramma's), SOCIAL A (Sociale zaken), RELIGION (Religie), PHONE IN (Phone In), TRAVEL (Reizen), LEISURE (Ontspanning), JAZZ (Jazz), COUNTRY (Country), NATION M (Nationale muziek), OLDIES (Oldies), FOLK M (Folk), DOCUMENT (Documentaires) Opmerking U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/ regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn. vervolg op volgende pagina t Opmerking Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en bepaalde andere gebieden. 7 CT instellen Andere functies 1 De geluidsinstellingen wijzigen Stel "CT-ON" in bij de instellingen (pagina 9). Opmerkingen • Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al wordt er wel een RDS-zender ontvangen. • Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de CT-functie en de werkelijke tijd. De geluidskenmerken wijzigen — BAL/FAD/SUB U kunt de balans, de fader en het subwoofervolume regelen. 1 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "BAL", "FAD" of "SUB" wordt weergegeven. Het item wordt als volgt gewijzigd: LOW*1 t MID*1 t HI*1 t BAL (links-rechts) t FAD (voor-achter) t SUB (subwoofervolume)*2 *1 Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 8). *2 Als de audio-uitgang is ingesteld op "SUB" (pagina 9). "ATT" wordt weergegeven bij de laagste instelling en u kunt deze instelling maximaal 20 stappen aanpassen. 2 Druk herhaaldelijk op de volumetoets +/– om het geselecteerde item aan te passen. Na 3 seconden is de instelling voltooid en keert het display terug naar de weergave-/ ontvangststand. De equalizercurve aanpassen — EQ3 Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf equalizerinstellingen opgeven. 1 Selecteer een bron en druk herhaaldelijk op (EQ3) om "CUSTOM" te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "LOW", "MID" of "HI" wordt weergegeven. 3 Druk herhaaldelijk op de volumetoets +/– om het geselecteerde item aan te passen. Het volume kan worden aangepast in stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB. Herhaal stap 2 en 3 om de equalizercurve aan te passen. Als u de fabrieksinstelling voor de equalizercurve wilt herstellen, houdt u (SEL) ingedrukt voordat de instelling is voltooid. Na 3 seconden is de instelling voltooid en keert het display terug naar de weergave-/ ontvangststand. 8 Tip Andere equalizertypen kunnen ook worden aangepast. Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Instelitems aanpassen — SET 1 Houd (SEL) ingedrukt. Het installatievenster wordt weergegeven. 2 Druk herhaaldelijk op (SEL) tot het gewenste item wordt weergegeven. 3 Druk op de volumetoets +/– om de instelling (bijvoorbeeld "ON" of "OFF") te selecteren. 4 Houd (SEL) ingedrukt. Als het instellen is voltooid, keert het display terug naar de normale weergave-/ ontvangststand. Opmerking De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en de instelling. De volgende instellingen zijn mogelijk (volg de paginaverwijzing voor meer informatie): "z" geeft de standaardinstellingen aan. CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 4) CT (kloktijd) "CT-ON" of "CT-OFF" (z) instellen (pagina 6, 8). BEEP "BEEP-ON" (z) of "BEEP-OFF" instellen. SUB/REAR*1 De audio-uitvoer wijzigen. – "SUB" (z): om het geluid via een subwoofer weer te geven. – "REAR": om het geluid via een versterker weer te geven. DIM (dimmer) De helderheid van het display regelen. – "DIM-ON": om het display te dimmen. – "DIM-OFF" (z): om de dimmer uit te schakelen. DEMO*1 (demonstratie) "DEMO-ON" (z) of "DEMO-OFF" instellen. REG*2 (regionaal) "REG-ON" (z) of "REG-OFF" instellen (pagina 7). LPF*3 (laagdoorlaatfilter) De kantelfrequentie voor de subwoofer selecteren: "78HZ", "125HZ" of "OFF" (z). *1 Als het apparaat is uitgeschakeld. *2 Als FM wordt ontvangen. *3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB". • Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan, moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u het gaat gebruiken. • Een elektrisch bediende antenne schuift automatisch uit wanneer het apparaat wordt aangezet. Condensvorming Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en het display van het apparaat. In dit geval kan de werking van het apparaat worden verstoord. Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer een uur tot alle vocht is verdampt. Optimale geluidskwaliteit behouden Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de discs morst. Opmerkingen over discs • Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast. • Bewaar de discs in het doosje of de discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt. • Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen. Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. • Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking wordt verstoord of de disc kan worden beschadigd. • Gebruik geen discs waarop stickers zijn geplakt. Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden tot: – het niet uitwerpen van een disc (doordat een sticker losraakt en het uitwerpmechanisme blokkeert); – het niet correct lezen van audiogegevens (bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet weergegeven) doordat de sticker onder invloed van de warmte krimpt en de disc kromtrekt. • Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat worden beschadigd. Gebruik dergelijke discs niet. • U kunt geen 8-cm CD's afspelen. vervolg op volgende pagina t 9 • Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of antistatische sprays voor grammofoonplaten. Aansluitingen schoonmaken De werking van het apparaat kan worden verstoord als de aansluitingen tussen het apparaat en het voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen door het voorpaneel (pagina 4) los te maken en de aansluitingen te reinigen met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje. Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de aansluitingen worden beschadigd. Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's • Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de opname-apparatuur of de staat van de disc) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. • U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is gefinaliseerd. Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën Dit product is ontworpen om discs af te spelen die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën. Sommige van deze discs voldoen niet aan de CD-norm en kunnen wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat. Bericht over DualDiscs Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter, aangezien de kant met het audiomateriaal niet voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op dit apparaat niet gegarandeerd. Hoofdeenheid Achterkant van het voorpaneel Opmerkingen • Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen voordat u de aansluitingen reinigt. • Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw vingers of een metalen voorwerp. Het apparaat verwijderen 1 Verwijder de beschermende rand. 1 Maak het voorpaneel los (pagina 4). 2 Bevestig de ontgrendelingssleutels op de beschermende rand. Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar. Plaats de ontgrendelingssleutels zoals wordt aangegeven. Onderhoud 3 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om de beschermende rand te verwijderen. Zekeringen vervangen Vervang een zekering altijd door een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. 10 Zekering (10A) 2 Verwijder het apparaat. Versterker 1 Plaats beide ontgrendelingssleutels tegelijkertijd en duw hierop tot deze vastklikken. Uitgangen: Luidsprekeruitgangen (sure seal) Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm Maximaal uitgangsvermogen: 45 W × 4 (bij 4 ohm) Algemeen Haakje wijst naar binnen. 2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om het apparaat los te maken. 3 Schuif het apparaat uit de houder. Specificaties CD-speler Signaal/ruis-afstand: 120 dB Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden Tuner FM Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz Antenne-aansluiting: Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz Bruikbare gevoeligheid: 9 dBf Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz Signaal/ruis-afstand: 67 dB (stereo), 69 dB (mono) Harmonische vervorming bij 1 kHz: 0,5 % (stereo), 0,3 % (mono) Scheiding: 35 dB bij 1 kHz Frequentiebereik: 30 – 15.000 Hz MW/LW Afstembereik: MW: 531 – 1.602 kHz LW: 153 – 279 kHz Antenne-aansluiting: Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz Gevoeligheid: MW: 30 µV, LW: 40 µV Uitgangen: Audio-uitgang (schakelen tussen SUB en REAR) Relaisaansluiting elektrische antenne Aansluiting versterker Ingangen: Telephone ATT-bedieningsaansluiting Antenne-ingang Toonregeling: Laag: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD) Midden: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD) Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD) Voeding: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde) Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 178 mm (b/h/d) Montage-afmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 161 mm (b/h/d) Gewicht: Ongeveer 1,2 kg Bijgeleverd accessoire: Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. • Bepaalde onderdelen werden loodvrij gesoldeerd. (meer dan 80 %) • Er werden geen halogene brandvertragende producten gebruikt in de betreffende printplaat/printplaten. • In het omhulsel werden geen halogeen bevattende brandvertragende producten gebruikt. • Voor deze verpakking werd geen polystyreen schuim gebruikt. Problemen oplossen De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en gebruik controleren. Algemeen Het apparaat wordt niet van stroom voorzien. Controleer de aansluiting. Controleer de zekering wanneer alles in orde is. De elektrisch bediende antenne schuift niet uit. De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos. vervolg op volgende pagina t 11 Geen geluid. • Het volume is te laag. • De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone ATT-functie (als de interfacekabel of een autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is ingeschakeld. • De positie van de faderregelaar "FAD" is niet ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers. Geen pieptoon. • De pieptoon is uitgezet (pagina 9). • Er is een optionele versterker aangesloten en u gebruikt de ingebouwde versterker niet. De geheugeninhoud is gewist. • De RESET toets is ingedrukt. t Sla opnieuw op in het geheugen. • De voedingskabel of de accu is losgekoppeld. • De voedingskabel is niet goed aangesloten. Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist. De zekering is doorgebrand. Maakt geluid wanneer de positie van de contactsleutel wordt gewijzigd. De kabels zijn niet goed verbonden met de voedingsaansluiting voor accessoires van de auto. Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het weergavevenster. • De dimmer is ingesteld op "DIM-ON" (pagina 9). • Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze toets ingedrukt houdt. t Druk nogmaals op (OFF) op het apparaat en houd deze toets ingedrukt tot het display verschijnt. • De aansluitingen zijn vuil (pagina 10). CD-weergave De disc kan niet worden geplaatst. • Er zit al een disc in het apparaat. • De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde richting geplaatst. De disc wordt niet afgespeeld. • Disc defect of vuil. • De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor audiogebruik (pagina 10). Het geluid verspringt. • Het apparaat is niet goed geïnstalleerd. t Installeer het apparaat in een hoek van minder dan 45° op een stabiele plaats in de auto. • Disc defect of vuil. De bedieningstoetsen werken niet. De disc wordt niet uitgeworpen. Druk op de RESET toets (pagina 4). 12 Radio-ontvangst Radiozenders kunnen niet worden ontvangen. Het geluid is gestoord. • Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op de voedingskabel van de auto-antenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in de achterof zijruit). • Controleer de aansluiting van de auto-antenne. • De auto-antenne schuift niet uit. t Controleer de aansluiting van de voedingskabel van de auto-antenne. • Controleer de frequentie. Er kan niet worden afgestemd op voorkeurzenders. • Sla de juiste frequentie op in het geheugen. • Het ontvangstsignaal is te zwak. Er kan niet automatisch worden afgestemd op zenders. • De lokale zoekfunctie is niet goed ingesteld. t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken: Druk op (SENS) tot "LOCAL-ON" wordt weergegeven. t Het afstemmen stopt niet bij een zender: Druk herhaaldelijk op (SENS) tot "MONO-ON", "MONO-OFF" (FM) of "LOCAL-OFF" (MW/ LW) wordt weergegeven. • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Stem handmatig af. Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding "ST". • Stem nauwkeurig af op de frequentie. • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Druk op (SENS) om de mono-ontvangststand in te stellen op "MONO-ON". Een stereo-uitzending van een FM-programma wordt mono weergegeven. Het apparaat staat in de mono-ontvangststand. t Druk op (SENS) tot "MONO-OFF" wordt weergegeven. RDS SEEK begint na enkele seconden weergave. De zender is geen TP-zender of heeft een zwak signaal. t Schakel TA uit (pagina 7). Geen verkeersinformatie. • Schakel TA in (pagina 7). • De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen verkeersinformatie uit. t Stem af op een andere zender. PTY geeft "- - - - - - - -" weer. • De huidige zender is geen RDS-zender. • Geen RDS-gegevens ontvangen. • De zender geeft het programmatype niet door. Foutmeldingen ERROR • De disc is vuil of omgekeerd geplaatst. t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier. • Er is een lege disc geplaatst. • De disc kan niet worden afgespeeld wegens een of ander probleem. t Plaats een andere disc. FAILURE De luidspreker/versterker is niet correct aangesloten. t Raadpleeg de bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor installatie/aansluitingen om de aansluiting te controleren. L.SEEK +/– De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens automatisch afstemmen. NO AF Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige zender. t Druk op (SEEK) +/– terwijl de zendernaam knippert. Het apparaat gaat zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens (Programme Identification). "PI SEEK" wordt weergegeven. NO TP Het apparaat blijft beschikbare TP-zenders zoeken. OFFSET Er is wellicht een interne storing. t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in het display blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. RESET Het apparaat werkt niet wegens een probleem. t Druk op de RESET toets (pagina 4). " " of " " Tijdens het snel vooruit- of terugspoelen hebt u het begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet verder. Als deze oplossingen niet helpen, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat een CD niet goed wordt afgespeeld, kunt u het beste de disc meenemen waarmee het probleem is begonnen. 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Sony CDX-S11 de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding