Instellingen
94
•
Mobiele netwerken
: uw instellingen voor mobiele netwerken configureren.
•
Gegevensgebruik
: u kunt uw gegevensgebruik bijhouden en limietinstellingen aanpassen. U
kunt instellen dat het apparaat de mobiele gegevensverbinding automatisch uitschakelt als de
hoeveelheid gebruikte mobiele gegevens de ingestelde limiet bereikt.
U kunt ook de gegevensbesparingsfunctie inschakelen om te voorkomen dat apps die
op de achtergrond worden uitgevoerd gegevens versturen of ontvangen. Raadpleeg
Gegevensbesparing voor meer informatie.
•
SIM-kaartbeheer
: uw SIM- of USIM-kaarten activeren en de SIM-kaartinstellingen aanpassen.
Raadpleeg SIM-kaartbeheer voor meer informatie.
•
Mobiele hotspot en tethering
: gebruik het apparaat als een mobiele hotspot om de mobiele
gegevensverbinding van uw apparaat met andere apparaten te delen als de netwerkverbinding
niet beschikbaar is. U kunt verbinding maken via Wi-Fi, USB of Bluetooth. Raadpleeg Mobiele
hotspot en tethering voor meer informatie.
•
Meer verbindingsinstellingen
: hier kunt u instellingen aanpassen om andere functies aan te
sturen. Raadpleeg Meer verbindingsinstellingen voor meer informatie.
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
→
Wi-Fi
en tik vervolgens op de schakelaar om
deze functie in te schakelen.
2
Selecteer een netwerk in de lijst met Wi-Fi-netwerken.
Netwerken waarvoor een wachtwoord is vereist, worden weergegeven met een slotpictogram.
Geef het wachtwoord in en tik op
Verbinden
.
•
Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, maakt het
elke keer opnieuw verbinding met dat netwerk als het beschikbaar is, zonder dat
een wachtwoord hoeft te worden opgegeven. Om te voorkomen dat het apparaat
automatisch verbinding maakt met het netwerk, tikt u op
naast het netwerk en tikt u
op de schakelaar
Automatisch opnieuw verbinden
om deze functie uit te schakelen.
•
Als u geen verbinding met een Wi-Fi-netwerk kunt maken, start u de functie Wi-Fi van uw
apparaat of de draadloze router opnieuw.