Logicom LOLA 150 BLACK de handleiding

Categorie
Telefoons
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
LOLA 150/250/350
DECT-telefoon met handsfree-modus
U kunt deze handleiding downloaden in PDF-formaat op:
www.logicom-europe.com
Gebruikershandleidin
g
Niet-contractuele foto
U dient deze handleiding door te nemen voordat u het toestel gebruikt
2
Wij, LOGICOM SA 55 rue de Lisbonne 75008 PARIJS, verklaren dat deze
verklaring van overeenstemming onder eigen verantwoordelijkheid wordt verstrekt:
Merk: LOGICOM
Handelsnaam: LOLA 150 LOLA 250 LOLA 350
Type: Handsfree DECT-telefoon met of zonder extra handsets
We verklaren dat deze in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere
relevante bepalingen van de Richtlijn RED (2014/53/EU) op grond van de volgende
relevante geharmoniseerde normen:
En de essentiële eisen van de volgende richtlijnen en verordeningen:
ErP 2009/125/EC - (No 278/2009 en 1275/2008): Betreffende de eisen voor ecodesign inzake
het elektriciteitsverbruik buiten spanning en het gemiddelde rendement in actieve modus van de
externe voedingsbronnen.
RoHs 2011/65/EU: Betreffende de gebruiksbeperking die geldt voor bepaalde gevaarlijke
stoffen in elektrische en elektronische toestellen.
REACH- 1907/2006/EC: Met betrekking tot de registratie en beoordeling van en de
autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen.
De softwareversies en volgende toebehoren die de apparatuur laten werken op basis
van de plaats van bestemming en vallen onder deze EU-conformiteitsverklaring:
Netadapter: VT04EEU06045 of RJ-AS060450E002 uitgang 6V DC/450mA
Softwareversie:
Basis: 1081.6216
handset: 1000.6860
Dit product is bruikbaar in ten minste één lidstaat van de Europese Unie en is niet
onderhevig aan enige beperking van gebruik. LOGICOM kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor wijzigingen die de gebruiker uitvoert, noch voor de gevolgen ervan,
waardoor het product met name niet langer in overeenstemming is met het CE-
keurmerk. Elke niet-toegelaten wijziging van het product annuleert deze
gelijkvormigheidsverklaring.
Dit toestel is bestemd voor gebruik op de Franse openbare geschakelde
telefoonnetwerken (RTCP).
Parijs, 10-6-2017
Bernard BESSIS
Algemeen Directeur
DBT
(art 3.1.a)
EN60950-1:2006+A11:2009+A1:2010+A12:2011+A2:2013
CEM
(art 3.1.b)
EN 301 489-1 V2.2.0 - EN 301 489-6 V2.2.0
RADIO
(art 3.2)
EN 301 406 V2.2.2
GEZONDHEID
EN 50360:2001+A1:2012 EN 50385:2002
3
Voorstelling van het toestel
1 Algemene kenmerken
De algemene kenmerken van uw LOLA-telefoontoestel zijn:
Handset
• LCD-display met 3 regels (1 alfanumerieke regel + 2 regels met symbolen).
• GAP-compatibel.
• U kunt 5 handsets aansluiten op een basisstation.
• Bereik: 50 meter binnenshuis en 300 meter in open veld.
• Autonomie: 100 uur in stand-by. 10 uur in gesprek.
• Handsfree-modus.
• Alfanumeriek telefoonboek met 20 contactpersonen (naam en telefoonnummers).
• Instelling van de datum en de tijd.
• Interne oproep tussen 2 handsets.
• Groepsgesprek met 3 personen (2 intern + 1 extern).
• Doorverbinden van een gesprek naar een andere handset.
• Een van de laatste 5 telefoonnummers opnieuw kiezen.
• Keuze uit 10 beltonen voor de handset (5 gewone en 5 polyfone).
• Instelbaar beltoonvolume van de handset (5 niveaus).
• Instelbaar gespreksvolume van de handset (5 niveaus).
• Geluidssignalen (toetstonen, batterijen leeg, buiten bereik).
• Toetsenvergrendeling.
• Registratie van de gespreksduur.
• Handset bellen.
• Microfoon dempen.
• Weergave van de tijd of de handsetnaam in stand-by.
• Instelling van de naam van de handset
• Alarmfunctie.
• Toonsysteem (standaardinstelling) of pulssysteem.
• Instelling van de naam van de handset.
• Persoonlijke viercijferige pincode om de toegang tot sommige functies te beveiligen.
Naam- en nummerweergavefuncties
• Naam- en nummerweergave (afwisselend).
• Tijdregistratie van de oproepen.
• Bellijst met ontvangen oproepen met 10 namen en nummers.
• Nummerkiezen vanuit de bellijst.
• Verwijdering van een of van alle oproepen.
2 - Voorzorgen bij gebruik
•Lees aandachtig de bijgeleverde instructies.
•Gebruik alleen de meegeleverde voeding.
•Installeer het toestel in een stofvrije omgeving en op een plaats vrij van trillingen of
schokken.
•Plaats het toestel niet in de buurt van een elektromagnetische bron (tv, luidsprekers
enz.) vanwege de mogelijke storingen.
•Overgiet het toestel nooit met een vloeistof vanwege het gevaar op kortsluiting.
•Plaats het basisstation niet in de buurt van water.
4
•Open nooit het toestel.
•Schakel de telefoonverbinding uit voordat u de voeding verwijdert.
•Schakel een beschadigd toestel onmiddellijk uit en laat het bij een erkende
hersteldienst repareren.
•Sluit na het verplaatsen van het toestel eerst de voeding opnieuw aan.
•Plaats geen voorwerpen op de elektriciteitskabel. Vermijd dat mensen op de kabel
trappen.
•Sluit niet te veel toestellen aan op hetzelfde stopcontact.
•Niet installeren tijdens onweer.
•Raak ontblote telefoondraden nooit aan, tenzij ze werden losgekoppeld.
Ontkoppel het toestel voordat u het reinigt. Gebruik geen schoonmaakmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een licht vochtige doek.5
•Plaats het toestel op een stabiele ondergrond. Een val kan het toestel ernstig
beschadigen.
•Zonder voedingsspanning of bij onderbrekingen in de voedingsspanning functioneert
het toestel niet. U kunt dan in noodgevallen niet bellen of gebeld worden.
Het wordt daarom aangeraden om aanvullend een klassiek telefoontoestel te
installeren.
•Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat u ze later opnieuw kunt raadplegen.
BELANGRIJK:
1) Gebruik alleen batterijen van het meegeleverde type.
2) Gooi de batterijen niet in het vuur of de vuilnisbak. Informeer bij uw
detailhandelaar naar de speciale voorschriften inzake hun recyclage.
3) Open de batterijen niet. De elektrolyt die ze bevatten is corrosief, kan
brandwonden veroorzaken aan handen, huid en ogen en is giftig bij inname.
Prestaties van de batterij
In ideale omstandigheden, biedt een volledig opgeladen batterij een autonomie van 10
uur in gesprek of 100 uur in stand-by.
Nieuwe batterijen presteren pas na enkele dagen gebruik optimaal.
Haal de handset enkele uren per dag van het basisstation om de prestaties van de
batterij te verbeteren. Door de batterij ten minste eenmaal per week volledig te
ontladen, verhoogt u de levensduur van de batterij.
De laadcapaciteit van herlaadbare batterijen vermindert gaandeweg omwille van
slijtage. Daardoor daalt de autonomie in gesprek en in stand-by van de handset. U zult
ze dan moeten vervangen. .
Nadat u de handset voor het eerst hebt opgeladen, nemen de volgende laadbeurten
ongeveer 6 tot 8 uur per dag in beslag. De batterij en de handset kunnen warm worden
tijdens het laden: dit is volstrekt normaal.
Gebruikt u uw LOLA met een ADSL-lijn?
Als u voor uw telefoon een ADSL-lijn wenst te gebruiken, dient u te controleren of het
toestel verbonden is via een ADSL-filter. Wanneer u dit product gebruikt met een ADSL-
lijn zonder filter, kunnen er problemen ontstaan met uw telefoontoestel en uw ADSL-lijn.
Datum en uur
5
Als u zich abonneert op de naam- en nummerweergave van Orange, worden de datum
(dag/maand) en het uur automatisch weergegeven op alle handsets op het ogenblik dat
u de eerste oproep ontvangt.
3 Inhoud van de verpakking
1 handset
1 basisstation met antwoordapparaat
2 herlaadbare Ni-Mh 400mAh-batterijen
1 voedingsadapter
1 telefoonkabel
Installatie- en startgids
Kies, voordat u het toestel gebruikt, een geschikte plaats voor het basisstation van uw
telefoon. Zorg ervoor dat u het toestel niet in de buurt plaatst van een andere telefoon of
elektrisch toestel (computer, televisie enz.) om interferentie te vermijden.
1 Uw telefoon installeren
2 De herlaadbare batterijen installeren en opladen
Installatie:
- Plaats de 2 batterijen (type AAA Ni-MH/400mAh)
in het batterijvak. Houd rekening met de polariteit.
- Sluit het batterijvak met het deksel
dat u samen met de batterijen in de verpakking terugvindt.
Opmerking: Tijdens het laden van de handset knippert het symbool permanent.
De batterijen zijn volledig opgeladen zodra het balkje permanent wordt weergegeven.
A- Sluit de stekker van de voedingsadapter
(VT04EEU06045 of S003IV0600045 uitgang 6 V
DC/450 mA) aan op het modulaire stopcontact
aan de achterzijde van het basisstation. Verbind
vervolgens de adapter met een stopcontact
(100-240 V AC 50/60 Hz).
Doe hetzelfde voor de andere adapters van de
laadstations.
B- Sluit de telefoonkabel aan op het basisstation
en de wanddoos voor de telefoonaansluiting.
De batterijen opladen:
Voordat u het toestel voor de eerste keer gebruikt, dient
u de batterijen gedurende minimaal 24 uur op te laden.
- Plaats de handset in het laadstation. U hoort een
bevestigingssignaal.
- Laad de batterijen zonder onderbreking op gedurende
minimaal 24 uur.
Set LOLA 250 en 350. Elke extra handset
is voorzien van de volgende onderdelen:
1 extra lader
2 herlaadbare batterijen
1 voedingsadapter
B
A
6
Let op: Als u de eerste keer de batterijen van de handset niet gedurende 24 uren
oplaadt, zal de handset niet optimaal functioneren.
De garantie is niet van toepassing voor problemen die te wijten zijn aan het niet geheel
opladen van de batterijen bij de ingebruikname.
Belangrijk : Als de batterijen bijna leeg zijn, kunnen er schommelingen in het volume
optreden. Laad de batterijen opnieuw op voor een betere geluidskwaliteit.
3 Basisinstellingen voor uw telefoon
3-1- De taal kiezen
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het menu "HS
SETTINGS".
Selecteer "LANGUAGE".
Kies een taal.
Keer terug naar het beginscherm.
3-2- Door de menulijst bladeren
Om uw telefoon in te stellen en te personaliseren, gaat u naar het
menu door op de functietoets "OK" te drukken.
Blader door de lijst met behulp van de toetsen OMHOOG en
OMLAAG.
Bevestig uw keuze of druk om een submenu te openen.
Keer naar het vorige menu terug.
Verlaat de lijst en keer terug naar het beginscherm.
3-3- De beltoon wijzigen
U kunt een van de 10 beschikbare beltonen kiezen voor externe
oproepen en een beltoon voor uw interne oproepen. Er zijn 5
standaardbeltonen en 5 polyfone beltonen beschikbaar.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Kies "BEL INSTEL" met de OMLAAG-toets.
Ga naar "EXTERN BEL" om een beltoon voor externe oproepen te
kiezen of naar "INTERN BEL" om een beltoon voor interne oproepen
te kiezen.
Kies een nieuwe beltoon.
Keer terug naar het beginscherm.
7
3-4- Het volume van de beltoon wijzigen
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Kies "BEL INSTEL" met de OMLAAG-toets.
Selecteer "BELVOLUME".
Stel het beltoonvolume in (van 1 tot 4) of selecteer "DESACTIVE" om
de beltoon uit te schakelen.
Keer terug naar het beginscherm.
Let op: wanneer u een oproep ontvangt, kunt u de toetsen
gebruiken om het beltoonvolume te verhogen of te verlagen.
3-5- Een contactpersoon aan het telefoonboek toevoegen
Ga naar het telefoonboek.
Selecteer "TOEVOEGEN".
"NAAM" verschijnt op het scherm. Voer met behulp van het
alfanumerieke toetsenbord de naam in van de nieuwe contactpersoon
en druk op OK om te bevestigen.
"NUMMER" verschijnt op het scherm. Voer met behulp van het
alfanumerieke toetsenbord het nummer in van de nieuwe
contactpersoon en druk op OK om te bevestigen.
Keer terug naar het beginscherm.
4 De belangrijkste functies van uw telefoon
4-1- Een gesprek voeren
Normale nummerinvoer:
Neem uw handset op en voer het nummer van de gesprekspartner in.
Een nummer voorkiezen:
Vorm het nummer van de gesprekspartner en neem vervolgens de
handset op.
Een contactpersoon uit het telefoonboek bellen:
Ga naar het telefoonboek en kies een contactpersoon uit de lijst van
het telefoonboek.
Neem uw handset op.
Wanneer de oproep beëindigd is, haakt u terug in.
4-2- Een gesprek beantwoorden
Pak uw handset en neem op wanneer de telefoon overgaat.
Wanneer de oproep beëindigd is, haakt u terug in.
U kunt de handset ook inhaken door hem gewoon op de basis terug te
plaatsen (raadpleeg het hoofdstuk "Automatisch antwoorden" voor
meer informatie over deze functie.
ABC
123
123
123
8
Schema's en functies van het telefoontoestel
1 Omschrijving van het toetsenbord
- Om naar een
submenu te gaan.
- Om een
wijziging te
bevestigen.
- Om rechtstreeks naar
de bellijst te gaan.
- Om het volume te
verhogen tijdens een
gesprek.
- Om door het menu te
bladeren.
- Om terug te keren naar
het vorige menu.
- Om een cijfer of
karakter te wissen.
- Om een
intercomgesprek te
starten.
- Om tijdens een gesprek
de microfoon
te dempen.
- Om de lijn in te
schakelen of een
oproep te
beantwoorden.
- Om rechtstreeks
naar de herhaallijst te
gaan.
- Om het volume te
verlagen tijdens een
gesprek.
- Om door het menu
te bladeren.
- Om het gesprek te
verbreken.
- Lang drukken om de
handset uit te
schakelen.
- Om bepaalde
diensten van uw
provider te
raadplegen.
- Lang drukken om
het toetsenbord te
vergrendelen of te
ontgrendelen.
- Alfanumeriek
toetsenbord om een
nummer te vormen en
een naam in het
telefoonboek in te voeren.
- Lang drukken om de
beltoon uit te
schakelen.
- Om de handsfree-
modus in of uit te
schakelen.
- Om het telefoonboek
te raadplegen.
9
2 Omschrijving van het basisstation
3 Omschrijving van het lcd-scherm
Geeft aan dat een functie toegankelijk is met de navigatietoetsen.
Knippert als een handset zich buiten het bereik bevindt van het basisstation
of als het niet verbonden is met het basisstation.
Knippert bij een binnenkomende interne oproep, licht continu op tijdens een
gesprek.
Er wordt een intern gesprek gevoerd.
De handsfree-modus is ingeschakeld.
De beltoon is uitgeschakeld.
Het alarm is ingeschakeld.
Het toetsenbord is vergrendeld.
Er is een nieuw bericht beschikbaar op het antwoordapparaat van uw
provider.
De batterijen zijn geladen.
De batterijen zijn leeg en moeten worden opgeladen.
Registratietoets:
- Lang drukken (10 sec) om het basisstation
in de registratiemodus te schakelen.
- Kort drukken om alle handsets te bellen die
bij het basisstation zijn aangemeld.
10
Geeft aan dat er functies beschikbaar zijn in het menu.
Geeft aan dat er functies beschikbaar zijn via het menu.
Selecteert de gekozen functie.
Een gemiste oproep (niet beantwoord) is niet gelezen.
(INT)
Start een een interne oproep.
Terugkeren naar het vorige menuniveau (kort indrukken) of het toestel in
stand-by schakelen (lang indrukken).
Wist een karakter, stopt het alarm, schakelt de beltoon tijdens een oproep uit
of keert terug naar het vorige menu.
4 Omschrijving van het numerieke toetsenbord
Voor sommige functies, zoals het telefoonboek, dient u het alfanumerieke toetsenbord
te gebruiken. Het toetsenbord schakelt automatisch naar de alfanumerieke modus
wanneer u een van deze functies gebruikt.
Om een letter te typen, drukt u op de betreffende toets totdat de letter op het scherm
verschijnt.
Voorbeelden:
- Om een "A" in te voeren, drukt u eenmaal op 2.
- Om een "B" in te voeren, drukt u tweemaal op 2.
- Om een "A" en daarna een "B" in te voeren, voert u eerst de "A" in, wacht u
vervolgens totdat de cursor zich naar het volgende karakter heeft verplaatst, en
voert u ten slotte de "B" in.
- Voor een spatie drukt eenmaal op de toets 1.
Toetsen
Eenmaal
drukken
Tweemaal
drukken
Driemaal
drukken
Viermaal
drukken
Vijfmaal
drukken
1
SPATIE
-
1
2
A
B
C
2
3
D
E
F
3
4
G
H
I
4
5
J
K
L
5
6
M
N
O
6
7
P
Q
R
S
7
8
T
U
V
8
9
W
X
Y
Z
9
0
0
Opmerking: U kunt speciale karakters invoeren met de toetsen * en #.
11
5 Menuoverzicht
Hier vindt u een overzicht van de menu's die u via de toets van uw handset kunt
raadplegen.
BELLIJST
De laatste binnenkomende/uitgaande oproep weergeven.
x1
TELEF BOEK
TOEVOEGEN
Een nieuwe contactpersoon aan het telefoonboek
toevoegen.
x1
ZIE
De geregistreerde contactpersonen in het telefoonboek
bekijken.
x2
BEWERKEN
De naam en het telefoonnummer van een
geregistreerde contactpersoon wijzigen.
x3
WISSEN
Een contactpersoon uit het telefoonboek verwijderen.
x4
ALLES WISSEN
Alle contactpersonen uit het telefoonboek verwijderen.
x5
TB STATUS
Het aantal beschikbare ingangen in het telefoonboek
weergeven.
x2
BASIS INST
HANDSET VERW
Een handset bij het basisstation afmelden
x1
KIESMODUS
De kiesmodus wijzigen
x2
FLASHTIJD
De duur van het flashsignaal (R) wijzigen.
x3
PIN WIJZIG
De pincode van uw telefoon wijzigen.
x3
HANDSET INST
ALARM
Het alarm in-/uitschakelen.
x1
BEL INSTEL
INTERN BEL
De beltoon wijzigen van
de gesprekken tussen de
handsets.
x1
EXTERN BEL
De beltoon wijzigen van
de externe
binnenkomende
oproepen.
x2
BELVOLUME
Het belvolume wijzigen.
x2
TOON INSTL
TOETSTOON
De toetstonen in-
/uitschakelen.
x1
BATT FOUT
Het batterijalarm in-
/uitschakelen.
x2
BUITENBEREIK
Het geluid in-/uitschakelen
wanneer de handset te
ver van het basisstation
verwijderd is.
x3
TAAL
De taal van de telefoon wijzigen.
x4
NW NAAM HS
De naam van de handset wijzigen die wordt
weergegeven tijdens een interne oproep.
x5
HS DISPLAY
Selecteren welke informatie moet worden
weergegeven in de stand-bymodus (uur of naam van
de handset).
x6
AUTOM ANTW
De functie automatisch antwoorden in-/uitschakelen bij
binnenkomende oproepen.
x7
DATUM & TIJD
Het uur en de datum instellen.
x8
MAILBOX
Het telefoonnummer van het antwoordapparaat van uw
provider wijzigen.
x4
REGISTRATIE
Een nieuwe handset bij het basisstation aanmelden.
x5
STANDAARD
De standaardinstellingen herstellen.
12
Functies van de handset
1 Handsfree-modus en luidsprekervolume van de handset
Met deze functie kunt u tijdens een telefoongesprek de luidspreker van de handset
inschakelen en op die manier luisteren en spreken met uw gesprekspartner, zonder dat
u de handset hoeft vast te houden.
OPGELET: Langdurig gebruik van de handsfree-modus tijdens een telefoongesprek
ontlaadt de batterijen veel sneller. U zult deze dan vaker moeten opladen.
Regel het luistervolume van de handset of van de handsfree-modus. Er
zijn 5 volumeniveaus
mogelijk (van 1 tot 5)
Niveau 5: Extra luid
Niveau 1: Extra stil
Wanneer u tijdens het telefoongesprek de handsfree-modus kunt
inschakelen, verschijnt het symbool in de display
Druk nogmaals om de handsfree-modus uit te schakelen, het symbool
verdwijnt uit de display
Opmerking: Het ingestelde volume wordt opgeslagen. Het ingestelde volume van de
handset en dat van de handsfree-modus zijn niet gekoppeld.
Voor beide modi wordt het volume afzonderlijk opgeslagen. U kunt het volume van de
handset bijvoorbeeld instellen op 2 en voor de handsfree-modus op 5.
2 Vergrendeling van het toetsenbord
Door het toetsenbord te vergrendelen, voorkomt u dat u per ongeluk een nummer
vormt. Wanneer het toetsenbord vergrendeld is, verschijnt het symbool in de display.
Opmerking: Als het toetsenbord vergrendeld is, kunt u nog steeds een oproep
beantwoorden.
Houd de toets ingedrukt totdat het symbool in de display verschijnt
om uw toetsenbord te vergrendelen.
Wanneer het toetsenbord vergrendeld is, houdt u de toets ingedrukt
totdat het symbool uit de display verdwijnt.
13
3 De microfoon dempen
Met deze functie kunt u terwijl u in gesprek bent praten met een derde persoon,
zonder dat uw gesprekspartner u hoort.
De boodschap "DEMPEN" verschijnt in de display om aan te geven dat
de microfoon gedempt is.
Wanneer de microfoon gedempt is, kunt u met deze toets de functie
uitschakelen. Het bericht "DEMPEN" verdwijnt dan uit de display.
4 De beltoon van een handset in- en uitschakelen
U kunt, indien gewenst, de beltoon van een handset tijdelijk uitschakelen.
In het geval van een binnenkomende oproep zal er geen beltoon weerklinken. De
handset zal daarentegen de oproep in de display weergeven.
U kunt de beltoon weer inschakelen op het reeds ingestelde volumeniveau.
Houd de toets ingedrukt totdat het symbool boven aan het scherm
verschijnt en aangeeft dat de beltoon van uw telefoon uitgeschakeld is.
Wanneer de beltoon uitgeschakeld is, houdt u de toets ingedrukt totdat
het symbool uit de display verdwijnt. De beltoon van uw telefoon
wordt dan opnieuw ingeschakeld.
5 Het volume van de beltoon op een handset
U kunt het volume van de beltoon voor externe of interne oproepen op 5 niveaus
instellen (1 - 5) of uitzetten (OFF).
Het belvolume voor interne oproepen is gelijk aan het belvolume voor externe
oproepen.
Om het belvolume te wijzigen via het menu, zie het hoofdstuk "Het volume van de
beltoon wijzigen".
U kunt het belvolume ook instellen terwijl u een oproep ontvangt.
Druk, terwijl de handset overgaat, op de toets om de beltoon uit te schakelen.
"VOLUME UIT" verschijnt dan in de display. Of gebruik de toetsen om het belvolume
te selecteren.
De laatste instelling wordt in het geheugen opgeslagen.
14
6-10 Alle handsets bellen
Met deze functie kunt u in een keer alle handsets van een basisstation bellen.
Deze functie is erg handig om een zoekgeraakte handset te vinden.
• Alle handsets dienen zich in stand-by te bevinden (geen kiestoon).
• Druk kort op de registratietoets van uw basisstation (Zie hoofdstuk
"Omschrijving van het basisstation").
• Alle handsets die bij het basisstation zijn aangemeld, geven een geluidssignaal
en
"PAGING" verschijnt in de display van de handsets.
• Om het geluidssignaal uit te zetten, drukt u op om het even welke toets van
een handset of drukt u nogmaals op de registratietoets aan de achterzijde
van het basisstation.
7 Registratie van de gespreksduur
De registratie van de gespreksduur start automatisch bij het activeren van de lijn of 15 s
na het beantwoorden van een oproep in uren:minuten:seconden (bv.: 01:34:45 voor 1
uur, 34 minuten en 45 seconden).
Na het beëindigen van het gesprek blijft de gespreksduur gedurende 5 seconden
zichtbaar in de display.
Telefoonboek
Om het telefoonboek te configureren of te bewerken, dient de handset in stand-by te
staan (geen kiestoon).
1 Een contactpersoon toevoegen
U kunt tot 20 contactpersonen in het alfanumerieke telefoonboek opslaan.
Van elke contactpersoon kan de naam 12 karakters en het telefoonnummer 20 cijfers
bevatten.
Opmerkingen: - U dient verplicht een naam op te geven.
- Indien u een contactpersoon invoert met een naam die al bestaat, dan
wordt het bericht "NAAM BESTAAT" weergegeven en dient u de naam te
veranderen.
Om een nieuwe contactpersoon op te slaan (nummer en naam) in het telefoonboek,
volgt u de instructies in het hoofdstuk "Een contactpersoon aan het telefoonboek
toevoegen" in de "Installatie- en startgids"
2 Zoeken in het telefoonboek
Rechtstreeks
Ga naar het telefoonboek. De eerste contactpersoon wordt
weergegeven in de display.
Blader door de contactpersonen.
15
U kunt de eerste letter invoeren van de naam die u zoekt. De telefoon
toont u onmiddellijk de eerste naam van de lijst die met die letter begint.
Om het telefoonnummer te bekijken dat voor deze contactpersoon werd
opgeslagen.
Om de geselecteerde contactpersoon te bellen.
Via het menu
Ga naar het menu "TELEF BOEK".
Selecteer "LIJST".
Blader door de contactpersonen.
U kunt de eerste letter invoeren van de naam die u zoekt. De telefoon
toont u onmiddellijk de eerste naam die met die letter begint.
Om het telefoonnummer te bekijken dat voor deze contactpersoon werd
opgeslagen.
Om de geselecteerde contactpersoon te bellen.
3 Een contactpersoon in het telefoonboek bewerken
Ga naar het menu "TELEF BOEK".
Selecteer "BEWERKEN".
Selecteer de contactpersoon waarvan u de gegevens wilt wijzigen.
De naam van uw contactpersoon verschijnt links in de display.
Wis de vroegere naam van uw contactpersoon.
Voer met het alfanumerieke toetsenbord de nieuwe naam van de
contactpersoon in.
Het nummer van uw contactpersoon verschijnt links in de display.
Wis het vroegere nummer van uw contactpersoon.
Voer met het alfanumerieke toetsenbord het nieuwe nummer van de
contactpersoon in.
"MELODIE X" verschijnt in de display.
Selecteer de beltoon die u aan deze contactpersoon wilt koppelen. Een
geluidssignaal geeft aan dat de wijzigingen correct werden opgeslagen.
ABC
ABC
ABC
123
16
17
4 Een contactpersoon/alle contactpersonen verwijderen
Een contactpersoon verwijderen
Ga naar het menu "TELEF BOEK".
Selecteer "WISSEN".
Selecteer de contactpersoon die u wilt wissen.
Bevestig dat u de contactpersoon wilt wissen. Een geluidssignaal geeft
aan dat de contactpersoon werd gewist.
Alle contactpersonen verwijderen
Ga naar het menu "TELEF BOEK".
Selecteer "ALLES WISSEN".
Als er nog geen nummers zijn opgeslagen in het telefoonboek,
verschijnt "LEEG" in de display.
"BEVES ?" verschijnt in de display om aan te geven dat alle
contactpersonen werden verwijderd.
Bevestig dat u alle contactpersonen wilt verwijderen. Een
geluidssignaal geeft aan dat de contactpersonen werden verwijderd.
De handset personaliseren
Om de handset te personaliseren, dient deze in stand-by te staan (geen kiestoon).
1 Een handset herbenoemen
Met deze functie kunt u de naam van uw handset wijzigen. Deze naam wordt
weergegeven in de display van de handset wanneer deze in stand-by staat. De naam
die standaard wordt weergegeven is "HANDSET".
De naam van de handset mag niet meer dan 10 karakters bevatten.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "NW NAAM HS".
"HANDSET" wordt in de display weergegeven.
Wis letter per letter de vorige naam van de handset.
Voer met het alfanumerieke toetsenbord de nieuwe naam van de
handset in.
Een geluidssignaal geeft aan dat de naam van de handset werd
gewijzigd.
ABC
18
2 Displayweergave
U kunt kiezen welke informatie er in de display wordt weergegeven terwijl uw handset in
stand-by staat.
U hebt twee mogelijkheden: de naam van de handset of het uur.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "HS DISPLAY".
Selecteer "TIJD" of "HANDSETNAAM", naargelang de weergave die u
wenst in stand-by.
3 Toetstonen
u kunt de toetstonen in- of uitschakelen.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "TOON INSTL".
Selecteer "TOETSTOON".
Schakel de toetstonen van de handset in of uit.
4 Automatisch opnemen/inhaken
Wanneer deze functie geactiveerd is, kunt u een gesprek aannemen door gewoon de
handset van het basisstation of de lader te halen en een gesprek beëindigen door de
handset gewoon terug te plaatsen op het basisstation of de lader, zonder dat u de
toetsen en hoeft in te drukken.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "AUTOM ANTW".
Schakel de toetstonen van de handset in of uit.
5 Het batterijalarm in-/uitschakelen
Deze functie informeert u met een geluidssignaal dat de batterijen bijna leeg zijn.
19
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "TOON INSTL".
Selecteer "BATT FOUT".
Schakel de toetstonen van de handset in of uit.
6 Het 'geen bereik'-signaal in-/uitschakelen
Deze functie informeert u met een geluidssignaal dat de handset zich buiten het bereik
bevindt van het basisstation.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "TOON INSTL".
Selecteer "BUITENBEREIK".
Schakel de toetstonen van de handset in of uit.
7 Taal van de handset
U kunt 4 talen instellen: Frans, Engels (fabrieksinstelling), Nederlands en Duits.
Om een taal voor de handset in te stellen, volgt u de handelingen die worden
beschreven in het hoofdstuk: Installatie- en startgids 3- Basisinstellingen voor uw
telefoon 3-2- De taal kiezen.
8 Instellen van datum en tijd
Opmerking: Als u een abonnement heeft voor nummer- en naamweergave bij uw
provider, dan worden de datum en de tijd door het netwerk bijgewerkt bij elke
ontvangen oproep. Anders dient u de datum en het uur van uw telefoon
handmatig in te stellen.
8-1- Keuze van de datum-/tijdnotatie
De datumnotatie instellen
U kunt kiezen om de datum in te stellen volgens het formaat
"MAAND/DAG" of "DAG/MAAND"
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
20
Selecteer "DATUM & TIJD".
Selecteer "DATUMFORMAAT".
Selecteer een formaat. Een geluidssignaal geeft aan dat het formaat
correct werd opgeslagen.
De tijdnotatie instellen
U kunt het uur in het 24-uursformaat weergeven (Bijvoorbeeld: "23h14")
of in 12-uursformaat (de tijd wordt dan als volgt weergegeven: "11H14
P" voor "23H14" en "11H14 A" voor "11H14".
Ga te werk zoals hierboven omschreven, maar kies "TIJDFORMAAT"
in plaats van "DATUMFORMAAT".
8-2 Datum en tijd
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "DATUM & TIJD".
Datum instellen:
Selecteer "DATUM INST".
De datum die op de handset werd opgeslagen, verschijnt in de display.
Indien de datum correct is, drukt u op de OK-toets. Zoniet kunt u de
datum wijzigen (eerst de dag, daarna de maand en ten slotte het
jaartal) met behulp van het alfanumerieke toetsenbord.
Uur instellen:
Selecteer "TIJD INSTEL"
De tijd die op de handset werd opgeslagen, verschijnt in de display.
Indien het tijdstip correct is, drukt u op de OK-toets. Anders kunt u het
tijdstip wijzigen (eerst het uur, daarna de minuten) met behulp van het
alfanumerieke toetsenbord.
Een geluidssignaal geeft aan dat de datum en het uur werden
gewijzigd.
OPGELET: Handmatig het uur instellen doet u als volgt: stel eerst het uur in en
vervolgens de minuten. U kunt van het ene naar het andere cijfer overschakelen met
behulp van de toetsen en .
Voor het instellen van het uur aanvaardt de telefoon geen waarden boven de 23.
Indien u de tijd op uw telefoon wilt wijzigen van "15H00" naar "20H00", dan dient u eerst
het cijfer voor de eenheden van het uur te veranderen, voordat u het cijfer van de
tientallen wijzigt. Zie het voorbeeld hieronder:
"15h00" wordt op het scherm weergegeven.
Selecteer het tweede cijfer van de uren, "15h00".
123
123
21
Wijzig dit cijfer met het alfanumerieke toetsenbord: "5" wordt "0".
De display geeft "10h00" aan.
Selecteer het eerste cijfer van de uren, "10h00"
Wijzig dit cijfer met het alfanumerieke toetsenbord: "1" wordt "2".
De display geeft "20h00" aan.
Bevestig de wijziging.
U dient deze handeling uit te voeren wanneer u een uur wenst in te stellen tussen "20h"
en "23h" terwijl de telefoon een uur weergeeft tussen de "14h" en "19h".
9 Alarm
Als het alarm geactiveerd is, zal het elke dag op de ingestelde tijd afgaan.
Als de SLUIMER-functie geactiveerd is en u stopt het alarm, dan zal het na 7 minuten
weer afgaan.
De alarmfunctie configureren
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "ALARM".
Schakel de alarmfunctie in of uit.
Voer het tijdstip in waarop het alarm in werking moet treden. Een
geluidssignaal geeft aan dat het alarm correct werd ingeschakeld.
"SNOOZE" verschijnt in de display.
Schakel de SLUIMER-functie in of uit. Een geluidssignaal bevestigt dat
de ingestelde wektijd werd opgeslagen. Het symbool verschijnt in de
display om aan te geven dat het alarm werd geactiveerd.
Geavanceerde instellingen van de telefoon
Om de instellingen van de handset in te voeren, dient deze in stand-by te staan (geen
kiestoon).
1 De pincode instellen
Voor sommige functie dient u de pincode in te voeren. De pincode is standaard: 0000
OPGELET: Als u de standaardpincode wenst te wijzigen, noteer dan de nieuwe
pincode op een veilige plek. Er kan geen beroep worden gedaan op de
fabrieksgarantie indien u de code vergeet.
123
123
x2
123
22
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "BASIS INST".
Selecteer "PIN WIJZIG".
"PIN ? ----- » verschijnt in de display. Voer de pincode in met de
alfanumerieke toetsen (de pincode is standaard 0000)
"NW PIN ? ----- » verschijnt in de display. Voer de nieuwe pincode in.
"BEVES ? ----- » verschijnt in de display. Voer nogmaals de nieuwe
pincode in. Een geluidssignaal geeft aan dat de pincode werd
gewijzigd.
Opmerking: Wanneer u de standaadinstellingen herstelt, wordt de standaardpincode
(0000) automatisch opnieuw ingesteld.
2 Handmatig een handset aanmelden bij een basisstation
U kunt tot 5 handsets aanmelden bij het basisstation.
• Druk gedurende 10 seconden op de registratietoets van uw basisstation (Zie
hoofdstuk "Omschrijving van het basisstation"). Uw basisstation schakelt dan in
de registratiemodus. Vervolg de registratieprocedure op de handset die u wilt
aanmelden.
Handmatig een handset uit het LOLA-gamma bij het basisstation
aanmelden
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het menu
"REGISTRATIE "
"PIN ? ----- » verschijnt in de display. Voer de pincode in met de
alfanumerieke toetsen (de pincode is standaard 0000).
"EVEN GEDULD" wordt in de display weergegeven. Wanneer "HANDSET X" (X stemt
overeen met het nummer van de handset die op het basisstation wordt aangemeld) in
de display wordt weergegeven, betekent dit dat de handset voortaan met het
basisstation verbonden is.
Opmerking:
- Wanneer de handset bij het basisstation is aangemeld, verlaat het basisstation
automatisch de registratiemodus. Om andere handsets aan te melden, volgt u dezelfde
werkwijze.
- Als u binnen de 2 minuten geen handset hebt aangemeld, verlaat het basisstation
automatisch de aanmeldmodus.
3 Een handset afmelden bij het basisstation
Met deze functie kunt u een handset verwijderen van het basisstation om deze
bijvoorbeeld te vervangen door een nieuwe handset.
123
123
123
123
23
Het is niet mogelijk om een handset te verwijderen als deze als enige met uw
basisstation is verbonden.
Een handset kan alleen worden verwijderd vanaf een andere handset die met hetzelfde
basisstation is verbonden.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "BASIS INST".
Selecteer "HANDSET VERW".
"PIN ?----- » verschijnt in de display. Voer de pincode in met de
alfanumerieke toetsen (de pincode is standaard 0000).
" HANDSET 1" wordt in de display weergegeven.
Selecteer de handset die u wenst af te melden.
Op de handset die zopas is afgemeld, verschijnt " REGISTREER".
4 De duur van het flashsignaal (R) instellen
De R-toets geeft toegang tot bepaalde diensten van uw provider.
Neem contact op met uw provider voor meer informatie over deze diensten.
OPGELET: De standaardinstelling hangt af van het land waarin u verblijft. De duur van
het flashsignaal staat ingesteld op "KORT" (100 ms).
Sommige diensten functioneren niet met een korte of lange duur, bijvoorbeeld wanneer
u het belsignaal van Orange wilt beheren.
Voor toestellen die achter sommige PABX-centrales zijn geïnstalleerd, zijn de
instellingen
KORT of LANG noodzakelijk.
LANG: 600 ms
NORMAAL: 270 ms
KORT: 100 ms
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "BASIS INST".
Selecteer "FLASHTIJD".
Kies de duur ("LANG", "NORMAAL" of "KORT"). Een geluidssignaal
geeft aan dat uw keuze correct werd verwerkt.
5 De kiesmodus instellen
U kunt kiezen hoe u de telefoonnummers vormt op uw telefoontoestel. Wij raden u sterk
aan om toonkiezen "TOON" (standaardmodus) als kiesmodus in te stellen. Deze modus
123
24
is het snelst en het meest praktisch (bovendien kunt u met pulskiezen niet alle functies
van het antwoordapparaat, bankdiensten en spraakberichten gebruiken).
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het menu
"BASIS INST ».
Selecteer "KIESMODUS".
Selecteer een kiesmodus ("TOON" of "PULS"). Een geluidssignaal
geeft aan dat uw keuze correct werd verwerkt.
6 De standaardinstellingen herstellen
U kunt uw telefoontoestel (basisstations en handsets) terugzetten naar de
standaardinstellingen.
OPGELET: Door de standaardinstellingen te herstellen, verwijdert u de volledige lijst
met ontvangen oproepen en de lijst met laatst gevormde nummers, maar niet de inhoud
van het telefoonboek.
De pincode wordt opnieuw ingesteld op 0000.
De standaardinstellingen van de telefoon zijn:
Taal: English
Beltoon externe oproepen: 1
Beltoon interne oproepen: 2
Volume van de beltoon: 3
Toetstonen: Ingeschakeld (AAN)
Batterijalarm: Ingeschakeld (AAN)
Buiten Bereik Alarm: Uitgeschakeld (UIT)
Alarm uitgeschakeld (UIT)
Tijd: 00:00
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "STANDAARD ".
"PIN ?-----" verschijnt in de display. Voer de pincode in met de
alfanumerieke toetsen (de pincode is standaard 0000).
"BEVES ?" verschijnt in de display. Een geluidssignaal geeft aan dat
uw keuze correct werd verwerkt.
Intercom
De volgende functies zijn slechts beschikbaar als 2 handsets bij het basisstation zijn
aangemeld (bijvoorbeeld als het product aangekocht werd in een set met meerdere
handsets).
123
Pincode: 0000
Kiesmodus: Tonen
R-toets: KORT (100 ms)
Tijdformaat: 24-uurs
Handsetnaam: HANDSET
Automatisch antwoorden:
Ingeschakeld (AAN)
25
1 Een andere handset opbellen
Opmerking: als slechts 2 handsets bij het basisstation zijn aangemeld, is het niet nodig
om een handset te selecteren.
Druk gewoon op de toets om automatisch de andere handset op te bellen.
Als er meerdere handsets bij het basisstation zijn aangemeld:
Voorbeeld: Er zijn 3 handsets bij het basisstation aangemeld en u wilt
de intercom gebruiken op de eerste handset.
"CB23 9» verschijnt in de display (2 stemt overeen met de tweede
handset die bij het basisstation is aangemeld en 3 stemt overeen met
de derde handset die is aangemeld).
Voer het nummer van de te bellen handset in.
"HS BELLEN. X" verschijn in de display van de handset (X stemt overeen met het
nummer van de handset die u opbelt. Bijvoorbeeld: "HS BELLEN. 3")
"OPR VAN HSX" verschijnt in de display van de handset die de oproep ontvangt (X
stemt overeen met het nummer van de handset die de oproep verricht. Bijvoorbeeld:
"OPR VAN HS2").
2 Alle andere handsets opbellen
"HS23 9" verschijnt in de display (2 stemt overeen met de tweede
handset die bij het basisstation is aangemeld en 3 stemt overeen met
de derde handset die is aangemeld).
Druk op toets 9 van het alfanumerieke toetsenbord om alle andere
handsets op te bellen.
"BEL ALLE HS" verschijnt in de display van de handset.
" OPR VAN HSX" verschijnt in de display van elke handset die de oproep ontvangt (X
stemt overeen met het nummer van de handset die de oproep verricht. Bijvoorbeeld:
"OPR VAN HS1»).
3 Een interne oproep beantwoorden
Wanneer u een interne oproep ontvangt, gaat de handset over.
"OPR VAN HSX" verschijnt in de display. (X stemt overeen met het
nummer van de handset die de oproep verricht. Bijvoorbeeld: "OPR
VAN HS1").
Voer het gesprek met uw gesprekspartner.
123
123
26
Beëindig het gesprek en plaats de handset terug op het basisstation.
4 Een externe oproep beantwoorden tijdens een intern gesprek
Als u een externe oproep ontvangt tijdens een intern gesprek,
weerklinkt er een geluidssignaal door de luidsprekers van de handsets
die deelnemen aan het interne gesprek.
U voert een intern gesprek. Beantwoord het externe gesprek. Het
interne gesprek wordt automatisch beëindigd.
Aan het einde van het gesprek, plaatst u de handset terug op het
basisstation.
5 Een extern gesprek doorverbinden naar een andere handset
U bent in gesprek met een externe gesprekspartner.
"INTERCOM" verschijnt in de display.
"HS23 9" verschijnt in de display (2 stemt overeen met de tweede
handset die bij het basisstation is aangemeld en 3 stemt overeen met
de derde handset die is aangemeld).
Voer het nummer in van de handset waarnaar u het gesprek
doorverbindt.
"HS BELLEN. X" verschijn in de display van de handset (X stemt
overeen met het nummer van de handset die u opbelt. Bijvoorbeeld:
"HS BELLEN. 3")
"OPR VAN HSX" verschijnt in de display van de handset die de oproep
ontvangt (X stemt overeen met het nummer van de handset die de
oproep verricht. Bijvoorbeeld: "OPR VAN HS2"
.
Wanneer uw interne gesprekspartner voor wie de oproep bestemd is,
de handset opneemt, haakt u gewoon uw eigen handset in. Uw interne
gesprekspartner is nu in gesprek met uw externe gesprekspartner.
6 Groepsgesprek met 3
U kunt gelijktijdig een gesprek tot stand brengen met een interne en een externe
gesprekspartner.
U bent in gesprek met een externe gesprekspartner.
"INTERCOM" verschijnt in de display.
123
27
"HS23 9" verschijnt in de display (2 stemt overeen met de tweede
handset die bij het basisstation is aangemeld en 3 stemt overeen met
de derde handset die is aangemeld).
Voer het nummer in van de handset die u wilt bellen.
"HS BELLEN. X" verschijn in de display van de handset (X stemt overeen met het
nummer van de handset die u opbelt. Bijvoorbeeld: "HS BELLEN. 3")
"OPR VAN HSX" verschijnt in de display van de handset die de oproep ontvangt (X
stemt overeen met het nummer van de handset die de oproep verricht. Bijvoorbeeld:
"OPR VAN HS2
Druk zodra uw interne gesprekspartner opneemt, gedurende 3 seconden op de toets
.
" CONFERENTIE" verschijnt in de display.
U hebt nu een groepsgesprek met drie personen tot stand gebracht.
Herhaallijst
De HERHAALLIJST registreert de laatste 5 gekozen nummers. Als het nummer in het
telefoonboek staat, dan wordt de naam van de contactpersoon getoond.
Om de herhaallijst te raadplegen of te wijzigen op de handset, dient deze in stand-by te
staan (geen kiestoon).
1 De herhaallijst raadplegen
Ga naar de herhaallijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Blader door de herhaallijst met de laatst gevormde nummers.
Bel het geselecteerde nummer.
2 Een nummer uit de herhaallijst opslaan in het telefoonboek
Ga naar de herhaallijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Selecteer het nummer dat u wilt opslaan in het telefoonboek.
Ga naar het menu van de herhaallijst en kies "TOEVOEGEN".
"NAAM " verschijnt in de display.
Voer de naam in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord.
Het nummer dat u wilt opslaan, verschijnt in de display.
"MELODIE X" verschijnt in de display.
123
ABC
28
Selecteer de beltoon die u aan deze contactpersoon wilt koppelen. Een
geluidssignaal geeft aan dat de wijzigingen correct werden opgeslagen.
3 Een nummer (of een naam) in de herhaallijst wissen
Ga naar de herhaallijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Selecteer het nummer dat u wilt wissen.
Ga naar het menu van de herhaallijst en kies "WISSEN". Een
geluidssignaal bevestigt dat het nummer correct werd verwijderd uit de
herhaallijst.
4 De hele herhaallijst wissen
Ga naar de herhaallijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Ga naar het menu van de herhaallijst en kies "ALLES WISSEN».
"BEVES ?" verschijnt in de display. Een geluidssignaal bevestigt dat de
nummers correct werden verwijderd uit de herhaallijst.
Bellijst
De bellijst onthoudt de laatste 10 ontvangen oproepen.
Om de bellijst te raadplegen of te wijzigen, dient de handset in stand-by te staan (geen
kiestoon).
OPGELET: Om de volgende functies te kunnen gebruiken, dient bij uw provider
geabonneerd te zijn op de Naam- of Nummerweergavefunctie van Orange. De
beschikbaarheid van deze diensten bij Orange is onder voorbehoud.
1 Weergave van naam en nummer
Bij het binnenkomen van een oproep wordt het nummer vergeleken met de
nummers in het telefoonboek. Als het nummer in het telefoonboek staat, dan
toont het toestel de bijbehorende naam in plaats van het nummer.
Het toestel onthoudt voor u de naam en het nummer van de personen die u
bellen, alsook de datum en het tijdstip van de oproep.
Als "X NW GESPR" wordt weergegeven in stand-by, dan bevinden er zich X
nieuwe gemiste oproepen in de bellijst. Deze oproepen zijn herkenbaar aan het
symbool .
De oproepen door personen die hun nummer niet willen vrijgeven, zijn niet
opgenomen in de lijst van ontvangen oproepen. "VERBORGEN" verschijnt in de
display wanneer de beller zijn nummer niet bekend wenst te maken.
29
Op sommige BOXEN worden gemaskeerde oproepen ("VERBORGEN") mogelijk niet
weergegeven tijdens het gesprek en worden ze mogelijk niet opgenomen in de bellijst.
In het geval van een oproep waarbij de naam wordt vrijgegeven, toont de display
afwisselend de naam en het nummer van de persoon.
De beantwoorde oproepen worden in de lijst opgenomen, maar ze worden als
gelezen beschouwd.
Als u een oproep beantwoordt, dan wordt het nummer of de naam na 15 s
vervangen door de gespreksduur.
De naam en het nummer worden tijdens een gesprek alleen weergegeven als u
hiervoor een abonnement hebt bij Orange.
2 De bellijst raadplegen
In de bellijst vindt u de laatste 10 ontvangen oproepen terug.
Bij meer dan 5 oproepen vervangt de recentste oproep de oudste oproep.
BELANGRIJK: Wanneer u de bellijst raadpleegt, wordt een niet-gelezen gemiste
oproep in de display aangeduid met het symbool . Het symbool verdwijnt wanneer u
de oproep bekijkt met de toetsen en .
Ga naar de bellijst.
Het meest recente nummer of de meest recente naam in de lijst
verschijnt in de display.
Blader door de lijst om de andere nummers of namen in de bellijst te
raadplegen.
Bekijk het nummer indien de naam wordt weergegeven in de bellijst.
Ga naar het menu van de bellijst en selecteer "DETAILS" om de datum
en het uur weer te geven waarop de oproep plaatsvond.
Bel het geselecteerde nummer opnieuw.
3 Een nummer uit de bellijst opslaan in het telefoonboek
Ga naar de bellijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Selecteer het nummer dat u wilt opslaan in het telefoonboek.
Ga naar het menu van de bellijst en kies "TOEVOEGEN".
"NAAM" verschijnt in de display.
Voer de naam in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord.
Het nummer dat u wilt opslaan, verschijnt in de display.
ABC
30
"MELODIE X" verschijnt in de display.
Selecteer de beltoon die u aan deze contactpersoon wilt koppelen. Een
geluidssignaal geeft aan dat de wijzigingen correct werden opgeslagen.
4 Een nummer (of een naam) in de bellijst wissen
Ga naar de bellijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Selecteer het nummer dat u wilt wissen.
Ga naar het menu van de bellijst en kies "WISSEN". Een geluidssignaal
bevestigt dat het nummer correct werd verwijderd uit de bellijst.
5 De volledige bellijst wissen
Ga naar de bellijst.
Het laatst gevormde nummer verschijnt in de display.
Ga naar het menu van de bellijst en selecteer "ALLES WISSEN".
"BEVES ?" verschijnt in de display. Een geluidssignaal bevestigt dat de
inhoud correct werd verwijderd uit de bellijst.
Het antwoordapparaat van uw provider
Het antwoordapparaat is een dienst die beschikbaar is op eenvoudig verzoek bij uw
operator.
Deze dienst beantwoordt uw telefoonlijn.
Het symbool verschijnt in de display om aan te geven dat er een of meer nieuwe
berichten zijn op het antwoordapparaat van uw provider.
Om nieuwe berichten te beluisteren, dient u het antwoordapparaat te bellen op het
nummer dat uw telefoonoperator u heeft meegedeeld.
1 Het nummer van het antwoordapparaat wijzigen
Standaard is er geen nummer ingesteld.
Ga naar het menu en selecteer met de OMLAAG-toets het
menu "HANDSET INST".
Selecteer "MAILBOX".
31
Voer via het alfanumerieke toetsenbord de cijfers van het nieuwe
nummer in.
2 Rechtstreekse toegang tot het antwoordapparaat
Standaard is er geen nummer ingesteld.
Houd toets "1" van het alfanumerieke toetsenbord ingedrukt totdat het ingestelde
nummer in de display verschijnt en laat u begeleiden door het antwoordapparaat.
Nadat u alle nieuwe berichten van het antwoordapparaat hebt beluisterd en hebt
ingehaakt, verdwijnt het symbool uit de display.
In geval van problemen
Controleer de onderstaande punten voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1 Telefoonfuncties
Geen weergave:
Controleer of de batterijen van de handset correct geplaatst zijn (polariteit).
Plaats de handset in het basisstation om de batterijen te laden.
Haal de batterijen uit de handset en plaats ze terug.
De batterijen zijn leeg:
Controleer de polariteit van de batterijen.
Reinig de laadcontacten van de handset en het basisstation.
Laad de batterijen opnieuw.
• Het symbool wordt weergegeven in de display:
Controleer of er nieuwe berichten zijn op het antwoordapparaat van uw operator.
Wis de berichten op het antwoordapparaat van uw operator.
OPGELET: In sommige gevallen kan het gebeuren dat het symbool in de display
blijft staan nadat u alle berichten van het antwoordapparaat hebt beluisterd. Om het
symbool te laten verdwijnen, volgt u gewoon de instructies die beschreven worden in
het hoofdstuk "10-6 Verwijderen van alle oproepen". Via deze procedure kunt u niet
alleen de bellijst wissen, maar ook het symbool doen verdwijnen.
Er weerklinkt een geluidssignaal:
Laad de batterijen van de handset.
Ga dichter bij het basisstation staan.
De handset kan geen contact maken met het basisstation:
U bevindt zich buiten bereik. Ga dichter bij het basisstation staan.
Sluit de voeding van het basisstation correct aan.
Haal de batterijen uit de handset en plaats ze terug.
Maak de spanningsadapter los van het basisstation en verbind de adapter
opnieuw met het station.
De kiestoon is niet hoorbaar:
Controleer of de telefoonlijn correct met het basisstation is verbonden.
123
32
2 Naam- en nummerweergave
Voor het gebruik van de functie Naamweergave heeft u een abonnement bij uw
provider nodig (de beschikbaarheid van deze dienst hangt af van de technische
mogelijkheden van uw provider).
Voor het gebruik van de functie Nummerweergave heeft u een abonnement bij
uw provider nodig (de beschikbaarheid van deze dienst hangt af van de
technische mogelijkheden van uw provider).
Als u een abonnement heeft voor nummer- en naamweergave, dan worden de
datum (dag/maand) en de tijd door het netwerk bijgewerkt bij elke ontvangen
oproep.
Algemene informatie
BELANGRIJK
Dit telefoontoestel is niet ontworpen voor noodoproepen bij stroompannes. Neem
andere maatregelen indien nodig.
1 De batterijen van de handset vervangen
Na een zekere tijd kan het gebeuren dat de batterijen van de handset sneller leeg
raken. Dit is een normaal verschijnsel. De batterijen moeten dan worden vervangen.
1. Open het batterijvak.
2. Verwijder de batterijen en vervang ze door nieuwe Ni-Mh batterijen.
3. Duw het deksel terug op zijn plaats totdat u een klik hoort.
OPGELET
Plaats de batterijen niet in water of vuur. Werp ze niet bij het huishoudelijk afval.
Informeer u om te weten hoe u ze kunt recycleren.
2 Veiligheidsvoorschriften
Het toestel kan niet aangesloten worden op een IT-schema.
Het toestel wordt gevoed door een AC/DC netadapter die conform is met de norm EN
60950 en aangesloten wordt op een stopcontact met 230 V AC 50 Hz.
De netadapter dient als hoofdschakelaar. Het stopcontact dient zich dicht bij het
toestel te bevinden en makkelijk bereikbaar te zijn.
De telefoonaansluiting beantwoordt aan de veiligheidsnorm TRT-3.
De voedingsingang voldoet aan de veiligheidsnorm TBTS.
De elektrische veiligheid stemt overeen met de norm EN 60950.
De maximale bedrijfstemperatuur bedraagt 35°C.
Dit toestel gebruikt radiofrequenties waarvan het gebruik is geharmoniseerd in de
hele Europese Gemeenschap.
De keurmerken voor compatibele eindapparaten bevinden zich aan de onderkant van
het basisstation.
De SAR-test is niet nodig voor producten met een zendvermogen van 20 mW of
lager. Het zendvermogen van dit product is lager dan deze grens en komt dus niet in
aanmerking voor deze test.
33
3 - Voorzorgen bij gebruik
• Gebruik uitsluitend de netvoeding die bij uw Lola werd geleverd. Het gebruik van een
niet-toegelaten netvoeding annuleert uw garantie en kan het telefoontoestel
beschadigen (of de meegeleverde netvoeding voor de laadstations).
• Gebruik enkel de goedgekeurde herlaadbare batterijen die werden meegeleverd.
• Open de handset of het basisstation niet (behalve om de batterijen te vervangen). U
loopt het risico geëlektrokuteerd te raken. Neem voor herstellingen contact op met de
telefonische helpdesk.
• Als het telefoontoestel vergrendeld is, kunt u geen oproep doen.
• Het verstuurde radiosignaal tussen de handset en het basisstation kan interferentie
veroorzaken met gehoorprothesen.
• U vraagt best advies aan een gekwalificeerd deskundige voordat u het toestel
gebruikt in de buurt van medische apparatuur voor noodhulp of intensieve zorgen.
• Indien u een pacemaker heeft, raden wij u aan om advies te vragen aan een arts
voordat u het toestel gebruikt.
• Uw telefoontoestel kan interferentie veroorzaken met andere elektrische toestellen,
zoals tv-toestellen en radio's, wekkerradio's en computers, wanneer het te dicht in de
buurt wordt geplaatst.
• U plaatst uw telefoontoestel best op minstens 1 meter afstand van deze toestellen
om het risico op storing te verminderen.
• Gooi de batterijen niet in het vuur. Er bestaat een ernstig risico op ontploffing en/of
vrijkomen van chemische, erg giftige gassen.
4 Het toestel schoonmaken
Reinig de handset en het basisstation (of de lader) met behulp van een licht vochtige
doek of een antistatisch vochtig doekje.
Opmerking: Gebruik nooit reinigingsmiddelen Dit kan het telefoontoestel beschadigen.
Gebruikt nooit een droge doek. Dit kan statische lading veroorzaken.
5 Omgeving
• Stel het toestel niet bloot aan rechtstreekse zonnestraling.
De handset kan warm worden wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer u het
toestel langdurig gebruikt. Dit is normaal. Om beschadiging te vermijden plaatst u het
toestel echter best niet op oud hout of fineerhout.
Plaats uw toestel niet op een tapijt of op vezelrijke oppervlakken en houd het uit de
buurt van luchtstromingen.
Dompel geen onderdelen van het toestel onder in water en gebruik het toestel niet in
vochtige ruimtes, zoals de badkamer.
Plaats uw toestel niet in de buurt van een warmtebron, voorwerpen die kunnen
ontploffen of andere gevaarlijke situaties.
Uw telefoon kan beschadigd raken tijdens een onweer. U verwijdert best de stekker
en de telefoonkabel tijdens een onweer.
34
6 Richtlijnen om het toestel in te zamelen
Het hier en op het toestel aangegeven symbool betekent dat het toestel geklasseerd
werd als elektrische of elektronische apparatuur en niet mag weggegooid worden met
het ander huishoudelijk of bedrijfsafval.
De richtlijn DEEE 2012/19/EU (richtlijn met betrekking tot afval van elektrische en
elektronische apparatuur) werd in voege gebracht om apparaten met behulp van de
meest performante recuperatie- en recyclagetechnieken te hergebruiken, de impact op
het milieu te beperken, de gevaarlijke stoffen te verwerken en het groeiend aantal
stortplaatsen te verminderen.
Richtlijnen om het toestel te verwijderen voor privégebruikers
Wanneer u het toestel niet meer gebruikt, verwijder dan de batterijen en breng ze
samen met het toestel naar het containerpark. Respecteer de lokale
recyclageprocedure. Voor meer informatie, neem contact op met de lokale overheid of
met de verkoper van het toestel.
Richtlijnen om het toestel te verwijderen voor professionele gebruikers
Professionele gebruikers dienen contact op te nemen met hun leveranciers, de
algemene voorwaarden van de aankoopovereenkomst na te gaan en ervoor te zorgen
dat het toestel niet wordt vermengd met ander bedrijfsafval, wanneer het wordt
verwijderd.
7 Technische informatie
Een pauze invoeren
In combinatie met bepaalde centrales dient u, nadat u het toegangsnummer hebt
gevormd, even te wachten totdat de centrale voor een externe lijn zorgt. U dient dan
een pauze in te voeren terwijl u het nummer vormt.
Druk op de toets 0 en houd deze ingedrukt om een pauze (P) in te voeren voordat u het
telefoonnummer invoert.
Bovendien moet u soms een pauze inlassen wanneer u internationale nummers
registreert.
Terugbelfunctie
Mogelijk hebt u de terugbelfunctie nodig wanneer u verbonden bent met een centrale of
een PABX. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met uw PABX-
leverancier.
Dit logo betekent dat het elektrische en elektronische apparatuur
betreft, die gevaarlijke stoffen bevat die mogelijke gevolgen
kunnen hebben voor het milieu en de menselijke gezondheid.
Deze producten moeten dus behandeld worden als afval en zijn
bijgevolg onderworpen aan richtlijn 2012/19/EU van 4 juli 2012
inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Ze
mogen dus niet weggegooid worden met het niet-gesorteerd
gemeentelijk afval, maar moeten teruggebracht worden naar
containerparken of inzamelsystemen die door de plaatselijke
overheden te uwer beschikking gesteld worden.
35
Toepassingsgebied van de garantie
In geval van problemen:
Een contactformulier en een volledige FAQ zijn beschikbaar in het gedeelte Support
van onze website:
www.logicom-europe.com
Om veiligheidsredenen, alleen onze technisch station is bevoegd om in onze
producten tussen te komen, bijgevolg leveren we geen onderdelen.
Is niet inbegrepen in deze garantie: de schade die te wijten is aan een oorzaak
vreemd aan het toestel.
In het bijzonder, de leveranciersgarantie van LOGICOM geldt voor een normaal
gebruik van het product, zoals omschreven in het kader van de gebruiksaanwijzing.
De garantie is niet van toepassing als het toestel beschadigd is geraakt ten gevolge
van een schok of een val, een verkeerde bediening, een aansluiting die niet
overeenstemt met de in de gebruiksaanwijzing vermelde instructies, bliksem,
overspanning, onvoldoende bescherming tegen hitte, vocht of vorst.
De garantie is alleen geldig in België.
De garantie geldt niet voor gebruikershandleidingen of applicaties, instellingen,
inhoud of gegevens van welke aard ook.
De garantie geldt niet voor normale slijtage. (Schermen, batterijen)
De garantie geldt niet voor schade aan het product als gevolg van verkeerd
gebruik, met name schade veroorzaakt door objecten, een druk, een val.
De garantie geldt niet voor elk gebruik van het product dat niet beantwoordt aan
de voorzorgsmaatregelen die in de handleiding worden vermeld.
De garantie dekt geen schade aan de batterijen.
De garantie geldt niet voor het product of de bijbehorende accessoires als ze
werden op gedemonteerd of op enige wijze werden gewijzigd.
De garantie geldt niet voor producten die niet aan de hand van hun
serienummer kunnen worden geïdentificeerd. Als de componenten zijn
verwijderd, gewijzigd of onleesbaar gemaakt, is de garantie niet geldig.
De garantie dekt geen schade aan het product die het gevolg is van
blootstelling aan vocht, extreme hitte of koude, corrosie, oxidatie, elke andere
vloeistof.
In ieder geval zal de wettelijke garantie voor verborgen gebreken van toepassing
zijn, overeenkomstig artikel 1641 en volgens het Burgerlijk Wetboek en L.211-1 en
volgens de wet inzake consumptie.
.
Gefabriceerd in de Volksrepubliek China
© 2018 Logicom SA.
Dit toestel is geschikt voor gebruik in België.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

Logicom LOLA 150 BLACK de handleiding

Categorie
Telefoons
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor