Zanussi ZWY61225NW Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWY 61225NW
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplos-
sen van problemen, onderhouds- en repara-
tie-informatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
2
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 6 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
Verwijder alle verpakking en de transportbouten,
inclusief de rubberen mof met kunststof
afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Als het apparaat verplaatst moet worden in de
3
toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden
om de trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente plaats
wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas
staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes
hier dan op af.
Installeer het apparaat niet direct boven de
vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en stel het
niet bloot aan overmatige vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deksel niet helemaal open kan.
Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het apparaat.
Neem contact op met het geautoriseerd
servicecentrum om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
Bij het uitpakken van het apparaat is het
mogelijk om water uit de afvoerslang te zien
stromen. Dit komt door het testen met water van
het apparaat in de fabriek.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met
olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan
rubberen onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen met de
hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
4
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model
is stopgezet: motor- en motorborstels,
transmissie tussen motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante kogellagers,
verwarmers en verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters
en aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware met inbegrip
van resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals wasmiddeldispensers.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
6
7
10
4
5
8
9
3
1 2
1
Bedieningspaneel
2
Deksel
3
Handgreep deksel
4
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
5
Watertoevoerslang
6
Afvoerslang
7
Netsnoer
8
Transportbouten
9
Slangensteun
10
Typeplaatje
5
Informatie voor het registreren van producten.
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A),
het productnummer (B), de elektrische classifi-
caties (C) en het serienummer (D).
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het infolabel vermeldt de modelnaam (A), het
productnummer (B ) en het serienummer (C).
A
B
C
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale diepte 39,7 cm /89,0 cm /59,9 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en
vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsappara-
tuur geen bescherming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1) Koud water
Maximale belasting Katoen 6 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnelheid 1151 tpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
6
UITPAKKEN
1.
2
1
2. 3.
1
2
1
2
4.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u
het apparaat gaat verplaatsen.
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en verplaatsing van het apparaat tijdens de werking te
voorkomen.
WAARSCHUWING! Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder
de voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen.
WATERTOEVOER
3/4”
3/4”
90
O
90
O
1
1
2
2
Accessoires die bij het apparaat worden gele-
verd, kunnen per model verschillen.
Zorg ervoor dat de slangen geen
beschadigingen vertonen en dat de
koppelingen niet lekken. Gebruik
geen verlengslang als de toevoers-
lang te kort is. Neem contact op met
de klantenservice voor vervanging
van de toevoerslang.
7
AFVOER
min.600 mm
max.1000 mm
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoer-
pijp op een hoogte van niet minder dan 600 mm
en niet meer dan 1.000 mm worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 4.000 mm ver-
lengen. Neem contact op met de erkende klan-
tenservice voor de andere afvoerslang en het
verlengstuk.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in
het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van
het apparaat en het hoofdstuk 'Technische
gegevens' geven de benodigde elektrische
waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn
met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning
geschikt is voor het maximale vereiste vermogen;
houd hierbij rekening met andere apparaten die in
gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het
apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die
nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op
met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade of letsel die voortkomt uit het niet
opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
8
BEDIENINGSPANEEL
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
1
Aan/Uit toets
2
Programma tiptoetskeuze
3
Tiptoets temperatuur
4
Tiptoets centrifugeerselectie
5
Optieselectie tiptoets
6
Tiptoets Start/Pauze
7
Klaar Over tiptoets
8
Display
9
Deur vergrendeld-indicatielampje
WEERGAVE
A
D
B C
A. Het tijdgedeelte:
: de programmaduur
: de "klaar binnen..." tijd
: de alarmcodes
: de foutmelding
: het programma is voltooid.
B. Het indicatielampje kinderslot:
Het indicatielampje gaat aan als u dit
apparaat inschakelt.
C. Het indicatielampje extra spoelgang:
Het indicatielampje gaat aan als u deze
optie inschakelt.
D. De tiptoets Klaar Over.
9
PROGRAMMATABEL
Programma
Standaard tempera-
tuur
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Eco 40-60
40°C
1)
60 °C - 30 °C
2)
6 kg
1200 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het waspro-
gramma neemt toe, waardoor goede wasresultaten wor-
den gegarandeerd.
30'@30°
30°C
2 kg
800 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stof-
fen met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
Katoen
40°C
90°C - koud
6 kg
1200 tpm
Wit en bont katoen. Normaal, zwaar of licht bevuild.
Synthetica
40°C
60°C - koud
3 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervui-
ling.
Fijne Was
30 °C
40°C - koud
2 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde
stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normale
vervuiling.
Wol/Handwas
40°C
40°C - koud
1 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en andere stoffen voorzien van het symbool «hand-
was».
3)
Opfrissen 20 min
30 °C
40°C - 30°C
1 kg
1200 tpm
Een zeer korte cyclus voor katoenen en synthetische
kleding met lichte vervuiling of slechts eenmaal ge-
dragen.
10
Programma
Standaard tempera-
tuur
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Mix 20°
20°C
2,5 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, synthetische en ge-
mengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma
in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat
het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om
goede wasresultaten te krijgen
4)
.
1) Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gege-
vens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen
programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de EU-regelgeving
1061/2010 is dit programma op 60 °C het «standaard 60°C katoenprogramma» en op 30 °C het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
4) Er is geen temperatuuraanduiding aan.
Compatibiliteit programma-opties
Programma
Snel
1)
Intensief
Anti-kreuk
Spoelen
Pompen & Centrifugeren
Eco 40-60
30'@30°
Katoen
Synthetica
Fijne Was
11
Programma
Snel
1)
Intensief
Anti-kreuk
Spoelen
Pompen & Centrifugeren
Wol/
Handwas
Opfrissen
20 min
Mix 20°
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mo-
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
Aanbevolen lading: katoen: 3 kg, synthetische en delicate stoffen: 1,5 kg.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma's
Programma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li-
quid Universal)
Vloeistof voor
gekleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
30'@30° -- -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
Fijne Was -- -- --
Wol/Handwas -- -- --
Opfrissen 20
min
-- -- --
Mix 20° -- -- --
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
= Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
12
OPTIES
TEMPERATUUR
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
Aanduiding = koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het deksel blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
SNEL
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
INTENSIEF
Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed
wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
ANTI-KREUK
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
SPOELEN
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van
een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen ( )
selecteert, voegt het apparaat twee of meer
spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
POMPEN & CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de centrifugeer- en
afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde
wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
( ) selecteert, dan voert het apparaat
alleen de afvoercyclus uit.
KLAAR OVER
Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren
u wenst dat het wasprogramma klaar is.
U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en
maximum 20 uren.
Het display toont het aantal uren en het
indicatielampje boven de toets brandt.
EXTRA SPOELING
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.
1)
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
13
INSTELLINGEN
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
) .
Deze optie blijft actief, zelfs als u het
apparaat uitschakelt.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets
en aan.
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt
u wat water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater dat in het
apparaat is achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige functietest werd
uitgevoerd om te garanderen dat het
apparaat in perfect functionerende
staat aan de klant wordt geleverd en is
geen reden voor ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open het deksel.
2. Druk op de toets A.
14
A
De trommel gaat automatisch open.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
4. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst.
5. Sluit de trommel en het deksel.
LET OP! Voordat u de deur van de
machine sluit, dient u erop te letten dat
de trommel goed is gesloten.
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
GEBRUIKEN
Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de bak-
jes nooit tot boven het
niveau MAX.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat in of uit
te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt
ingeschakeld.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Druk op programmatoets en stel het
volgende programma in:
Het lampje van de toets knippert.
Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding .
HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA
ZONDER DE OPTIE KLAAR OVER
Druk op toets .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje brandt.
Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE
KLAAR OVER
1. Druk herhaaldelijk op de toets om het
aantal uren voor het einde van de wascyclus te
selecteren.
Het display toont het aantal uren dat u ingesteld
hebt (bijv. ) en het indicatielampje boven de
toets brandt om aan te geven dat deze optie
actief is.
2. Druk op toets :
De deur blijft vergrendeld.
De machine begint de tijd af te tellen.
15
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van de optie Klaar
Over annuleren of wijzigen voordat u
op drukt. Na het indrukken van de
toets kunt u de optie Klaar Over
alleen nog annuleren.
Om de optie Klaar Over te annuleren:
a. Druk op toets om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het
indicatielampje van toets knippert.
b. Druk op de toets tot het indicatielampje
boven deze toets dooft.
Druk nogmaals op toets om het
programma onmiddellijk te starten.
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen
in combinatie met de optie Klaar Over,
voeg de vloeibare wasmiddelen toe
met een doseerbol (geleverd door de
fabrikant van het wasmiddel).
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Tik op .
Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de
Klaar Over optie (indien geselecteerd) worden
uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op .
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk een paar seconden op de toets om
het programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in
te schakelen. U kunt nu een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEKSEL OPENEN
Als een programma (of ) in werking is, is de
deksel van het apparaat vergrendeld. Het
-
lampje brandt.
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deksel niet openen.
Om de deksel tijdens de eerste minuten van
de cyclus te openen (of wanneer
in
werking is) :
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht een paar minuten tot het lampje
dooft.
3. U kunt het deksel openen.
4. Sluit de deksel en raak nogmaals toets
aan. Het programma (of de ) gaat verder.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets gaat uit.
Het dekselvergrendelingssymbool knippert
(als de deksel ontgrendelt) en gaat dan uit.
U kunt het deksel openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Draai de waterkraan dicht.
Laat het deksel iets open staan om de vorming
van schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het indicatielampje knippert om u eraan te
herinneren het water af te voeren.
Het indicatielampje van het deksel brandt.
Het indicatielampje van toets knippert. Het
deksel blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om het deksel te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
16
Druk op toets . Het apparaat pompt het
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
Of, druk op de toets om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
dan op toets
. Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
dekselvergrendelingssymbool na een paar
minuten uit en kunt u het deksel openen.
3. Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO-UIT OPTIE
De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om het energieverbruik te beperken.
Alle indicatielampjes en het display doven als:
U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten
na het aanraken van de toets .
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
5 minuten na afloop van het wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display.
Druk op de toets als u een nieuwe cyclus
wenst in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte items kunnen verkleuren met de
eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te
wassen voor de eerste keer.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, veters, linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot
overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
- onderbreek het programma en open de deur
(raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
-herverdeel de lading met de hand zodat de
items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
- druk op de toets . De centrifugeerfase gaat
door.
Vermijd het wassen van kleding vol met lange
haren van dieren of van kleren van slechte
kwaliteit die veel pluis afgeven, want dat kan het
afvoercircuit blokkeren en daarom leiden tot de
noodzaak van hulp van een technicus.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters,
linten en andere losse elementen vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
17
TYPE EN HOEVEELHEID WASMIDDEL.
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de
juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw
wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere
middelen die speciaal bedoeld zijn voor
wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten weefsels, met
uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur
voor waspoeder met bleekmiddel voor witte
was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max.
60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen, katoen,
enz.), de kleur van de kleding, de grootte van de
lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel of de andere toevoegingen zonder
het aangegeven maximumniveau ( ) te
overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens
het wassen.
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods,
plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu
te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende
tips ter harte te nemen
Normaal vuile waskanzonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo
beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de maximale
capaciteit die voor elk programma is
aangegeven, wordt het energie- en
waterverbruik verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken
en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan
op een lagere temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de waterhardheid
van uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma voordat u uw
was droogt in een wasdroger. Dit bespaart
energie tijdens het drogen!
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
SCHEMA PERIODIEKE REINIGING
Periodieke reiniging helpt de levensduur van
uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een kier om
luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het
apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en
geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit
de waterkraan en trek de stekker uit het
stopcontact.
18
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas-
beurt
Eenmaal ter maand
Dekselafdichting rei-
nigen
Iedere twee maan-
den
Trommel reinigen Iedere twee maan-
den
Wasmiddeldoseer-
bakje reinigen
Iedere twee maan-
den
De filter van de toe-
voerslang en de klep-
filter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u
elk onderdeel moet reinigen.
VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en
dat alle losse elementen zijn
vastgebonden voordat u uw cyclus
uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen
clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de
filter van de toevoerslang en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'De trommel reinigen' en
'De filter van de toevoerslang en de klepfilter
reinigen'. Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP! Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP! Gebruik de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op chloorbasis.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEKSEL
Controleer regelmatig de afdichting. Maak schoon
indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het
oppervlak van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1
2
1 2 3 4
19
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1
2
3
1 2 3
90˚
4
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
5. Stel elk geselecteerde programma in met optie
Pompen & Centrifugeren en laat dit tot het eind
van de cyclus draaien.
6. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
7. Druk op de knop Aan/Uit om de machine uit te
schakelen.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALARMCODES EN MOGELIJKE STORINGEN
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel-
len).
WAARSCHUWING! Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de -knop continu knip-
peren:
Probleem Mogelijke oplossing
20
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor
deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidings-
bedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aan-
wezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door een verstopt afvoercir-
cuit. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet ver-
stopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Het apparaat pompt
geen water weg.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfase
instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen waarbij wa-
ter in de kuip blijft.
Geen communicatie
tussen elektronische
elementen van de ma-
chine.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg ge-
stopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een er-
kend servicecentrum.
De trommeldeuren van
het apparaat zijn open
of niet goed gesloten.
Controleer of de trommeldeuren goed gesloten zijn.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als het probleem op-
nieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de was-
machine.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
Zorg dat het deksel en de trommeldeur goed gesloten zijn.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
Verzeker u ervan dat bediend is.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht
u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
21
Probleem Mogelijke oplossing
De machine vult zich
met water en pompt dit
direct weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang
kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan nor-
maal.
Stel het centrifugeerprogramma in.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifu-
geerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door pro-
blemen met de balans.
Er ligt water op de vloer.
Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zitten en dat
er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid gebruikt.
U kunt het deksel van
het apparaat niet ope-
nen.
Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met
water in de trommel.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het appa-
raat. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
De machine maakt ab-
normale geluiden en trilt.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instruc-
ties'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
Het SensiCare-systeem kan de duur van het programma aanpassen
aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie Sen-
siCare-systeem' onder het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed
gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de was-
cyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
22
VERBRUIKSWAARDEN
INLEIDING
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen om een geleidelijke over-
gang van een verordening naar de andere te bevorderen:
Verordening EU 1061/2010, geldig tot 28 februari 2021, heeft betrekking op de energie-
efficiëntieklassen van A+++ tot D,
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft betrekking op de energie-
efficiëntieklassen van A tot G vastgesteld door Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar
de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Be-
waar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere docu-
menten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje
van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het type-
plaatje.
LEGENDA
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid,
hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden
(bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voe-
dingsspanning) en ook als u de standaardinstelling van een programma wijzigt.
VOLGENS VERORDENING (EU) 2019/2023
VAN DE COMMISSIE
Eco 40-60 program-
ma
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
Volledige belading 6 1.080 48 3:10 52 47 1151
Halve belading 3 0.590 39 2:25 52 39 1151
23
Eco 40-60 program-
ma
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
Kwartbelading
1,5 0.635 39 2:25 55 39 1151
1) Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde start
(W)
0,48 0,48 4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
IN OVEREENSTEMMING MET VERORDENING
1061/2010
Standaard katoenprogramma's.
Lading
(kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minu-
ten)
Resterend
vocht (%)
1)
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
6 0,87 43 247 53
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
3 0,57 33 185 53
Voor standaard 40°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 30°C
3 0,54 35 179 53
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0,48 0,48
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de
Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG.
VEELVOORKOMENDE PROGRAMMA'S
Deze waarden zijn slechts indicatief.
24
Programma kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
Katoen
2)
90°C
6 2.45 85 3:25 53 85 1200
Katoen
60°C
6 1.80 85 3:25 53 55 1200
Mix 20°
3)
20°C
6 0.40 85 2:45 53 20 1200
Synthetica
40°C
3 0.65 55 2:10 35 40 1200
Fijne Was
4)
30°C
2 0.35 50 1:00 35 30 1200
Wol/Handwas
30°C
1 0.20 35 1:10 30 30 1200
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
25
*
26
27
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
192947884-A-082020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Zanussi ZWY61225NW Handleiding

Type
Handleiding