AEG L6FBKIEL Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
L6FBKIEL
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 7
4. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................8
5. MONTAGE ...........................................................................................................8
6. ACCESSOIRES.................................................................................................. 12
7. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................12
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 14
9. PROGRAMMA’S ................................................................................................16
10. INSTELLINGEN................................................................................................ 21
11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT......... 21
12. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 22
13. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................26
14. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................28
15. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................33
16. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................36
17. SNELSTARTGIDS............................................................................................39
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
www.aeg.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen
mof met kunststof afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
op plekken waar de temperatuur
onder de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
Installeer het apparaat niet direct
boven de vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en
stel het niet bloot aan overmatige
vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Plaats geen gesloten bak om
mogelijke waterlekkage op te vangen
onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum
om te raadplegen welke accessoires
gebruikt mogen worden.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat is voorzien van een 13 A
stekker. Als de zekering van de
stekker vervangen moet worden,
moet een ASTA (BS 1362)-zekering
van 13-ampère worden gebruikt
(uitsluitend VK en Ierland).
2.3 Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
NEDERLANDS 5
op met de erkende klantenservice
voor vervanging van de toevoerslang.
Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk om water uit de
afvoerslang te zien stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het
verlengstuk.
Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Was geen stoffen die zwaar bevuild
zijn met olie, vet of andere vettige
substanties. Dit kan rubberen
onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen
met de hand voor, voordat u ze in de
wasmachine stopt.
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
2.5 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
www.aeg.com6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Speciale opties
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan
alle moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik en
een milde behandeling van het wasgoed.
De ProSense-technologie stemt
automatisch de programmaduur af op
het wasgoed in de trommel om in zo
min mogelijk tijd perfecte
wasresultaten te behalen.
3.2 Apparaatoverzicht
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
8
Afvoerslang
9
Aansluiting van de watertoevoerslang
10
Netsnoer
11
Transportbouten
12
Slangensteun
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam
(A), het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
NEDERLANDS 7
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
59,6 cm /84,7 cm /57,7 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof‐
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag‐
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk
1)
Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
2)
Koud water
Maximale belasting Katoen 8 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel‐
heid
1351 tpm
1)
Het apparaat zal correct werken als de waterdruk niet lager is dan 0.05 MPa (0.5 bar). Als u de water‐
toevoerslang niet op de koudwaterkraan van het primaire hydraulische systeem kunt aansluiten, sluit de‐
ze dan aan op het opslagsysteem voor koud water van uw huis. Zorg dat de afstand tussen de inlaat‐
slang en de bodem van het wateropslagreservoir niet meer dan 5 m bedraagt.
2)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Uitpakken
1. Open de klep en verwijder het
polystyreen-gedeelte van de
klepvergrendeling en alle voorwerpen
van de trommel.
Accessoires die bij het
apparaat worden
geleverd, kunnen per
model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de
vloer achter het apparaat en leg het
voorzichtig op de achterzijde.
Verwijder de
polystyreenbescherming van de
onderkant.
1
2
www.aeg.com8
LET OP!
Leg de wasmachine niet op
zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop.
Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
WAARSCHUWING!
U kunt het water in de
afvoerslang zien stromen.
Dit komt doordat de
wasmachine in de fabriek is
getest.
4. Verwijder de drie bouten en trek de
kunststof afstandhouders weg.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing
aantreft, in de openingen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren
voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
5.2 Informatie over installatie
Plaatsing en waterpas zetten
Zet het apparaat goed neer om trilling,
lawaai en verplaatsing van het apparaat
tijdens de werking te voorkomen.
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer. Het apparaat moet waterpas
en stabiel staan. Zorg ervoor dat het
apparaat geen wand of andere
onderdelen raakt en dat zich onder het
apparaat luchtcirculatie kan
plaatsvinden.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten. Alle pootjes
moeten stevig op de grond staan.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
De toevoerslang
LET OP!
Zorg ervoor dat de slangen
geen beschadigingen
vertonen en dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
NEDERLANDS 9
20º20º
45º45º
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan. Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om
hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet minder
dan 60 cm en niet meer dan 100 cm
worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang
en plaats hem rond de plastic
slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg ervoor dat de kunststof
geleider niet kan bewegen
als het apparaat pompt en
het uiteinde van de
afvoerslang niet in water is
ondergedompeld. Er kan
een vuil water teruglopen in
het apparaat.
3. Als het uiteinde van de afvoerslang er
zo uitziet (zie de afbeelding), dan kunt u
het direct in de standpijp plaatsen.
4. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
www.aeg.com10
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan
een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet
deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt
om te voorkomen dat deeltjes uit de
gootsteen in het apparaat komen.
ø16
1
W011
2
Bevestig de afvoerslang aan de
gootsteenafvoer en zet hem vast met
een klem. Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te voorkomen dat
deeltjes uit de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwand en zet vast met een klem.
5.3 Montage op zwevende
vloeren
Zwevende houten vloeren zijn in het
bijzonder vatbaar voor trillingen.
Om trillingen te voorkomen raden we aan
een waterbestendig houten paneel van
minstens 15 mm dik onder het apparaat
te plaatsen. Het dient aan minimaal 2
vloerliggers geschroefd te worden en
moet verder reiken dan de voorste
voeten.
Indien mogelijk moet het apparaat op
een stabielere vloer worden
geïnstalleerd.
5.4 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van
de deur van het apparaat en het
hoofdstuk 'Technische gegevens' geven
de benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
NEDERLANDS 11
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
6. ACCESSOIRES
6.1 Verkrijgbaar op
www.aeg.com/shop of bij een
erkende dealer
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
Alleen geschikte accessoires
die door AEG zijn
goedgekeurd waarborgen de
veiligheidsnormen van het
apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden alle
claims ongeldig verklaard.
6.2 Bevestigingsplaatkit
(4055171146)
Als u het apparaat op een plint
installeert, zet het dan vast in de
bevestigingsplaten.
6.3 Tussenstuk
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met
gebruik van het juiste tussenstuk.
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet
onder de wasautomaat.
Controleer of het tussenstuk
compatibel is door de diepte
van uw apparaten op te
meten.
7. BEDIENINGSPANEEL
7.1 Beschrijving bedieningspaneel
www.aeg.com12
7
8
9
1 2 3
5
4
6
1
Aan /Uit tiptoets
2
Programmadraaiknop
3
Scherm
4
Startuitstel tiptoets
5
Tijd besparen tiptoets
6
Start/Pauze tiptoets
7
Extra tiptoets
Vlekken optie
Voorwas optie
8
Centrifugeren tiptoets voor
vermindering
9
Temperatuur tiptoets
7.2 Display
A
B
ED
C
A De digitale aanduiding kan weergeven:
Programmaduur (bijv. ).
Uitsteltijd (bijv. of ).
Cycluseinde (
).
Waarschuwingscode ( ).
NEDERLANDS 13
B Aanduiding extra spoelen. Deze gaat branden als deze
optie wordt geselecteerd.
C
De aanduiding knippert tijdens de waarneming van
de wasgoedlading.
D Aanduiding kinderslot.
E Aanduiding vergrendelde deur.
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
8.1 Programmakeuzeknop
Voor het instellen van het gewenste
wasprogramma. Raadpleeg het
hoofdstuk 'Programma's' voor meer
informatie.
De
stand is een "Reset" functie, dat
het lopende programma stopt en
opnieuw instelt. Wanneer de keuzeknop
in deze stand staat, geeft de display het
volgende weer: Het geeft aan dat
er geen programma geselecteerd is.
8.2 Aan /Uit
Druk een paar seconden op deze knop
te drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
8.3 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer
de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de
toetsen altijd schoon en
droog zijn.
8.4 Temperatuur
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
De aanduiding = koud water van de
ingestelde temperatuur gaat aan (het
apparaat verwarmt het water niet).
8.5 Centrifugeren
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
De centrifugeersnelheid in te stellen
DeSpoelstop optie te activeren.
www.aeg.com14
Stel deze optie in om kreuken in
stoffen te voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Als het programma afgerond is, zit er
water in de trommel.
De deur blijft vergrendeld en de
trommel draait regelmatig om kreuken
te voorkomen.
U moet het water wegpompen om de
deur te kunnen openen.
Als u de Start/Pauze-knop aanraakt,
voert het apparaat de centrifugeerfase
uit en pompt het water weg.
Het apparaat zal het water
na circa 18 uur automatisch
uit het apparaat
wegpompen.
Activeer deNiet centrifugeren optie.
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen uit te schakelen.
Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
De centrifugeersnelheid kan
verlaagd worden.
8.6 Extra
Druk meerdere malen op deze knop om
één van de beschikbare opties te
activeren.
Vlekken
Kies deze optie om een fase voor
vlekken aan het programma toe te
voegen en het zwaar vervuilde of
bevlekte wasgoed met een
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in
de geschikte fase van het
wasprogramma toegevoegd.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen. Deze optie is
niet beschikbaar bij een
temperatuur lager dan
40 °C.
Voorwas
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
vóór de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor erg
vuil wasgoed, met name wanneer het
zand, stof, modder en andere vaste
deeltjes bevat.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
Het relevante indicatielampje gaat
branden.
8.7 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
Het lampje van de optie en het lampje
van de ingestelde waarde branden.
Nadat de knopStart/Pauze wordt
aangeraakt, begint het apparaat met
aftellen.
8.8 Tijd besparen
Deze optie is raadzaam om het
wasprogramma in te korten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
normale of lichte vervuiling of om
wasgoed op te frissen.
Raak deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
Raak bij een kleinere lading deze knop
tweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Het lampje van de optie en het lampje
van de ingestelde waarde branden.
8.9 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het
draaiende programma te starten, te
pauzeren of te onderbreken.
NEDERLANDS 15
9. PROGRAMMA’S
9.1 Programmatabel
Wasprogramma's
Programma Programmabeschrijving
Wasprogramma's
Eco 40-60 Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde was. Het
energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma
neemt toe, waardoor goede wasresultaten worden gegaran‐
deerd.
Katoen
Wit en bont katoen zwaar tot normaal vervuild.
Synthetica
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal vervuilde was.
Strijkvrij
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten
worden. Normaal en licht bevuild wasgoed.
1)
Fijne was
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen
hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht be‐
vuild wasgoed.
Wol/Zijde
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
andere stoffen met «handwas»-symbool
2)
.
Machine Clean
Onderhoudscyclus met heet water om de trommel te reinigen
en op te frissen en resten te verwijderen die geuren kunnen
veroorzaken. Gebruik deze cyclus voor de beste resultaten
eenmaal per maand. Verwijder voordat u deze cyclus laat
draaien alle voorwerpen uit de trommel. Zet in het wasfasevak
van het wasmiddeldoseerbakje de flap van het vak recht omh‐
oog. Schenk in het wasfasevakje een kop bleekmiddel of was‐
machinereiniger. NIET beide tegelijkertijd gebruiken.
Na het reinigen van de trommel moet nog een
spoelcyclus met een lege trommel zonder was‐
middel worden gedraaid om enige resten van
bleekmiddel te verwijderen.
Pompen/Centrifug.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het
wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel te pom‐
pen.
www.aeg.com16
Programma Programmabeschrijving
Spoelen
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Program‐
ma voor spoelen en centrifugeren van het wasgoed. De stan‐
daardcentrifugeersnelheid is de snelheid die voor katoenpro‐
gramma´s wordt gebruikt. Verlaag de centrifugeersnelheid af‐
hankelijk van het type wasgoed. Stel indien nodig de optie
Spoelen+ in om spoelbeurten toe te voegen. Met een lage cen‐
trifugeersnelheid voert het apparaat delicate spoelgangen uit
met kort centrifugeren.
Anti-allergie
Witte katoenen kleding. Dit programma verwijdert micro-or‐
ganismes dankzij een wasfase met een temperatuur die gedu‐
rende een aantal minuten boven de 60°C wordt gehouden. Dit
helpt ziektekiemen, bacteriën, micro-organismen en andere
deeltjes de verwijderen. Een extra spoelbeurt zorgt voor een
juiste verwijdering van wasmiddelresten en pollen/allergie ver‐
oorzakende stoffen. Op die manier is het wassen effectiever.
Jeans
Denim kleding en jersey items. Normale vervuiling. Dit pro‐
gramma voert een behoedzame spoelfase uit die is ontwikkeld
voor denim. Het vermindert vervaging en voorkomt dat was‐
poederresten op de vezels achterblijven.
Sport
Sportkleding van gemengd materiaal zoals polyester, elas‐
tanemengsels, polyamide. Een cyclus voor buitensportkle‐
ding dat normaal is vervuild
Katoen 20°
Gemengde was (katoenen en synthetische stoffen)
3)
.
20 min. - 3 kg
Katoen en synthetica, licht vervuild of slechts eenmaal gedra‐
gen.
1)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en
centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
3)
Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik voor goede
wasprestaties.
Programmatemperatuur, maximum centrifugetoerental en maximum belading
Programma Standaard tempe‐
ratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifu‐
geersnelheid
Bereik centrifugeer‐
snelheid
Maximale lading
Wasprogramma's
Eco 40-60
40 °C
1)
60 °C - 30 °C
2)
1400 tpm
1400 tpm - 800 tpm
8 kg
NEDERLANDS 17
Programma Standaard tempe‐
ratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifu‐
geersnelheid
Bereik centrifugeer‐
snelheid
Maximale lading
Katoen
40 °C
95 °C - Koud ( )
1400 tpm
1400 tpm - 800 tpm
8 kg
Synthetica
40 °C
60 °C - Koud ( )
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
Strijkvrij
40 °C
60 °C - Koud ( )
800 tpm
800 tpm - 800 tpm
2 kg
Fijne was
30 °C
40 °C - Koud ( )
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
Wol/Zijde
40 °C
40 °C - Koud ( )
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
1,5 kg
Machine Clean
60 °C
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
-
Pompen/Centrifug.
3)
-
1400 tpm
1400 tpm - 800 tpm
8 kg
Spoelen
-
1400 tpm
1400 tpm - 800 tpm
8 kg
Anti-allergie
60 °C
1400 tpm
1400 tpm - 800 tpm
8 kg
Jeans
40 °C
60 °C - Koud ( )
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
8 kg
Sport
30 °C
40 °C - Koud ( )
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
Katoen 20°
Koud ( )
1400 tpm
1400 tpm - 800 tpm
8 kg
www.aeg.com18
Programma Standaard tempe‐
ratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifu‐
geersnelheid
Bereik centrifugeer‐
snelheid
Maximale lading
20 min. - 3 kg
30 °C
40 °C - 30 °C
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de EU-regelgeving
1061/2010 is dit programma op 60 °C het «standaard 60°C katoenprogramma» en op 30 °C het «stan‐
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver‐
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangege‐
ven voor het geselecteerde programma.
3)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat wordt gewassen.
Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
Compatibiliteit programma-opties
Programma
Centrifugeren
Niet centrifugeren
Spoelstop
Vlekken
1)
Voorwas
Tijd besparen
2)
Startuitstel
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Strijkvrij
Fijne was
Wol/Zijde
Machine Clean
Pompen/Centrifug.
NEDERLANDS 19
Programma
Centrifugeren
Niet centrifugeren
Spoelstop
Vlekken
1)
Voorwas
Tijd besparen
2)
Startuitstel
Spoelen
Anti-allergie
Jeans
Sport
Katoen 20°
20 min. - 3 kg
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
2)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma's
Programma Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
Katoen
-- --
Synthetica
-- --
Strijkvrij
-- --
Fijne was
-- -- --
Wol/Zijde
-- -- --
Anti-allergie
-- --
Jeans
-- --
Sport
-- --
Katoen 20°
-- --
20 min. - 3 kg
-- -- --
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
www.aeg.com20
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
9.2 Woolmark Apparel Care - Blauw
De wolwascyclus van de machine is goedge‐
keurd door Woolmark voor het wassen van
wollen kleding waarvan in het label staat dat
het handwas is, op voorwaarde dat de kle‐
dingstukken worden gewassen volgens de in‐
structies op het label in het kledingstuk en die
van de fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in de kle‐
ding. M1511
Het Woolmark-symbool is een certificerings‐
merk in vele landen.
10. INSTELLINGEN
10.1 Veiligheid van kinderen
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Centrifugeren en Extra aan tot het
indicatielampje
aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u toets Start/Pauze aanraakt:
alle knoppen en de programmaknop
worden uitgeschakeld (behalve de
toets Aan /Uit).
Voordat u toets Start/Pauze aanraakt:
kan het apparaat niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
10.2 Geluidssignalen
Er klinkt een geluidssignaal als het
programma voltooid is (gedurende 2
minuten opeenvolgende geluiden).
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Startuitstel
en Tijd besparen aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
10.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Temperatuur en Centrifugeren aan tot
het relevante indicatielampje op het
display aan/uit gaat.
11. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
4. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
NEDERLANDS 21
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
12. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open
3. Druk een paar seconden op de
Aan /Uit knop om het apparaat in
te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u
deze in het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
12.3 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare
toevoegingen (wasverzachter,
stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
www.aeg.com22
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid
zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
12.4 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
Stel de voorwasfase
niet in.
Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
12.5 Een programma instellen
1. Draai aan de programmaknop om het
wasprogramma in te stellen.
Het lampje van de Start/Pauze knop
knippert.
NEDERLANDS 23
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur,
de centrifugeersnelheid, de
cyclusduur of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde
optie branden.
Als een keuze niet
mogelijk is gaat het
indicatielampje niet aan
en klinkt er een
geluidssignaal.
12.6 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
12.7 Een programma starten
met een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De aanpassing voor
PROSENSE begint nadat
het aftellen is beëindigd.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel tot het display toont.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te
starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
12.8 De ladingdetectie
ProSense
Nadat de knop Start/Pauze wordt
aangeraakt, begint de ProSense-
technologie met de waarneming van de
wasgoedlading:
1. Het apparaat neemt binnen een paar
minuten de lading waar, de
aanduiding knippert en de
trommel draait kort rond.
2. Nadat de lading is waargenomen,
gaat de aanduiding uit.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
worden aangepast.
De waarneming ProSense
wordt alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
(zonder gekozen
overslafase).
12.9 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als een programma bezig is maar
een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
www.aeg.com24
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
12.10 Een actief programma
stoppen.
1. Druk op de Aan /Uit toets om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de Aan /Uit toets
om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de ProSense-fase al
voltooid is en de machine al
met water gevuld wordt,
begint het nieuwe
programma zonder
herhaling van de
ProSense-fase. Het water
en wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen.
Er bestaat ook een andere manier om te
annuleren:
1. Draai de programmakiezer naar
de ”Reset”-stand
.
2. Wacht vervolgens 1 seconde Op het
display verschijnt .
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
12.11 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, kunt u de deur
niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets
Start/Pauze .
Het programma of startuitstel gaat
verder.
4. De deur kan worden geopend als het
programma is voltooid of stel
centrifugeren- of drainage-
programma/optie en druk op de knop
Start/Pauze .
12.12 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaan alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone .
Het lampje van de Start/Pauze toets gaat
uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan /Uit-knop om het
apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt de
energiebesparingsfunctie het apparaat
automatisch uit.
NEDERLANDS 25
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste
ingestelde programma in het
display weergegeven. Draai
aan de programmaknop om
een nieuwe cyclus in te
stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
12.13 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Op het display verschijnt de
aanduiding voor gesloten deur
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets
Centrifugeren aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma voort te zetten
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan /Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18
uur automatisch uit het
apparaat wegpompen.
12.14 Stand-by-optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze drukt niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan /Uit om
het apparaat in te schakelen.
5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan /Uit om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
stand-by-functie
gedeactiveerd om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
www.aeg.com26
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
13.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
Bij het gebruik van
wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u
ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
NEDERLANDS 27
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
13.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen
Normaal vuile waskanzonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma
voordat u uw was droogt in een
wasdroger. Dit bespaart energie
tijdens het drogen!
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar het water zacht is,
is het gebruik van een waterontharder
niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐
gen
Iedere twee maan‐
den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
den
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Iedere twee maan‐
den
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
www.aeg.com28
14.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
14.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
14.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.5 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswasbeurt uit.
Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Selecteer het katoenprogramma met
de hoogste temperatuur of gebruik,
indien beschikbaar, het programma
Machine Clean. Voeg een kleine
hoeveelheid waspoeder toe aan de
lege trommel om achtergebleven
resten weg te spoelen.
14.6 Deurrubber
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
NEDERLANDS 29
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
2. Laat een kort katoenprogramma op
hoge temperatuur draaien of gebruik,
indien beschikbaar, programma
Machine Clean. Voeg een kleine
hoeveelheid waspoeder toe aan de
lege trommel om achtergebleven
resten weg te spoelen.
14.8 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
2. Verwijder het bovenste deel van het
additievencompartiment om reiniging
te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat
achtergebleven wasmiddel volledig is
verwijderd uit het bovenste en
onderste gedeelte van de holte.
Gebruik een klein borsteltje om de
holte te reinigen.
3. Spoel de wasmiddellade uit onder
stromend warm water om eventuele
sporen van opgehoopt wasmiddel te
verwijderen. Plaats het bovenste
gedeelte na reiniging terug op zijn
plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit de lade. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
de trommel.
14.9 Maak de afvoerpomp
schoon.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het
stopcontact.
www.aeg.com30
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
zorg ervoor dat deze schoon
is.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
Het apparaat geen water wegpompt.
De trommel niet ronddraait.
Het apparaat een ongebruikelijk
geluid maakt door een verstopping in
de afvoerpomp.
Op het display verschijnt de
alarmcode .
WAARSCHUWING!
Verwijder het filter niet als
het apparaat in gebruik
is.
Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld.
Voor het reinigen van de pomp gaat u
als volgt te werk:
1. Open het deksel van de pomp.
1
2
2. Plaats een geschikte bak onder de
opening van de afvoerpomp om het
uitstromende water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden.
Houd altijd een doek bij de hand om
het eventueel gemorste water op te
kunnen vegen als u het filter
verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links
om het te openen, zonder
verwijdering. Laat het water
wegstromen.
180˚
5. Als de bak vol met water is, draait u
het filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er
geen water meer uitstroomt.
7. Draai het filter naar links om het te
verwijderen.
2
1
8. Verwijder, indien noodzakelijk,
pluizen en andere voorwerpen uit de
filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als
hij niet roteert: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
NEDERLANDS 31
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciale
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u het
filter goed vastdraait om lekkage te
voorkomen.
2
1
12. Sluit het pompdeksel.
2
1
1
14.10 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
reinigen
Het wordt aanbevolen beide filters van
de toevoerslang en -klep geregeld te
reinigen ter verwijdering van aanslag dat
met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de
kraan en reinig het filter.
1
2
3
2. Verwijder de toevoerslang van het
apparaat door de ringmoer los te
draaien.
3. Reinig het klepfilter aan de
achterzijde van het apparaat met een
tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer
aansluiten op het apparaat naar links
www.aeg.com32
of rechts (niet in verticale positie)
afhankelijk van de positie van uw
waterkraan.
45°
20°
14.11 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
14.12 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de Start/Pauze -
knop continu knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
NEDERLANDS 33
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐
selijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers‐
lang aanwezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep
niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Het apparaat pompt
geen water weg.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af‐
voerfase instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen
communicatie tussen
elektronische elemen‐
ten van de machine.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met
een erkend servicecentrum.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als
het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander
probleem met de wasmachine.
www.aeg.com34
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge‐
brand.
Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie
of wacht u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich
met water en pompt dit
direct weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfa‐
se duurt langer dan
normaal.
Stel het centrifugeerprogramma in.
Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no‐
dig de filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de
centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor‐
zaakt door problemen met de balans.
Er ligt water op de
vloer.
Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit‐
ten en dat er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be‐
schadigd zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge‐
bruikt.
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt
met water in de trommel.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water
in de trommel bevindt.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van
het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen‐
trum.
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in‐
structies'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd
zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
Het Lavamat System kan de duur van het programma aan‐
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐
dingsdetectie Lavamat System' onder het hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik'.
NEDERLANDS 35
Probleem Mogelijke oplossing
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het
wasgoed gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐
gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd
servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
16. VERBRUIKSWAARDEN
16.1 Inleiding
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen om
een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere te
bevorderen:
Verordening EU 1061/2010, geldig tot 28 februari 2021, heeft
betrekking op de energie-efficiëntieklassen van A+++ tot D,
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft
betrekking op de energie-efficiëntieklassen van A tot G vastgesteld
door Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over
het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt
een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter
referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die
u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.
www.aeg.com36
16.2 Legenda
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. tpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifu‐
geersnelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
16.3 Volgens Verordening
(EU) 2019/2023 van de
Commissie
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
Volledige belading 8 1.080 58 3:30 52 43 1351
Halve belading 4 0.700 44 2:40 52 38 1351
Kwartbelading 2 0.360 38 2:40 54 27 1351
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde start
(W)
0,30 0,30 4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
16.4 In overeenstemming met
Verordening 1061/2010
Standaard katoenprogram‐
ma's.
Lading
(kg)
Energie‐
verbruik
(kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
Gemiddel‐
de pro‐
gramma‐
duur (mi‐
nuten)
Resterend
vocht
(%)
1)
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
8 0,81 52 290 52
NEDERLANDS 37
Standaard katoenprogram‐
ma's.
Lading
(kg)
Energie‐
verbruik
(kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
Gemiddel‐
de pro‐
gramma‐
duur (mi‐
nuten)
Resterend
vocht
(%)
1)
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
4 0,57 40 228 52
Voor standaard 40°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 30°C
4 0,51 40 226 52
1)
Aan het einde van de centrifugeerfase.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0,30 0,30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening
1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG.
16.5 Veelvoorkomende
programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
tpm
1)
Katoen
2)
95°C
8 2.50 95 3:10 52 85 1400
Katoen
60°C
8 1.65 85 2:55 52 55 1400
Katoen 20°
3)
20°C
8 0.40 85 2:55 52 20 1400
Synthetica
40°C
3 0.65 55 2:00 35 40 1200
Fijne was
4)
30°C
3 0.30 45 1:20 35 30 1200
Wol/Zijde
30°C
1,5 0.30 65 1:05 30 30 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
www.aeg.com38
17. SNELSTARTGIDS
17.1 Dagelijks gebruik
1
2
1
2
3
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de waterkraan open.
Doe het wasgoed in de machine.
Plaats het wasmiddel en andere
behandelmiddelen in de juiste vakken
van de wasmiddeldoseerbakje.
1. Druk op de Aan /Uit toets om het
apparaat aan te zetten. Draai de
programmaknop om het gewenste
wasprogramma in te stellen.
2. Stel de gewenste opties (1) in met de
corresponderende tiptoetsen. Om het
programma te starten, drukt u op de
Start/Pauze -toets (2).
3. Het apparaat start.
Neem aan het einde van het programma
het wasgoed er uit.
Druk op de Aan /Uit -toets om het
apparaat uit te zetten.
17.2 Reinigen van het filter van de afvoerpomp
2
1 32
Reinig het filter regelmatig en in het
bijzonder als de alarmcode op het
display verschijnt.
17.3 Programma’s
Programma’s Lading Productbeschrijving
Eco 40-60 8 kg
Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en
licht bevuild wasgoed.
Katoen
8 kg Wit en bont katoen.
NEDERLANDS 39
Programma’s Lading Productbeschrijving
Synthetica
3 kg Synthetische of gemengde stoffen.
Strijkvrij
2 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig gewas‐
sen moeten worden. Normaal en licht bevuild
wasgoed.
1)
Fijne was
3 kg
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyes‐
ter.
Wol/Zijde
1,5 kg
Machinewasbare wol, handwasbare wol en fijne
was.
Machine Clean
-
Onderhoudscyclus voor het schoonmaken van
de trommel.
Pompen/Centrifug.
8 kg
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐
fen. Programma voor centrifugeren en wegpom‐
pen van water.
Spoelen
8 kg
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐
fen. Programma voor spoelen en centrifugeren.
Anti-allergie
8 kg
Witte katoenen kleding. Dit programma helpt
met het verwijderen van ziektekiemen en bacte‐
riën.
Jeans
8 kg Jeanskleding en jersey items.
Sport
3 kg Sportkleding.
Katoen 20°
8 kg Wit en bont katoen.
20 min. - 3 kg
3 kg
Synthetische en gemengde weefsels. Licht ver‐
vuilde en op te frissen kleding.
1)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en
centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe.
18. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
www.aeg.com40
www.aeg.com/shop
192926521-A-212020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

AEG L6FBKIEL Handleiding

Type
Handleiding