Candy LB CTD 125 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
BESCHRIJVING VAN DE HANDLEIDING
In deze handleiding zal u alle nodige informatie terugvinden met betrekking tot de installatie
van het apparaat evenals voor het afstellen ervan. U zal ook informatie aantreffen voor het
reinigen en het onderhoud van de machine en zij zal u hulp bieden bij het zoeken naar
oplossingen voor kleine problemen die zich zouden kunnen voordoen in geval van pannes
of bij het sorteren van de kleren voor u gaat wassen, bij de interpretatie van de symbolen
die worden gebruikt bij de etikettering van de kledingstukken en het behandelen van
weerbarstige vlekken.
1.- PANEEL
2.- DEKSEL
3.- TROMMEL
4.- ZEEPBAKJE
5.- PLINT
6.- FILTER
7.- WIELKARRETJE
(VOLGENS MODEL)
3
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSNORMEN ................................................................
INGEBRUIKNEMING – ONTGRENDELING
INSTALLATIE ................................................................................
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD VAN DE
MACHINE ......................................................................................
SCHOONMAKEN VAN DE ZEEPBAKJES ...................................
SCHOONMAKEN VAN DE FILTER ...............................................
OORZAAK VAN PANNES .............................................................
NUTTIGE TIPS VOOR HET SORTEREN
VAN UW WASGOED.....................................................................
SYMBOLEN GEBRUIKT BIJ DE ETIKETTERING ........................
BEHANDELING VAN VLEKKEN ...................................................
pag
4
6
8
8
9
10
12
13
15
4
VEILIGHEIDSNORMEN
OPGELET: BIJ HET REINIGEN OF HET VERRICHTEN
VAN ONDERHOUDSWERK AAN DE MACHINE:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Sluit de waterkraan na elke wasbeurt.
De fabrikant voorziet al zijn machines van een aarde.
Vergewis u ervan dat de electrische installatie een aarde
heeft en dat deze aangesloten is; mocht dit niet het geval
zijn, neem dan contact op met een bevoegde dienst.
De aansluiting op de aarde is onontbeerlijk voor de
veiligheid van de gebruiker, aangezien zij het gevaar op
een electrische ontlading elimineert.
Als de voedingskabel beschadigd is, vervang hem dan
door een origineel stel (kabel-stekker) dat u kan verkrijgen
bij de fabrikant of bij de officiële na-verkoopdienst.
De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af ten
gevolge van mogelijke schade aan personen of
voorwerpen die het gevolg is van het niet naleven van
de normen voor de installatie en de beveiliging die voor
dit apparaat gelden.
Raak het apparaat niet aan wanneer u natte handen of
voeten heeft.
Gebruik het apparaat niet wanneer u niet geschoeid bent.
Gebruik geen verlengsnoeren, tenzij met uiterste zorg.
Dit apparaat voldoet aan de EEC richtlijn
89/336 en eventuele wijzigingen.
5
Gebruik geen adapters of meervoudige stekkers.
Laat de bediening van het apparaat niet over aan kinderen
of mindervaliden zonder toezicht te houden.
Trek nooit aan de voedingsdraad of aan het apparaat om
de stekker uit het stopcontact te halen.
Stel het apparaat niet bloot aan weer en wind (regen, zon,
enz.).
Plaats het apparaat niet op vochtige plaatsen of vlakbij
de douche (gevaar voor natsproeien).
Dek het apparaat niet af met een doek of met plastic terwijl
het aanstaat.
Plaats het apparaat niet op een ondergrond die de opening
verspert tussen de vloer en de plint van het apparaat.
Houd de verpakking buiten het bereik van kinderen, ze
kan gevaarlijk zijn.
OPGELET:
TIJDENS HET WASSEN KAN DE
TEMPERATUUR VAN HET WATER
OPLOPEN TOT 90º
6
Indien uw model er mee is uitgerust :
Plaats de beschermplaat zoals aangeduid op de tekening.
Wasmachine met wielkarretje • Wasmachine zonder wielkarretje
Verwijder de verpakking.
Draai de 4 schroeven (A) van beide winkelhaken los,
evenals de 4 schroeven (B).
Draai de 4 schroeven (A) opnieuw vast en zet de
bijgeleverde sierdopjes (D) erop.
INGEBRUIKNEMING – INSTALLATIE
7
OPGELET: DE KRAAN NIET OPENDRAAIEN
De wasmachine moet zijn aangesloten op het
waterleidingnet, terwijl men een nieuwe slang dient te
gebruiken die tegelijkertijd met het apparaat zal worden
geleverd (in het interieur van de trommel). Voor dit
karwei niet de oude slang gebruiken.
Bevestig de slang voor de watertoevoer aan een uiteinde,
de elleboogzijde, aan de elektroklep (bovenkant achteraan
de machine) en aan het andere uiteinde aan een kraan of
wateraansluiting met schroefuiteinde van 3/4» gas.
Zet de wasmachine dichter bij de muur, erop lettend dat er
geen bochten of knikken ontstaan in de afvoerslang. Hang
deze over de rand van de wastafel heen of beter nog, in
een vaste afvoerpijp met een diameter die groter is dan
de slang van de wasmachine, en op een afstand van
minstens 50 cm. en hoogstens 75 cm. van de grond.
Gebruik zonodig het gebogen hulpstuk om de afvoerslang
beter op te hangen en te ondersteunen.
Om de wasmachine gemakkelijk te kunnen verplaatsen
draait u de bedieningshendel van het karretje naar rechts.
Na de operatie moet u de hendel weer in zijn beginpositie
plaatsen.
Zet de machine waterpas met behulp van de voorpootjes.
a) Draai de moer met de wijzers van de klok mee om de
schroef van de poot los te maken.
b) Draai de poot omhoog of omlaag tot u een perfecte
vat op de grond voelt.
c) Blokkeer de poot door de moer tegen de wijzers van
de klok in te draaien tot ze tegen de onderkant van de
machine klemt.
Controleer of het apparaat goed waterpas staat. Probeer
daartoe de wasmachine te bewegen, zonder haar te
verplaatsen, door achtereenvolgens aan de bovenkant in
diagonaal op de hoeken te leunen, erop lettend dat de
machine niet kantelt.
Als u de wasmnachine van plaats verandert, zet de voeten
ervan dan opnieuw waterpas.
Sluit de machine aan.
8
Het verdient aanbeveling af en toe het zeepbakje met zijn
4 compartimenten schoon te maken: voorwas, hoofdwas,
bleekwater en wasverzachter. Haal daartoe het zeepbakje
uit zijn houder.
Bij de compartimenten voor de voorwas I en hoofdwas II,
verdient het aanbeveling alle mogelijke resten van
wasmiddel die de vlotte doorgang van de zeep naar de
trommel belemmeren te verwijderen.
Bij de compartimenten voor bleekwater en wasverzachter
moeten beide sifons M, die zich aan de achterkant van
het zeepbakje bevinden worden verwijderd door ze naar
buiten te trekken.
Verwijder mogelijke aanslag die de opening van de
compartimenten zouden kunnen verstoppen.
Zet alles weer op zijn plaats.
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD VAN DE MACHINE
Gebruik voor het schoonmaken van de buitenkant geen schuurmiddelen, alcohol en/of
afbijtmiddelen: afnemen met een vochtige doek is voldoende.
De wasmachine behoeft weinig onderhoud:
• Afdrogen van de afdichting bij de trommelopening.
• Schoonmaken van het zeepbakje en zijn compartimenten.
• Schoonmaken van de filter.
• Schoonmaken wanneer u gaat verhuizen of wanneer de machine lange tijd niet zal worden
gebruikt.
Droog, voor een beter onderhoud van de wasmachine, aan het einde van de cyclus de
rubber omtrek van de deur en laat de deksel open staan.
SCHOONMAKEN VAN HET ZEEPBAKJE EN ZIJN
COMPARTIMENTEN
I
II
MAX.
MAX.
MAX.
9
REINIGEN VAN DE FILTER
De wasmachine is uitgerust met een speciale filter, die achter de plint aan de voorkant
van de wasmachine zit. Deze filter houdt de grootste residu’s (muntstukken, knoppen,
enz.) tegen die zelfs de pomp zouden kunnen blokkeren.
Het verdient aanbeveling de filter schoon te maken wanneer de was niet meer
voldoende wordt gespoeld of wanneer de afwatering van het apparaat niet normaal
verloopt.
Wanneer de filter moet worden schoongemaakt, ga dan als volgt
tewerk:
Gebruik een bakje of de plint zelf om het water op te vangen.
Plaats de hevel van het wielkarretje in het midden van de
voorkant van de wasmachine, zodat de plint gemakkelijk kan
worden verwijderd.
A) Om de plint te verwijderen drukt u de beide klepjes ervan
naar binnen.
B) Steek uw hand in de onderste gleuf, hel even en haal
het voetstuk weg.
Indien uw model er mee is uitgerust :
Draai met behulp van een schroevedraaier de schroef los
die de filter blokkeert.
Draai de filter tegen de wijzers van de klok in, tot wanneer
hij niet meer verder kan.
Nadat u hem heeft schoongemaakt, zet u de filter weer op
zijn plaats door de hiervoor beschreven handelingen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
AB
10
• De wasmachine staat niet
goed waterpas.
De «vergrendeling» voor het
transport werd niet verwijderd.
Het wasgoed in de trommel is
niet gelijk verdeeld.
Veel schuim en water bij het
centrifugeren.
• Controleer.
Draai de waterkraan open.
Zet de programma-keuzeknop
goed aan.
• Kijk naar de oorzaak onder 1.
De waterkraan is gesloten
De programma-keuzeknop
staat niet goed aan.
• Het apparaat is niet
aangesloten.
De hoofdschakelaar staat af.
Niet voldoende elektriciteit.
De zekeringen van de
elektrische installatie zijn in
slechte staat.
De deur staat open.
• Stel de poten af.
Verwijder de beveiliging voor
het transport.
Verdeel het wasgoed op
gelijke wijze.
Controleer de filter en maak
hem schoon.
• Kijk de filter na.
• Hang de afvoerslang recht.
PANNE
STORING OORZAAK
1.- Geen enkel programma
werkt
OPLOSSING
• Stop de stekker in het
stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar aan.
Controleer.
Controleer.
Sluit de deur.
2.- Er wordt geen water
opgenomen
3.- Het water wordt niet
afgepompt
• Aanwezigheid van vreemde
voorwerpen in de filter.
De afvoerslang is gebogen.
4.- De machine ecntrifugeert
niet.
• De wasmachine heeft het
water nog niet afgepompt.
• De knop «niet centrifugeren»
is ingedrukt (alleen bij
bepaalde modellen).
Wacht een paar minuten tot
de machine leeggepompt is.
• Zet de knop «niet
centrifugeren» af.
5.- Grote trillingen tijdens het
centrifugeren
• Het wasgoed is niet gelijk
verdeeld over de trommel.
Verdeel het wasgoed op
gelijke wijze over de trommel.
6.- Het centrifugeren gebeurt
niet aan hoog toerental
• Zich wenden tot de technische
dienst.
7.- Op de display verschijnt de
fout n. 0,1,5,7,8,9
• Nakijken of de waterkraan
open staat.
8.- Op de display verschijnt de
fout n. 2
• De wasmachine loopt niet vol
met water.
• Nakijken of de afvoer vrij is.
• Nakijken of de afvoerslang
niet dubbel ligt.
• De waterkraan sluiten.
• Zich wenden tot de technische
dienst.
• De wasmachine voert het
water af.
9.- Op de display verschijnt de
fout n. 3
• De wasmachine staat te vol
met water.
10.- Op de display verschijnt
de fout n. 4
VOOR WASMACHINES: ACTIVA, INTER@CT
11
Als de panne en/of de slechte werking van de machine zou aanhouden, haal de stekker dan
uit het stopcontact, draai de waterkraan dicht en manipuleer het apparaat verder niet.
Richt u voor de eventuele reparatie ervan uitsluitend tot een Officiële Technische Dienst en
vraag om originele wisselstukken te gebruiken. Volgt u deze raad niet op, dan kan de veiligheid
van het apparaat in het gedrang worden gebracht.
Wanneer u de Technische Dienst contacteert, vermeld dan steeds het model (staat ook
vermeld op het bedieningspaneel), het plaat- en serienummer dat vermeld staat op het
kaartje onderaan de voorkant van de wasmachine nadat u de plint heeft verwijderd of op
het garantiebewijs. Kortom, alles wat op de tabel voorkomt. Als u deze informatie verstrekt
zal u sneller en beter bijstand worden verleend
12
PRAKTISCHE TIPS
Wanneer u het wasgoed in de trommel stopt raden wij u aan:
De kledingstukken te sorteren op KLEUR, VUILHEIDSGRAAD, GEVOELIGHEID.
Voor uiterst delicate weefsels wordt aanbevolen gebruik te maken van een netzakje.
•Vergewis u ervan dat alle zakken leeg zijn en dat er geen metalen voorwerpen meer
inzitten (bijvoorbeeld clips, veiligheidsspelden, spelden, muntstukken, enz.).
Knoop de kussenslopen dicht, sluit ritssluitingen en ringen, bind losse linten vast evenals
lange panden van jurken.
•Verwijder alle accessoires (zowel van metaal als van plastic) voor het bevestigen of
ophangen van gordijnen en overgordijnen. Het verdient aanbeveling de rimpelband «op
een bolletje samen te binden» en vast te maken met zijn eigen koordje.
Als u bij het sorteren weerbarstige vlekken opmerkt, verwijder die dan eerst met een
speciaal wasmiddel of met een geschikte pasta voor de was.
•Vouw de kledingstukken open.
Stop de kledingstukken een voor een in de machine.
Let op het aanbevolen gewicht waarmee u de machine mag laden bij elk programma.
Als u tapijten, spreien of andere stukken moet wassen met een groot absorptievermogen,
vermijd dan het centrifugeren door op de knop niet centrifugeren te drukken.
Wollen kledingstukken moeten, om in de wasmachine te mogen worden gewassen, het Ç
symbool «Zuiver scheerwol» dragen, naast de vermelding «koekt niet samen» of
«machinewasbaar».
•Wanneer u badlinnen gaat wassen, zorg er dan voor niet alleen handdoeken te wassen,
maar stop ze samen met andere kledingstukken in de machine.
Zorg ervoor dat geen enkel kledingstuk blijft vastzitten tussen de deurtjes van de trommel.
13
SYMBOLEN GEBRUIKT BIJ DE ETIKETTERING
Deze worden meestal aangebracht in de halsuitsnijdingen en de zijnaden van de
kledingstukken. Deze symbolen geven het volgende weer:
• Maximum temperatuur voor het WASSEN.
• Manieren van reiniging die al dan niet toegelaten zijn voor het wassen.
• Producten waarmee ze al dan niet mogen worden gewassen.
• Behandelingen om ze goed te bewaren.
Temperaturen en gepaste manieren van strijken.
De volgende tekeningen worden gebruikt als symbolen:
WASSEN
De wasinstructies bevatten altijd een wasteil, vergezeld van allerlei aanduidingen:
Niet wassen.
Kan zowel met de hand als machinaal worden gewassen. Als er cijfers in de wasteil
voorkomen duiden deze de maximum temperatuur aan voor het wassen.
Uitsluitend met de hand wassen.
Wanneer de hand voor de helft in de wasteil is verzonken, betekent dat dat het
product tijdens het wassen licht moet worden geschud. Wanneer de hand volledig
in de wasteil is verzonken, wijst het etiket erop dat de was uitsluitend met de hand
mag gebeuren.
De lijn die onder de wasteil is getrokken wijst erop dat een verminderde
mechanische beweging moet worden uitgevoerd.
Mag niet worden gecentrifugeerd.
GEBRUIK VAN BLEEKWATER
Bleekwater is een veelgebruikt product voor het bleken van textiel, hoewel het dit in bepaalde
gevallen onherroepelijk beschadigt. Er bestaan verschillende symbolen voor het gebruik
ervan.
Het gebruik van bleekwater is toegestaan.
Geen bleekwater gebruiken.
STRIJKEN
Strijken bij hoge temperatuur. Max. 200º C. Het gebruik van stoom of van een
vochtige doek is toegestaan. Aangewezen bij sterke weefsels, zoals katoen of
linnen.
•Niet boven de 150º C gaan. Het gebruik van stoom of een vochtige doek is
toegestaan. Komt voor op etiketten van weefsels in wol en polyester.
Strijken bij lage temperatuur, om en bij de 110º C. Dit etiket zit meestal op delicate
weefsels zoals rayon, zijde, acrylacetaat, enz.
Niet strijken.
14
DROGEN
Mag in de droogtrommel. Dit symbool mag niet worden verward met de cirkel
zonder vierkant eromheen, die duidt op chemisch reinigen.
Mag niet in de droogtrommel.
Het is raadzaam het kledingstuk aan de wasdraad op te hangen om te drogen.
De stof niet uitwringen. Moet meteen na het wassen worden opgehangen.
Het kledingstuk drogen zonder op te hangen, d.w.z. opengespreid op een
horizontaal oppervlak.
INLICHTINGEN VOOR DE STOMERIJ
Chemich reinigen. De letters duiden op verschillende oplosmiddelen die worden
aangewend bij het chemisch reinigen. De A betekent dat de gewone oplosmiddelen
mogen worden gebruikt. Andere letters duiden op professionele
oplosmiddelen.
Geen enkele manier van wassen is toegestaan.
15
BEHANDELING VAN VLEKKEN
In bepaalde gevallen, en gezien het soort en de eigenschappen van sommige vlekken,
bereikt u niet het gewenste wasresultaat. Hieronder geven we u een reeks speciale
behandelingen die u op deze vlekken kunt toepassen alvorens de kledingstukken in de
wasmachine te stoppen.
Stift en kogelpen: wrijf erop met een in alcohol gedrenkte doek.
Kaarsvet: bedek deze vlekken met een blad vloeipapier en strijk ze bij een voor de
desbetreffende stof geschikte temperatuur. Indien nodig de handeling herhalen.
Hars, vet en bodymilk: maak ze schoon met ontvlekkingsbenzine en was ze
vervolgens.
Teer: wrijf ze in met boter en laat deze enige tijd inwerken. Vervolgens wast u ze.
Bloed, melk en eieren: doordrenk ze met koud water en was ze vervolgens met
enzymatische zeep bij een temperatuur van 50º tot 60º, voor zover het soort weefsel
waaruit het kledingstuk is vervaardigd dit toestaat.
Fruit, koffie en wijn: deze vlekken verdwijnen meestal vanzelf na een aantal
wasbeurten.
Wasverzachter: oncorrect of overdreven gebruik van een wasverzachter kan vlekken
veroorzaken in de weefsels. Verwijder ze met behulp van een geconcentreerd
wasmiddel en bleekwater, voor zover de stof en de kleur van het kledingstuk dat
toelaten.
Mocht u met een of andere vlek te maken hebben die niet of bijzonder moeilijk te
wassen is, vraag dan raad aan een specialist. GEBRUIK hoe dan ook NOOIT
CHEMISCHE PRODUCTEN IN DEZE WASMACHINE.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Candy LB CTD 125 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor