Shimano RD-RX800 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
(Dutch)
DM-RXRD001-01
RD-RX800
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
comfort-fiets
STADS-SPORT E-BIKE
Achterderailleur
2
INHOUD
BELANGRIJKE MEDEDELING ................................................................................. 3
VEILIGHEID VOOROP ............................................................................................. 4
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN ..................................................... 7
MONTAGE .............................................................................................................. 9
Montage van de achterderailleur ...............................................................................................................9
AFSTELLING ......................................................................................................... 13
Afstelling hendelslag .................................................................................................................................13
De ketting monteren .................................................................................................................................15
De kabel vastzetten ...................................................................................................................................16
De eindstelbout gebruiken ........................................................................................................................19
SIS-afstelling ...............................................................................................................................................20
Frictieafstelling ........................................................................................................................................... 23
ONDERHOUD ....................................................................................................... 26
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen ...........................................................................26
Vet aanbrengen op de kettingstabilisator ...............................................................................................32
Vervangen van het derailleurwieltje ........................................................................................................33
De kabel vervangen ...................................................................................................................................34
BELANGRIJKE MEDEDELING
3
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in het monteren van fietsen beschikken, moeten niet proberen de onderdelen zelf aan de hand
van de dealerhandleidingen te installeren.
Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de installatie. Neem in dat geval contact op met de plaats van aankoop
of een plaatselijke fietshandelaar.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle dealerhandleidingen en instructiehandleidingen staan op onze website (http://si.shimano.com).
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als dealer werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door en volg de aanwijzingen daarin op voor een
correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en beschadigingen aan apparatuur en omgeving te
voorkomen.
De instructies zijn ingedeeld aan de hand van de mate van gevaar die zij kunnen opleveren of beschadigingen die zij kunnen veroorzaken bij
incorrect gebruik van het product.
GEVAAR
Als de instructies niet worden opgevolgd, heeft dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan apparatuur en omgeving.
VEILIGHEID VOOROP
4
VEILIGHEID VOOROP
WAARSCHUWING
Volg bij het monteren van het product de instructies in de handleidingen.
Wij raden u aan om uitsluitend originele SHIMANO-onderdelen te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of schade
vertonen, kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Bovendien, als de afstellingen niet correct worden uitgevoerd, kunnen er problemen optreden en kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel
voor de berijder als gevolg.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden, zoals het vervangen van onderdelen, een stofbril ter bescherming van uw ogen.
Bewaar de dealerhandleiding na het grondig doorlezen zorgvuldig op een veilige plek, zodat u deze later kunt raadplegen.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
De tijd die tussen twee onderhoudsbeurten zit, hangt af van de wijze van gebruik en de fietsomstandigheden. Reinig de ketting regelmatig met een
geschikte kettingreiniger. Gebruik nooit alkalische of zure oplosmiddelen, zoals roestverwijderaars. Als u dergelijke oplosmiddelen gebruikt, kan de
ketting breken en kan er ernstig letsel ontstaan.
Controleer de ketting op beschadigingen (vervormingen of barsten), overslaan of andere abnormale omstandigheden, zoals onbedoeld overschakelen.
Neem bij problemen contact op met het verkooppunt of een fietsenmaker. De ketting kan breken en u kunt vallen.
VEILIGHEID VOOROP
5
NOTITIE
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Controleer bij de SHADOW RD+ zeker dat de afdekking van de plaateenheid en het bijbehorende kapje zijn gemonteerd voordat u gaat fietsen.
Als het schakelen niet soepel verloopt, reinig dan de derailleur en smeer alle bewegende onderdelen.
Als de verbindingsstukken zo veel speling hebben dat het schakelen niet kan worden afgesteld, moet u de derailleur vervangen.
U moet de tandwielen periodiek reinigen met een neutraal schoonmaakmiddel. Het reinigen van de ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het
smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn om de levensduur van de tandwielen en de ketting te verlengen.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Gebruik de OT-RS900 kabel en een kabelgeleider voor een soepele bediening.
Smeer voor gebruik vet op de binnenkabel en de binnenzijde van de buitenkabel, zodat de onderdelen soepel langs elkaar kunnen schuiven.
Zorg dat zich geen stof op de binnenkabel afzet. Als het vet van de binnenkabel wordt afgeveegd, wordt het aanbrengen van SIS SP41 vet
(Y04180000) aanbevolen.
Het uiteinde van de buitenkabel met het afgesloten buitenkabeleinde (aluminium type)
moet zich aan de derailleurzijde bevinden. Raadpleeg voor informatie de
dealerhandleiding voor ST-R9100.
Afgesloten buitenkabeleinde
(aluminium type)
Kapje met lange tong
Derailleurkant
Als de schakelafstelling niet kan worden uitgevoerd, controleer dan of de achterpads wel op één lijn staan. Controleer of de kabel gesmeerd en
schoon is en of de buitenkabel niet te lang of te kort is.
Reinig op gezette tijden de derailleur en smeer alle bewegende onderdelen (mechanisme en derailleurwieltjes).
Soms staat op het onderste derailleurwieltje een pijl die de draairichting aangeeft. In dat geval brengt u het derailleurwieltje zo aan dat de pijl
rechtsom wijst gezien vanaf de buitenkant van de derailleur.
Als er een abnormaal geluid te horen is door een loszittend derailleurwiel, moet dit wiel worden vervangen.
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de procedures voor het
gebruik van het product worden uitgelegd.
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
7
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
De volgende gereedschappen zijn nodig voor montage, afstelling en onderhoud van dit product.
Gereedschap Gereedschap Gereedschap
2mm inbussleutel 4mm inbussleutel Moersleutel van 5,5mm
3mm inbussleutel 5 mm inbussleutel Schroevendraaier [nr.2]
MONTAGE
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
9
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
Standaardtype
Instelling voor hendelschakelaar
1
(A)
(y)
(z)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet hem dan in de UIT-stand.
(y)
AAN
(z)
UIT
(A)
Hendelschakelaar
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
10
2
(z)
(A)
(B)
(C)
(z)
Buitenzijde
Binnenzijde
Gebruik de inbussleutel om de
bevestigingsbout van de achterderailleur
vast te draaien. Zorg er echter voor dat
de bevestigingsbout van de
achterderailleur in geen enkele hoek
inhaakt in de derailleurhanger.
Hierbij moet u de achterderailleur zo
monteren dat het uitsteeksel aan de
achterkant van de steun langs boven
contact maakt met het pad-uiteinde
zonder enige tussenruimte te laten.
(z)
Instellen zonder tussenruimte.
(A)
Bevestigingsbout achterderailleur
(B)
Uitsteeksel aan de achterkant van
de steun
(C)
Pad-uiteinde
Aanhaalmoment
8 - 10 Nm
NOTITIE
Controleer periodiek of er geen tussenruimte
is tussen het pad-uiteinde en het uitsteeksel
op de achterkant van de steun. Als er een
tussenruimte is tussen deze twee onderdelen,
kunnen er problemen ontstaan bij de
schakelprestaties.
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
11
Direct mount-type
Instelling voor hendelschakelaar
1
(A)
(y)
(z)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet hem dan in de UIT-stand.
(y)
AAN
(z)
UIT
(A)
Hendelschakelaar
2
Verwijder de steunas.
AFSTELLING
AFSTELLING
Afstelling hendelslag
13
AFSTELLING
Afstelling hendelslag
Bovenste afstelling
B
A
B
A
(A)
(B)
(C)
Draai de bovenste stelschroef totdat het
bovenste derailleurwieltje zich boven de
buitenrand van de kleinste tandkrans
bevindt, vanaf de achterkant gezien.
(A)
Bovenste stelschroef
(B)
Kleinste tandkrans
(C)
Bovenste derailleurwieltje
AFSTELLING
Afstelling hendelslag
14
Afstelling van de laagste versnelling
B
A
B
A
(A)
(B)
(C)
Draai de onderste stelschroef zo dat het
bovenste derailleurwieltje direct onder
de grootste tandkrans staat.
(A)
Onderste stelschroef
(B)
Grootste tandkrans
(C)
Bovenste derailleurwieltje
AFSTELLING
De ketting monteren
15
De ketting monteren
Lengte ketting
(A) (B) (C)
Zet de ketting op de grootste tandkrans
en het grootste kettingblad.
Voeg vervolgens 2 tot 4
verbindingsstukken toe om de lengte
van de ketting in te stellen.
(A)
Grootste tandkrans
(B)
Ketting
(C)
Grootste kettingblad
(D)
Binnenschakel
(E)
Buitenschakel
(F)
Pen die voorkomt dat de ketting
er afloopt
NOTITIE
De achterderailleurplaat heeft pennen of een
plaat die voorkomen dat de ketting er
afloopt.
Wanneer de ketting door de achterderailleur
wordt geleid, leid hem dan door de derailleur
vanaf de kant van de plaat die voorkomt dat
de ketting er afloopt; zie de afbeelding.
Als de ketting niet correct wordt gelegd, kan
de ketting of de achterderailleur beschadigd
worden.
[1]
[2]
(x) (y)
(E)
(D)
(z)
of
Bij het monteren van de ketting: als de
binnenschakels en de buitenschakels
overeenkomen (zoals in [1]), stel de
ketting dan in op een lengte met 2 of 4
toegevoegde verbindingsstukken.
Bij het instellen op de lengte met 2
toegevoegde verbindingsstukken (in [1]):
als u denkt dat de ketting na het
monteren op de grootste tandkrans en
het buitenblad naar een andere
tandkrans springt, stel de ketting dan in
op een lengte met nog eens 2
toegevoegde verbindingsstukken.
Als de binnenschakels en de
buitenschakels overeenkomen (zoals in
[2]): stel de ketting in op een lengte met
3 toegevoegde verbindingsstukken.
(x)
+2 schakel
(y)
+4 verbindingsstukken
(z)
+3 schakel
(F)
(F)
AFSTELLING
De kabel vastzetten
16
De kabel vastzetten
De buitenkabel inkorten
1
Knip bij het inkorten van de buitenkabel
niet het uiteinde met de markering,
maar het andere eind.
Maak het uiteinde rond na het inkorten,
zodat de binnenkant van het gat een
gelijkmatige diameter heeft.
2
OT-RS900
OT-RS900
(A) (B) (C)
Na het inkorten brengt u hetzelfde kapje
met lange tong aan op het uiteinde.
(A)
Dop met lange tong
(B)
OT-RS900
(C)
Afgesloten buitenkabeleinde
(aluminium type)
NOTITIE
Gebruik OT-RS900 voor de buitenkabel.
Knip bij het inkorten van de buitenkabel in
de buurt van het uiteinde met de dop met
lange tong.
AFSTELLING
De kabel vastzetten
17
Buitenkabellengte
1
(A)
Draai de eindstelbout los tot deze in de
stand staat die in de afbeelding staat
aangegeven.
(A)
Eindstelbout
2
(A)
(C)
(B)
Controleer of de buitenkabel voldoende
slap hangt.
Plaats nu de buitenkabel, waarop het
afgesloten buitenkabeleinde (aluminium
type) is aangebracht, op één lijn met de
onderrand van de buitenkabelhouder op
de achterderailleur. Knip vervolgens de
overtollige buitenkabel af.
(A)
Buitenkabelhouder
(B)
Buitenkabel
(C)
Afgesloten buitenkabeleinde
(aluminium type)
AFSTELLING
De kabel vastzetten
18
De kabel aansluiten en vastmaken
1
(A) (B)
Sluit de binnenkabel op de
achterderailleur aan.
(A)
Binnenkabel
(B)
Kabelstopper met buisje
NOTITIE
Wij raden u aan om de afdekking met
buisje te vervangen als u de binnenkabel
vervangt.
Er kan pluisvorming optreden tijdens de
montage van de binnenkabel of wanneer
de coating beschadigd raakt tijdens
gebruik, maar dit heeft geen invloed op de
werking.
Kabelstopper met buisje
2
Verwijder de speling uit de kabel, zoals
aangegeven in de afbeelding.
3
(A)
Sluit de binnenkabel weer op de
achterderailleur aan.
Let erop dat de kabel correct in de groef
ligt.
(A)
Binnenkabel
Aanhaalmoment
6 - 7 Nm
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AFSTELLING
De eindstelbout gebruiken
19
4
(z)
(A)
Stel de binnenkabel zo af dat de marge
ongeveer 30 mm of minder bedraagt.
Plaats het binnenkabeleindje.
(z) 30 mm of minder
(A)
Binnenkabelkapje
NOTITIE
Controleer dat de binnenkabel niet tussen de
wielspaken kan komen.
Zet het wiel stil terwijl deze stap wordt
uitgevoerd.
De eindstelbout gebruiken
De eindstelbout afstellen
A
A
B
B
B
A
(A) (C)(B)
Leg de ketting over de grootste
tandkrans en draai de crankarm naar
achteren.
Draai de eindstelbout om het bovenste
derailleurwieltje zo dicht mogelijk bij de
tandkrans te zetten zonder dat de
ketting kan vastlopen.
Stel, terwijl de kleinste tandkrans is
ingeschakeld, de eindstelbout op
vergelijkbare wijze af op het punt
waarop de ketting net niet kan
vastlopen.
Als de ketting enigszins doorhangt
wanneer deze zich op het kleinste
kettingblad en de kleinste tandkrans
bevindt, moet de eindstelbout zo
worden afgesteld dat deze speling
verdwijnt.
(A)
Grootste tandkrans
(B)
Kleinste tandkrans
(C)
Eindstelbout
AFSTELLING
SIS-afstelling
20
SIS-afstelling
SIS-afstelling
1
Zet de hendelschakelaar in de UIT-stand.
2
Bedien de versnellingsschakelaar één keer om de ketting naar de 2e tandkrans te
verplaatsen.
Beste instelling
3
De beste instelling is wanneer de
schakelversteller net genoeg wordt
bewogen om de tussenruimte te sluiten
en de ketting de 3e tandkrans (geteld
vanaf de kleinste tandkrans) raakt en
geluid maakt.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AFSTELLING
SIS-afstelling
21
Bij het schakelen naar de 3e tandkrans vanaf de kleinste tandkrans
3
(A)
Haal de kabelstelcilinder (rechtsom) aan
tot de ketting weer teruggaat naar de
2e tandkrans, geteld vanaf de kleinste
tandkrans.
(A)
Kabelstelschroef
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AFSTELLING
SIS-afstelling
22
Als er geen geluid te horen is
3
(A)
Draai de kabelstelcilinder (linksom) los
tot de ketting de 3e tandkrans (geteld
vanaf de kleinste tandkrans) raakt en
geluid maakt.
(A)
Kabelstelschroef
4
Zet de greep terug in de oorspronkelijke stand (de stand waarbij de schakelaar bij de 2e
tandkrans vanaf de kleinste tandkrans staat en net is losgelaten) en draai de crankarm met
de klok mee.
NOTITIE
Als de ketting de 3e tandkrans vanaf de
kleinste tandkrans raakt en geluid maakt,
draai dan de kabelstelcilinder een klein stukje
rechstom tot het geluid stopt en de ketting
soepel draait.
5
Bedien de greep om te schakelen en controleer of er in geen van de tandkransposities
geluid te horen is.
6
Zet de schakelaar in de AAN-stand en rij daarna normaal op de fiets en controleer of er
problemen zijn met het schakelen.
Als schakelen vanuit de laagste versnelling traag gaat, draait u aan de stelbout voor de
laatste versnelling om het bovenste derailleurwieltje los te maken van de versnelling.
AFSTELLING
Frictieafstelling
23
Frictieafstelling
De hoeveelheid frictie kan naar wens worden afgesteld.
Afstelling is eveneens mogelijk nadat tijdens gebruik zich een verandering in frictie heeft voorgedaan.
1
Zet de hendelschakelaar op OFF.
2
(A)
(B)
(C)
Verwijder de afdekking plaateenheid
met een 2 mm inbussleutel.
(A)
Plaateenheidafdekking
(B)
Hendelschakelaar
(C)
Plaateenheid
3
Verstel de frictie-afstelbout met behulp van een 5,5 mm moersleutel om de frictie af te
stellen.
(A)
Frictieafstelbout
(A)
Frictie neemt af Frictie neemt toe
4
Controleer het frictie-aanhaalmoment.
Terwijl u de frictie-eenheid ingedrukt houdt met uw vinger zoals getoond in de illustratie,
stelt u de schakelgreep in de AAN-positie en controleert u het frictie-aanhaalmoment.
(A)
Frictie-eenheid
(B)
4 mm inbussleutel
Frictie-aanhaalmoment
2,9 - 5,1 Nm
NOTITIE
Als de frictie nogmaals wordt afgesteld, zet
dan de hendelschakelaar in de OFF-stand en
druk met uw vinger op de schakelaareenheid
alvorens de afstelling te maken.
(B)
(A)
ON
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AFSTELLING
Frictieafstelling
24
5
OFF
Duw met uw vinger op de
wrijvingseenheid en zet de schakelaar in
de stand OFF (uit). Controleer nu of de
wrijvingseenheid de onderkant van de
plaateenheid raakt.
NOTITIE
Breng de afdekking van de plaateenheid niet
aan wanneer de schakelaarbasis de onderkant
van de plaateenheid niet raakt. De bereikte
afdichting is dan niet voldoende, waardoor
het mechanisme aan de binnenkant kan gaan
roesten, met als gevolg dat de plaat vast kan
gaan roesten.
6
(A)
Monteer de plaateenheidafdekking.
(A)
Plaateenheidafdekking
Aanhaalmoment
1 - 1,5 Nm
ONDERHOUD
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
26
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
Demontage
1
(A)
(y)(y)
(z)(z)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet hem dan in de UIT-stand.
(y)
AAN
(z)
UIT
(A)
Wrijvingseenheid
NOTITIE
Als u de hendelschakelaar bedient terwijl de
afdekking van de plaateenheid wordt
verwijderd, drukt u met uw vinger op de
wrijvingseenheid zodat hij er niet uitvliegt.
2
(A)
Verwijder de pen van het borgplaatje
met een schroevendraaier.
(A)
Borgpen van plaatje
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
27
3
(A)
Draai het plaatje om de spanningveer
van de plaat los te maken zoals in de
afbeelding.
(A)
Plaatje
4
(A)
Verwij der de bouten van de afdekking
van de plaateenheid.
(A)
Bouten afdekking plaateenheid
5
(A)
Verwij der de afdekking van de
plaateenheid.
(A)
Afdekking plaateenheid
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
28
6
(B)
(A)
Verwijder de nokeenheid en de
kettingstabilisator.
(A)
Nokeenheid
(B)
Kettingstabilisator
7
(A)
Verwijder de plaatas.
(A)
Plaatas
Montage
Voer de verwijderingsprocedure omgekeerd uit.
1
(A)
(y)(z)
Doe vet op de plaatas.
(y)
Aanbrenggebied vet
Artikelnummer vet:
Premium vet (Y04110000)
(z)
A
(A)
Plaatas
NOTITIE
Geen vet aanbrengen op A.
Als vet wordt aangebracht, komt dit terecht
op het binnenvlak van de roller clutch,
waardoor wrijving verloren gaat.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
29
2
(A) (B)
Steek de plaatsas naar binnen en steek
het uiteinde van de spanningsveer van
de plaat in de groef op de plaat.
(A)
Spanningveer van de plaat
(B)
Plaatje
Aanhaalmoment
8 - 10 Nm
3
(z)
(A)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet hem dan in de UIT-stand.
(z)
UIT-stand
(A)
Hendelschakelaar
4
(A) (B)
(y)
(z)
[X]
Stel de kettingstabilisator in de
nokeenheid af zoals aangegeven in de
afbeelding.
Zorg dat het verhoogde deel van de
nokeenheid op dit moment is geplaatst
zoals in [X].
(y)
Het einde met de uitsteeksels is de
onderzijde
(z)
Verhoogd deel
(A)
Nokeenheid
(B)
Kettingstabilisator
NOTITIE
Zorg ervoor dat de nokeenheid niet is
afgesteld zoals in bijgaande afbeelding.
Verhoogd deel
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
30
5
Lijn de openingen in de nokeenheid en
de kettingstabilisator uit met de
uitsteeksels op de plaateenheid en
bevestig zoals aangegeven in de
afbeelding.
Let op de positionering van het
verhoogde deel van de nokeenheid
tijdens het bevestigen.
TECHNISCHE TIPS
Het helpt om de plaat te verplaatsen
tijdens het omlaag houden van de
nokeenheid en de kettingstabilisator
tijdens het bevestigen.
Plaatje
Is er weerstand wanneer de schakelaar in
de AAN-stand wordt gezet, dan zijn de
onderdelen correct bevestigd.
Is er geen weerstand, controleer dan de
positie van het verhoogde deel van de
nokeenheid en bevestig de onderdelen
vervolgens opnieuw.
Hendelschakelaar
6
(A)
Zorg ervoor dat de dichtring van de
afdekking van de plaateenheid langs de
groeven in de plaateenheid wordt
bevestigd.
(A)
Dichtring afdekking plaateenheid
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
De plaat en de spanningsveer van de plaat vervangen
31
7
(A)
Plaats de bouten van de afdekking van
de plaateenheid.
(A)
Bouten afdekking plaateenheid
Aanhaalmoment
1 - 1,5 Nm
8
(A)
Draai de plaat in de richting aangegeven
door de pijl, haal de plaatspanveer aan
zodat deze niet los zit en breng
vervolgens de plaat aan.
(A)
Plaatje
9
(A)
Breng de aanslagpen van de
plaateenheid aan.
(A)
Borgpen van plaatje
Aanhaalmoment
1 Nm
ONDERHOUD
Vet aanbrengen op de kettingstabilisator
32
Vet aanbrengen op de kettingstabilisator
Als de wrijving verandert of er lawaai ontstaat, kan het zijn dat het vet verkleurd of verdwenen is. Breng meer vet aan.
*
Zet hem weer in elkaar door de omgekeerde demontageprocedure te volgen.
1
Zet de hendelschakelaar in de UIT-stand.
2
(A) (B)
(C)
Verwijder de afdekking van de
plaateenheid.
(A)
Afdekking plaateenheid
(B)
Hendelschakelaar
(C)
Plaateenheid
3
(A)
Verwijder de kettingstabilisator.
(A)
Kettingstabilisator
4
(z)
Doe vet op de koppeling.
(z)
Nieuw vetnummer: Y04121000
(50 g)
Vetnummer: Y04120800
(100 g)
NOTITIE
Zorg dat er geen vet op het binnenvlak van
de roller clutch terecht komt. Als er vet in de
koppeling komt, zal de koppeling niet
werken.
ONDERHOUD
Vervangen van het derailleurwieltje
33
Vervangen van het derailleurwieltje
Controleer de richting van de pijl op het derailleurwieltje wanneer u het monteert.
(A)
Bovenste derailleurwieltje
(B)
Onderste derailleurwieltje
(C)
3mm inbussleutel
Aanhaalmoment
2,5 - 5 Nm
(A)
(C)
(B)
ONDERHOUD
De kabel vervangen
34
De kabel vervangen
1
Verwijder de kabel.
2
(A)
(B)
Verwijder de kabelstelcilinder van de
buitenkabel en verwijder de
kabelstopper met buisje.
(A)
Kabelstopper met buisje
(B)
Kabelstelschroef
3
Bevestig een nieuwe kabelstopper met buisje.
TECHNISCHE TIPS
De kabelstopper met buisje wordt bij een
optionele kabel geleverd.
4
Schroef de kabelstelcilinder tot aan het correcte punt vast.
5
Bevestig een nieuwe kabel.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

Shimano RD-RX800 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual