Documenttranscriptie
HANDLEIDING
WASMACHINE
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u
de wasautomaat in gebruik neemt en bewaar de
handleiding om later iets op te zoeken.
F1681TD(1~9)
F168PR2D(1~9)
P/No.: MFL67085062
www.lg.com
I
nhoudsopgave
Inhoudsopgave.........................2
Productkenmerken...................3
Gefeliciteerd met uw aankoop.
Lees deze handleiding zorgvuldig door,
Waarschuwingen
Belangrijke veiligheidsinstructies ..........4
Bewaar deze instructies........................4
deze biedt u informatie in verband met
de veilige installatie, het gebruik en het
onderhoud.
Kenmerken................................5
Bewaar de handleiding voor later
Installatie
gebruik.
Verpakking verwijderen.........................6
Verwijderen van de transport
beveiliging .............................................6
Plaatsen van de wasmachine ..............7
Watertoevoerslang verbinding
specificaties ..........................................9
Installatie van de afvoerslang .............11
Horizontaal plaatsen ...........................12
Schrijf het model en het serienummer
van uw wasmachine op.
Modelnummer
Serienummer
Aankoopdatum
Gebruik van de wasmachine
Werking wasmachine..........................14
Tips voor het wassen ..........................15
Tabel met wasprogramma’s................16
Extra mogelijkheid...............................17
Maximale toerental per
wasprogramma ...................................18
Bedieningspaneel ...............................19
Extra programma's..............................20
- Uitgestelde start................................20
- Kreukvrij............................................20
- Favoriet.............................................20
- Voorwas............................................20
Optie ...................................................21
- Optie1 ...............................................21
- Optie2 ...............................................21
- Watertemp. ......................................21
- Spoelen ............................................21
Andere functies ...................................21
- Spoelen+Centrif. ...............................21
- Centrifugeren ....................................21
Kinderslot ............................................22
Geluidstoon AAN/UIT..........................22
Reinigen van de trommel ...................23
Deur Vergrendeld & Controleren ........23
2
Zeep toevoegen
Toevoegen van wasmiddel en
wasverzachter.....................................24
Onderhoud
Watertoevoerfilter................................26
Pompfilter spoelen ..............................27
Reinigen van de verdeellade ..............28
De wastrommel ...................................29
De wasmachine reinigen.....................29
Voorzorgsmaatregelen voor de winter ...29
Storingsindex
Het vaststellen van het probleem........30
Foutmelding ........................................32
Gebruiksaanwijzing
SMARTDIAGNOSIS™ ........................33
Garantiebepalingen................34
roductkenmerken
P
Bescherming tegen kreuken.
Door links-/rechtsdraaiende beweging van de trommel wordt het
kreukelen van het wasgoed tot een minimum beperkt.
Ingebouwde thermostaat.
De ingebouwde thermostaat verwarmt het water op de beste
temperatuur voor de ingestelde wascyclus.
Economischer door het Beladingherkenning systeem.
Om het energieverbruik en het waterverbruik tot een minimum te
beperken, detecteert het Beladingherkenning systeem de grootte van
de lading en de watertemperatuur. Op basis hiervan bepaald de
machine het optimale waterniveau en de wastijd.
ˆ
¡…–¯ˆ ¿„
Kinderslot.
Het kinderslot wordt gebruikt om te vermijden dat kinderen het
programma wijzigen door op een knop te drukken terwijl de
wasmachine draait.
Ruisarm snelheidscontrolesysteem.
Door de washoeveelheid en de balans te meten, zorgt het systeem
ervoor dat de was gelijkmatig verdeeld wordt zodat het geluidsniveau
bij het centrifugeren tot een minimum beperkt wordt.
Direct Drive-systeem.
De moderne direct-drive motor drijft de trommel rechtstreeks aan zonder
gebruikt te maken van riem of riemschijf.
6 Motion.
De wasmachine kan diverse trommelacties of een combinatie van
verschillende acties, afhankelijk van het geselecteerde wasprogramma
uitvoeren.
Gecombineerd met een gecontroleerde rotatiesnelheid en de capaciteit
van de trommel zowel links als rechts te roteren, zijn de wasprestaties
van de machine uitstekend met als resultaat een perfect wasresultaat.
3
W aarschuwingen
LEES ALLE INFORMATIE ALVORENS U HET TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Waarschuwing
Voor uw veiligheid: alle informatie in deze handleiding dient te worden opgevolgd om het
risico voor brand, explosie of een elektrische schok tot een minimum te beperken, en om
schade aan eigendommen, verwondingen of Een levengevaarlijke letsel te voorkomen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• Installeer of plaats het apparaat op een plaats waar
het niet aan temperaturen onder het vriespunt of aan
de weerelementen kan worden blootgesteld.
• Het is gevaarlijk om de kenmerken van dit toestel op
een of andere wijze aan te passen.
• Probeer de machine niet zelf te repareren. Reparaties
die uitgevoerd zijn door onervaren of nietgekwalificeerd personeel kunnen ernstigere fouten
veroorzaken aan de machine.
• Hou de plaatsen onder en rondom de toestellen vrij
van brandbare materialen zoals pluizen, papier,
vodden, chemicaliën, enz.
• Nauw toezicht is nodig indien het apparaat door of in
de buurt van kinderen wordt gebruikt.
• Sta niet toe dat kinderen op, met of in de machine
spelen.
• Laat de wasmachinedeur nooit open staan.
• Kinderen zouden op de geopende deur kunnen gaan
hangen of in de wasmachine kruipen.
• Breng uw hand of arm nooit in de wasmachine terwijl
deze nog draait. Wacht tot de trommel geheel tot
stilstand is gekomen.
• Het wasproces kan de brandvertraging van textiel
verminderen.
• Was of droog geen artikelen die zijn gereinigd,
gewassen, gedrenkt in of besprenkeld met brandbare
of explosieve stoffen (zoals was, olie, verf, dieselolie,
ontvetters, oplosmiddelen voor droog reinigen,
kerosine, enz.) die zouden kunnen ontvlammen of
exploderen. Olie kan achterblijven in de trommel,
waardoor er brand kan ontstaan tijdens het drogen.
Laad dus geen kleding met olievlekken.
• Om schade aan eigendommen te vermijden volgt u
zorgvuldig de was- en verzorgingsinstructies op van
de fabrikant die in het kledingstuk zijn opgenomen.
• Sla de wasmachinedeur nooit met kracht dicht en
probeer deze niet geforceerd te openen wanneer hij
op slot zit. Dit kan schade veroorzaken aan de
wasmachine.
• Om risico op een elektrische schok tot een minimum te
beperken, trekt u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact of haalt u de zekering van de wasmachine
uit de stoppenkast of zet de hoofdschakelaar van het
elektrisch circuit in uw huis uit alvorens u begint met
onderhoud of reiniging.
• Gebruik het apparaat nooit wanneer het beschadigd
is, niet goed functioneert, gedeeltelijk is
gedemonteerd, of er onderdelen aan ontbreken of stuk
zijn. Dit geldt ook wanneer het snoer of de stekker zijn
beschadigd.
• Neem contact op met het service centrum indien het
apparaat onder water heeft gestaan.
Eris een risico op elektrische schokken en brand.
• Wanneer het product water lekt, gelieve de
klantenservice bellen. Er is risico op een elektrische
schok en brand.
• Om veiligheidsredenen mag de wasmachine alleen
met een nieuwe slangenset op de waterleiding worden
aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw
worden gebruikt.
• Om het risico van lichamelijk letsel te verkomen.
❊ Duw of hang niet niet op de open wasmachine deur, de wasmachine kan hierdoor omvallen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
• Het aanleggen van elektra welke noodzakelijk zijn voor de installatie van het toestel, moeten uitgevoerd
worden door een erkende elektricien of deskundig persoon.
• Gebruik uitsluitend een geaard stopcontact van 220 –240 V. Gebruik geen verlengkabel of een
verdeelstekker.
• Om gevaar te vermijden moet de stroomkabel, in geval van beschadiging vervangen worden door de
fabrikant, door een erkende dealers of door gelijkwaardig gekwalificeerde personen.
• Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. Volg hierbij de stroombedradingsrichtlijnen.
4
K enmerken
Elektrische aansluiting
Bouten transport
beveiliging
Om gevaar te vermijden moet
de stroomkabel, in geval van
beschadiging vervangen
worden door de fabrikant, door
een erkende dealers of door
gelijkwaardig gekwalificeerde
personen.
Wasmiddellade
(voor wasmiddel
en wasverzachter)
Bedieningspaneel
란제리
Waterafvoerslang
Trommel
Filter afvoerpomp
Deur
Afvoerstop
Vier stelvoeten
Onderhoudsklep
■ Naam
■ Stroomtoevoer
■ Afmetingen
■ Gewicht
■ Max.vermogen
■ Wascapaciteit
■ Waterverbruik
■ Toegelaten waterdruk
: Wasmachine, voorlader
: 220 - 240 V~, 50 Hz
: 600 mm(B) 590 mm(D) 850 mm(H)
: 63 kg
: 2100 W
0.33 W (uit-stand, standby-stand)
: 8 kg
: 53 l
: 100 ~ 1000 kPa (1.0 ~ 10.0 kgf / cm2)
Uiterlijke kenmerken kunnen afwijken.
■ Accessoires
Watertoevoerslang (1EA)
Ringsleutel
5
nstallatie
I
■ Verpakking verwijderen
1. Verwijder de kartonnen verpakking van
de wasmachine en piepschuim
verpakking.
2. Til de wasmachine op en verwijder de
onderkant van de verpakking.
3. Verwijder de verpakking rondom de
waterafvoerslang.
4. Verwijder de slang uit de trommel.
Wasmachine
Verpakking
onderkant
Bewaar de ringsleutel voor het
waterpas plaatsen van de
wasmachine.
Ringsleutel
Waarschuwing
Het verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld folie en styrofoam) kan voor kinderen gevaarlijk zijn.
Er is gevaar voor verstikking!
Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
■ Verwijderen van de transport beveiliging
Om interne schade tijdens het transport te vermijden zijn de drie speciale
vergrendelingsbouten vastgeschroefd. Alvorens de wasmachine in gebruik te nemen, moet
u de bouten en de rubberen stoppen verwijderen. Als deze niet verwijderd worden, zal de
machine hevig schudden, veel geluid veroorzaken en uiteindelijk storingen veroorzaken.
1. Draai de drie vergrendelingsbouten los
met de meegeleverde ringsleutel.
2. Verwijder de drie vergrendelingsbouten
samen met de rubberen stoppen door
zachtjes aan de stop te draaien.
Bewaar de drie vergrendelingsbouten
en de ringsleutel voor eventueel
gebruik in de toekomst.
3. Sluit de gaten af met de meegeleverde
afdekplaatjes/rubbers.
vergrendelingsbouten
6
I
nstallatie
■ Plaatsen van de wasmachine
Plaats
wasmachine
ong.
2cm
Positioneren
• Waterpas afstellen:
De toegelaten hellingsgraad onder de wasmachine bedraagt 1°.
• Stopcontact:
Moet geplaatst zijn op maximaal 1,5 meter links of rechts van
de wasmachine. Niet meer dan één toestel aansluiten op het
stopcontact.
• Bijkomende vrije ruimte:
Voor inbouw tegen muur, deur en vloer is volgende vrije
ruimte noodzakelijk.
(10 cm: achterzijde / 2 cm: rechter- en linkerzijde)
Plaats of bewaar nooit wasproducten op de wasmachine.
Deze kunnen de afwerkinglaag of de bedieningstoetsen
beschadigen.
Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet wordt gehinderd door tapijten,
matten enz.
• Probeer nooit om een oneffenheid in de vloer te corrigeren door stukken hout, karton of
soortgelijke materialen onder de wasmachine te plaatsen.
• Als de wasmachine naast een gasfornuis of een kolenkachel geplaatst moet worden,
voorzie dan een isolatie (85x60cm), bedekt met aluminiumfolie, op de zijkant van het
fornuis of de kachel tussen de twee toestellen.
• Installeer de wasmachine niet in ruimtes waar de temperatuur tot onder 0°C kan dalen.
• Zorg ervoor dat de wasmachine ook na de installatie nog gemakkelijk bereikbaar is voor
de technicus in geval van een defect.
• Zodra de wasmachine is geïnstalleerd, de vier stelvoeten stellen met de meegeleverde
ringsleutel zodat het toestel stabiel staat en er een open ruimte is van ongeveer 20mm
tussen de bovenkant van de wasmachine en de onderkant van het werkblad.
Elektrische aansluiting
• Om gevaar te vermijden moet de stroomkabel, in geval van beschadiging vervangen
worden door de fabrikant, door een erkende dealers of door gelijkwaardig
gekwalificeerde personen.
• Trek de stekker na gebruik steeds uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Sluit de wasmachine aan op een geaard stopcontact.
Volg hierbij de geldende voorschriften.
• Het toestel moet zo geplaatst worden dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
• Herstellingen aan de wasmachine mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Herstellingen die zijn uitgevoerd door onervaren personen kunnen lichamelijk
letsel of ernstige defecten veroorzaken. Neem contact op met uw plaatselijke
onderhoudsdienst
• Als de wasmachine tijdens de wintermaanden wordt geleverd bij een temperatuur onder
nul: moet u de wasmachine eerst enkele uren op kamertemperatuur laten komen
alvorens u de wasmachine in gebruik neemt.
7
I
nstallatie
LET OP
Het netsnoer
Het wordt aanbevolen de meeste machines aan te sluiten op een stroomgroep, dat wil
zeggen, een circuit met stopcontact dat alleen voor die machine gebruikt wordt; zonder
verdere stopcontacten of aansluitingen op een stroomgroep.
U mag de stopcontacten niet overbelasten. Overbelaste/losse/beschadigde stopcontacten
of verlengsnoeren, versleten netsnoeren, of beschadigde snoerisolatie vormen een
gevaar. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok. Kijk regelmatig het netsnoer van
uw machine na; indien dit er beschadigd uitziet, haalt u dan de stekker uit het stopcontact
en laat het snoer vervangen door een authentiek snoer aangeleverd door een bevoegde
dealer, alvorens de machine opnieuw te gebruiken. Zorg ervoor dat het snoer niet
beschadigd raakt: zorg ervoor dat het b.v. niet in de knoop ligt of afgeknepen wordt, of dat
men erop kan lopen. Let vooral op stekkers, stopcontacten, en de snoeruitgang op de
machine.
Als het apparaat wordt gevoed via een verlengsnoer of een tafelcontactdoos, moet het
verlengsnoer of de tafelcontactdoos zodanig geplaatst zijn dat er geen vocht of water in
kan komen.
LET OP
Het verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld folie en styrofoam) kan voor kinderen gevaarlijk
zijn. Er is gevaar voor verstikking! Houd verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
8
I
nstallatie
■ Watertoevoerslang verbinding specificaties
• De toegeleverde waterdruk moet tussen 1 en 10 bar liggen.
• Ontbloot of kruis de leiding niet wanneer u de toevoerleiding aansluit op de klep.
• Wanneer de toegeleverde waterdruk hoger is dan 10 bar, moet u een decompressietoestel
laten installeren.
• Controleer regelmatig de toestand van de leiding en vervang deze indien nodig.
Stap 1 : Controleer of de rubberen aansluitring goed aansluit en niet lekt.
• Om lekkage te vermijden zijn twee
ringen geplaatst op het aansluitpunt in
de aansluiting van de
watertoevoerslang. Controleer de
waterdichtheid van de aansluiting tussen
wasmachine en watertoevoerslang door
de kraan helemaal open te draaien.
aansluiting
rubberen
ringen
aansluiting
rubberen
ringen
Stap 2 : Sluit de toevoerslang aan op de kraan.
Type-A : Het verbinden van een slang met schroefdraad bevestiging aan een kraan met
schroefdraad
• Schroef de slangschakelaar op
watervoorzieningskraan.
Type-2: Het verbinden van een slang met schroefdraad bevestiging aan een kraan zonder
schroefdraad
hogere
schakelaar
rubber
verpakking
bevestigende
schroef
plaat
1. Schroef het adapterringplaatje en de
vier bevestigingsschroeven van de
adapter los.
2. Duw de adapter op het eind van de
kraan zodat de rubberverbinding een
waterdichte verbinding vormt.
Schroef het verbindingstuk en de vier
bevestigingsschroeven vast.
watervoor
zieningsslang
9
I
nstallatie
Type-3: Het verbinden van één type slang met kraan zonder draad
1. Schroef het adapterringplaatje en de
vier bevestigingsschroeven van de
adapter los.
2. Verwijder het geleideplaatje als de
kraan zo breed is dat hij niet op de
adapter past.
3. Duw de adapter op het einde van de
kraan zodat de rubber afsluiting een
waterdichte verbinding vormt.
4. Trek de houderplaat van het
aansluitstuk naar beneden, druk de
toevoerslang op de adapter en laat de
houderplaat van het aansluitstuk los.
Zorg ervoor de dat de adapter vast
klikt.
rings plaat
gids plaat
Deursluitplaat
Na het aansluiten van de
waterslang op de kraan, draai de
kraan open om de waterslang
schoon te spoelen. Verwijder
vuil, zand, stofresten en vang het
overtollig water op in een emmer
en controleer de
watertemperatuur.
Stap 3: Sluit de toevoerslag aan op de wasmachine.
• Zorg ervoor dat er geen knik zit in de
leiding en dat deze niet geklemd is.
Als na de aansluiting er zich een lek voordoet en water uit de slang komt, herhaal dan
dezelfde stappen opnieuw. Maak gebruik van een gewone waterkraan. Als de kraan
vierkant of te groot is, verwijder dan de afstandsring, alvorens de kraan in de adapter te
plaatsen.
gebruikte de horizontale kraan
Horizontale kraan
10
Uitbreidings kraan
Vierkante kraan
I
nstallatie
Installatie van de afvoerslang
• De afvoerslang mag niet hoger dan
100cm boven de vloer geplaatst worden.
Het water in de wasmachine zal anders
langzaam afvoeren.
ong. 100 cm
• Een goede bevestiging van de
afvoerslang voorkomt lekkage.
ong. 145 cm
max. 100 cm
• Wanneer de afvoerleiding te lang is, kan
dit een vreemd geluid veroorzaken.
ong. 105 cm
• Wanneer de afvoerleiding aan een wasbak
bevestigd wordt, maak ze dan stevig vast
met een kettinkje.
• Een goede bevestiging van de
afvoerleiding zal ervoor zorgen dat de
vloer niet beschadigd wordt door
waterlekkage.
waskuip
leiding
houder
max.100cm
max.100cm
kabel
binder
11
I
nstallatie
■ Horizontaal plaatsen
1. Door een wasmachine goed waterpas op te
stellen voorkomt u geluidsoverlast en
trillingen. Plaats het toestel op een stevige
vloer die waterpas is, bij voorkeur in een
hoek van de kamer.
Houtenvloeren kunnen bovenmatige
trillingen en balansfouten
veroorzaken
hoger
lager
borgmoer
Schroef veilig alle 4
borgmoeren aan
2. Wanneer de vloer ongelijk, kunt u de vier
stelvoeten aanpassen tot op de gewenste
hoogte (gebruik geen stukjes hout en
dergelijke onder de stelvoeten).
Zorg ervoor dat alle vier de stelvoeten
stevig op de vloer rusten, en controleer of
het toestel waterpas staat (gebruik een
waterpas).
• Zet na het stellen van de vier stelvoeten,
de borgmoeren vast door tegen de wijzers
van de klok in te draaien.
• Stabiliteits / waterpas controle
Wanneer u op de hoeken van de
bovenplaat van de wasmachine drukt, mag
de wasmachine absoluut niet op en neer
bewegen (controleer alle hoeken).
Wanneer de machine bij één van deze
drukbewegingen wel beweegt, moet u de
stelvoeten weer aanpassen.
Als de wasmachine op een verhoogd platform geïnstalleerd is, moet de machine veilig
worden vastgemaakt om vallen te voorkomen.
12
I
nstallatie
Betonnen vloeren
• Het installatieoppervlak moet schoon, droog en waterpas zijn.
• Installeer de wasmachine op een vlakke harde vloer.
Tegelvloeren (gladde vloeren)
• Gebruik bij gladde vloeren een zelfklevend antislip materiaal, om verschuiven tegen te gaan.
Houten vloeren
• Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor trillingen.
Rubber dop
• Om trillingen te voorkomen, raden wij aan rubber doppen van ten
minste 15 mm dik te plaatsen onder elk pootje van de wasmachine
en deze met behulp van schroeven te bevestigen aan ten minste
2 vloerbalken.
• Indien mogelijk de wasmachine installeren op een locatie waar de vloer
egaal/gelijk is.
• Gebruik rubber doppen om de trillingen te verminderen.
• Rubber doppen (onderdeelnr. 4620ER4002B) kunt u verkrijgen bij de LG-afdeling
onderdelen.
• Correcte plaatsing van de wasmachine verzekert een lange, duurzamer en
betrouwbare werking.
• De wasmachine moet volledig waterpas en stevig vast staan.
• De wasmachine mag niet gaan schommelen tijdens het wassen.
• Het installatieoppervlak moet schoon, vrij van vloerwas en andere
smeermiddelen zijn.
• Zorg ervoor dat de onderkant van de wasmachine niet nat wordt.
13
G ebruik van de wasmachine
Werking wasmachine
1. Wasgoed sorteren
(zie pagina 15).
2. Open de deur en laad wasgoed in de
trommel.
3. Druk op de “aan/uit” -knop.
4. Selecteer een programma
(zie pagina 16 - 18).
Selecteer het programma
(zie pagina 20 – 23).
■ Extra programma’s
■ Watertemperatuur
■ Centrifugeren
■ Andere functies
5. Toevoegen wasmiddel
(zie pagina 24 – 25 ).
6. Druk de “Start/Pauze”-knop in.
14
G ebruik van de wasmachine
■ Tips voor het wassen
Wastemperatuur
Normale machinewas
Kreuk
herstellend
Fijnwas
Handwas
Niet wassen
Sorteer het wasgoed als volgt:
Meer of
minder vuil
kleur
Was –
temperatuur
Textielsoort
(Katoen, kunststof,
wol enz.)
1. Controleer de labels
Controleer of uw kledingstuk een label heeft met
wasinstructies. Dit zal aangeven uit welke stoffen het
stuk gemaakt is en hoe het gewassen moet worden
2. Wasgoed sorteren
Voor de beste wasresultaten, sorteert u uw kledingstukken
op ladingen die met hetzelfde wasprogramma gewassen
kunnen worden. De watertemperatuur en de
centrifugesnelheid zijn afhankelijk van het soort stof van de
kledingstukken.
Sorteer donkere was van lichte was en witgoed. Was
afzonderlijk als kleuren kunnen doorlopen of als
pluis/materiaal in elkaar kan klitten. Indien mogelijk was
zwaar bevuilde wasgoed apart van licht vervuild wasgoed.
• Vuil (zwaar, normaal, licht)
• Kleur (witte was, lichte was, donkere was).
Sorteer witgoed van gekleurde was.
• Pluis (pluis producerende was, pluis aantrekkende was
(bijvoorbeeld klittenband). Was pluis producerende was
afzonderlijk van pluis aantrekkende was.
3. Aandacht bij het vullen
Combineer grote en kleine stukken in één waslading. Laad
de grote stukken eerst. Grote stukken mogen niet meer dan
de helft van de gehele wasgoed beslaan. Laat de machine
niet draaien met slechts één kledingstuk erin. Dit kan
instabiliteit veroorzaken. Voeg één of twee gelijksoortige
stukken toe.
• Controleer alle zakken en zorg ervoor dat ze leeg zijn.
Spijkers, lucifers, papier, potloden, schuifspelden,
muntstukken en sleutels kunnen zowel uw wasmachine
als uw kleding beschadigen.
• Sluit ritsen, haken, koorden en klittenband om ervoor te
zorgen dat deze geen andere kledingstukken
beschadigen.
• Behandel vuil en plekken voor, door een beetje in water
opgeloste zeep op boord- en omslagplekken aan te
brengen. Dit om het vuil reeds gedeeltelijk op te lossen.
Kies een wascyclus ( Katoen 60 °C, voeg een halve hoeveelheid wasmiddel toe),
zet de machine in werking (zonder kleding). Hiermee verwijdert u eventueel in de
trommel resterende aanslag.
15
G ebruik van de wasmachine
Tabel met wasprogramma’s
Aanbevolen wasprogramma's rekening houdende met het type wasgoed
Programma
beschrijving
Zorgt voor betere prestatie door de
combinatie van verschillende
trommelbewegingen.
Katoen Biedt optimale wasprestatie met
minder energie consumptie
Eco
Dit programma is geschikt voor
Kreuk
hemden die na het wassen niet meer
herstellend
gestreken hoeven worden
Katoen
Soort weefsel
Kleurvaste kledingstukken (shirts en
pyjama‘s) en licht bevuilde
witkatoenen kledingstukken
(ondergoed)
Watertemperatuur Maximale
(Keuzemogelijkheid) lading
40°C
(Koud tot 95°C)
Polyamid, Acryl, Polyester
40°C
(Koud tot 60°C)
Gemengd Mogelijk om verschillende textielen
wasgoed samen te wassen.
Diverse soorten textielen, behalve
speciale kledingstukken.
(zijde/delicate, sportkleding, donkere
kleding, wol, donsdeken/gordijnen)
40°C
(Koud tot 40°C)
Extra
Verwijdert hardnekkige vlekken en
verzorging zorgt voor betere spoelingprestatie.
Licht bevuilde babykleding
Maakt minder lawaai en trillingen en
Nachtprogramma bespaart geld door te gebruiken van
nacht stroom.
Kleurvaste kledingstukken
(shirts en pyjama's) en licht bevuilde
witkatoenen kledingstukken
(ondergoed)
Gevoelige Verwijdert restjes van wasmiddel
efficiënt uit kleding.
huid
Dit programma is speciaal voor groot
Donsdeken wasgoed zoals dekenbedovertrekken,
kussens, grand foulards, enz.
Dit programma is geschikt voor
Sportkleding
sportkleding.
Geschikt wasprogramma voor het
Donkere reduceren van ontkleuring van uw
kleding (Gelieve kleurenwasmiddel te
was
gebruiken voor gekleurde textielen)
Fijnwas
Wol
Intensief 60
16
4.0 kg
60°C
(95°C)
4.5 kg
40°C
(Koud tot 60°C)
Textielen die direct in aanraking
komen met de huid, ondergoed,
Evaluatie
katoenen luiers, handdoeken,
beddengoed, kussen en matrashoes.
Katoen bedlinnen, donsdeken,
kussen, deken, grand foulard met
lichte bevuiling.
Coolmax, Goretex, Fleece en
Sympatex
Donkere kledingstukken van katoen
of gemengde textielen
40°C
(Koud tot 40°C)
1 enkel
stuk
30°C
(Koud tot 40°C)
Dit programma is voor delicate
kleding zoals ondergoed, blousen
enz.
Delicate was die snel beschadigd
Het wassen van wol is mogelijk
(Gelieve specifiek wasmiddel te
gebruiken voor wol)
Machine wasbare wol.
40°C
(Koud tot 40°C)
Licht bevuild, gekleurd wasgoed.
30°C
(Koud tot 40°C)
Katoen en gemengde textielen.
In 60 minuten betere wasprestatie en
(Speciaal 60 minuten programma
energiebesparing
voor normaal vervuilde was)
60°C
(Koud tot 60°C)
Dit is een snel wasprogramma voor
Snelwas 30 een kleine lading van licht bevuilde
kleding.
Evaluatie
60°C
(Koud tot 60°C)
2.0 kg
4.0 kg
G ebruik van de wasmachine
• Watertemperatuur: kies de watertemperatuur in overeenstemming met het wasprogramma.
• Stel programma in op de opties "Katoen Eco 40°C + Intensief (Halve Belading)",
"Katoen Eco 60°C +Intensief (Halve Belading)", "Katoen Eco 60°C + Intensief (Volle Belading)"
voor test volgens EN60456.
(Dit zijn de meest efficiënte programma's wat betreft gecombineerd energie- en waterverbruik
voor het wassen van dat type katoenen wasgoed.)
* De werkelijke watertemperatuur kan afwijken van de opgegeven cyclustemperatuur.
• De testresultaten zijn afhankelijk van de waterdruk, de hardheid van het water, de
waterinlaattemperatuur, de kamertemperatuur, de soort en hoeveelheid belading, mate van
vervuiling, gebruikt wasmiddel, netspanningsfluctuaties en de gekozen extra opties.
Het wolwasprogramma van deze machine is goedgekeurd door het
Wolmerksecretariaat voor het wassen van machinewasbare
Wolmerkproducten, vooropgesteld dat de producten worden gewassen
overeenkomstig de instructies op het kledinglabel en de instructies die
zijn verstrekt door de fabrikant van deze M1009 wasmachine.
Houd waspoeder en reinigingsproducten buiten het bereik van kinderen.
Vergiftigingsgevaar.
Extra mogelijkheid
Programma
Uitgestelde Kreukvrij Favoriet Voorwas Intensief Spoelen+ Tijdsbestart
Spoelen Centrifugeren sparing
Intensief
Katoen
Katoen Eco
Kreuk herstellend
Gemengd wasgoed
Extra verzorging
**
*
Nachtprogramma
Gevoelige huid
Donsdeken
Sportkleding
Donkere was
Fijnwas
Wol
Snelwas 30
Intensief 60
*
* : Deze mogelijkheid is een onderdeel van de wascyclus en kan niet worden overgeslagen.
** : Deze optie is automatisch inbegrepen in de cyclus, maar kan uitgezet worden.
17
G ebruik van de wasmachine
Maximale toerental per wasprogramma
Programma
Max. toerental
Katoen
1600
Katoen Eco
1600
Kreuk herstellend
1000
Nachtprogramma
1000
Gemengd wasgoed
1600
Donsdeken
1000
Extra verzorging
1000
Gevoelige huid
1600
Sportkleding
800
Donkere was
1600
Fijnwas
800
Wol
800
Snelwas 30
1600
Intensief 60
1600
Informatie over hoofdwasprogramma's bij halve belading.
Programma
Tijd in minuten
Resterend
vochtgehalte
Water in liter
Energie in kWh
Katoen (40°C)
94
44 %
39
0.66
Katoen Eco (60°C)
120
44 %
49
0.74
Gevoelige huid (40°C)
105
44 %
39
0.66
18
G ebruik van de wasmachine
■ Bedieningspaneel
De SMARTDIAGNOSIS™ functie is
alleen aanwezig voor producten
met een SMARTDIAGNOSIS™ logo.
Extra
programma's
Optie
Tijdsindicatie
Pieptoon
AAN/UIT
Inschakelen Programmaknop Start/Pauze Watertemp. Kinderslot Spoelen Trommelreiniging Centrifugeren
Inschakelen
• Druk de “Inschakelen” -knop in om de
stroom in- en uit te schakelen
• Hij kan ook gebruikt worden om de
functie “Voorprogramma” te onderbreken.
Programmaknop
• Afhankelijk van het type wasgoed kan u
kiezen uit programma’s.
• Wanneer u de “start/pauze” -knop indrukt,
wordt automatisch het bontewas
programma geselecteerd.
Start/Pauze
• Deze “start/pauze” -knop wordt gebruikt
om de wascyclus en andere programma’s te
starten of de cyclus tijdelijk te onderbreken.
• Druk op de “start/pauze” -knop wanneer u
de wascyclus tijdelijk wenst te onderbreken.
• Nadat u de pauzeknop heeft ingedrukt wordt
de machine na vier minuten automatisch
uitgeschakeld.
Extra programma's
• Gebruik deze knop om de gewenste
cyclusopties voor de geselecteerde cyclus
te selecteren.
Tijdsindicatie
• Het display toont de instellingen van de
overgebleven geschatte tijd, opties en
statusberichten voor uw wasmachine.
Het display zal tijdens de wascyclus
aanblijven.
Optie
• Dit staat u toe om opties te selecteren en
zal oplichten na een keuze in het display.
19
G ebruik van de wasmachine
■ Extra programma's
Uitgestelde start
U kunt een tijdsvertraging instellen zodat de
wasmachine automatisch begint na
een gespecificeerde tijdinterval.
De vertragingstijd is de tijd aan het
eind van het programma, niet het
begin. De daadwerkelijke tijd kan
wegens watertemperatuur,
waslading enz. variëren.
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het
programma te selecteren.
3. Druk op de Uitgestelde start -knop en stel
het gewenste uur in.
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Kreukvrij
Favoriet
- Met het Favoriete programma kunt u uw
favoriete wasprogramma instellen en door
middel van 1 simpele selectie het
programma de volgende keer weer
gebruiken
- Het instellen van een favoriet programma:
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het
programma te selecteren.
3. Selecteer vervolgens de specificaties zoals
het programma, hoeveelheid was,
centrifuge snelheid, watertemperatuur etc.
4. Druk de favoriet -knop in voor 3 sec. totdat
u 2 geluidstonen hoort.
Nu is het favoriete programma opgeslagen.
Als u het programma wilt gebruiken,
selecteert u de Favoriet -knop en drukt
vervolgens de “Start/Pauze” -knop in.
Voorwas
Als u plooien wilt vermijden, kies dan de
knop antikreukelend.
Als het wasgoed erg bevuild is, is het
“Voorwas” -programma erg effectief.
1. Druk de Inschakelen -knop in.
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Draai aan de Programma -knop om het
programma te selecteren.
2. Draai aan de Programma -knop om het
programma te selecteren.
3. Druk de Kreukvrij -knop in.
3. Druk de Voorwas -knop in.
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
20
G ebruik van de wasmachine
■ Optie
■ Andere functies
Optie1
Spoelen+Centrif.
• Intensief Spoelen:
Voor de beste resultaten of voor grondiger
spoelen kunt u Intensief Spoelen kiezen.
• Spoelen+Centrifugeren:
Dit kan voorkomen dat verse vlekken in de
stof trekken.
Dit kan voorkomen dat verse vlekken in de
stof trekken.
1. Druk op de Inschakelen knop.
2. selecteer een cyclus.
3. Druk op optie (Spoelen+Centrifugeren).
4. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Optie2
• Tijdsbesparing:
Deze optie kan gebruikt worden voor het
reduceren van de tijd van het
wasprogramma.
• Intensief:
Als de was normaal en hardnekkig bevuild
is, is de optie ‘intensief‘ effectief.
Watertemp.
Centrifugeren
1. Druk op de Inschakelen knop.
2. Selecteer het gewenste toerental
centrifugeren.
3. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
Wanneer u “Geen centrifuge”
selecteerd, zal het nog even door
roteren op lage toeren om het
water sneller af te voeren.
• Door op de temperatuurknop te drukken,
kan u de watertemperatuur instellen.
- Koud
- 30°C, 40°C, 60°C, 95°C
Spoelen
• Spoelen++Spoelstop:
Voeg het spoelen een extra keer toe nadat
het spoelprogramma is afgelopen, het
programma is gepauseerd totdat de
consument weer op de startknop drukt.
• Normaal+Spoelstop:
Het programma is gepauseerd totdat de
consument weer op de startknop drukt zodra
het spoelen is beeindigd.
• Spoelen++ :
Voeg spoelen twee keer toe.
• Spoelen+ :
Voeg spoelen toe.
21
G ebruik van de wasmachine
■ Kinderslot
Selecteer deze functie om de bedieningselementen te blokkeren en aanpassingen in het
programma te voorkomen. “Kinderslot” kan alleen tijdens de wascyclus worden gebruikt.
Vergrendelen van het display
1. Houd de twee selectieknoppen gelijktijdig
ingedrukt voor 3 sec:
Watertemp. en Spoelen .
2. Na 3 sec zal u een geluidstoon horen en
vervolgens verschijnt de code “
” op het
LED display. Wanneer het kinderslot wordt
geactiveerd, zijn alle knoppen vergrendeld
behalve de “Start/Pauze” – knop.
Wanneer het kinderslot wordt
geactiveerd zal de code “
” op het
LED display blijven knipperen.
Ook het uitschakelen van de stroom
heeft geen invloed op het kinderslot.
Het ontgrendelen van het display
1. Houd de twee selectieknoppen gelijktijdig
ingedrukt voor 3 sec:
Watertemp. en Spoelen.
2. Na 3 sec zal u een geluidstoon horen en
vervolgens verschijnt de resterende tijd
voor de huidige wascyclus op het LED
display.
■ Geluidstoon AAN/UIT
De geluidstoon kan alleen worden geactiveerd tijdens het wassen:
1. Druk de Inschakelen -knop in.
2. Druk de “Start/Pauze” -knop in.
3. Houd de volgende twee selectieknoppen
gelijktijdig ingedrukt voor 3 sec:
Optie2 en Spoelen.
De geluidstoon in ingeschakeld. Ook het
uitschakelen van de stroom heeft geen
invloed op de geluidstoon.
Als u de geluidstoon wilt uitschakelen
herhaal dan dit proces.
22
G ebruik van de wasmachine
■ Reinigen van de trommel
De TROMMELREINIGING is een bijzondere wasbeurt om de binnenkant van de wasmachine
te reinigen. Tijdens die wasbeurt worden een hoger waterniveau en een hoger
centrifugeertoerental toegepast. Voer de wasmachine reiniging regelmatig uit.
1. Verwijder kleding en andere voorwerpen uit
de wasmachine en sluit de deur.
2. Open het zeepbakje en giet bleekwater in
het bleekcompartiment.
3. Sluit het zeepbakje langzaam.
4. Schakel de stroom in en houd de knoppen
voor de Spoelen was en de Centrifugeren 3
seconden ingedrukt. Vervolgens verschijnt
"Reinigen van de trommel" op het LEDdisplay.
5. Houd de Start/Pauze-knop ongeveer drie
seconden ingedrukt.
6. Laat de deur openstaan als het
wasprogramma voltooid is zodat de
deuropening, de rubberen ring en het glas
van de deur kunnen drogen.
Doe tijdens het trommelreiniging programma geen wasmiddel in de
wasmiddelcompartimenten.
LET OP
Laat de deur niet te lang en onbewaakt openstaan als er een klein kind in de buurt is.
■ Deur Vergrendeld & Controleren
•
"Deur Vergrendeld (Deurslot)"
Om veiligheidsredenen wordt de deur
vergrendeld wanneer de machine in werking
is waarbij het statuslampje "Deur
Vergrendeld (Deurslot)" oplicht. Nadat het
statuslampje "Deur Vergrendeld (Deurslot)"
is gedoofd, kunt u de deur veilig openen.
•
Het 'Controleren' pictogram licht op
wanneer de wastrommel langzaam draait en
de wasautomaat kan vaststellen hoeveel
wasgoed u in de trommel hebt geladen.
Dit duurt een paar seconden.
B
A
23
Z
eep toevoegen
■ Toevoegen van wasmiddel en wasverzachter
De verdeellade
• Hoofdwas alleen ➔
• Voorwas + hoofdwas ➔
Opgelet
Houd waspoeder en reinigingsproducten
buiten het bereik van kinderen i.v.m.
vergiftigingsgevaar.
Bij te veel wasmiddel en of wasverzachter
bestaat het risico dat er water overstroomt.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
Wasverzachter toevoegen
• Niet hoger vullen dan tot aan het maximale
vulstreepje. Als het bakje overvol is kan de
wasverzachter te vroeg vrijkomen, waardoor er
vlekken op de kleding kunnen ontstaan.
• Laat wasverzachter niet langer dan 2 dagen in
de zeeplade (wasverzachter kan uitharden)
• De wasverzachter wordt automatisch
toegevoegd gedurende de laatste spoelcyclus.
• De lade niet openen wanneer er water wordt
aangevoerd.
• Solventen (benzeen, enz.) zijn niet toegelaten.
Geen wasverzachter rechtstreek op het wasgoed gieten.
24
Z
eep toevoegen
Hoeveelheid wasmiddel
• Het wasmiddel moet worden gebruikt volgens de instructies van de wasmiddelenproducent.
• Als u meer wasmiddel gebruikt dan is voorgeschreven, ontstaat er veel schuim waardoor het
wasresultaat afneemt en zal de motor te sterk belast worden (oorzaak van storing).
• Het is aan te raden geconcentreerd wasmiddel te gebruiken voor het beste resultaat.
• Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel neem dan de aanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant in acht.
• U kunt gebruik maken van vloeibaar wasmiddel in de wasmiddeldoseerlade zodra het wascyclus
direct van start gaat.
• Vloeibaar wasmiddel kan uitharden, gebruik daarom geen vloeibaar wasmiddel tijdens uitgestelde start.
• Heeft u last van zeepsop resten, verminder dan de hoeveelheid wasmiddel.
• De hoeveelheid wasmiddel moet mogelijk aangepast worden aan het programma, watertemperatuur,
de hardheid van het water, de was hoeveelheid, en de vuilheid van het wasgoed. Zorg ervoor dat er
niet te veel schuim ontstaat.
Opgelet
Zorg ervoor dat vloeibaar wasmiddel niet uithard.
Dit kan leiden tot blokkeringen, verminderde spoeling en geurtjes.
• Volle lading: volgens de aanbevelingen van de producent.
• Gedeeltelijke lading: 3/4 van de normale hoeveelheid.
• Minimumlading: 1/2 van een volle lading.
• Het wasmiddel wordt bij het begin van de wascyclus uit de verdeler gespoeld.
Waterverzachter
• Een water verzachter, zoals Calgon, kan
worden gebruikt in regio’s met extreem hard
water. Voeg toe volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Voeg eerst wasmiddel toe en vervolgens de
water verzachter.
• Gebruik de hoeveelheid wasmiddel voor zacht
water.
Gebruik van wastabletten
1. Open de deur en stop de tabletten in de
trommel.
2. Laad het wasgoed in de trommel.
25
O nderhoud
• Verwijder het wasgoed uit de wasmachine zodra de wascyclus beëindigd is.
Wasgoed die in de wasmachine achterblijven kunnen erg kreuken en verkleuren en ze
kunnen allerlei geuren opnemen.
• Om elektrische schokken te vermijden trekt u eerst de stekker uit de stopcontact voordat
u de binnenzijde van de wasmachine reinigt.
Watertoevoerfilter
• de "
"-foutcode verschijnt op het bedieningspaneel wanneer er geen water verschijnt
in de zeeplade.
• Wanneer uw water zeer hard is of sporen draagt van kalkafzetting, kan de
watertoevoerfilter dichtslibben. Het is daarom noodzakelijk om de filter regelmatig te
reinigen.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Draai de watertoevoer- leiding los.
3. Reinig de filter met een harde
borstel.
4. Breng de toevoerleiding weer aan.
26
O nderhoud
Pompfilter spoelen
• De afvoerfilter verzamelt draadjes en andere kleine voorwerpen die in de was zijn
achtergebleven. Door regelmatig te controleren of de filter nog zuiver is, zal uw
machine beter blijven draaien.
LET OP
Laat de filter eerst leeglopen via de afvoerleiding, open vervolgens de pomp en
verwijder alles wat de filter eventueel heeft kunnen verstoppen.
• Wacht totdat het water is afgekoeld voordat u de afvoerkanaalpomp schoonmaakt, of de
deur opent in een noodgeval.
1. Afdekkap openen. Afvoerschroef
losmaken. Slang eruit trekken.
2
Opvangbak
voor geloosd
water.
2. Open dan de filter door hem naar links te
draaien.
1
3. Verwijder alle vreemde voorwerpen uit de
pompfilter.
4. Draai de pompfilter er na de reiniging opnieuw
in.
5. Sluit de onderste afdekkap.
27
O nderhoud
Reinigen van de verdeellade
• Na een tijdje zullen de wasmiddelen en de wasverzachters sporen nalaten in de lade.
• De lade moet regelmatig onder stromend water gereinigd worden.
• Indien nodig kan de lade volledig uit de machine verwijderd worden door de klep naar
beneden te drukken en de lade eruit te nemen.
• Om het reinigen te vergemakkelijken kan het bovenste gedeelte van het compartiment
voor de wasverzachter verwijderd worden.
1. Trek het wasmiddelvak eruit.
2. Reinig het wasmiddelvak onder stromend water.
3. Console reinigen (bijv. met tandenborstel).
4. Wasmiddelvak er opnieuw inzetten.
28
O nderhoud
De wastrommel
• Als u in een gebied met hard water woont, kan er zich op den duur kalkaanslag vormen op plekken
waar u het niet kunt zien en niet gemakkelijk kunt verwijderen. Na een tijd kan de kalkaanslag de
machine verstoppen en als dit niet goed in de gaten wordt gehouden, moet de machine worden
vervangen.
• Hoewel de wastrommel uit roestvrij staal bestaat, kunnen er kleine roestvlekken ontstaan die
worden veroorzaakt door kleine metalen voorwerpen (paperclips, veiligheidsspelden) die in de
trommel zijn achtergebleven.
• De wastrommel moet af en toe worden gereinigd.
• Zorg, als u anti-kalkmiddel, verf of bleekmiddel gebruikt, dat deze geschikt zijn voor gebruik in een
wasmachine.
• Anti-kalkmiddel kan chemicaliën bevatten die delen van uw wasmachine kunnen beschadigen.
• Verwijder eventuele vlekken met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
• Gebruik nooit staalwol.
■ De wasmachine reinigen
Buitenzijde
• Een goede zorg voor uw wasmachine kan de levensduur in aanzienlijk verlengen.
• De buitenzijde van de machine kan het beste worden gereinigd met warm water en een
neutraal niet-agressief huishoudmiddel.
• Poets gemorst waspoeder e.d. onmiddellijk af met een vochtige doek. Stoot niet tegen
het oppervlak of bewerkt het niet met scherpe voorwerpen.
• Gebruik geen methylalcohol, verdunners of gelijkwaardige producten.
Binnenzijde
• Droog de ronde flexibele ring in de opening van de wasmachinedeur en het glas.
• Deze plaatsen moeten altijd goed schoon zijn om een waterdichte afsluiting te kunnen
garanderen.
• Voer een volledige wascyclus met warm water uit.
• Herhaal deze procedure indien nodig.
Verwijder hardwaterafzettingen alleen met reinigingsmiddelen die
wasmachineveilig zijn.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de winter
Als de machine zich bevindt in een ruimte waar het kan vriezen of verplaatst wordt wanneer
het vriest, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen worden om te vermijden dat
de wasmachine beschadigd wordt:
• Sluit de watertoevoerkraan af.
• Koppel de leidingen van de watertoevoer en de afvoer los, en laat ze leeglopen.
• Steek de stekker van de elektrische stroomkabel in een goed geaard stopcontact.
• Giet 3,8 liter van een niet-toxisch antivriesmiddel in de lege wastrommel. Sluit de deur.
• Stel de centrifugeercyclus in en laat de wasmachine 1 minuut centrifugeren om al het water
uit de machine af te voeren. Een beetje antivries zal in de machine blijven zitten.
• Trek de stekker uit het stopcontact, droog de binnenzijde van de trommel, en sluit de deur.
• Verwijder de verdeellade. Spoel al het water uit de compartimenten weg en maak ze droog.
Plaats de lade terug.
• Bewaar de machine rechtopstaand.
• Om het antivriesmiddel na opslag uit de machine te verwijderen, laat u de machine een
volle cyclus doorlopen met zeep zonder een. waslading toe te voegen.
29
S
toringsindex
• De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken kan krijgen kunt u zelf
oplossen door naar onderstaande punten te kijken.
Dit kan u tijd en kosten besparen.
Het vaststellen van het probleem
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Rammelend geluid.
• Vreemde voorwerpen zoals
muntstukken of veiligheidsspelden
kunnen in de trommel of in de pomp
zitten.
Leg de wasmachine stil en controleer
de trommel en de afvoerfilter.
Als het geluid blijft voorduren nadat de
wasmachine opnieuw is opgestart
neemt
u contact op met de klantenservice.
Bonkend geluid.
• Een zware lading kan een bonkend
geluid produceren. Dit is meestal
normaal.
Als het geluid doorgaat, is de
wasmachine waarschijnlijk uit balans.
Stop de machine en herverdeel de was.
Trillend geluid.
• Zijn alle vergrendelingsbouten en
verpakkingen verwijderd?
Als u hem niet verwijderd heeft bij de
installatie: zie “Installatie” voor het
vergrendelingsbouten.
Controleer de stelvoeten, zorg ervoor
dat alle vier de stelvoeten stevig op de
vloer rusten, en controleer of het toestel
waterpas staat (gebruik een waterpas).
• Rusten alle stelvoetjes stevig op de
grond?
Waterlekkage.
• De aansluiting van de
toevoerleiding is los aan de zijde
van het kraantje of aan de zijde van
de wasmachine.
Controleer en draai de
leidingaansluitingen vast.
• De afvoerleidingen van de woning
zijn verstopt.
Ontstop de afvoerpijpen.
Contacteer indien nodig een loodgieter.
Te veel schuim.
Het water komt niet of
te traag in de machine.
Het water wordt niet of
te traag uit de machine
afgevoerd.
30
Te veel wasmiddel of een verkeerd
wasmiddel? De vorming van schuim
kan waterlekkage veroorzaken.
• Onvoldoende watertoevoer in de
regio.
Controleer een andere kraan in huis.
• Watertoevoerkraan niet helemaal
opengedraaid.
Draai de kraan helemaal open.
• Watertoevoerleiding geplooid.
• Filter van de toevoerleiding is
verstopt.
Leg de leiding recht.
Controleer de filter van de
toevoerleiding.
• De afvoerleiding is geklemd of
verstopt.
• De afvoerfilter is verstopt.
Reinig de afvoerleiding en leg hem
recht.
Reinig de afvoerfilter.
S
toringsindex
Symptoom
De wasmachine wil
niet starten.
Mogelijke oorzaak
• De stekker zit niet in het
stopcontact of de aansluiting is
los.
Zorg ervoor dat de stekker stevig in
het stopcontact zit.
• De zekering is doorgeslagen, de
stroomonderbreker is
aangeslagen of er was een
stroompiek.
Reset de stroomonderbreker of vervang de
zekering.
De capaciteit van de zekering niet verhogen.
Indien het een probleem van overlading is,
moet dit worden hersteld door een erkend
elektricien.
Draai de watertoevoerkraan open.
• De watertoevoer is niet aangesloten.
De wasmachine wil
niet centrifugeren.
Oplossing
• Controleer of de deur goed
gesloten is.
Sluit de deur en druk de
"Start/Pause"-knop in.
Nadat u op de "Start/Pause"-knop gedrukt
heeft kan het een aantal minuten duren
voordat de kleding in de wasmachine
begint te centrifugeren.
De deur moet vergrendeld zijn voordat het
centrifugeren kan beginnen.
Voeg 1 of 2 gelijke items toe aan de
waslading om uit te balanseren.
Herschik de waslading voor juiste
centrifuge.
De deur gaat niet
open.
Wanneer de machine ingeschakeld is, kan de
deur, om veiligheidsredenen, niet geopend
worden.
Wacht één of twee minuten voordat u de deur
opent.
Hierdoor heeft het elektrisch
deurmechanisme voldoende tijd om de deur
vrij te geven.
De wascyclus wordt
vertraagd.
De wastijd kan verschillen naargelang de
washoeveelheid, de druk van de waterleiding,
de watertemperatuur en andere
gebruiksvoorwaarden.
Wanneer instabiliteit wordt vastgesteld of
wanneer het programma voor de verwijdering
van schuim actief is, zal de wastijd de
verwachte tijd overschrijden.
Wasverzachter
overstroomt.
Wasverzachter is te
vroeg toegediend.
Bij te veel wasverzachter bestaat
het risico dat er water overstroomt.
Gebruik alleen de in de handleiding
aanbevolen hoeveelheid
wasverzachter.Maximale vullevel niet
overschrijden.
Schuif de wasmiddellade zachtjes dicht.
Houd de wasmiddellade gedurende het
wascyclus gesloten.
31
S
toringsindex
Foutmelding
Symptoom
Mogelijke oorzaak
• Het watertoevoer is niet
voldoende.
• Watertoevoerkraan is niet
volledig open.
• Watertoevoerslang is verstopt.
• Als er een lekkage ontstaat in
de toevoerslang licht de
indicator “ ” rood op.
Oplossing
<Fig 1>
Buig slangen recht.
Controleer het filter van de
toevoerslang.
• De afvoerslang is verstopt.
• Het afvoerfilter is verstopt.
Maak afvoerslang schoon en buig recht.
Maak filter schoon.
• Lading was te klein
• Lading uit balans
• De wasmachine heeft een balans en correctie
systeem. Als individuele zware items (zoals
badmat, kamerjas, etc) in de trommel worden
gestopt, kan dit systeem ervoor zorgen dat het
centrifugeren stopt.
• Als de was nog te nat is aan het einde van het
wasprogramma, voeg dan kleinere items toe
om de waslading te balanseren en herhaal het
centrifuge programma.
Voeg 1 of 2 gelijke items toe aan de
waslading om uit te balanseren.
Herschik de waslading voor juiste
centrifuge.
• Zorg er voor dat de deur dicht
is.
• Te veel water vanwege lekkage bij waterklep.
• Storing in waterlevelsensor.
32
Controleer andere kranen in het huis.
Open kraan volledig.
Sluit de deur volledig.
• Als “
” niet is vrijgegeven, bel Service.
(Klantenservice for Nederlandse kl : 0031 (0)
900-5435454 or 0031 (0) 36-5377780)
Trek de stekker eruit en bel Service
Centrum (Klantenservice for Nederlandse
kl : 0031 (0) 900-5435454 or 0031
(0) 36-5377780)
Sluit de waterkraan.
Trek de stekker eruit. Bel Service
(Klantenservice for Nederlandse kl : 0031
(0) 900-5435454 or 0031 (0) 36-5377780)
• Motor overbelast.
Geef de wasmachine 30minuten om
de motor af te laten koelen; herstart
dan het wasprogramma
• De wasmachine heeft een energiestoring.
Herstart het wasprogramma.
• Waterlekkage.
Bel Service.
(Klantenservice for Nederlandse kl : 0031
(0) 900-5435454 or 0031 (0) 36-5377780)
S
toringsindex
De SMARTDIAGNOSIS™ functie is alleen aanwezig voor producten met een SMARTDIAGNOSIS™ logo.
Sommige mobiele telefoon toestellen kunnen het geluid onderdrukken waardoor de SMARTDIAGNOSIS™
functie niet werkt.
Gebruiksaanwijzing SMARTDIAGNOSIS™
• Gebruik deze functie alleen wanneer service erom vraagt.
De informatie overdracht werkt hetzelfde als een fax, en werkt alleen wanneer u belt naar
service.
• SMARTDIAGNOSIS™ kan alleen geactiveerd worden wanneer de wasmachine aan staat.
Wanneer de wasmachine uit staat kan SMARTDIAGNOSIS™ niet worden gebruikt.
Wanneer er een probleem optreedt met uw wasmachine, belt u service.
Volg de instructie van service, en de stappen die service aangeeft.
1. Druk op de aan/uit knop om de wasmachine
aan te zetten.
Druk of draai niet aan andere knoppen.
2. Zodra service aangeeft kunt u de microfoon van
uw telefoon vlakbij de aan/uit knop houden.
Max. 10 mm
3. Houd de temperatuur knop voor 3 seconde ingedrukt terwijl u de microfoon van uw telefoon
vlakbij de aan/uit knop houdt.
4. Houd de microfoon van uw telefoon bij de aan/uit knop totdat de data overdracht is voltooid.
De data overdracht duurt ongeveer 17 seconde, dit kunt u op het wasmachine display
volgen.
• Voor het beste data overdracht adviseren wij de telefoon niet te bewegen.
• Wanneer de data overdracht mislukt kunt u gevraagd worden de voorgaande stappen te
herhalen.
• Wanneer u de aan/uit knop tijdens de data overdracht indrukt zal de data overdracht via
SMARTDIAGNOSIS™ geannuleerd worden.
5. Zodra het aftellen voorbij is en u geen geluid meer hoort, kunt u het gesprek met service
hervatten. Service kan u verder adviseren en assisteren middels de ontvangen data.
33
G arantiebepalingen
Uw oude toestel wegdoen
1. Als het symbool met de doorgekruiste verrijdbare afvalbak
op een product staat, betekent dit dat het product valt
onder de Europese Richtlijn 2002/96/EC.
2. Elektrische en elektronische producten mogen niet worden
meegegeven met het huishoudelijk afval, maar moeten
worden ingeleverd bij speciale inzamelingspunten die door
de lokale of landelijke overheid zijn aangewezen.
3. De correcte verwijdering van uw oude toestel helpt
negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke
gezondheid voorkomen.
4. Wilt u meer informatie over de verwijdering van uw oude
toestel? Neem dan contact op met uw gemeente, de
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
De garantie geldt niet in geval van:
• Voorrijkosten worden in rekening gebracht zodra de storing te herstellen was aan de
hand van de gebruiksaanwijzing.
• Als het product aangesloten is op een ander net dan het aangegeven op de plaat.
• Als de fout veroorzaakt is door ongeluk, nalatigheid, misbruik of bovenmachtige
redenen.
• Als de fout veroorzaakt is door een ander dan het gewoon huishoudelijk gebruik of niet
volgens de gebruikershandleiding.
• De gebruikinstructies van het product aanpassen of de instelling van het product
veranderen.
• Als de fout veroorzaakt is door ongedierte, zoals ratten, kakkerlakken, enz.
• Lawaai of vibratie als normaal beschouwd, zoals water afvoeren, centrifugeren of de
inname van warm water.
• De installatie corrigeren, bijvoorbeeld het product waterpas stellen etc.
• Het normale in de handleiding beschreven onderhoud.
• Verwijderen van vreemde voorwerpen/stoffen uit de machine, pomp of filter, zoals
gruis, nagels, bh-beugels, knopen, enz.
• Verwijderen van zekeringen of veranderen van kabels of waterleidingen.
• Niet toegestane reparaties.
• Directe of indirecte schade aan persoonlijke eigendom veroorzaakt door eventuele
gebreken aan dit apparaat.
• Als dit product voor commerciële doeleinden is, wordt hij niet gewaarborgd.
(bijvoorbeeld, voor verkoop-en marketing activiteiten, zoals in openbare toiletten,
sportscholen, hotels, enz.)
Als het product is geïnstalleerd buiten het normale servicegebied, zullen alle
transportkosten die betrokken zijn bij de reparatie van het product of het vervangen van
een onderdeel in rekening gebracht worden.
34