STEINEL L 265 LED de handleiding

Categorie
Buitenverlichting
Type
de handleiding
- 17 -
Beschrijving van het apparaat
Lampenglas
Borgschroef
Lampbehuizing
Wandhouder
LED-lichtkrans
Power-LED-effectlicht
Minisensorunit (uitneembaar voor een comfortabele
functie-instelling)
Afdichtingsdopje
Gebruiksaanwijzing
Geachte klant,
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u met de aanschaf van
uw nieuwe STEINEL-sensorlamp in ons stelt. U heeft een hoog-
waardig kwaliteitsproduct gekocht, dat met uiterste zorgvuldig-
heid vervaardigd, getest en verpakt werd.
NL
Veiligheidsvoorschriften
n Bij de montage moet de aan te sluiten elektrische kabel
spanningsvrij zijn. Daarom eerst de stroom uitschakelen en
op spanningsloosheid testen met een spanningstester.
n Tijdens de installatie van de sensorlamp wordt gewerkt aan
de netspanning. Dit moet vakkundig en volgens de gebrui-
kelijke installatievoorschriften en aansluitingsvoorwaarden
worden uitgevoerd. (NL: NEN 1010, B: (AREI) NBN 15-101)
(
D- VDE 0100, A- ÖVE / ÖNORM E8001-1,
- SEV 1000)
Lees voor de installatie deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig
door, want alleen een vakkundige installatie en ingebruikneming
garanderen een duurzaam, betrouwbaar en storingvrij gebruik.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe sensorlamp van
STEINEL.
n Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
n Reparaties mogen uitsluitend door een vakbedrijf worden
uitgevoerd.
n Het lampenglas moet met de afdichtring aan de
lampbehuizing worden vastgeschroefd.
Afdichtring
Blokkering voor het uitnemen van de sensorunit
Tijdsinstelling
Schemerinstelling
Programma-instelling
Het principe
Afstelling registratiebereik
Functie voor permanente verlichting
Gebruik / onderhoud
Het principe
LED-lichtkrans en power-LED-effectlicht
De LED's branden schemeringgestuurd. Dat is ideaal om
bijv. huisnummers permanent te verlichten. Indien gewenst
ook alleen bij beweging.
Extra ingeschakelde led-lamp bij herkenning van personen
Als de minisensor een persoon herkent, wordt de led-lamp
voor de ingestelde tijd ingeschakeld.
De geïntegreerde, sterke infraroodsensor bestaat uit een 360°
dubbele sensor, die de onzichtbare warmtestraling van bewe-
gende mensen, dieren enz. registreert.
Deze zo geregistreerde warmtestraling wordt elektronisch
omgezet en schakelt hierdoor de lamp automatisch aan. Door
hindernissen, zoals muren of ruiten, wordt geen warmtestra-
ling herkend,dus vindt ook geen schakeling plaats. Er wordt
een registratiehoek van 360° met een openingshoek van 90°
bereikt. Een registratie onder de sensor is gegarandeerd door
een onderkruipbescherming.
Belangrijk: De beste bewegingsregistratie heeft u als de sen-
sorlamp zijdelings in de looprichting wordt gemonteerd en
geen hindernissen (zoals bomen, muren enz.) het zicht van de
sensor belemmeren.
De reikwijdte is beperkt als u recht op de lamp toeloopt.
Installatie
De plaats van montage moet minimaal 50 cm van een lamp
verwijderd zijn, omdat warmtestraling de sensor kan active-
ren. Om de aangegeven reikwijdte van 8 m te bereiken, moet
de montagehoogte ca. 1,8 – 2 m zijn.
Aansluiting van netsnoer en toevoer verbruiker (zie afb.)
De stroomtoevoer bestaat uit een 3-polige kabel:
L = fase (meestal zwart of bruin)
N = nuldraad (meestal blauw)
PE = aardedraad (groen/geel)
In geval van twijfel moeten de draden met een spanningstes-
ter worden geïdentificeerd; vervolgens weer spanningsvrij
maken. De fase (L) en de nuldraad (N) worden in het kroon-
steentje aangesloten. Verwisseling van de aansluitingen leidt
in het apparaat of in uw meterkast tot kortsluiting. In dit geval
moeten de afzonderlijke kabels geïdentificeerd en opnieuw
aangesloten worden. Aardedraad (PE) isoleren en gewoon
toevoegen.
Opmerking: In de stroomtoevoerkabel kan natuurlijk een net-
schakelaar voor in- en uitschakelen worden gemonteerd. Voor
de functie permanente verlichting is dit zelfs noodzakelijk (zie
hoofdstuk Permanente verlichting) .
8.1
8.1
- 16 -
La lampe à détecteur s’allume de façon
intempestive
Changement de la portée de la lampe à
détecteur
La LED clignote rapidement
n Le vent agite des arbres et des
arbustes dans la zone de détection
n Détection de voitures passant sur la
chaussée
n Variations subites de température
dues aux intempéries (vent, pluie,
neige) ou à des courants d'air
provenant de ventilateurs ou de
fenêtres ouvertes
n Modifier la zone
n Modifier la zone
n Modifies la zone, monter l'appareil à
un autre endroit
n Variations de la température ambiante n Réglage de précision de la zone de
détection par caches enfichables
n Le fusible intégré à la lampe
à détecteur est activé
n Éteindre la lampe à détecteur et la
rallumer après env. 5 s
La couronne lumineuse LED est éteinte
malgré l'obscurité
n Les programmes 3 ou 4 ont été
sélectionnés
n Modifier le programme
Dysfonctionnements
La lampe à détecteur n’est pas
sous tension
La lampe à détecteur ne s'allume pas
La lampe à détecteur ne s'éteint pas
Problème
n Fusible défectueux, appareil hors
circuit, câble coupé
n Court-circuit
n Changer le fusible défectueux, mettre
l'interrupteur en circuit ; vérifier le
câble à l'aide d'un testeur de tension
n Vérifier le branchement
n En fonctionnement diurne, le réglage
de crépuscularité est positionné sur
fonctionnement nocturne
n Ampoule LED défectueuse
n Interrupteur en position ARRÊT
n Fusible défectueux
n Réglage incorrect de la zone de
détection
n Le fusible intégré au détecteur a été acti-
vé (la LED rouge clignote rapidement)
n La borne de raccordement au secteur
n'est pas correctement enfichée
n Régler à nouveau (bouton )
n Changer l'ampoule
n Enclencher
n Changer le fusible, éventuellement
vérifier le branchement
n Régler à nouveau
n Éteindre la lampe à détecteur et la
rallumer après env. 5 s
n Bien enfoncer la borne
n Mouvement continu dans la zone
de détection
n Le détecteur n’est pas bien inséré
n Contrôler la zone de détection,
éventuellement la régler à nouveau
n Encliqueter le détecteur en exerçant
une légère pression
Les LED ne s'éteignent pas comme
souhaité aux environs de minuit
n Une autre source lumineuse pro-
voque l’extinction de la lampe à
détection
n Isoler de l’autre source de lumière,
observer la lampe à détecteur pen-
dant plusieurs jours, elle a besoin de
quelques temps pour s'ajuster à
nouveau à la bonne valeur
Les LED ne s'éteignent pas
complètement
n Sélection programme confort n Sélectionner le programme 4
Cause Remède
Service après-vente et garantie
Ce produit STEINEL a été fabriqué avec le plus grand soin.
Son fonctionnement et sa sécurité ont été contrôlés suivant
des procédures fiables et il a été soumis à un contrôle final
par sondage. STEINEL garantit un état et un fonctionnement
irréprochable. La durée de garantie est de 36 mois et débute
au jour de la vente au consommateur. Nous remédions aux
défauts provenant d'un vice de matière ou de construction.
La garantie sera assurée à notre discrétion par réparation ou
échange des pièces défectueuses. La garantie ne s'applique
ni aux pièces d'usure, ni aux dommages et défauts dus à une
utilisation ou maintenance incorrectes. Les dommages consé-
cutifs causés à d'autres objets sont exclus de la garantie.
La garantie ne s’applique que si l’appareil non démonté est
retourné à la station de service après-vente la plus proche,
dans un emballage adéquat, accompagné d’une brève des-
cription du défaut et d’un ticket de caisse ou d’une facture-
portant la date d’achat et le cachet du vendeur.
Service de réparation :
Une fois la garantie expirée ou en cas de
vices non couverts par la garantie, veuillez
contacter la station de service après-vente
la plus proche pour savoir si une remise en
état est possible.
NL
Conformiteitsverklaring
Dit product voldoet aan de
- laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
- EMC-richtlijn 2004/108/EG
- RoHS-richtlijn 2011/65/EG
- WEEE-richtlijn 2012/19/EG
- 19 -
Gebruik/onderhoud
De sensorlamp is geschikt voor het automatisch in- en uit-
schakelen van licht. Weersinvloeden kunnen de werking van
de sensorlamp beïnvloeden, bij hevige windvlagen, sneeuw,
regen en hagel kan het tot foutieve schakelingen komen,
omdat de plotselinge temperatuurswisselingen niet van warm-
tebronnen onderscheiden kunnen worden. De registratielens
kan bij vervuiling met een vochtige doek (zonder reinigings-
middel) worden schoongemaakt. Voor de reiniging van de
LED-lichtkrans kan de minisensorunit worden afgeno-
men.
Permanente verlichting
Als er een netschakelaar in de kabel gemonteerd wordt, zijn
naast het eenvoudige in- en uitschakelen ook de volgende
functies mogelijk:
Sensormodus
1) Licht inschakelen (indien lamp UIT):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp blijft gedurende de ingestelde tijd aan.
2) Licht uitschakelen (indien lamp AAN):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp gaat uit resp. schakelt over op sensormodus.
Permanente verlichting
1) Permanente verlichting inschakelen:
Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp schakelt gedurende
4 uur over op permanente verlichting (rode LED achter de
lens brandt). Vervolgens schakelt de lamp automatisch weer
over op sensormodus (rode LED uit).
2) Permanente verlichting uitschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit resp. schakelt
over op sensormodus.
Belangrijk:
Het meerdere malen op de schakelaar drukken moet snel
achter elkaar gebeuren (ca. 0,5 – 1 sec.).
Afstelling registratiebereik
Het registratiebereik kan indien gewenst worden beperkt. Met
de meegeleverde afdekplaatjes kunnen zoveel lenssegmenten
als gewenst worden afgedekt. Hierdoor worden verkeerde
schakelingen door bijv. auto's, voetgangers etc. voorkomen of
bepaalde gebieden gericht bewaakt. De afdekplaatjes en
afdekfolies kunnen langs de inkepingen afgebroken of doorge-
knipt worden. Daarna worden ze gewoon op de lens gestoken
of geplakt.
- 18 -
Na de installatie kan de sensorlamp in gebruik worden geno-
men. Op de afneembare sensorunit bevinden zich instelknop-
jes voor de tijds-, programma- en schemerinstelling. Na het
indrukken van de blokkering met een sleufschroevendraaier
Functies , ,
kan de sensoreenheid voor een eenvoudige instelling worden
afgenomen. Daarbij schakelt de sensorlamp over op perma-
nente verlichting.
Schemerinstelling (drempelwaarde)
(instelling af fabriek: daglichtstand
2000 lux)
Traploos instelbare drempelwaarde van de sensor
van 2 – 2000 lux.
Instelknopje op gezet = daglichtstand ca. 2000 lux.
Instelknopje op gezet = schemerstand ca. 2 lux.
Voor de instelling van het registratiebereik bij daglicht moet
het instelknopje op (daglichtstand) worden gezet.
Uitschakelvertraging (tijdsinstelling)
(instelling af fabriek: 5 sec.)
Traploos instelbare brandduur van 5 sec. tot 15 min.
Instelknopje op = kortste tijd (5 sec.)
Instelknopje op + = langste tijd (15 min.)
Bij de instelling van het registratiebereik wordt geadviseerd
om de kortste tijd te kiezen.
5 sec. – 15 min.
2 – 2000 lux
Programma-instelling
(instelling af fabriek: programma 1)
De volgende programma's hebben alleen
betrekking op de LED-lichtkrans en het
power-LED-effectlicht. Het hoofdlicht
schakelt vanaf de ingestelde schemer-
waarde bij beweging altijd aan en na
afloop van de ingestelde tijd weer uit.
Programma + : comfortprogramma LED:
l
De LED's branden vanaf de ingestelde schemerwaarde
de hele nacht.
Programma : comfort-energiespaarprogramma LED*:
l
De LED's branden vanaf de ingestelde schemerwaarde
tot halverwege de nacht.
l
Daarna schakelen de LED's bij beweging in.
Programma : standaardprogramma LED:
l
De LED's schakelen bij beweging in.
l
Na afloop van de ingestelde tijd gaan de LED's uit
1
2
3
4
* Opmerking bij comfort-energiespaarprogramma LED :
In de sensor is geen klok geïntegreerd, het midden van de
nacht wordt alleen bepaald door de lengte van de donkere
fases. Daarom is het voor een storingvrije werking belangrijk
dat de lamp gedurende deze tijd van netspanning wordt voor-
zien. Gedurende de eerste nacht (inmeetfase) zijn de LED's
compleet actief. De waarden worden zo opgeslagen, dat ze
beveiligd zijn tegen stroomuitval.
Wij adviseren om de stroom in programma niet te onderbre-
ken. De waarden worden tijdens meerdere nachten bepaald,
daarom moet bij eventuele storingen gedurende meerdere
nachten gecontroleerd worden of de uitschakeltijd van de
LED's richting middernacht verandert.
3
3
Afmetingen (H x B x D): 295 x 72 x 105
Netaansluiting: 230 – 240 V, 50 Hz
Vermogen: 12 W led-effectlicht en led-powerlicht, ca. 1 W
alleen spaarlamp met max. Ø 48 mm / max. 15 W
Registratiehoek: 360° met 90° openingshoek en onderkruipbescherming
Reikwijdte van de sensor: max. 8 m rondom
Tijdinstelling: 5 sec. – 15 min.
Schemerinstelling: 2 – 2000 lux
Programma-instelling: 4 praktijkgerichte programma's (zie boven)
Permanente verlichting: inschakelbaar (4 uur)
voorwaarde: aangesloten schakelaar in voedingskabel
Temperatuurbereik: -10 °C tot +50 °C
Bescherming: IP 44
Veiligheidsklasse: II
Technische gegevens van de bijgaande led-lamp
Vermogen: 8,5 W / E27
Lichtstroom/efficiëntie: 674 lm / 79,3 lm/W
Kleurweergave-index: RA ≥ 80
Kleurtemperatuur: 3000 K (warm wit)
Levensduur led-lampjes: 25.000 uur
Technische gegevens
NL
- 21 -
Descrizione apparecchio
Vetro della lampada
Vite di sicurezza
Involucro della lampada
Supporto per il montaggio a parete
cornice luminosa di LED
Luce ad effetto con power-LED
Unità minisensore (amovibile per una comoda regolazione delle
funzioni)
Tappo di tenuta
Istruzioni per il montaggio
Gentili clienti,
molte grazie per la fiducia che ci avete dimostrato acquistando la
Vostra nuova lampada a sensore della STEINEL. Avete scelto un
prodotto pregiato di alta qualità costruito, provato e confezionato
con la massima cura.
I
Avvertenze sulla sicurezza
n
Per il montaggio la linea elettrica da allacciare deve essere fuori
tensione. Prima del lavoro, occorre pertanto togliere la tensione
ed accertarne l'assenza mediante uno strumento di misurazione
della tensione.
n
L'installazione della lampada a sensore richiede lavori alla linea
di alimentazione elettrica. Per questo motivo l'installazione deve
essere eseguita a regola d'arte. (
D
- VDE 0100,
A
- ÖVE /
ÖNORM E8001-1,
- SEV 1000)
Vi preghiamo di procedere all'installazione solo dopo aver letto atten-
tamente le presenti istruzioni di montaggio. Solo un'installazione ed
una messa in funzione effettuate a regola d'arte possono infatti garan-
tire un funzionamento affidabile, privo di disturbi e di lunga durata.
Vi auguriamo di essere pienamente soddisfatti della Vostra nuova lam-
pada a sensore STEINEL.
n
Utilizzate esclusivamente pezzi di ricambio originali.
n
Le riparazioni devono venire effettuate esclusivamente da officine
specializzate.
n
Il vetro della lampada
deve venire ben avvitato all'involucro
della lampada
mediante l'anello di tenuta .
Anello di tenuta
Nasello per lo smontaggio dell'unità sensore
Regolazione del periodo di accensione
Regolazione di luce crepuscolare
Impostazione del programma
Il principio
Regolazione del campo di rilevamento
Luce continua
Funzionamento / Cura
Il principio
Cornice luminosa di LED e luce ad effetto con power-LED
I LED si illuminano in base alla luce crepuscolare. Ideale ad es. per
illuminare in modo duraturo i numeri civici. Se si desidera, anche
solo in caso di movimento.
Lampadine LED collegate che si attivano in caso di rileva-
mento di persone.
Se il minisensore rileva la presenza di una persona, la lampa-
dina LED si accende per il tempo impostato.
Il sensore a raggi infrarossi ad alta prestazione integrato consiste
in un doppio sensore da 360° il quale rileva l'invisibile radiazione
termica di corpi in movimento (persone, animali, ecc.).
La radiazione termica in tal modo rilevata viene trasformata elettroni-
camente e provoca l'accensione automatica della lampada. La pre-
senza di ostacoli quali per es. muri o vetri impedisce il riconoscimen-
to dell'irraggiamento termico,l'accensione pertanto non avviene.
Viene raggiunto un angolo di rilevamento di 360° con un angolo di
apertura di 90°. Il controllo del campo sotto il sensore garantisce la
protezione contro lo strisciamento sotto il campo di rilevamento.
Importante: Per ottenere il più sicuro rilevamento di movimento
montate la lampada sensore lateralmente rispetto alla direzione di
passaggio e provvedete affinché non vi siano ostacoli (come per es.
alberi, muri, ecc.) che compromettano la visuale del sensore.
Il raggio d'azione è limitato, se Vi dirigete direttamente verso la
lampada.
Installazione
Il luogo di montaggio deve distare almeno 50 cm da un'altra lampada,
in quanto l'irraggiamento termico proveniente da quest'ultima può
provocare l'intervento del sistema. Per raggiungere il raggio d'azione
indicato di 8 m l'altezza di montaggio deve essere di ca. 1,8 – 2 m.
Collegamento alla linea di allacciamento alla rete e all'utenza
(vedi figura)
Il cavo di collegamento alla rete ha 3 fili.
L = fase (di norma nero o marrone)
N = filo neutro (di norma blu)
PE = conduttore di terra (verde/giallo)
Se avete dei dubbi controllate i cavi con un indicatore di tensione; poi
disinserite nuovamente la tensione. Il filo di fase (L) ed il conduttore
neutro (N) si allacciano ai morsetti del lampadario. Lo scambio di col-
legamenti causa un corto circuito nell'apparecchio. In questo caso è
necessario identificare i singoli cavi e rimontarli. Isolare e posizionare
accanto il conduttore di terra (PE).
Avvertenze: ovviamente nella linea di alimentazione della rete può
essere installato un interruttore di rete per accendere e spegnere. Per
la modalità di funzionamento con luce continua questa è una condizio-
ne indispensabile (vedi Capitolo funzionamento con luce continua).
8.1
8.1
- 20 -
De sensorlamp schakelt ongewenst aan
Reikwijdteverandering sensorlamp
Rode LED knippert snel
n Wind beweegt bomen en struiken bin-
nen het registratiegebied
n Registratie van auto's op straat
n Plotselinge verandering van tempera-
tuur door het weer (wind, regen,
sneeuw) of afvoerlucht van ventilato-
ren, open ramen
n Bereik veranderen
n Bereik veranderen
n Bereik veranderen of montageplaats
verleggen
n Andere omgevingstemperaturen n Registratiebereik door afdekplaatjes
nauwkeurig instellen
n Interne zekering geactiveerd n Sensorlamp uit- en na 5 sec. weer
inschakelen
LED-lichtkrans ondanks duisternis uit
n Programma 3 of 4 gekozen n Ander programma kiezen
Storingen
De sensorlamp is zonder spanning
De sensorlamp schakelt niet aan
De sensorlamp schakelt niet uit
Storing
n Zekering in meterkast defect, niet
ingeschakeld, kabel onderbroken.
n Kortsluiting
n Nieuwe zekering, netschakelaar
inschakelen; kabel testen met
spanningstester
n Aansluitingen controleren
n Bij daglicht, instelling van de schemer-
schakelaar staat op nachtstand
n Led-lamp defect
n Netschakelaar UIT
n Zekering defect
n Registratiebereik niet gericht ingesteld
n Interne elektrische beveiliging werd
geactiveerd (rode LED knippert snel)
n Netaansluitingsklem niet goed opge-
stoken
n Opnieuw instellen (regelaar )
n Verwisselen
n Inschakelen
n Nieuwe zekering, eventueel aanslui-
ting controleren
n Opnieuw instellen
n Sensorlamp uit- en na ca. 5 sec.
weer inschakelen
n Klem stevig samendrukken
n Permanente beweging in het registra-
tiebereik
n Sensoreenheid is niet vastgeklikt
n Bereik controleren en eventueel
opnieuw instellen
n Sensorunit met lichte druk
vastklikken
De LED's gaan niet zoals gewenst om
ca. middernacht uit
n Externe lichtbron (bijv. andere bewe-
gingsmelder of -lamp) schakelt de
sensorlamp inactief
n Sensorlamp tegen het externe licht
afschermen. Sensorlamp vervolgens
meerdere dagen observeren, want
zij heeft wat tijd nodig om weer op
de juiste waarde in te stellen
De LED's schakelen niet compleet uit
n Comfortprogramma ingesteld n Programmakeuzeschakelaar op 4
Oorzaak Oplossing
Functiegarantie
Dit STEINEL-product is met grote zorgvuldigheid gefabri-
ceerd, getest op goede werking en veiligheid volgens de gel-
dende voorschriften, en vervolgens steekproefsgewijs gecon-
troleerd. STEINEL verleent garantie op de storingvrije werking.
De garantietermijn bedraagt 36 maanden en gaat in op de
datum van aanschaf door de klant. Alle klachten die berusten
op materiaal- of fabricagefouten worden door ons opgelost.
De garantie bestaat uit reparatie of vernieuwen van de defecte
onderdelen, door ons te beoordelen. Garantie vervalt bij scha-
de aan onderdelen, die aan slijtage onderhevig zijn en bij
schade of gebreken, die door ondeskundig gebruik of onder-
houd ontstaan. Schade aan andere voorwerpen is uitgesloten
van garantie.
De garantie wordt alleen verleend als het niet-gedemonteerde
apparaat met korte foutbeschrijving, kassabon of rekening
(aankoopdatum en winkelierstempel), goed verpakt aan het
desbetreffende serviceadres wordt gestuurd.
Reparatieservice:
Informeer na afloop van de garantietermijn
of bij gebreken die niet onder de garantie
vallen bij het dichtstbijzijnde serviceadres
naar de reparatiemogelijkheden.
I

Documenttranscriptie

NL Problème Cause Remède La lampe à détecteur n’est pas sous tension n Fusible défectueux, appareil hors circuit, câble coupé n Changer le fusible défectueux, mettre l'interrupteur en circuit ; vérifier le câble à l'aide d'un testeur de tension n Vérifier le branchement n Court-circuit La lampe à détecteur ne s'allume pas n En fonctionnement diurne, le réglage de crépuscularité est positionné sur fonctionnement nocturne n Ampoule LED défectueuse n Interrupteur en position ARRÊT n Fusible défectueux n Régler à nouveau (bouton ) n Changer l'ampoule n Enclencher n Changer le fusible, éventuellement vérifier le branchement n Régler à nouveau n Réglage incorrect de la zone de détection n Le fusible intégré au détecteur a été acti- n Éteindre la lampe à détecteur et la vé (la LED rouge clignote rapidement) rallumer après env. 5 s n La borne de raccordement au secteur n Bien enfoncer la borne n'est pas correctement enfichée La lampe à détecteur ne s'éteint pas n Mouvement continu dans la zone de détection n Le détecteur n’est pas bien inséré n Contrôler la zone de détection, éventuellement la régler à nouveau n Encliqueter le détecteur en exerçant une légère pression Les LED ne s'éteignent pas comme souhaité aux environs de minuit n Une autre source lumineuse provoque l’extinction de la lampe à détection n Isoler de l’autre source de lumière, observer la lampe à détecteur pendant plusieurs jours, elle a besoin de quelques temps pour s'ajuster à nouveau à la bonne valeur Les LED ne s'éteignent pas complètement n Sélection programme confort n Sélectionner le programme 4 La lampe à détecteur s’allume de façon intempestive n Le vent agite des arbres et des arbustes dans la zone de détection n Détection de voitures passant sur la chaussée n Variations subites de température dues aux intempéries (vent, pluie, neige) ou à des courants d'air provenant de ventilateurs ou de fenêtres ouvertes n Modifier la zone Changement de la portée de la lampe à détecteur n Variations de la température ambiante n Réglage de précision de la zone de détection par caches enfichables La LED clignote rapidement n Le fusible intégré à la lampe à détecteur est activé n Éteindre la lampe à détecteur et la rallumer après env. 5 s La couronne lumineuse LED est éteinte malgré l'obscurité n Les programmes 3 ou 4 ont été sélectionnés n Modifier le programme n Modifier la zone n Modifies la zone, monter l'appareil à un autre endroit Geachte klant, Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u met de aanschaf van uw nieuwe STEINEL-sensorlamp in ons stelt. U heeft een hoogwaardig kwaliteitsproduct gekocht, dat met uiterste zorgvuldigheid vervaardigd, getest en verpakt werd. Lees voor de installatie deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig door, want alleen een vakkundige installatie en ingebruikneming garanderen een duurzaam, betrouwbaar en storingvrij gebruik. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe sensorlamp van STEINEL. Het principe  LED-lichtkrans en power-LED-effectlicht De LED's branden schemeringgestuurd. Dat is ideaal om bijv. huisnummers permanent te verlichten. Indien gewenst ook alleen bij beweging. Deze zo geregistreerde warmtestraling wordt elektronisch omgezet en schakelt hierdoor de lamp automatisch aan. Door hindernissen, zoals muren of ruiten, wordt geen warmtestraling herkend, dus vindt ook geen schakeling plaats. Er wordt een registratiehoek van 360° met een openingshoek van 90° bereikt. Een registratie onder de sensor is gegarandeerd door een onderkruipbescherming. Extra ingeschakelde led-lamp bij herkenning van personen Als de minisensor een persoon herkent, wordt de led-lamp voor de ingestelde tijd ingeschakeld. Belangrijk: De beste bewegingsregistratie heeft u als de sensorlamp zijdelings in de looprichting wordt gemonteerd en geen hindernissen (zoals bomen, muren enz.) het zicht van de sensor belemmeren. De reikwijdte is beperkt als u recht op de lamp toeloopt. De geïntegreerde, sterke infraroodsensor bestaat uit een 360° dubbele sensor, die de onzichtbare warmtestraling van bewegende mensen, dieren enz. registreert. Veiligheidsvoorschriften n Bij de montage moet de aan te sluiten elektrische kabel spanningsvrij zijn. Daarom eerst de stroom uitschakelen en op spanningsloosheid testen met een spanningstester. n Tijdens de installatie van de sensorlamp wordt gewerkt aan de netspanning. Dit moet vakkundig en volgens de gebruikelijke installatievoorschriften en aansluitingsvoorwaarden worden uitgevoerd. (NL: NEN 1010, B: (AREI) NBN 15-101) - VDE 0100, - ÖVE / ÖNORM E8001-1, ( - SEV 1000) D  n Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. n Reparaties mogen uitsluitend door een vakbedrijf worden uitgevoerd. n Het lampenglas  moet met de afdichtring 8.1 aan de lampbehuizing  worden vastgeschroefd. A Beschrijving van het apparaat      Lampenglas Borgschroef Lampbehuizing Wandhouder LED-lichtkrans Power-LED-effectlicht Minisensorunit (uitneembaar voor een comfortabele functie-instelling)  Afdichtingsdopje 8.1      Afdichtring Blokkering voor het uitnemen van de sensorunit Tijdsinstelling Schemerinstelling Programma-instelling Het principe Afstelling registratiebereik Functie voor permanente verlichting Gebruik / onderhoud Installatie Service après-vente et garantie Ce produit STEINEL a été fabriqué avec le plus grand soin. Son fonctionnement et sa sécurité ont été contrôlés suivant des procédures fiables et il a été soumis à un contrôle final par sondage. STEINEL garantit un état et un fonctionnement irréprochable. La durée de garantie est de 36 mois et débute au jour de la vente au consommateur. Nous remédions aux défauts provenant d'un vice de matière ou de construction. La garantie sera assurée à notre discrétion par réparation ou échange des pièces défectueuses. La garantie ne s'applique ni aux pièces d'usure, ni aux dommages et défauts dus à une utilisation ou maintenance incorrectes. Les dommages consécutifs causés à d'autres objets sont exclus de la garantie. Gebruiksaanwijzing La garantie ne s’applique que si l’appareil non démonté est retourné à la station de service après-vente la plus proche, dans un emballage adéquat, accompagné d’une brève description du défaut et d’un ticket de caisse ou d’une factureportant la date d’achat et le cachet du vendeur. Service de réparation : Une fois la garantie expirée ou en cas de vices non couverts par la garantie, veuillez contacter la station de service après-vente la plus proche pour savoir si une remise en état est possible. - 16 - De plaats van montage moet minimaal 50 cm van een lamp verwijderd zijn, omdat warmtestraling de sensor kan activeren. Om de aangegeven reikwijdte van 8 m te bereiken, moet de montagehoogte ca. 1,8 – 2 m zijn. Aansluiting van netsnoer en toevoer verbruiker (zie afb.) De stroomtoevoer bestaat uit een 3-polige kabel: L = fase (meestal zwart of bruin) N = nuldraad (meestal blauw) PE = aardedraad (groen/geel) In geval van twijfel moeten de draden met een spanningstester worden geïdentificeerd; vervolgens weer spanningsvrij maken. De fase (L) en de nuldraad (N) worden in het kroonsteentje aangesloten. Verwisseling van de aansluitingen leidt in het apparaat of in uw meterkast tot kortsluiting. In dit geval moeten de afzonderlijke kabels geïdentificeerd en opnieuw aangesloten worden. Aardedraad (PE) isoleren en gewoon toevoegen. Opmerking: In de stroomtoevoerkabel kan natuurlijk een netschakelaar voor in- en uitschakelen worden gemonteerd. Voor de functie permanente verlichting is dit zelfs noodzakelijk (zie hoofdstuk Permanente verlichting) . - 17 - NL Dysfonctionnements Afstelling registratiebereik  Na de installatie kan de sensorlamp in gebruik worden genomen. Op de afneembare sensorunit bevinden zich instelknopjes voor de tijds-, programma- en schemerinstelling. Na het indrukken van de blokkering met een sleufschroevendraaier kan de sensoreenheid voor een eenvoudige instelling worden afgenomen. Daarbij schakelt de sensorlamp over op permanente verlichting. Uitschakelvertraging (tijdsinstelling)  (instelling af fabriek: 5 sec.) Traploos instelbare brandduur van 5 sec. tot 15 min. Instelknopje op – = kortste tijd (5 sec.) Instelknopje op + = langste tijd (15 min.) Bij de instelling van het registratiebereik wordt geadviseerd om de kortste tijd – te kiezen. 5 sec. – 15 min. Schemerinstelling (drempelwaarde) (instelling af fabriek: daglichtstand 2000 lux) Traploos instelbare drempelwaarde van de sensor van 2 – 2000 lux. Instelknopje op Instelknopje op gezet = daglichtstand ca. 2000 lux. gezet = schemerstand ca. 2 lux. Het registratiebereik kan indien gewenst worden beperkt. Met de meegeleverde afdekplaatjes kunnen zoveel lenssegmenten als gewenst worden afgedekt. Hierdoor worden verkeerde schakelingen door bijv. auto's, voetgangers etc. voorkomen of bepaalde gebieden gericht bewaakt. De afdekplaatjes en afdekfolies kunnen langs de inkepingen afgebroken of doorgeknipt worden. Daarna worden ze gewoon op de lens gestoken of geplakt. NL Functies , , Permanente verlichting  Als er een netschakelaar in de kabel gemonteerd wordt, zijn naast het eenvoudige in- en uitschakelen ook de volgende functies mogelijk: Permanente verlichting 1) Permanente verlichting inschakelen: Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp schakelt gedurende 4 uur over op permanente verlichting (rode LED achter de lens brandt). Vervolgens schakelt de lamp automatisch weer over op sensormodus (rode LED uit). 2) Permanente verlichting uitschakelen: Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit resp. schakelt over op sensormodus. Sensormodus 1) Licht inschakelen (indien lamp UIT): Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp blijft gedurende de ingestelde tijd aan. 2) Licht uitschakelen (indien lamp AAN): Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit resp. schakelt over op sensormodus. Belangrijk: Het meerdere malen op de schakelaar drukken moet snel achter elkaar gebeuren (ca. 0,5 – 1 sec.). Voor de instelling van het registratiebereik bij daglicht moet het instelknopje op (daglichtstand) worden gezet. 2 – 2000 lux Technische gegevens Programma-instelling (instelling af fabriek: programma 1) Programma 1 + 2 : comfortprogramma LED: l De LED's branden vanaf de ingestelde schemerwaarde de hele nacht. De volgende programma's hebben alleen betrekking op de LED-lichtkrans en het power-LED-effectlicht. Het hoofdlicht schakelt vanaf de ingestelde schemerwaarde bij beweging altijd aan en na afloop van de ingestelde tijd weer uit. Programma 3 : comfort-energiespaarprogramma LED*: l De LED's branden vanaf de ingestelde schemerwaarde tot halverwege de nacht. l Daarna schakelen de LED's bij beweging in. Programma 4 : standaardprogramma LED: l De LED's schakelen bij beweging in. l Na afloop van de ingestelde tijd gaan de LED's uit Afmetingen (H x B x D): Netaansluiting: Vermogen: Registratiehoek: Reikwijdte van de sensor: Tijdinstelling: Schemerinstelling: Programma-instelling: Permanente verlichting: Temperatuurbereik: Bescherming: Veiligheidsklasse: 295 x 72 x 105 230 – 240 V, 50 Hz 12 W led-effectlicht en led-powerlicht, ca. 1 W alleen spaarlamp met max. Ø 48 mm / max. 15 W 360° met 90° openingshoek en onderkruipbescherming max. 8 m rondom 5 sec. – 15 min. 2 – 2000 lux 4 praktijkgerichte programma's (zie boven) inschakelbaar (4 uur) voorwaarde: aangesloten schakelaar in voedingskabel -10 °C tot +50 °C IP 44 II Technische gegevens van de bijgaande led-lamp Vermogen: Lichtstroom/efficiëntie: Kleurweergave-index: Kleurtemperatuur: Levensduur led-lampjes: * Opmerking bij comfort-energiespaarprogramma LED 3 8,5 W / E27 674 lm / 79,3 lm/W RA ≥ 80 3000 K (warm wit) 25.000 uur Gebruik/onderhoud  : In de sensor is geen klok geïntegreerd, het midden van de nacht wordt alleen bepaald door de lengte van de donkere fases. Daarom is het voor een storingvrije werking belangrijk dat de lamp gedurende deze tijd van netspanning wordt voorzien. Gedurende de eerste nacht (inmeetfase) zijn de LED's compleet actief. De waarden worden zo opgeslagen, dat ze beveiligd zijn tegen stroomuitval. 3 Wij adviseren om de stroom in programma niet te onderbreken. De waarden worden tijdens meerdere nachten bepaald, daarom moet bij eventuele storingen gedurende meerdere nachten gecontroleerd worden of de uitschakeltijd van de LED's richting middernacht verandert. De sensorlamp is geschikt voor het automatisch in- en uitschakelen van licht. Weersinvloeden kunnen de werking van de sensorlamp beïnvloeden, bij hevige windvlagen, sneeuw, regen en hagel kan het tot foutieve schakelingen komen, omdat de plotselinge temperatuurswisselingen niet van warm- tebronnen onderscheiden kunnen worden. De registratielens kan bij vervuiling met een vochtige doek (zonder reinigingsmiddel) worden schoongemaakt. Voor de reiniging van de LED-lichtkrans  kan de minisensorunit worden afgenomen. Conformiteitsverklaring Dit product voldoet aan de - laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG - EMC-richtlijn 2004/108/EG - 18 - - RoHS-richtlijn 2011/65/EG - WEEE-richtlijn 2012/19/EG - 19 - Storingen I Oorzaak Oplossing De sensorlamp is zonder spanning n n Nieuwe zekering, netschakelaar inschakelen; kabel testen met spanningstester n Aansluitingen controleren Zekering in meterkast defect, niet ingeschakeld, kabel onderbroken. n Kortsluiting De sensorlamp schakelt niet aan n Bij daglicht, instelling van de schemerschakelaar staat op nachtstand n Led-lamp defect n Netschakelaar UIT n Zekering defect n Registratiebereik niet gericht ingesteld n Interne elektrische beveiliging werd geactiveerd (rode LED knippert snel) n Netaansluitingsklem niet goed opgestoken n Opnieuw instellen (regelaar ) n Verwisselen n Inschakelen n Nieuwe zekering, eventueel aansluiting controleren n Opnieuw instellen n Sensorlamp uit- en na ca. 5 sec. weer inschakelen n Klem stevig samendrukken n Permanente beweging in het registratiebereik n Sensoreenheid is niet vastgeklikt n Bereik controleren en eventueel opnieuw instellen n Sensorunit met lichte druk vastklikken De LED's gaan niet zoals gewenst om ca. middernacht uit n Externe lichtbron (bijv. andere bewegingsmelder of -lamp) schakelt de sensorlamp inactief n Sensorlamp tegen het externe licht afschermen. Sensorlamp vervolgens meerdere dagen observeren, want zij heeft wat tijd nodig om weer op de juiste waarde in te stellen De LED's schakelen niet compleet uit n Comfortprogramma ingesteld n Programmakeuzeschakelaar op 4 De sensorlamp schakelt ongewenst aan n Wind beweegt bomen en struiken binnen het registratiegebied n Registratie van auto's op straat n Plotselinge verandering van temperatuur door het weer (wind, regen, sneeuw) of afvoerlucht van ventilatoren, open ramen n Bereik veranderen Reikwijdteverandering sensorlamp n Andere omgevingstemperaturen n Registratiebereik door afdekplaatjes nauwkeurig instellen Rode LED knippert snel n Interne zekering geactiveerd n Sensorlamp uit- en na 5 sec. weer inschakelen LED-lichtkrans ondanks duisternis uit n Programma 3 of 4 gekozen n Ander programma kiezen De sensorlamp schakelt niet uit n Bereik veranderen n Bereik veranderen of montageplaats verleggen Functiegarantie Dit STEINEL-product is met grote zorgvuldigheid gefabriceerd, getest op goede werking en veiligheid volgens de geldende voorschriften, en vervolgens steekproefsgewijs gecontroleerd. STEINEL verleent garantie op de storingvrije werking. De garantietermijn bedraagt 36 maanden en gaat in op de datum van aanschaf door de klant. Alle klachten die berusten op materiaal- of fabricagefouten worden door ons opgelost. De garantie bestaat uit reparatie of vernieuwen van de defecte onderdelen, door ons te beoordelen. Garantie vervalt bij schade aan onderdelen, die aan slijtage onderhevig zijn en bij schade of gebreken, die door ondeskundig gebruik of onderhoud ontstaan. Schade aan andere voorwerpen is uitgesloten van garantie. De garantie wordt alleen verleend als het niet-gedemonteerde apparaat met korte foutbeschrijving, kassabon of rekening (aankoopdatum en winkelierstempel), goed verpakt aan het desbetreffende serviceadres wordt gestuurd. Reparatieservice: Informeer na afloop van de garantietermijn of bij gebreken die niet onder de garantie vallen bij het dichtstbijzijnde serviceadres naar de reparatiemogelijkheden. - 20 - Gentili clienti, molte grazie per la fiducia che ci avete dimostrato acquistando la Vostra nuova lampada a sensore della STEINEL. Avete scelto un prodotto pregiato di alta qualità costruito, provato e confezionato con la massima cura. Vi preghiamo di procedere all'installazione solo dopo aver letto attentamente le presenti istruzioni di montaggio. Solo un'installazione ed una messa in funzione effettuate a regola d'arte possono infatti garantire un funzionamento affidabile, privo di disturbi e di lunga durata. Vi auguriamo di essere pienamente soddisfatti della Vostra nuova lampada a sensore STEINEL. Il principio  I Storing Istruzioni per il montaggio Cornice luminosa di LED e luce ad effetto con power-LED I LED si illuminano in base alla luce crepuscolare. Ideale ad es. per illuminare in modo duraturo i numeri civici. Se si desidera, anche solo in caso di movimento. Lampadine LED collegate che si attivano in caso di rilevamento di persone. Se il minisensore rileva la presenza di una persona, la lampadina LED si accende per il tempo impostato. Il sensore a raggi infrarossi ad alta prestazione integrato consiste in un doppio sensore da 360° il quale rileva l'invisibile radiazione termica di corpi in movimento (persone, animali, ecc.). La radiazione termica in tal modo rilevata viene trasformata elettronicamente e provoca l'accensione automatica della lampada. La presenza di ostacoli quali per es. muri o vetri impedisce il riconoscimento dell'irraggiamento termico, l'accensione pertanto non avviene. Viene raggiunto un angolo di rilevamento di 360° con un angolo di apertura di 90°. Il controllo del campo sotto il sensore garantisce la protezione contro lo strisciamento sotto il campo di rilevamento. Importante: Per ottenere il più sicuro rilevamento di movimento montate la lampada sensore lateralmente rispetto alla direzione di passaggio e provvedete affinché non vi siano ostacoli (come per es. alberi, muri, ecc.) che compromettano la visuale del sensore. Il raggio d'azione è limitato, se Vi dirigete direttamente verso la lampada. Avvertenze sulla sicurezza n Per il montaggio la linea elettrica da allacciare deve essere fuori tensione. Prima del lavoro, occorre pertanto togliere la tensione ed accertarne l'assenza mediante uno strumento di misurazione della tensione. n L'installazione della lampada a sensore richiede lavori alla linea di alimentazione elettrica. Per questo motivo l'installazione deve - VDE 0100, - ÖVE / essere eseguita a regola d'arte. ( - SEV 1000) ÖNORM E8001-1,  D n Utilizzate esclusivamente pezzi di ricambio originali. n Le riparazioni devono venire effettuate esclusivamente da officine specializzate. n Il vetro della lampada  deve venire ben avvitato all'involucro della lampada  mediante l'anello di tenuta 8.1 . A Descrizione apparecchio      Vetro della lampada Vite di sicurezza Involucro della lampada Supporto per il montaggio a parete cornice luminosa di LED Luce ad effetto con power-LED Unità minisensore (amovibile per una comoda regolazione delle funzioni)  Tappo di tenuta 8.1      Anello di tenuta Nasello per lo smontaggio dell'unità sensore Regolazione del periodo di accensione Regolazione di luce crepuscolare Impostazione del programma Il principio Regolazione del campo di rilevamento Luce continua Funzionamento / Cura Installazione Il luogo di montaggio deve distare almeno 50 cm da un'altra lampada, in quanto l'irraggiamento termico proveniente da quest'ultima può provocare l'intervento del sistema. Per raggiungere il raggio d'azione indicato di 8 m l'altezza di montaggio deve essere di ca. 1,8 – 2 m. Collegamento alla linea di allacciamento alla rete e all'utenza (vedi figura) Il cavo di collegamento alla rete ha 3 fili. L = fase (di norma nero o marrone) N = filo neutro (di norma blu) PE = conduttore di terra (verde/giallo) Se avete dei dubbi controllate i cavi con un indicatore di tensione; poi disinserite nuovamente la tensione. Il filo di fase (L) ed il conduttore neutro (N) si allacciano ai morsetti del lampadario. Lo scambio di collegamenti causa un corto circuito nell'apparecchio. In questo caso è necessario identificare i singoli cavi e rimontarli. Isolare e posizionare accanto il conduttore di terra (PE). Avvertenze: ovviamente nella linea di alimentazione della rete può essere installato un interruttore di rete per accendere e spegnere. Per la modalità di funzionamento con luce continua questa è una condizione indispensabile (vedi Capitolo funzionamento con luce continua). - 21 -
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51

STEINEL L 265 LED de handleiding

Categorie
Buitenverlichting
Type
de handleiding