Volvo 2015 Early Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

QUICK GUIDE
WEB EDITION
GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO!
Deze folder bevat slechts een greep uit de meest gebruikelijke autofuncties. De gebruikershandleiding en de
overige handleidingen bevatten belangrijke informatie en alle waarschuwingsteksten en veiligheidsinstructies.
De volgende symbolen betekenen:
Verwijst naar onderdelen op overzichtsfiguren.
Stapsgewijze instructies.
Extra belangrijk om de gebruikershandleiding door te nemen.
Op de laatste pagina vindt u belangrijke informatie, waarschuwingen en veiligheidsinstructies die u
dient door te nemen.
Opties staan aangegeven met een sterretje *.
Lees bovendien meer over uw auto op www.volvocars.com.
Transpondersleutel
Keyless-systeem*
Motor starten en afzetten
Parkeerrem
Ruitenwissers
Bediening klimaatregeling
Verlichtingsbediening
Instrumentenpaneel
Infotainmentsysteem
Telefoon*
Internet*
Externe geluidsbron
Knoppen op middenconsole
Instellingen in menusysteem
02 Starten en wegrijden
Stoel instellen
Stuurwiel instellen
Rijstand
Opladen
Preconditioning
Mobiele app
01 Uw hybride 04 Bestuurdersmilieu
Tanken
Autoverzorging
Opbergmogelijkheden
AUX/USB*- en 12V-aansluitingen
05 Functies van uw auto
06 Tips
BLIS* en CTA*
Voetgangersdetectie*
03 Bestuurdersondersteunende systemen
Uit welke rijstanden kan ik kiezen?
De auto wordt aangedreven door twee motoren: een
elektrische motor en een dieselmotor. U hebt de keuze uit
verschillende rijstanden. U kunt geen ‘verkeerde’ rijstand
kiezen – de auto neemt de HYBRID-stand weer in, als niet
aan alle voorwaarden voor een andere stand is voldaan.
Het lampje in de knop Hybrid gaat dan branden.
HYBRID
Dit is de vooringestelde rijstand. Beide motoren wor-
den gebruikt: apart of allebei tegelijk. Een computer
bepaalt wat in een bepaalde situatie het beste is.
PURE
De auto wordt aangedreven door de elektrische
motor. De airconditioning is uitgeschakeld voor de
grootst mogelijke actieradius. De dieselmotor start
automatisch, wanneer de accu moet worden geladen
of wanneer u meer vermogen nodig hebt dan de
elektrische motor kan leveren. De dieselmotor wordt
zo nodig ook gebruikt om vierwielaandrijving mogelijk
te maken, bijvoorbeeld tijdens het wegrijden en bij
gladheid.
POWER
Levert optimale respons en prestaties doordat de
elektrische motor en de dieselmotor continu allebei
werken. Bij actief rijden worden zoveel mogelijk
lagere versnellingen aangehouden, wat inhoudt dat
er minder snel wordt opgeschakeld.
AWD
Vierwielaandrijving wordt geactiveerd. Voornamelijk
bedoeld voor gebruik op lage snelheden bij gladheid
om de grip en rijeigenschappen te verbeteren. De
rijstand werkt ook op hoge snelheden stabiliserend.
SAVE
Om de actuele ladingstoestand van de accu in stand
te houden voor later gebruik. Bij een lage ladings-
toestand wordt de accu opgeladen tot een niveau
waarbij u circa 20 km op de elektrische motor kunt
rijden. PURE kiezen, wanneer u op elektriciteit wilt
rijden.
01
Hoe open en sluit ik de klep van de
laadaansluiting?
De laadkabel zit in de opbergruimte onder de laadvloer in
de bagageruimte.
Lichtjes tegen de achterkant van de klep duwen en
loslaten.
Klep openen.
Afdekking van de laadaansluiting lostrekken en
ophangen aan de binnenkant van de klep.
Klep van de laadaansluiting in omgekeerde volgorde
sluiten.
01
Waar ligt de laadkabel?
01
Brandend symbool: geeft de gekozen laadstroom
aan.
Brandend symbool: Kabel aangesloten op 230 V.
Laadstroom verhogen.
Laadstroom verlagen.
Brandend symbool: kabel aangesloten op de auto.
Hoe werkt de regeleenheid van de
laadkabel*?
01
Hoe beëindig ik de oplading?
Auto ontgrendelen met de transpondersleutel.
Laadkabel loskoppelen bij de auto.
Laadkabel loskoppelen bij het 230V-stopcontact.
Laadkabel terugplaatsen in het opbergvak onder de
vloer van de bagageruimte.
Als u de laadkabel na ontgrendeling niet losneemt uit
de laadaansluiting, wordt de laadkabel na enige tijd
automatisch opnieuw vergrendeld. Vergrendeling/borging
opheffen door de auto opnieuw te vergrendelen met de
afstandsbediening.
Wat geven de lampjes van de laadaansluiting
aan?
01
01
Continu wit: Hulpverlichting
Continu oranje Stand-bystand
Snelle groene knipperingen: Oplading van slecht
geladen accu
Langzame groene knipperingen: Oplading van goed
geladen accu
Continu groen of uit: oplading gereed
Blauw: Timer ingeschakeld
Rood: Storing
Hoe start ik de oplading?
Laadkabel aansluiten op het 230V-stopcontact.
Laadstroom via regeleenheid* verhogen/verlagen. Dit
is van invloed op de laadtijd en de preconditioning.
Laadkabel op de auto aansluiten – de kabel in de
laadaansluiting wordt automatisch vergrendeld
Knop voor de Approach-verlichting op de transponder-
sleutel indrukken – op het instrumentenpaneel verschijnt
dan de resterende laadtijd. De laadstatus is af te lezen aan
de lampjes rond de laadaansluiting op de auto en via de
mobiele Volvo On Call*-app.
01
Approach-verlichting moet zijn ingeschakeld in MY
CAR – zie gebruikershandleiding.
Wat kan ik met de Volvo On Call*-app doen?
De Volvo On Call-app is overal en altijd te gebruiken. Met
één druk op een knop kunt u via de mobiel onder meer
de auto opsporen en op afstand vergrendelen, bepaalde
meterstanden en de ladingstoestand controleren en de
preconditioning instellen.
01
De app wordt continu bijgewerkt. Voor meer informatie
zie handleiding Volvo On Call*.
Hoe activeer ik de preconditioning?
De preconditioning dient voornamelijk om voor een
geplande rit de optimale omstandigheden te creëren voor
de elektrische aandrijving van de auto. De functie zorgt
ook voor verwarming/koeling van het interieur en is direct
te starten via het instrumentenpaneel, de transponder-
sleutel* of de mobiele Volvo On Call*-app.
Activeren via instrumentenpaneel:
Op OK op de linker stuurhendel drukken.
Aan het duimwiel draaien totdat Preconditioning
verschijnt en op OK drukken.
Uit Directe start, Timer, Buiten park. of Binnen
park. kiezen (alleen te activeren als de auto met de
laadkabel wordt opgeladen). Uw keuze bevestigen
met OK.
Activeren via transpondersleutel*:
Knop voor Approach-verlichting ca. 2 seconden indruk-
ken. De richtingaanwijzers van de auto lichten 5 keer
kort op om vervolgens continu te blijven branden, als
de preconditioning actief is.
Status controleren via de transpondersleutel*: (zie
afbeelding)
Knop voor informatie ca. 2 seconden indrukken. Het
controlelampje licht 5 keer kort op om vervolgens con-
tinu te blijven branden, als de preconditioning actief is.
Voor meer informatie over activering via de mobiel
zie handleiding Volvo On Call*.
01
Hoe werkt de transpondersleutel?
Wat geven de controlelampjes* op de
transpondersleutel aan?
02
02
Continu groen licht: de auto is vergrendeld.
Continu geel licht: de auto is niet vergrendeld.
Continu rood licht: het alarm is afgegaan.
Beide controlesymbolen lichten beurtelings rood op:
het alarm is minder dan 5 minuten geleden afge-
gaan.
Ontgrendelt portieren en achterklep en deactiveert
het alarm*. In te stellen in MY CAR.
Portieren en achterklep vergrendelen en alarm acti-
veren.
‘Approach’-verlichting.
Alleen achterklep ontgrendelen.
Informatie* over de auto.
Paniekfunctie.
In de transpondersleutel zijn instellingen op te slaan voor
onder meer de buitenspiegels en de elektrisch
bedienbare bestuurdersstoel* – zie gebruikershand-
leiding.
Hoe werkt het Keyless-systeem*?
U kunt de sleutel dan ook in bijvoorbeeld uw binnenzak
laten liggen.
Vergrendelen en alarm inschakelen
Achterkant van een van de buitenste portierhand-
grepen aanraken of lichtjes op de kleinste van de
beide met rubber beklede knoppen op de achterklep
drukken.
Ontgrendelen en alarm uitschakelen
Portierhandgreep beetpakken en het portier op de
gebruikelijke manier openen of lichtjes op de grote van
de beide met rubber beklede knoppen op de
achterklep drukken.
02
Hoe gebruik ik de parkeerrem?
02
Inschakelen
Rempedaal bedienen.
Op de handgreep PUSH LOCK/PULL RELEASE
drukken – het waarschuwingssymbool op het instru-
mentenpaneel gaat knipperen. Wanneer het symbool
continu brandt, is de parkeerrem ingeschakeld.
Rempedaal loslaten.
Uitschakelen
Rempedaal bedienen.
Aan de handgreep PUSH/PULL RELEASE trekken.
Hoe zet ik de motor af?
02
Knop START/STOP ENGINE kort indrukken en
loslaten – de motor slaat af. De elektromotor is uit-
geschakeld, wanneer de cijfers op de snelheidsmeter
of toerenteller en de andere meters doven.
Transpondersleutel uit het contactslot nemen.
Hoe start ik de motor?
Zorg dat u de laadkabel hebt losgekoppeld, voordat u de
auto start.
Transpondersleutel in het contactslot duwen.
Rempedaal volledig intrappen.
Knop START/STOP ENGINE kort indrukken en
loslaten. De elektromotor draait, wanneer de cijfers
op de snelheidsmeter of toerenteller en de andere
meters oplichten.
02
Hoe schakel ik de ruitenwissers en regensen-
sor* van de voorruit in?
Hendel omlaaghalen om de ruitenwissers van de voorruit
in te schakelen of omhoog voor één enkele wisslag.
Regensensor Aan/Uit.
Gevoeligheid sensor of duur intervalfunctie instellen.
Wisser achterruit – intervalfunctie/normale functie.
02
Het is belangrijk dat u dit inziet – zie gebrui-
kershandleiding.
De auto heeft Collision Warning met Auto-Brake en
fietsers- & voetgangersdetectie dat kan waarschuwen
voor voertuigen, fietsers en voetgangers en ervoor kan
(af-)remmen.
Het systeem is slechts een hulpmiddel en werkt niet in
alle situaties – zo heeft het moeite met fietsers die van de
zijkant komen, voetgangers die een lengte kleiner dan 80
cm hebben of gedeeltelijk zichtbaar zijn.
Hoe werkt de voetgangersdetectie*?
03
Waarvoor zijn BLIS* en CTA*?
03
Het Blind Spot Information System informeert over
achterliggers in de zogeheten dode hoeken van de auto
en voor snel naderende achterliggers.
Cross Traffic Alert waarschuwt voor kruisend verkeer
tijdens het achteruitrijden.
BLIS en CTA worden bij het starten van de motor geacti-
veerd.
BLIS Aan/Uit. BLIS is te deactiveren/activeren in
het menusysteem MY CAR onder Instellingen >
Rij-assistentiesystemen.
CTA Aan/Uit – vindt plaats via de knop voor de Park
Assist-sensoren*.
Park Assist-sensoren – zie gebruikershandleiding.
Hoe stel ik het stuur in?
Blokkering opheffen.
Stuur vooruit-/achteruit- en omhoog-/omlaagbewe-
gen.
Blokkering activeren.
04
Hoe stel ik de stoel in?
Voorkant zitgedeelte omhoog/omlaag.
Stoel omhoog/omlaag.
Stoel vooruit/achteruit.
Rugleuning kantelen.
Instellingen opslaan voor elektrisch bedienbare stoel*.
Geheugenknoppen voor elektrisch bedienbare stoel.
Instelling opslaan:
Knop voor vastlegging van de instelling ingedrukt houden,
terwijl u op de geheugenknop van uw keuze drukt.
04
Ook de stoelinstellingen zijn op te slaan in de
transpondersleutel* – zie gebruikershandleiding.
Hoe regel ik de temperatuur?
Eraan draaien voor onafhankelijke temperatuurin-
stelling links/rechts in passagiersruimte. Op het
beeldscherm verschijnt de gekozen temperatuur.
Op AUTO drukken voor automatische regeling van
de luchtverdeling en de overige functies. Op het
beeldscherm staat AUTO-KLIMAAT.
05
Hoe werkt de Auto-stand van de verlichtings-
bediening?
05
De stand AUTO biedt de volgende alternatieven:
• De rijverlichting schakelt automatisch tussen dagrijlicht
en dimlicht.
• Het groot licht wordt mogelijk ingeschakeld, wanneer u
het dimlicht voert.
• Actief groot licht (AHB)* – dat automatisch schakelt
tussen dimlicht en groot licht of de grootlichtbundel
aanpast op de verkeersomstandigheden kan worden
gebruikt.
• De tunneldetectie* is geactiveerd.
Hoe ontdooi ik de voorruit?
Eenmaal indrukken om lucht naar de ruiten te sturen
– het lampje in de ontwasemingsknop brandt.
Nogmaals indrukken om de functie uit te schakelen
– het lampje brandt niet.
05
Welke functies worden er op het
instrumentenpaneel weergegeven?
Hybride-accumeter verschijnt bij Hybrid-thema.
Wanneer de elektromotor stroom genereert voor de
accu, verschijnen er bellen.
Actuele ladingstoestand.
Actieve rijstand.
Het symbool gaat branden, wanneer de dieselmotor
loopt.
Hybridguide. Geeft de grens aan waarbij de diesel-
motor aan- of afslaat. Gaspedaalstand (grote wijzer)
in verhouding tot het beschikbare elektromotorver-
mogen (kleine wijzer).
05
Hoe bedien ik de boordcomputer?
OK indrukken om de boordcomputermenu’s te ope-
nen, opties te activeren en meldingen te bevestigen.
Met het duimwiel door de boordcomputeropties
bladeren.
Met RESET gegevens in de actuele boordcomputer-
functie op nul stellen en een stap teruggaan binnen
het menusysteem.
05
Hoe zet ik de dagteller op nul?
05
Aan het duimwiel van de linker stuurhendel draaien
om de gewenste dagteller T1 of T2 te tonen.
Lang op de knop RESET drukken om de getoonde
dagteller op nul te stellen.
Hoe is het uiterlijk* van het
instrumentenpaneel aan te passen?
05
Het instrumentenpaneel biedt de mogelijkheid om
verschillende thema’s te kiezen, zoals Hybrid of Eco.
ineedtobedeleted
Om van thema te wisselen:
Op de knop OK van de linker stuurhendel drukken,
terwijl de motor loopt.
Aan het duimwiel van de hendel draaien om de
menu-optie Thema’s te kiezen en vervolgens op OK
drukken.
Aan het duimwiel draaien om een thema te kiezen en
op OK drukken om uw keuze te bevestigen.
Het thema wordt vastgelegd in het transponder-
sleutelgeheugen* – zie gebruikershandleiding.
Hoe werkt de actieradius/‘---- km actieradius’?
05
Het instrumentenpaneel geeft de afstand aan die bij
benadering kan worden afgelegd met de resterende
hoeveelheid energie in de hybride-accu. De afstand is
gebaseerd op het gemiddelde verbruik bij een normaal
beladen auto, tijdens een normale rit en wanneer er niet te
veel elektrische verbruikers tegelijk worden gebruikt.
Wanneer ‘---- km’ verschijnt, zijn geen garanties meer te
geven voor de resterende actieradius op de accu.
‘---- km actieradius’ – zie gebruikershandleiding.
Hoe kan ik het infotainment-systeem in- en
uitschakelen?
Kort indrukken om de installatie in te schakelen.
Lang indrukken (totdat het scherm dooft) om uit te
schakelen.
Om het geluid te onderdrukken (MUTE): eenmaal kort
indrukken – tweemaal om het geluid opnieuw in te scha-
kelen.
05
Let erop dat u tegelijkertijd het Sensus-systeem (incl.
navigatie-* en telefoonsysteem*) in-/uitschakelt.
Hoe navigeer ik in het infotainment-systeem?
Op RADIO, MEDIA, MY CAR, NAV*, TEL* of *
drukken om een hoofdbron te kiezen.
Op OK/MENU of op het duimwiel* op het stuur
drukken om het hoofdmenu van de gekozen bron te
openen.
Aan TUNE of aan het duimwiel draaien om te navi-
geren binnen de menu’s.
Op OK/MENU of op het duimwiel drukken om een
keuze te maken binnen de menu’s.
Kort op EXIT drukken om een stap terug te doen
binnen het menusysteem, een functie te annuleren
of ingevoerde tekens te wissen.
Lang op de knop EXIT drukken om terug te gaan
naar de normaalweergave of naar de hoofdbronweer-
gave.
Tips:
Om het snelmenu te openen in de standen NAV of TEL
eenmaal op NAV of TEL drukken. Nogmaals drukken om
terug te gaan naar de normaalweergave.
05
Hoe ‘pair’ ik een Bluetooth
®
-telefoon en
maak ik een internetverbinding*?
Bij een mislukte aansluiting – zie gebruikershand-
leiding.
05
Op TEL* op de middenconsole drukken.
Mobiele telefoon identificeerbaar/zichtbaar maken
via Bluetooth
®
.
Op OK/MENU drukken en de aanwijzingen op
het beeldscherm volgen. De telefoon is daarmee
aangesloten op de auto en kan via de auto worden
bediend. U kunt vervolgens gebruik maken van de
internetdiensten van de auto.
De telefoon wordt in het vervolg automatisch ‘gepaird’ aan
de auto.
Hoe kan ik bellen?
Voor meer manieren om met de telefoon te bellen
zie gebruikershandleiding.
05
Op TEL* op de middenconsole drukken.
Gewenste nummer invoeren of het duimwiel op het
stuur omlaagdraaien om het telefoonboek te openen
en omhoogdraaien om de gesprekslijst te openen.
Op het duimwiel drukken om te bellen.
Gesprek beëindigen met een druk op EXIT.
05
Hoe kan ik apps gebruiken, wanneer de auto
een internetverbinding* heeft?
Wanneer de auto een internetverbinding heeft, kunt u
apps voor onder meer muziekdiensten, internetradio,
navigatiediensten en een vereenvoudigde internetbrow-
ser gebruiken.
Op de verbindingsknop drukken.
Apps kiezen en op OK/MENU drukken om de
beschikbare apps te zien.
Gewenste app kiezen en uw keuze bevestigen met
OK/MENU.
Welke diensten biedt Volvo ID*?
05
Voor meer informatie over Volvo ID – zie gebrui-
kershandleiding.
Voor bepaalde apps moet u mogelijk inloggen via een
aparte account. Gebruik een bestaande account of regis-
treer een nieuwe. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Volvo ID is een persoonlijke ID die aan de auto gekop-
peld is, waarmee u onder meer toegang kunt krijgen tot
de internetsite My Volvo en een adres vanuit een online
kaartdienst rechtstreeks naar de auto kunt versturen.
Registreer of bewerk uw Volvo ID als volgt:
Op de verbindingsknop drukken.
Apps > Instellingen kiezen en de aanwijzingen op
het scherm volgen.
Hoe sluit ik een externe geluidsbron aan?
Voor andere aansluitingen van een externe eenheid
– zie gebruikershandleiding.
05
Externe eenheid aansluiten via de AUX- of USB*-in-
gang in de middenconsole.
Op MEDIA drukken.
Aan TUNE draaien, totdat de gewenste geluidsbron
verschijnt.
Op OK/MENU drukken.
Hoe sla ik radiozenders op in de
voorkeurslijst?
U kunt per frequentieband (AM, FM e.d.) 10 voorkeurzen-
ders vastleggen.
Afstemmen op een zender.
Een van de sneltoetsen enkele seconden ingedrukt
houden. Het geluid verdwijnt zolang, maar keert terug
wanneer de zender opgeslagen is.
De sneltoets is vervolgens te gebruiken.
Het is mogelijk verschillende zenders in te stellen,
zie gebruikershandleiding.
05
Hoe kan ik de telefoon beantwoorden*?
Op duimwiel drukken om inkomende gesprekken te
beantwoorden.
Gesprek weigeren/beëindigen met een druk op EXIT.
Voor meer manieren om de telefoon te beantwoor-
den – zie gebruikershandleiding.
05
05
05
Hoe stel ik de klok in?
Naar Instellingen > Systeeminstellingen > Tijdin-
stellingen scrollen in MY CAR.
Aan TUNE draaien tot Automatische tijd verschijnt
en op OK/MENU drukken om de automatische
klokinstelling te activeren.
Voor de juiste tijdaanduiding is het zaak de juiste locatie
te kiezen.
In MY CAR zijn tal van autofuncties te regelen, zoals de
instellingen voor het klok, de buitenspiegels en vergren-
delingen. De rijstatistiek en de energiestromen worden
tevens grafisch weergegeven in MY CAR en zijn te
activeren via:
• Rijstatistiek: gemiddeld brandstofverbruik en gemid-
delde snelheid weergeven. Kan helpen om zuinig te
rijden.
• Energiestromen: geeft aan welke motor aandrijft en in
welke richting de energie stroom.
Welke instellingen zijn mogelijk in het
menusysteem?
Hoe geef ik een gps*-bestemming aan?
Op NAV drukken om het navigatiesysteem in te
schakelen – er verschijnt een kaart.
Nogmaals op NAV drukken en Adres opgeven
kiezen met OK/MENU.
Eén of meer zoekcriteria aangeven met behulp van
het schrijfwiel of via de numerieke toetsenset op de
middenconsole.
Vervolgens kiezen uit Als enige bestemming opge-
ven of Als deelbestemming opgeven en op OK/
MENU drukken.
Voor meer informatie en marktafwijkingen met betrekking
tot navigatie – zie apart supplement*.
05
Hoe tank ik?
06
Op de knop op het verlichtingspaneel drukken om de
tankvulklep te ontgrendelen – bij het loslaten van de
knop springt de klep open.
De pijl van het symbool op het instrumentenpaneel geeft
de kant aan waar de tankvulklep zit.
Hoe moet ik de auto wassen?
Voor de lak is het beter om de auto met de hand te
wassen dan in een automatische wasstraat. Een nieuwe
laklaag is bovendien kwetsbaarder dan een oude laag.
U wordt daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met de hand te
wassen.
Schoon water en een spons gebruiken. Erop letten dat vuil
en zand krassen op de lak kunnen veroorzaken.
06
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
06
Voor het behoud van het uiterlijk van leer is regelmatige
leerverzorging vereist. Daarom is het zaak om leren bekle-
ding één tot vier keer per jaar te behandelen met de Volvo
Leather Care-kit. De Volvo Leather Care-kit is te verkrijgen
bij de Volvo-dealer.
Waar zitten de opbergmogelijkheden?
Hier ziet u enkele van de opbergmogelijkheden van de
auto.
In de gebruikershandleiding staan meer opberg-
mogelijkheden.
06
Waar zitten de AUX/USB*-ingang en
12V-aansluitingen?
De 12V-aansluitingen in de middenconsole zijn alleen te
gebruiken met de transpondersleutel in sleutelstand I of
hoger. De 12V-aansluiting* in de bagageruimte is altijd te
gebruiken.
06
Lees meer over uw auto op www.volvocars.com.
TP17126(Dutch)AT1346.PrintedinSweden,Göteborg2013,Copyright©20002013VolvoCarCorporation
Hoe werkt de regeleenheid van de laadkabel?
Gebruik nooit een verlengkabel. Laad de auto alleen op aan goedgekeurde stopcontacten. De aardlekschakelaar in de regeleenheid van
de laadkabel zorgt voor beveiliging van de auto, maar er bestaat mogelijk gevaar voor overbelasting op het 230V-net.
Hoe start ik de oplading?
Controleer of het 230V-stopcontact zich leent voor het opladen van een elektrisch voertuig. De regeleenheid van de laadkabel past de
laadstroom (6–16 A, afhankelijk van de markt) aan om overbelasting van het 230V-stopcontact tegen te gaan.
Hoe activeer ik de preconditioning?
Bij Buiten park. produceert de verwarming op brandstof uitlaatgassen, maar niet bij Binn. parkeren, omdat dan de verwarming op stroom
wordt geactiveerd. Volvo adviseert u om voor directe start van de preconditioning dit via de transpondersleutel of de mobiele telefoon te
doen.
Hoe werkt het Keyless-systeem*?
Het Keyless-systeem werkt mogelijk niet, wanneer u de portierhandgrepen met handschoenen aan bedient. Het Keyless-systeem
ondervindt mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen. Leg/bewaar de transpondersleutel niet in de buurt van
een mobiele telefoon of metalen voorwerpen.
Hoe start ik de motor?
Na een koude start is het stationaire toerental verhoogd ongeacht buitentemperatuur. Het is onderdeel van Volvo’s effectieve uitlaatgas-
reinigingssysteem. Vanwege de voorgloeifunctie slaan bepaalde dieselmotoren bij een koude start wellicht later aan. Bij motorstart in nor-
male omstandigheden wordt doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt. De dieselmotor blijft uitgeschakeld. In bepaalde gevallen slaat
echter de dieselmotor aan, zoals mogelijk het geval is bij een lage omgevingstemperatuur of als de hybride-accu moet worden opgeladen.
Waarvoor zijn BLIS* en CTA*?
BLIS en CTA vormen slechts een aanvulling op – geen vervanging voor – een veilige rijstijl en het gebruik van de buitenspiegels. Ook bij
gebruik van de hulpmiddelen BLIS en CTA moet u altijd oplettend en verantwoord blijven rijden. Als chauffeur bent u er altijd zelf verant-
woordelijk voor dat u veilig achteruitrijdt. BLIS werkt niet in scherpe bochten. BLIS werkt evenmin, wanneer u achteruitrijdt.
Hoe werkt de voetgangersdetectie*?
Het systeem kan niet altijd alle voetgangers detecteren en heeft bijvoorbeeld moeite met slechts gedeeltelijk zichtbare voetgangers, voet-
gangers die gekleed gaan in kleding die de lichaamscontouren verhult of voetgangers met een lengte tot korter dan 80 cm. Het systeem
detecteert niet alle fietsers en heeft bijvoorbeeld moeite met slechts gedeeltelijk zichtbare fietsers, fietsers die gekleed gaan in kleding
die de lichaamscontouren verhult of fietsers die van de zijkant komen. U bent er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u de auto correct
bestuurt en voldoende afstand houdt, rekening houdend met de rijsnelheid.
Hoe stel ik de stoel in?
De stand van de bestuurdersstoel instellen vóórdat u wegrijdt – nooit tijdens het rijden. Controleer of de stoel vergrendeld staat om letsel
te voorkomen bij hard afremmen of een aanrijding.
Hoe stel ik het stuur in?
Het stuurwiel (na instelling van de bestuurdersstoel) instellen vóórdat u wegrijdt – nooit tijdens het rijden.
Hoe werkt de actieradius/‘---- km actieradius’?
Als u net van rijstijl bent veranderd, is een bepaalde foutmarge mogelijk.
Hoe ‘pair’ ik een Bluetooth
®
-telefoon en maak ik een internetverbinding*?
Bij internetgebruik vindt dataoverdracht (dataverkeer) plaats, waarvoor uw netwerkprovider u mogelijk kosten in rekening brengt. Informeer
bij uw provider naar de kosten voor dataverkeer.
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
Sommige geverfde kledingstukken (zoals spijkerbroeken en suède kleding) kunnen afgeven en voor vlekken op de bekleding zorgen.
Gebruik nooit sterke oplosmiddelen, omdat die de bekleding mogelijk beschadigen.
Waar zitten de AUX/USB*-ingang en 12V-aansluitingen?
Voor alle aansluitingen geldt een stroom van maximaal 10 A (120 W).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Volvo 2015 Early Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor