Volvo 2015 Early Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

QUICK GUIDE
WEB EDITION
GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO!
Deze folder bevat slechts een greep uit de meest gebruikelijke autofuncties. De gebruikershandleiding en de
overige handleidingen bevatten belangrijke informatie en alle waarschuwingsteksten en veiligheidsinstructies.
De volgende symbolen betekenen:
Verwijst naar onderdelen op overzichtsfiguren.
Stapsgewijze instructies.
Extra belangrijk om de gebruikershandleiding door te nemen.
Op de laatste pagina vindt u belangrijke informatie, waarschuwingen en veiligheidsinstructies die u
dient door te nemen.
Opties staan aangegeven met een sterretje *.
Lees bovendien meer over uw auto op www.volvocars.com.
Transpondersleutel
Keyless-systeem*
Motor starten en afzetten
Ruitenwissers
Bediening klimaatregeling
Verlichtingsbediening
Instrumentenpaneel
Infotainmentsysteem
Telefoon*
Externe geluidsbron
Knoppen op middenconsole
Instellingen in menusysteem
01 Starten en wegrijden
Stoel instellen
Stuurwiel instellen
Actieve parkeerhulp*
Rijbaanassistent*
BLIS* en CTA*
Start/Stop-systemen*
02 Bestuurdersondersteunende systemen
03 Bestuurdersmilieu
Gebruikershandleiding als mobiele app
Tanken
Autoverzorging
Alle ruiten openen
Opbergmogelijkheden
AUX/USB*- en 12V-aansluitingen
04 Functies van uw auto
05 Tips
Wat geven de controlelampjes* op de
transpondersleutel aan?
01
Continu groen licht: de auto is vergrendeld.
Continu geel licht: de auto is niet vergrendeld.
Continu rood licht: het alarm is afgegaan.
Beide controlesymbolen lichten beurtelings rood op:
het alarm is minder dan 5 minuten geleden afge-
gaan.
Hoe werkt de transpondersleutel?
01
Ontgrendelt portieren en achterklep en deactiveert
het alarm*. In te stellen in MY CAR.
Portieren en achterklep vergrendelen en alarm acti-
veren.
‘Approach’-verlichting.
Eenmaal indrukken om het kofferdeksel alleen te
ontgrendelen; tweemaal om het ook een stukje te
openen.
Informatie* over de auto.
Paniekfunctie.
In de transpondersleutel zijn instellingen op te slaan voor
onder meer de buitenspiegels en de elektrisch
bedienbare bestuurdersstoel* – zie gebruikers-
handleiding.
Hoe werkt het Keyless-systeem*?
U kunt de sleutel in bijvoorbeeld uw binnenzak laten lig-
gen.
Vergrendelen en alarm inschakelen
Achterkant van een van de buitenste portierhand-
grepen aanraken of lichtjes op de kleinste van de
beide met rubber beklede knoppen op de achterklep
drukken.
Ontgrendelen en alarm uitschakelen
Portierhandgreep beetpakken en het portier op de
gebruikelijke manier openen of lichtjes op de grote
van de beide met rubber beklede knoppen op de
achterklep drukken.
01
Hoe schakel ik de ruitenwissers en regensen-
sor* van de voorruit in?
Hendel omlaaghalen om de ruitenwissers van de voorruit
in te schakelen of omhoog voor één enkele wisslag.
Regensensor Aan/Uit.
Gevoeligheid sensor of duur intervalfunctie instellen.
Wisser achterruit – intervalfunctie/normale functie.
01
Hoe zet ik de motor af?
Knop START/STOP ENGINE kort indrukken – de
motor slaat af.
Transpondersleutel uit het contactslot nemen.
01
Hoe start ik de motor?
Transpondersleutel in het contactslot duwen.
Koppelings- of rempedaal bedienen.
Knop START/STOP ENGINE kort indrukken en
loslaten – de motor slaat aan.
01
Wat doet de rijbaanassistent LKA*?
Als de auto een zijlijn dreigt te overschrijden, grijpt LKA
actief in en stuurt de auto met een geringe stuurbeweging
terug naar de rijbaan. Als de auto een zijlijn passeert,
waarschuwt LKA u bovendien met pulserende trillingen in
het stuurwiel.
LKA activeren met een druk op de knop.
02
Wat doen BLIS* en CTA*?
02
Hoe gebruik ik de actieve parkeerhulp PAP*?
PAP controleert de beschikbare ruimte en stuurt vervol-
gens de auto. Aan u de taak om een passende versnelling
in te schakelen, de snelheid te regelen en te remmen/
stoppen.
PAP activeren met een druk op de knop. Niet sneller
rijden dan 30 km/h.
Aanwijzingen volgen die op het instrumentenpaneel
verschijnen.
Auto stoppen, wanneer dit met grafische beelden en
teksten van u verlangd wordt.
02
Het Blind Spot Information System informeert over
achterliggers in de zogeheten dode hoeken van de auto
en voor snel naderende achterliggers. Cross Traffic Alert
waarschuwt voor kruisend verkeer tijdens het achteruitrij-
den.
BLIS en CTA worden bij het starten van de motor geacti-
veerd.
BLIS Aan/Uit.
CTA Aan/Uit – vindt plaats via de knop voor de Park
Assist-sensoren*.
Park Assist-sensoren – zie gebruikershandleiding.
Hoe stel ik de stoel in?
Voorkant zitgedeelte omhoog/omlaag.
Stoel omhoog/omlaag.
Stoel vooruit/achteruit.
Rugleuning kantelen.
Instellingen opslaan voor elektrisch bedienbare stoel*.
Geheugenknoppen voor elektrisch bedienbare stoel.
Instelling opslaan:
Knop voor vastlegging van de instelling ingedrukt houden,
terwijl u op de geheugenknop van uw keuze drukt.
03
Ook de stoelinstellingen zijn op te slaan in de
transpondersleutel* – zie gebruikershandleiding.
Hoe gebruik ik het Start/Stop-systeem*?
02
Handgeschakelde versnellingsbak
Motor afzetten: Koppelingspedaal bedienen, versnellings-
pook in vrijstand zetten en koppeling loslaten.
Motor starten: Koppeling bedienen.
Automatische versnellingsbak
Motor afzetten: Auto tot stilstand brengen met rempedaal
en pedaal ingetrapt houden.
Motor starten: Rempedaal loslaten.
Wanneer het systeem actief is, brandt het lampje in de
knop.
Hoe regel ik de temperatuur met ECC*?
Indrukken voor individuele temperatuur: Meerdere
keren drukken om instelling voor links, rechts of
beide kanten te kiezen. Draaien om de temperatuur
in te stellen. Het display van de middenconsole geeft
de gekozen temperatuur aan voor beide kanten.
Indrukken voor automatische regeling van de geko-
zen temperatuur en overige functies. Eraan draaien
om de ventilatorsnelheid te wijzigen.
04
Hoe ontdooi ik de voorruit?
04
Eenmaal indrukken om de elektrische voorruitver-
warming* te activeren – symbool (1) brandt op het
beeldscherm.
Tweemaal indrukken om ook de maximale hoeve-
elheid lucht naar de voorruit en zijruiten te sturen –
symbolen (1) en (2) branden.
Driemaal indrukken om beide functies uit te schake-
len – geen van de symbolen brandt.
Zonder elektrische voorruitverwarming: Indrukken om de
luchtstroom te activeren/deactiveren.
Hoe stel ik het stuur in?
Blokkering opheffen.
Stuur vooruit-/achteruit- en omhoog-/omlaagbe-
wegen.
Blokkering activeren.
03
Hoe bedien ik de boordcomputer?
OK indrukken om de boordcomputermenu’s te ope-
nen, opties te activeren en meldingen te bevestigen.
Met het duimwiel door de boordcomputeropties
bladeren.
Met RESET gegevens in de actuele boordcomputer-
functie op nul stellen en een stap teruggaan binnen
het menusysteem.
Hoe zet ik de dagteller op nul?
04
04
Aan het duimwiel van de linker stuurhendel draaien
om de gewenste dagteller T1 of T2 te tonen.
Lang op de knop RESET drukken om de getoonde
dagteller op nul te stellen.
Hoe werkt de stand Auto van de verlichtings-
bediening?
04
De stand AUTO biedt de volgende alternatieven:
• De rijverlichting schakelt automatisch tussen dagrijlicht
en dimlicht.
• Het groot licht wordt mogelijk ingeschakeld, wanneer u
het dimlicht voert.
• Actief groot licht (AHB)* – dat automatisch schakelt
tussen dimlicht en groot licht is te gebruiken.
• De tunneldetectie* is geactiveerd.
Hoe is het uiterlijk van het
instrumentenpaneel aan te passen?
04
Hoe werkt de actieradius/‘km actieradius’?
04
Hoe kan ik het infotainmentsysteem in- en
uitschakelen?
Kort indrukken om de installatie in te schakelen.
Lang indrukken (totdat het scherm dooft) om uit te
schakelen.
Om het geluid te onderdrukken (MUTE): eenmaal kort
indrukken – tweemaal om het geluid opnieuw in te scha-
kelen.
04
Op het instrumentenpaneel verschijnt een schatting van
de actieradius op basis van eerdere rijomstandigheden en
de resterende hoeveelheid brandstof.
Wanneer ‘---- km’ op het display staat, zijn geen garanties
meer te geven voor de resterende actieradius. In dat geval
zo spoedig mogelijk tanken. Afgebeeld is een digitaal*
instrumentenpaneel.
Analoog instrumentenpaneel zie gebruikershand-
leiding.
Een digitaal* instrumentenpaneel biedt de mogelijkheid
om verschillende thema’s te kiezen, zoals Performance of
Eco.
Om van thema te wisselen:
Na motorstart op de knop OK van de linker stuur-
hendel drukken.
Aan het duimwiel van de hendel draaien om de
menu-optie Thema’s te kiezen en vervolgens op OK
drukken.
Aan het duimwiel draaien om een thema te kiezen en
op OK drukken om uw keuze te bevestigen.
Het thema wordt vastgelegd in het transpon-
dersleutelgeheugen* – zie gebruikershandleiding.
Let erop dat u tegelijkertijd het Sensus-systeem (incl.
navigatie-* en telefoonsysteem*) in-/uitschakelt.
Hoe navigeer ik in het infotainmentsysteem?
Hoe ‘pair’ ik een Bluetooth
®
-telefoon?
Op RADIO, MEDIA, MY CAR, NAV* of TEL* druk-
ken om een hoofdbron te kiezen.
Op OK/MENU of op het duimwiel* op het stuur
drukken om het hoofdmenu van de gekozen bron te
openen.
Aan TUNE of aan het duimwiel draaien om te navi-
geren binnen de menu’s.
Op OK/MENU of op het duimwiel drukken om een
keuze te maken binnen de menu’s.
Kort op EXIT drukken om een stap terug te doen
binnen het menusysteem, een functie te annuleren
of ingevoerde tekens te wissen.
Lang op de knop EXIT drukken om terug te gaan
naar de normaalweergave of naar de hoofdbronwe-
ergave.
Tips:
Om het snelmenu te openen in de standen NAV of TEL
eenmaal op NAV of TEL drukken. Nogmaals drukken om
terug te gaan naar de normaalweergave.
Bij een mislukte aansluiting zie gebruikershand-
leiding.
04
04
Op TEL* op de middenconsole drukken.
Externe eenheid identificeerbaar/zichtbaar maken via
Bluetooth
®
.
Op OK/MENU drukken en de aanwijzingen op het
beeldscherm volgen. De externe eenheid is daarmee
aangesloten op de auto en kan via de auto worden
bediend.
De telefoon wordt in het vervolg automatisch gekoppeld
aan de auto.
Hoe kan ik bellen?
Voor meer manieren om met de telefoon te bellen
zie gebruikershandleiding.
04
Op TEL* op de middenconsole drukken.
Gewenste nummer invoeren of het duimwiel op het
stuur omlaagdraaien om het telefoonboek te openen
en omhoogdraaien om de gesprekslijst te openen.
Op het duimwiel drukken om te bellen.
Gesprek beëindigen met een druk op EXIT.
Hoe kan ik de telefoon beantwoorden*?
Op duimwiel drukken om inkomende gesprekken te
beantwoorden.
Gesprek weigeren/beëindigen met een druk op EXIT.
Voor meer manieren om de telefoon te beantwoor-
den – zie gebruikershandleiding.
04
Hoe sluit ik een externe geluidsbron aan?
Voor andere aansluitingen van een externe eenheid
zie gebruikershandleiding.
04
Externe eenheid aansluiten via de AUX- of USB*-
ingang in de middenconsole.
Op MEDIA drukken.
Aan TUNE draaien, totdat de gewenste geluidsbron
verschijnt.
Op OK/MENU drukken.
Hoe geef ik een gps*-bestemming aan?
Hoe sla ik een functie op onder de knop FAV?
Hoofdbron kiezen (bijvoorbeeld RADIO, MEDIA).
Bron kiezen (bijvoorbeeld AM, DISK).
FAV ingedrukt houden, totdat het ‘favorieten-menu’
verschijnt.
Aan TUNE draaien om een optie uit de lijst te kiezen
en op OK/MENU drukken om op te slaan.
Wanneer de bron actief is, kunt u de opgeslagen favoriet
bereiken door kort op FAV te drukken.
Op NAV drukken om het navigatiesysteem in te
schakelen – er verschijnt een kaart.
Nogmaals op NAV drukken en Adres opgeven
kiezen met OK/MENU.
Eén of meer zoekcriteria aangeven met behulp van
het schrijfwiel of via de numerieke toetsenset op de
middenconsole.
Vervolgens kiezen uit Als enige bestemming op-
gevenof Als deelbestemming opgeven en op OK/
MENU drukken.
Voor meer informatie en marktspecifieke gegevens zie
de RTI-handleiding*.
04
04
Welke instellingen zijn mogelijk in het
menusysteem?
In MY CAR zijn tal van autofuncties te regelen, zoals de
instellingen voor het klok, de buitenspiegels en vergren-
delingen.
Zie de eerdere rubriek ‘Hoe navigeer ik in het
infotainmentsysteem?’ voor de te gebruiken knoppen.
04
05
Wat kan ik met de gebruikershandleidings-
app doen?
04
Hoe stel ik de klok in?
Naar Instellingen > Systeemopties > Tijd bladeren
in MY CAR.
Op OK/MENU drukken om het vakje voor de
uuraanduiding te activeren. Aan TUNE draaien om
de uuraanduiding in te stellen en op OK/MENU
drukken om weer te deactiveren.
Aan TUNE draaien om het vakje voor de minuutaan-
duiding te markeren en op OK/MENU drukken. Aan
TUNE draaien om de minuutaanduiding in te stellen
en op OK/MENU drukken om weer te deactiveren.
Aan TUNE draaien om OK te markeren en op OK/
MENU drukken.
Hoe tank ik?
05
Met de auto ontgrendeld de tankvulklep openen door
lichtjes tegen de achterkant van de klep te drukken.
Klep openen.
Vulpistool in de brandstofvulopening steken.
Na het tanken 5–8 seconden wachten, voordat u het
vulpistool verwijdert.
De gebruikershandleiding is als app te downloaden naar
mobiele eenheden. De mobiele app bevat de complete
gebruikershandleiding plus instructievideo’s en biedt
meerdere zoekmethoden met teksten en afbeeldingen.
De mobiele app is te downloaden van App Store of
Google Play. Maak gebruik van de onderstaande QR-code.
De app is niet in alle talen beschikbaar en leent zich niet
voor alle mobiele eenheden.
Voor meer informatie www.volvocars.com.
Hoe kan ik alle zijruiten tegelijkertijd ope-
nen?
Hoe moet ik de auto wassen?
Voor de lak is het beter om de auto met de hand te
wassen dan in een automatische wasstraat. Een nieuwe
laklaag is bovendien kwetsbaarder dan een oude laag.
U wordt daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met de hand te
wassen.
Schoon water en een spons gebruiken. Erop letten dat vuil
en zand krassen op de lak kunnen veroorzaken.
05
05
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
05
Voor het behoud van het uiterlijk van leer is regelmatige
leerverzorging vereist. Daarom is het zaak om leren bekle-
ding één tot vier keer per jaar te behandelen met de Volvo
Leather Care-kit. De Volvo Leather Care-kit is te verkrijgen
bij de Volvo-dealer.
Transpondersleutel (zie afbeelding)
Lang op de ontgrendelingsknop op de transpon-
dersleutel drukken om alle zijruiten* tegelijkertijd te
openen.
Centrale vergrendeling
Lang op de knop voor centrale vergrendeling op het
bestuurdersportier drukken om alle zijruiten* tegelijker-
tijd te openen.
Waar zitten de opbergmogelijkheden?
Hier ziet u enkele van de opbergmogelijkheden van de
auto.
In de gebruikershandleiding staan meer opberg-
mogelijkheden.
05
Waar zitten de AUX/USB*- en 12V-aansluit-
ingen?
05
De 12V-aansluitingen in de middenconsole zijn alleen te
gebruiken met de transpondersleutel in sleutelstand I of
hoger. De 12V-aansluiting* in de bagageruimte is altijd te
gebruiken.
Lees meer over uw auto op www.volvocars.com.
TP 17103 (Dutch) AT 1348. Printed in Sweden, Göteborg 2013, Copyright © 20002013 Volvo Car Corporation
Hoe werkt het Keyless-systeem*?
Het Keyless-systeem werkt mogelijk niet, wanneer u de portierhandgrepen met handschoenen aan bedient. Het Keyless-systeem
ondervindt mogelijk storingen door elektromagnetische velden en afschermingen. Leg/bewaar de transpondersleutel niet in de buurt van
een mobiele telefoon of metalen voorwerpen.
Hoe start ik de motor?
Na een koude start is het stationaire toerental verhoogd ongeacht buitentemperatuur. Het is onderdeel van Volvo’s effectieve uitlaatgas-
reinigingssysteem. Vanwege de voorgloeifunctie slaan bepaalde dieselmotoren bij een koude start wellicht later aan.
Hoe gebruik ik de actieve parkeerhulp PAP*?
PAP werkt niet in alle situaties en is uitsluitend bedoeld als aanvullend hulpmiddel. Als chauffeur bent u er altijd zelf verantwoordelijk voor
dat u tijdens het parkeren op een veilige manier rijdt en uw omgeving en eventuele naderende of passerende medeweggebruikers in de
gaten houdt.
Hoe gebruik ik de rijbaanassistent LKA*?
LKA is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel en werkt niet in alle rijsituaties, verkeers-, weers- en wegomstandigheden. Als chauffeur bent u
er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u op een veilige manier in de auto rijdt en daarbij de geldende verkeerswetgeving in acht neemt.
Wat doen BLIS* en CTA*?
BLIS en CTA vormen slechts een aanvulling op – geen vervanging voor – een veilige rijstijl en het gebruik van de buitenspiegels. Ook bij
gebruik van de hulpmiddelen BLIS en CTA moet u altijd oplettend en verantwoord blijven rijden. Als chauffeur bent u er altijd zelf verant-
woordelijk voor dat u veilig achteruitrijdt. BLIS werkt niet in scherpe bochten. BLIS werkt evenmin, wanneer u achteruitrijdt.
Hoe stel ik de stoel in?
Stel de bestuurdersstoel in vóórdat u wegrijdt. Doe dit nooit tijdens het rijden. Controleer of de stoel vergrendeld staat om letsel te
voorkomen bij hard afremmen of een aanrijding.
Hoe stel ik het stuur in?
Het stuurwiel (na instelling van de bestuurdersstoel) instellen vóórdat u wegrijdt – nooit tijdens het rijden.
Hoe werkt de actieradius/‘km actieradius’?
Als u net van rijstijl bent veranderd, is een bepaalde foutmarge mogelijk.
Hoe moet ik leren bekleding reinigen*?
Sommige geverfde kledingstukken (zoals spijkerbroeken en suède kleding) kunnen afgeven en voor vlekken op de bekleding zorgen.
Gebruik nooit sterke oplosmiddelen, omdat die de bekleding mogelijk beschadigen.
Waar zitten de AUX/USB*- en 12V-aansluitingen?
Voor alle aansluitingen geldt een stroom van maximaal 10 A (120 W).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Volvo 2015 Early Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor