Miller ST-24 CE de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
Beschrijving
MIG MAG lassen
Lassen met gevulde draad
Draadaanvoerkoffer
OM-238 172G/dut
2013−01
ST-24
www.MillerWelds.com
CE
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan
de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om
het anders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn
producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u
nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De
producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten
gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verko-
pen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service
te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die
in 1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te bescher-
men tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor ge-
zorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij
Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onder-
houd. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten
worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storin-
gen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelen-
lijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het pro-
bleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie
voor uw specifieke model bijgesloten.
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie over
de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en
afzonderlijke productleaflets voor u.
Elke krachtbron van
Miller gaat vergezeld
de meest probleemlo-
ze garantie in onze
bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities 7..................................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE 10..............................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 10.................
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-3. Specificaties 10........................................................................
3-4. Keuze van de locatie 11.................................................................
3-5. Aansluitschema’s voor de apparatuur 12...................................................
3-6. 14-pol. chassisdeel, beschermgas−, en laskabelaansluiting 12.................................
3-7. Informatie over de 14-pin contrastekker 13..................................................
3-8. Laspistool aansluiten 13.................................................................
3-9. Instellingen optionele meterprint 14........................................................
3-10. De draadgeleider en de aandrijfrol installeren 15.............................................
3-11. Lasdraad installeren en doorvoeren 16.....................................................
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING 17...............................................................
4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 17...................................................
4-2. Optionele bedieningsfuncties op het zijpaneel 18.............................................
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 18..................................
5-1. Routine-onderhoud 18...................................................................
5-2. Overbelastingsbeveiliging 19.............................................................
5-3. Storingen 19...........................................................................
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA 20.....................................................
HOOFDSTUK 7 − ONDERDELENLIJST 22.......................................................
GARANTIE
OM-245 849 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELENLEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_2011−10
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
OM-245 849 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-245 849 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoen-
de aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-245 849 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-245 849 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de
toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit
voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om
zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring
tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-238 172 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 2012−05
Safe57 2012−05
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode of lasdraad niet met de blote hand aanraken.
Draag geen natte of kapotte handschoenen.
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 2012−05
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2012−05
Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden.
Safe32 2012−05
De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning - houd handen
en metalen objecten uit de buurt ervan.
Safe33 2012−05
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 2012−05
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe58 2012−06
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe59 2012−05
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe60 2012−06
OM-238 172 Pagina 8
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe61 2012−06
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe62 2012−06
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe63 2012−06
?
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe64 2012−06
<10°
Als het apparaat valt, kan het letsel veroorzaken. Het apparaat niet plaatsen of bedienen op plaatsten waar
het om kan vallen.
Safe53 2012−05
Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen,
voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen.
Safe65 2012−06
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met
de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe66 2012−06
OM-238 172 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
Aan Uit Ingangsspanning Afstandsbediend
A
Ampère
V
Volt Wisselstroom
X
Inschakelduur
IP
Beschermingsgraad
Hz
Hertz
Automatische
zekering
Toevoer van
elektrodedraad
Manuele
draadaanvoer
Houdfunctie van
de trekker aan
Pistool voor
MIG-lassen
(GMAW-lassen)
Lijnverbinding
Manuele
gasaanvoer
Houdfunctie van
de trekker uit
Gasinvoer
U
1
Primaire spanning
Nabrandtijd
+
Positief Ingangsspanning Lees de instructies
U
2
Lasspanning
I
1
Primaire
stroomsterkte
I
2
Nominale
stroomsterkte
Laspistool voor
gevulde draad
(FCAW)
Water (koelmiddel)
ingaand
Water (koelmiddel)
uitgaand
Draadinloop-
snelheid
OM-238 172 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
ce-emf 1 2010-10
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Diese Klasse A Ausrüstung ist nicht für die Anwendung in Wohngebieten gedacht, in denen die Stromversorgung
über das öffentliche Niederspannungssystem gewährleistet wird. Aufgrund leitungsgeführter sowie gestrahlter Störgrößen
können möglicherweise Schwierigkeiten bei der Sicherung der elektromagnetischen Verträglichkeit an diesen Orten auftreten.
ce-emc 3 2011−09
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-3. Specificaties
Type
ingangsvermo-
gen
Type
lasstroombron
Snelheids-
bereik
draadtoevoer
Bereik
draaddiameter
Nominale las-
stroom
Algehele
afmetingen
Gewicht
24 V AC 1-fase
4 A 50/60 Hz
Constante
Voltage (CV) DC
met 14-pinstekker
en kontaktor-
kontrole
1,3 - 20 mpm
0,6 - 1,8 mm
Max. gewicht
spoel: 27 kg
100 V,
500 A, 60%
inschakelduur
Lengte: 597 mm
Breedte: 273 mm
Hoogte: 279 mm
17 kg
IP graad Toegelaten temperaturen bij gebruik
IP23S
Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik buiten. Opslag is
toegestaan, maar buitengebruik bij regen of andere neerslag mag
alleen onder een afdak.
-10 ° C en + 40 ° C
OM-238 172 Pagina 11
3-4. Keuze van de locatie
! De draadaanvoerkast niet
plaatsen waar de lasdraad de
cilinder raakt.
! Zet het apparaat niet of
gebruik het niet op een
plaats waar het kan omslaan.
! Gebruik de hefgreep als u de
draadaanvoerkast met de
hand wilt verplaatsen of
even wilt optillen.
! Til het apparaat niet met een
hefhaak of een ander mech-
anisme op aan de hand-
greep. Hang het apparaat
ook niet aan de handgreep
op.
1 Draadtoevoer
2 Hefoog
3 Rubberpoten
4 Gleuf
Kies de gleuf waarbij alle rubberpo-
ten stevig boven op de lasstroom-
bron staan.
5 Draadspoel/haspel
6 Gascilinder (door klant zelf
aan te schaffen)
. Druk van het beschermgas
moet lager blijven dan 0,500
Mpa (72 PSI).
7 Lasstroombron
8 Hefgreep
805 226-A / Ref. 152 468-A / 155 242 / 801 919-C / 188 674
4
2
3
1
56
7
8
OM-238 172 Pagina 12
3-5. Aansluitschema’s voor de apparatuur
3
2
6
6
5
5
4
1
4
1 CV-lasstroombron met 24 V/AC vermogen
2 CV-lasstroombron zonder 24 V/AC vermogen
3 115 V/AC / 24 V/AC stroomadapter
4 14-pin besturingskabel
5 Laskabel (noodzakelijk)
6 Werkstuk
115 V/AC
Kontaktschakelaar
1 Beschermgasaansluiting
. Druk van het beschermgas
moet lager blijven dan 0,500
Mpa (72 PSI).
2 14-pin contrastekker RC9
Gebruik het verbindingssnoer om
de verbinding met de lasstroom-
bron te maken.
3 Hoofdschakelaar van de
voeding
4 Laskabelklem
5 Laskabel vanuit lasstroom-
bron
Druk de contrastekker op de
aansluiting en verdraai hem.
3-6. 14-pol. chassisdeel, beschermgas−, en laskabelaansluiting
805 233-A / 805 227-A
1
2
3
5/8, 11/16 inch
4
5
Benodigd gereedschap:
OM-238 172 Pagina 13
3-7. Informatie over de 14-pin contrastekker
Pin* Pininformatie
A
J
B
K
I
CLN
H
DM
G
E
F
A 24 V/AC t.o.v. pen G.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V/AC contactorstuurcircuit.
G Gemeenschappelijke voor het 24 V/AC circuit.
C +10 V/DC naar afstandsbediening t.o.v. pen D.
D Normaal afstandsbedieningscircuit.
E 0 tot +10 V/DC ingaand stuursignaal vanaf de afstandsbediening t.o.v. pen D.
F Stroomterugkoppeling; 0 tot 10 V/DC, 1 V/100 A.
H Spanningsterugkoppeling; 0 tot 10 V/DC, 1 V/10 boogspanning.
* De overige pinnen worden niet gebruikt. Ref. S-0004-A
1
2
1 Adapter voor pistool/toevoer-
apparaat
2 Stekker pistoolaansluiting
Steek de stekker van het pistool in
de adapter. Draai de borgring vast.
3-8. Laspistool aansluiten
956142644_1-B
1
2
OM-238 172 Pagina 14
3-9. Instellingen optionele meterprint
805 228-A
Torx 25
12
.
Of
Of Of Of
1 Meterprint
2 Mini-instelschakelaar S2
Plaats de instelschakelaars in de
gewenste posities naargelang de
gebruikte lasbron en naargelang de
gewenste aflezing van de
draadsnelheid (zie illustratie).
Breng het omhulsel weer aan.
Benodigd gereedschap:
X Houdt in dat de stand van de schakelaar geen invloed
heeft op de gespecificeerde functie.
Houdt in dat de schakelaar in deze stand moet staan.
Weergave van de
draadaanvoersnelheid
Inch/minuut
Spanningsmeting
0-100V
(stappengeschakelde stroombron)
Stroomsignaal
Signaal niet beschikbaar
Digitale weergave van de
stroomsterkte
Houdfunctie AAN
0−10V (Elektronisch
geregelde stroombron)
Signaal beschikbaar
Meter/minuut
Houdfunctie UIT
2
1
1
2
3
4
S2
1234
1234 1234 1234
1234 1234 1234
1234
OM-238 172 Pagina 15
3-10. De draadgeleider en de aandrijfrol installeren
956142644_1−B
5
1
2
3
4
1 Borgschroef van de invoerdraadgeleider
2 Draadinvoergeleider
Draai de schroef los. Laat de schuine voorkant
zo dicht mogelijk tot bij de aandrijfrollen komen
zonder dat ze deze raken. Draai de schroef vast.
3 Aandrijfrol
De aandrijfrol heeft twee verschillende groeven.
De waarde aanduiding op de voorzijde van de
aandrijfrol geeft aan de maat aan de andere zijde
van de aandrijfrol. De groef die het dichtst bij de
motor as zit, is de juiste groef voor de draad.
4 Borgmoer aandrijfrol
Verdraai de moer één klik om de aandrijfrol vast
te zetten.
5 Borgmoer Euro−adapter
Benodigde gereedschappen:
1/4 in.
OM-238 172 Pagina 16
3-11. Lasdraad installeren en doorvoeren
HOUT
1
2
3
1 Klemring
2 Stelmoer voor naafspanning
Indien nodig, zet dan de naaf op een
steun om een ander formaat draad-
spoel te kunnen gebruiken.
Verwijder de klemring en installeer de
spoel zodanig, dat de naafpen in het
gat in de spoel past. Breng de klem-
ring weer aan.
Stel de spanmoer zodanig, dat de
elektrodedraad strakgetrokken staat
als de draadaanvoer stopt.
3 Stelknop voor de drukeenheid
Leg de kabel van het pistool in een
rechte lijn.
A. Het druksysteem openen, de
draad stevig vasthouden en het
draadeinde afknijpen. De draad
door de draadgeleiders in de
toorts duwen.
B. Het druksysteem weer in plaats
brengen en aandraaien indien
nodig. Op de manuele
draadaanvoerknop drukken tot
de draad uit de lastoorts komt.
C. Om de aandrijfroldruk te kunnen
regelen, de draad aanvoeren
tegen een houten oppervlak.
Aandraaien zodat de draad
regelmatig aangevoerd wordt.
Knip de draad af. Sluit de deur.
Vastdraaien
Tools Needed:
15/16 in
.
A
C
B
956142644_1-B
OM-238 172 Pagina 17
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING
4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
1 Optionele spannings- en
draadsnelheidsmeter.
2 Optionele spannings- en
draadsnelheidsschakelaar.
Gebruik deze om boogspanning of de
draadsnelheid te zien.
3 Optionele afstandsbediende
spanningsregeling.
Gebruik deze om de spanning van de
lasstroombron bij de draadtoevoer in
te stellen. De nummers zijn alleen ter
referentie.
4 Draadsnelheidsregeling.
5 Gasdoorblaasschakelaar.
Gebruik de Gasdoorblaasschakelaar
om het gasventiel te activeren om
lucht uit het pistool te verwijderen
of de gasregelaar bij de stellen.
6 Houdkontakt.
Omhoogdrukken om te kunnen las-
sen zonder de schakelaar gedurende
de gehele lascyclus ingedrukt te hoe-
ven houden.
Om de lascyclus te starten moet u de
schakelaar van het pistool indrukken
en loslaten binnen drie seconden na
het ontstaan van een boog. Stop met
lassen door de schakelaar van het
pistool in te drukken en los te laten.
De hoofdschakelaar voor de voeding
zit op het achterpaneel (zie Hoofdstuk
3-6).
7 Waterkoeling in (rood)
8 Waterkoeling uit (blauw)
9 Lastoortsconnector
Ref. 805 230-A
1
2
3
4
65
8
7
9
OM-238 172 Pagina 18
4-2. Optionele bedieningsfuncties op het zijpaneel
805 229-A
1 Draadinvoerregeling
Gebruik de Jog−stand om even
lasdraad aan te laten voeren
op de snelheid die is ingesteld, zonder
het lascircuit of het gasventiel
te activeren.
2 Draadinloopregeling
Gebruik deze regeling om de draad-
snelheid in te stellen nog vóórdat men
last.
3 Draadafbrandregeling
Gebruik deze regeling om te voor-
komen dat de draad in het lasbad blijft
steken.
Sluit de zijdeur.
1
2
3
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHEL-
PEN
! Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint.
5-1. Routine-onderhoud
n = Controleer ~ = Reinigen l = Vervang
elke 3
maan-
den
l Onleesbare labels ~ Lasklemmen nl Laskabel l Onderdelen met barstjes
of scheurtjes
n 14−pins snoer n Gasslang en −aansluitingen n Toortskabel
elke 6
maan-
den
Of
~ Binnenkant van het appa-
raat
~ Aandrijfrollen
OM-238 172 Pagina 19
! Zet de draadtoevoer en de
lasstroombron uit. Zet de motor
van de lasgenerator uit.
4 Automatische zekering CB1
CB1 beschermt de motor tegen over-
belasting.
Herstel het probleem en zet de onder-
breker handmatig weer goed.
5-2. Overbelastingsbeveiliging
Ref. 805 227-A
1
5-3. Storingen
Probleem Oplossing
Er is geen elektrodedraadtoevoer,
het hele apparaat werkt niet.
Zet de hoofschakelaar op On.
Controleer de aansluitingen van de 14-pens contrastekker RC9.
Controleer de voedingsstroom.
Er komt geen elektrodedraad uit. Controleer automatische zekering CB1 (zie Hoofdstuk 5-2).
Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker
van het pistool en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken.
De toevoer van elektrodedraad is
onregelmatig.
Stel de naafspanning en de druk van de aandrijfrol opnieuw aan (zie Hoofdstuk 3-11).
Gebruik het correcte formaat aandrijfrol (zie de onderdelenlijst).
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol (zie Hoofdstuk 3-10).
Verwijder lasspatten rond de opening waar de draad uitkomt.
Vervang de contacttip of de geleiding. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken.
Er komt draad uit als de jog-schakelaar
wordt ingedrukt, maar niet wanneer de
schakelaar van het pistool wordt
ingedrukt.
Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker
van het pistool en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Er komt draad uit, zodra de stroom wordt
ingeschakeld.
Kijk de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Er komt pas draad uit als de schakelaar
wordt ingedrukt, maar de aanvoer blijft
doorgaan ook nadat u de schakelaar
heeft losgelaten.
Controleer of er kortsluiting is tussen de draden van de schakelaar van het pistool en de laskabel. Repa-
reer of vervang de draden van de schakelaar van het pistool.
Het gasventiel rammelt behoorlijk hard
en de toevoer van elektrodedraad is
traag en onregelmatig.
Controleer of er kortsluiting is tussen de draden van de schakelaar van het pistool en de laskabel. Repa-
reer of vervang de draden van de schakelaar van het pistool.
Het gas stroomt niet, maar er is wel
toevoer van elektrodedraad.
Controleer het gasventiel en de gasontspanner.
OM-238 172 Pagina 20
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA
(210 937-A) 956.142.625
On power source that support voltage feedback and have
the meter option (vfdbk mode), connect PLG5 on RC1
Afbeelding 6-1. Aansluitschema voor draadtoevoermechanisme met optionele apparatuur
OM-238 172 Pagina 25
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 7-2. Aandrijfsysteem, draad (4 aandrijfrollen)
Quanti
ty
28 079634 Pin, Hinge 1... ............. ... .......................................................
29 156019804 Screw, 5/16-18 x 1 Alloy Steel Socket Head Cap Screw Plain Finish 1... .......... ... ....
30 156009145 Washer, Flat 1... .......... ... .....................................................
31 045127 Guide, Wire Intermediate Brass .023 − .052 1... ............. ... .........................
32 056207 Inlet, Wire Intermediate Brass 1... ............. ... .....................................
33 054263 Screw, Thumb 2... ............. ... ...................................................
34 756033039 Bushing, Snap-in D 22.9 1... .......... ... ..........................................
35 V56033124 Bushing, Snap-in D 34.9 1... .......... ... ..........................................
Gebruik alleen de door de fabrikant aangeraden vervangingsonderdelen om de oorspronkelijke
fabrieksprestaties te behouden. U moet het model− en serienummer vermelden als u onderdelen bestelt bij
uw plaatselijke leverancier.
OM-238 172 Pagina 26
Table 7-1. Aandrijfrol- en draadgeleidersets (4 aandrijfrollen)
. Baseer uw aandrijfrolkeuze op de volgende aanbevolen gebruikstoepassingen
1. Rollen met een V-groef voor massieve draden.
2. Rollen met een U-groef voor zachte en gevulde draden met zachte bekleding
3. U-kamrollen voor draden met een extreem zachte bekleding (meestal types voor een hard oppervlak).
4. Rollen met V-ribbels voor gevulde draden met een harde bekleding.
5. Aandrijfrollen kunnen in combinatie worden gebruikt voor bepaalde toepassingen (bijv. een rol met V-ribbels in combinatie met een rol met
U-groef).
Draaddiameter
Setnr.
Aandrijfrol Draadgeleider
Metrisch Breuk Decimaal
Onder-
deelnr.
Type Invoer Tussen
0,6 mm 0,023/0,025 inch 0,023/0,025 inch 087 132 087 130 Met V-groef 056 192 056 206
0,8 mm 0,030 inch 0,030 inch 046 780 053 695 Met V-groef 056 192 056 206
0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 046 781 053 700 Met V-groef 056 192 056 206
1,0/1,2 mm 0,035/0,045 inch 0,035/0,045 inch n,v,t, 189 285 Met V-groef 156 193 056 207
1,0 mm 0,040 inch 0,040 inch 191 917 053 696 Met V-groef 056 192 056 206
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 782 053 697 Met V-groef 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 784 053 699 Met V-groef 056 195 056 209
0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 044 750 072 000 Met U-groef 056 192 056 206
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 785 053 701 Met U-groef 056 193 056 207
1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 046 786 053 702 Met U-groef 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 787 053 706 Met U-groef 056 195 056 209
0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 046 782 132 958 Met V-ribbels 056 192 056 206
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 793 132 957 Met V-ribbels 056 193 056 207
1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 046 794 132 956 Met V-ribbels 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 795 132 955 Met V-ribbels 056 195 056 209
1,8 mm 0,068-0,072 inch 0,068-0,072 inch 089 985 132 959 Met V-ribbels 056 195 056 209
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 083 319 083 489 Met U-kam 056 193 056 207
1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 083 320 083 490 Met U-kam 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 800 053 708 Met U-kam 056 195 056 209
Geldig vanaf 1 januari 2013
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MD” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen en voorwaarden garandeert ITW Weldiing
Products Italy S.r.l., zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller
installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze
beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten
hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK
ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET,
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repare-
ren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schrifte-
lijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of
storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantie-
claim-procedure die hierop volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperio-
de zal MILLER garantiesclaims toestaan op installaties met ga-
rantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden
vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de oor-
spronkelijke kleinhandelkoper, of één jaar nadat een installatie
naar een Europese distributeur gezonden is, of achttien maan-
den nadat de installatie naar een internationale distributeur ge-
zonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* De thyristoren , diodes en afzonderlijke gelijkricht-
modules in de originele hoofdstroom gelijkrichters
met uitzondering van de STR, SI, STi, STH en MPi
series.
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoer-
eenheden
* Transformator/gelijkrichter −stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
* Migmatic 175
* HF Units
* Waterkoelsystemen (EU modellen, niet geïntegreerd)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* Inbouwopties
(OPMERKING: Inbouwopties zijn gedekt onder
True Blue®
voor de resterende garantieperiode van
het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of voor een
minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de
twee het langste duurt.)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
en elektronische regelapparatuur/recorders
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate −laspistolen)
* Positionerings en regelapparatuur
* Powered Air Purifying Respirator (PAPR) de venti-
latorunit (geen arbeidsloon)
* Rekken
* Wielonderstellen en trailers
* Onderpoederdek−draadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen
(Amerikaanse modellen, niet geïntegreerd)
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Windingen en dekens voor inductieverwarming
* MIG−pistolen
* Afstandsbedieningen
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
* Kabels en niet-elektronische regelingen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, schakelaars,
sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage.
2. Items furnished by Miller, but manufactured by others,
such as engines or trade accessories. These items are
covered by the manufacturers warranty, if any.
3. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door
anderen, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze on-
derdelen vallen onder de eventuele garanties door de fa-
brikanten.
4. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrie-
richtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzakelijk
onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt zijn
voor andere dan de aangegeven toepassingen voor de in-
stallatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP
EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE
GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ER-
VARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD
VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of
(2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of
(4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
ITW Welding Products Group Europe of f.o.b. naar een door
Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door
Miller. Daarom zal er geen compensatie of terugbetaling voor
transportkosten worden toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN
ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGE-
NE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MIL-
LER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF
ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTS-
TREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCI-
DENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN
GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE
GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT,
ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET
VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF
VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP
GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT
ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING
NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE,
NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR AANLEIDING VAN
DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE
TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE
ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID
OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
milan_warr_dut2013−01
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2013 Miller Electric Mfg. Co 2013−01
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Papieren van de eigenaar
ITW Welding Italy S.r.l.
Via Privata Iseo, 6/E
20098 San Giuliano
Milanese, Italy
Tel: 39 (0) 2982901
Fax: 39 (0) 298290-203
email: miller@itw−welding.it
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Handleiding
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Contacteer een verdeler of een service bureau

Documenttranscriptie

OM-238 172G/dut 2013−01 Processen MIG MAG lassen Lassen met gevulde draad Beschrijving Draadaanvoerkoffer ST-24 CE HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER www.MillerWelds.com Van Miller voor u Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders dan meteen goed te doen. Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was. Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in 1929 zijn vastgelegd. Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storingen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke model bijgesloten. Miller Electric maakt een complete lijn lasapparaten en aanverwante lasproducten. Wilt u meer informatie over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke productleaflets voor u. Elke krachtbron van Miller gaat vergezeld de meest probleemloze garantie in onze bedrijfstak − u werkt er hard genoeg voor. INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1. De betekenis van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2. De risico’s van het booglassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2. Diverse symbolen en definities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3. Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4. Keuze van de locatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5. Aansluitschema’s voor de apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6. 14-pol. chassisdeel, beschermgas−, en laskabelaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7. Informatie over de 14-pin contrastekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8. Laspistool aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9. Instellingen optionele meterprint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10. De draadgeleider en de aandrijfrol installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11. Lasdraad installeren en doorvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 4 − BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2. Optionele bedieningsfuncties op het zijpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1. Routine-onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2. Overbelastingsbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3. Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 7 − ONDERDELENLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GARANTIE 1 1 1 3 4 5 5 7 7 9 10 10 10 10 11 12 12 13 13 14 15 16 17 17 18 18 18 19 19 20 22 HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK dut_som_2011−10 7 Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze op en bewaar ze. 1-1. De betekenis van de symbolen GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan persoonlijk letsel. . Aanduiding voor speciale instructies. Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/ van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDELEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om deze risico’s te vermijden. 1-2. De risico’s van het booglassen Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie {+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften. Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren, bedienen, onderhouden en repareren. Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens het gebruik van dit apparaat. Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk zijn Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het voedingsgedeelte en de interne circuits van de machine staan eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren opleveren. D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming zonder gaten D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de grond of het werkstuk te voorkomen D Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het lasproces dit vereist. D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de volgende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de D D D D D aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wisselstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen! Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR 1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften) Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voorschriften. Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos. Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aardingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig. D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen heet metaal en vonken. D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn. D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt. D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden kabels. D Draag de kabels niet op uw lichaam. D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel. D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk, de grond of een andere elektrode van een ander apparaat. D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals beschreven staat in de handleiding. D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats. D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel. D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt gebruikt. OM-245 849 Pagina 1 Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen. D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel aanraakt. Door HETE ONDERDELEN kunnen brandwonden ontstaan. D Hete onderdelen niet met blote handen aanraken D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken. D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en −kleding om brandwonden te voorkomen. ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn. Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. LASSEN kan brand of explosies veroorzaken Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De rondvliegende vonken, de temperatuur van het werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen. D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende materialen. D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal kunnen raken. D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet metaal. D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes kunnen vliegen. D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegenovergestelde zijde D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat lasrook en gassen afgezogen worden. D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgeslagen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Veiligheidsvoorschriften). D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker. D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof, gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten. D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen, schoonmaakmiddelen en ontvetters. D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s vermeden kunnen worden D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in. D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg voor veilige ademlucht. D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende gassen vormen D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze gelast worden. De STRALEN UIT DE BOOG kunnen ogen en huid verbranden Boogstralen van het lasproces produceren zichbare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond. D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften). D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw helm D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw anderen om niet in de boog te kijken. D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwerend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel OM-245 849 Pagina 2 D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien. D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan de contactbuis als niet gelast wordt. D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm. D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of lucifers bij u draagt als u gaat lassen. D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn. D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen zwaardere nemen of deze doorverbinden. D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt. RONDVLIEGEND METAAL of STOF kan de ogen verwonden. D Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels en slijpen kunnen vonken en rodvliegende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen. D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs onder uw lashelm. GASVORMING kan schadelijk voor de gezondheid of zelfs dodelijk zijn D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u geen gas gebruikt. D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik goedgekeurde beademingsapparatuur ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde medische apparatuur. D Mensen die een pacemaker of een ander geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten uit de buurt blijven. D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverwarmen. LAWAAI kan het gehoor aantasten Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur kan uw gehoor aantasten D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als het geluidsniveau te hoog is GASFLESSEN kunnen exploderen als ze beschadigd worden Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een onderdeel uitmaken van het van het lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan. D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen. D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet kunnen vallen of omkantelen. D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles. D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles. D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg zijn. D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed. D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het reduceerventiel. D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik. D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften staat. 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven of vlakbij ontbrandbare oppervlakken. D Het apparaat niet in de buurt van brandbare stoffen installeren. D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat aan kan. TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden tot OVERVERHITTING. D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan de nominale inschakelduur. D Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur voordat u opnieuw begint met lassen. D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet. VALLENDE APPARATUUR kan letsel veroorzaken. D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere accessoires. D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen. D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het apparaat uitsteken. D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen. D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110). RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. D Draag gezichtsbescherming om de ogen en het gezicht te beschermen. D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de buurt houden. STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten beschadigen D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u printplaten of onderdelen aanraakt. D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen voor het opslaan, verplaatsen of transporteren van PC-printplaten. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken. D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen. OM-245 849 Pagina 3 LASDRAAD kan letsel veroorzaken D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing krijgt om dat te doen. D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere mensen of op enig materiaal als de draad wordt ingevoerd. ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan letsel veroorzaken. D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te laden of om voertuigen te starten tenzij het een acculaadvoorziening heeft die hiervoor speciaal is bedoeld. LEES DE INSTRUCTIES. D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en alle waarschuwingslabels, voordat u de machine installeert, gebruikt of er onderhoud aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op. Lees de veiligheidsinformatie aan het begin van de handleiding en in elk hoofdstuk. D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant. D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidingen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke geldende regelgeving. H.F. STRALING kan storingen veroorzaken D Hoog-frequente straling kan storing veroorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten, computers en communicatie-apparatuur. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals ventilatoren. D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding weer aan. RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. D Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht te beschermen. D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat. Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de buurt houden. D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische apparatuur deze installatie uitvoeren. D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de installatie D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur. D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden. D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een minimum te beperken. BOOGLASSEN veroorzaken. kan interferentie D Elektromagnetische energie kan interferentie veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur zoals computers en computergestuurde apparatuur zoals robots. D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch compatibel is. D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer. D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard. D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein. 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5 en volgend.) OM-245 849 Pagina 4 Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was na gebruik uw handen. 1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1, is available as a free download from the American Welding Society at http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Combustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org and www. sparky.org). Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1, from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite 103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com). Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060 Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone: 800-463-6727, website: www.csa-international.org). Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute, 25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website: www.ansi.org). Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org. OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954 (phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices— phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website: www.osha.gov). Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600 Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website: www.cdc.gov/NIOSH). 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur. Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken: 1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te plakken of gebruik kabelbescherming. 2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan één kant en weg van de gebruiker. 3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam. 4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de apparatuur in de lasstroomkring. 5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de las. 6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten en er niet op leunen. 7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het draadaanvoersysteem draagt. Over geïmplanteerde medische apparatuur: Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen. OM-245 849 Pagina 5 HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities . Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten. Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). Safe1 2012−05 Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode of lasdraad niet met de blote hand aanraken. Draag geen natte of kapotte handschoenen. Safe57 2012−05 Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken. Safe5 2012−05 Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af. Safe20 2012−05 Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden. Safe32 2012−05 De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning - houd handen en metalen objecten uit de buurt ervan. Safe33 2012−05 Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing). Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten af naar een daarvoor bestemd inleverstation. Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie. Safe37 2012−05 Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde. Safe58 2012−06 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Safe59 2012−05 Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren. Safe60 2012−06 OM-238 172 Pagina 7 Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren. Safe61 2012−06 Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen. Safe62 2012−06 Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken. Safe63 2012−06 Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen. ? Safe64 2012−06 <10° Als het apparaat valt, kan het letsel veroorzaken. Het apparaat niet plaatsen of bedienen op plaatsten waar het om kan vallen. Safe53 2012−05 Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen, voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen. Safe65 2012−06 Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam. Safe66 2012−06 OM-238 172 Pagina 8 2-2. Diverse symbolen en definities Aan A IP U2 Uit Ingangsspanning Volt Wisselstroom Hertz Automatische zekering Toevoer van elektrodedraad Manuele draadaanvoer Houdfunctie van de trekker aan Pistool voor MIG-lassen (GMAW-lassen) Lijnverbinding Manuele gasaanvoer Houdfunctie van de trekker uit Gasinvoer Ingangsspanning Lees de instructies Nominale stroomsterkte Laspistool voor gevulde draad (FCAW) Ampère Beschermingsgraad V Hz Nabrandtijd + Positief Lasspanning I1 Primaire stroomsterkte Water (koelmiddel) ingaand Water (koelmiddel) uitgaand I2 Afstandsbediend X U1 Inschakelduur Primaire spanning Draadinloopsnelheid OM-238 172 Pagina 9 HOOFDSTUK 3 − INSTALLATIE 3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV) ! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen. Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe is opgeleid. Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling. S S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter. Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden. ce-emf 1 2010-10 B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) ! Diese Klasse A Ausrüstung ist nicht für die Anwendung in Wohngebieten gedacht, in denen die Stromversorgung über das öffentliche Niederspannungssystem gewährleistet wird. Aufgrund leitungsgeführter sowie gestrahlter Störgrößen können möglicherweise Schwierigkeiten bei der Sicherung der elektromagnetischen Verträglichkeit an diesen Orten auftreten. ce-emc 3 2011−09 3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt. 3-3. Specificaties Type ingangsvermogen Type lasstroombron 24 V AC 1-fase 4 A 50/60 Hz Constante Voltage (CV) DC met 14-pinstekker en kontaktorkontrole Snelheidsbereik draadtoevoer Bereik draaddiameter Nominale lasstroom Algehele afmetingen 0,6 - 1,8 mm 100 V, 500 A, 60% inschakelduur Breedte: 273 mm 1,3 - 20 mpm IP graad Max. gewicht spoel: 27 kg Lengte: 597 mm Hoogte: 279 mm Toegelaten temperaturen bij gebruik IP23S Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik buiten. Opslag is toegestaan, maar buitengebruik bij regen of andere neerslag mag alleen onder een afdak. OM-238 172 Pagina 10 Gewicht -10 ° C en + 40 ° C 17 kg 3-4. Keuze van de locatie 5 ! De draadaanvoerkast niet plaatsen waar de lasdraad de cilinder raakt. ! Zet het apparaat niet of gebruik het niet op een plaats waar het kan omslaan. ! Gebruik de hefgreep als u de draadaanvoerkast met de hand wilt verplaatsen of even wilt optillen. ! Til het apparaat niet met een hefhaak of een ander mechanisme op aan de handgreep. Hang het apparaat ook niet aan de handgreep op. 1 Draadtoevoer 2 Hefoog 3 Rubberpoten 4 Gleuf 6 1 7 Kies de gleuf waarbij alle rubberpoten stevig boven op de lasstroombron staan. 5 Draadspoel/haspel 6 Gascilinder (door klant zelf aan te schaffen) . Druk van het beschermgas moet lager blijven dan 0,500 Mpa (72 PSI). 7 Lasstroombron 8 Hefgreep 4 2 3 8 805 226-A / Ref. 152 468-A / 155 242 / 801 919-C / 188 674 OM-238 172 Pagina 11 3-5. Aansluitschema’s voor de apparatuur 1 1 CV-lasstroombron met 24 V/AC vermogen 2 3 4 5 6 CV-lasstroombron zonder 24 V/AC vermogen 115 V/AC / 24 V/AC stroomadapter 14-pin besturingskabel Laskabel (noodzakelijk) Werkstuk 4 6 3 5 2 115 V/AC 4 6 Kontaktschakelaar 5 3-6. 14-pol. chassisdeel, beschermgas−, en laskabelaansluiting 1 Beschermgasaansluiting . Druk van het beschermgas moet lager blijven dan 0,500 Mpa (72 PSI). 3 2 2 14-pin contrastekker RC9 Gebruik het verbindingssnoer om de verbinding met de lasstroombron te maken. 1 3 Hoofdschakelaar van de voeding 4 Laskabelklem 5 Laskabel vanuit lasstroombron Druk de contrastekker op de aansluiting en verdraai hem. 4 5 Benodigd gereedschap: 5/8, 11/16 inch 805 233-A / 805 227-A OM-238 172 Pagina 12 3-7. Informatie over de 14-pin contrastekker Pin* J I B N H G A K L C M F D E Pininformatie A 24 V/AC t.o.v. pen G. B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V/AC contactorstuurcircuit. G Gemeenschappelijke voor het 24 V/AC circuit. C +10 V/DC naar afstandsbediening t.o.v. pen D. D Normaal afstandsbedieningscircuit. E 0 tot +10 V/DC ingaand stuursignaal vanaf de afstandsbediening t.o.v. pen D. F Stroomterugkoppeling; 0 tot 10 V/DC, 1 V/100 A. H Spanningsterugkoppeling; 0 tot 10 V/DC, 1 V/10 boogspanning. * De overige pinnen worden niet gebruikt. Ref. S-0004-A 3-8. Laspistool aansluiten 1 Adapter voor pistool/toevoerapparaat 2 Stekker pistoolaansluiting Steek de stekker van het pistool in de adapter. Draai de borgring vast. 11 22 956142644_1-B OM-238 172 Pagina 13 3-9. Instellingen optionele meterprint 1 Meterprint 2 Mini-instelschakelaar S2 Plaats de instelschakelaars in gewenste posities naargelang gebruikte lasbron en naargelang gewenste aflezing van draadsnelheid (zie illustratie). de de de de Breng het omhulsel weer aan. 1 1 2 2 X Houdt in dat de stand van de schakelaar geen invloed heeft op de gespecificeerde functie. Houdt in dat de schakelaar in deze stand moet staan. . S2 4 3 2 1 Spanningsmeting 0-100V (stappengeschakelde stroombron) 1 2 3 4 2 3 Signaal niet beschikbaar 1 Of 0−10V (Elektronisch geregelde stroombron) 1 Stroomsignaal 4 2 3 4 Weergave van de draadaanvoersnelheid Inch/minuut 1 Of 2 3 Houdfunctie AAN 4 1 Of Signaal beschikbaar 1 2 Digitale weergave van de stroomsterkte 3 4 2 3 4 Of Meter/minuut 1 2 3 Houdfunctie UIT 4 1 2 3 4 Benodigd gereedschap: Torx 25 805 228-A OM-238 172 Pagina 14 3-10. De draadgeleider en de aandrijfrol installeren 1 2 Borgschroef van de invoerdraadgeleider Draadinvoergeleider Draai de schroef los. Laat de schuine voorkant zo dicht mogelijk tot bij de aandrijfrollen komen zonder dat ze deze raken. Draai de schroef vast. 3 Aandrijfrol De aandrijfrol heeft twee verschillende groeven. De waarde aanduiding op de voorzijde van de aandrijfrol geeft aan de maat aan de andere zijde van de aandrijfrol. De groef die het dichtst bij de motor as zit, is de juiste groef voor de draad. 4 1 Borgmoer aandrijfrol Verdraai de moer één klik om de aandrijfrol vast te zetten. 5 Borgmoer Euro−adapter 2 4 3 5 Benodigde gereedschappen: 1/4 in. 956142644_1−B OM-238 172 Pagina 15 3-11. Lasdraad installeren en doorvoeren 1 2 Klemring Stelmoer voor naafspanning Indien nodig, zet dan de naaf op een steun om een ander formaat draadspoel te kunnen gebruiken. Verwijder de klemring en installeer de spoel zodanig, dat de naafpen in het gat in de spoel past. Breng de klemring weer aan. 2 1 3 Stel de spanmoer zodanig, dat de elektrodedraad strakgetrokken staat als de draadaanvoer stopt. 3 Stelknop voor de drukeenheid Leg de kabel van het pistool in een rechte lijn. A. Het druksysteem openen, de draad stevig vasthouden en het draadeinde afknijpen. De draad door de draadgeleiders in de toorts duwen. B. Het druksysteem weer in plaats brengen en aandraaien indien nodig. Op de manuele draadaanvoerknop drukken tot de draad uit de lastoorts komt. C. Om de aandrijfroldruk te kunnen regelen, de draad aanvoeren tegen een houten oppervlak. Aandraaien zodat de draad regelmatig aangevoerd wordt. Knip de draad af. Sluit de deur. A B C Tools Needed: Vastdraaien 15/16 in. HOUT 956142644_1-B OM-238 172 Pagina 16 HOOFDSTUK 4 − BEDIENING 4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 1 2 Optionele spannings- en draadsnelheidsmeter. Optionele spannings- en draadsnelheidsschakelaar. Gebruik deze om boogspanning of de draadsnelheid te zien. 3 Optionele afstandsbediende spanningsregeling. Gebruik deze om de spanning van de lasstroombron bij de draadtoevoer in te stellen. De nummers zijn alleen ter referentie. 1 4 Draadsnelheidsregeling. 5 Gasdoorblaasschakelaar. Gebruik de Gasdoorblaasschakelaar om het gasventiel te activeren om lucht uit het pistool te verwijderen of de gasregelaar bij de stellen. 2 6 Houdkontakt. Omhoogdrukken om te kunnen lassen zonder de schakelaar gedurende de gehele lascyclus ingedrukt te hoeven houden. 3 4 Om de lascyclus te starten moet u de schakelaar van het pistool indrukken en loslaten binnen drie seconden na het ontstaan van een boog. Stop met lassen door de schakelaar van het pistool in te drukken en los te laten. De hoofdschakelaar voor de voeding zit op het achterpaneel (zie Hoofdstuk 3-6). 7 8 9 Waterkoeling in (rood) Waterkoeling uit (blauw) Lastoortsconnector 9 7 8 5 6 Ref. 805 230-A OM-238 172 Pagina 17 4-2. Optionele bedieningsfuncties op het zijpaneel 1 Draadinvoerregeling Gebruik de Jog−stand om even lasdraad aan te laten voeren op de snelheid die is ingesteld, zonder het lascircuit of het gasventiel te activeren. 2 Draadinloopregeling Gebruik deze regeling om de draadsnelheid in te stellen nog vóórdat men last. 3 Draadafbrandregeling Gebruik deze regeling om te voorkomen dat de draad in het lasbad blijft steken. Sluit de zijdeur. 1 3 2 805 229-A HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 5-1. Routine-onderhoud ! n = Controleer ~ = Reinigen Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint. l = Vervang elke 3 maanden elke 6 maanden l Onleesbare labels ~ Lasklemmen nl Laskabel n 14−pins snoer n Gasslang en −aansluitingen n Toortskabel Of ~ Binnenkant van het apparaat OM-238 172 Pagina 18 ~ Aandrijfrollen l Onderdelen met barstjes of scheurtjes 5-2. Overbelastingsbeveiliging 1 ! Zet de draadtoevoer en de lasstroombron uit. Zet de motor van de lasgenerator uit. 4 Automatische zekering CB1 CB1 beschermt de motor tegen overbelasting. Herstel het probleem en zet de onderbreker handmatig weer goed. Ref. 805 227-A 5-3. Storingen Probleem Er is geen elektrodedraadtoevoer, het hele apparaat werkt niet. Oplossing Zet de hoofschakelaar op On. Controleer de aansluitingen van de 14-pens contrastekker RC9. Controleer de voedingsstroom. Er komt geen elektrodedraad uit. Controleer automatische zekering CB1 (zie Hoofdstuk 5-2). Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker van het pistool en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken. De toevoer van elektrodedraad is onregelmatig. Stel de naafspanning en de druk van de aandrijfrol opnieuw aan (zie Hoofdstuk 3-11). Gebruik het correcte formaat aandrijfrol (zie de onderdelenlijst). Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol (zie Hoofdstuk 3-10). Verwijder lasspatten rond de opening waar de draad uitkomt. Vervang de contacttip of de geleiding. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken. Er komt draad uit als de jog-schakelaar Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker wordt ingedrukt, maar niet wanneer de van het pistool en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. schakelaar van het pistool wordt ingedrukt. Er komt draad uit, zodra de stroom wordt Kijk de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. ingeschakeld. Er komt pas draad uit als de schakelaar Controleer of er kortsluiting is tussen de draden van de schakelaar van het pistool en de laskabel. Repawordt ingedrukt, maar de aanvoer blijft reer of vervang de draden van de schakelaar van het pistool. doorgaan ook nadat u de schakelaar heeft losgelaten. Het gasventiel rammelt behoorlijk hard Controleer of er kortsluiting is tussen de draden van de schakelaar van het pistool en de laskabel. Repaen de toevoer van elektrodedraad is reer of vervang de draden van de schakelaar van het pistool. traag en onregelmatig. Het gas stroomt niet, maar er is wel Controleer het gasventiel en de gasontspanner. toevoer van elektrodedraad. OM-238 172 Pagina 19 HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA On power source that support voltage feedback and have the meter option (vfdbk mode), connect PLG5 on RC1 (210 937-A) 956.142.625 Afbeelding 6-1. Aansluitschema voor draadtoevoermechanisme met optionele apparatuur OM-238 172 Pagina 20 Item No. Dia. Mkgs. Part No. Description Quantity Afbeelding 7-2. Aandrijfsysteem, draad (4 aandrijfrollen) . . . 28 . . . . . . . . . . . . . 079634 . . . Pin, Hinge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 . . . 29 . . . . . . . . . . 156019804 . . . Screw, 5/16-18 x 1 Alloy Steel Socket Head Cap Screw Plain Finish . . . . 1 . . . 30 . . . . . . . . . . 156009145 . . . Washer, Flat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 . . . 31 . . . . . . . . . . . . . 045127 . . . Guide, Wire Intermediate Brass .023 − .052 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 . . . 32 . . . . . . . . . . . . . 056207 . . . Inlet, Wire Intermediate Brass . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 . . . 33 . . . . . . . . . . . . . 054263 . . . Screw, Thumb . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . 34 . . . . . . . . . . 756033039 . . . Bushing, Snap-in D 22.9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 . . . 35 . . . . . . . . . . V56033124 . . . Bushing, Snap-in D 34.9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Gebruik alleen de door de fabrikant aangeraden vervangingsonderdelen om de oorspronkelijke fabrieksprestaties te behouden. U moet het model− en serienummer vermelden als u onderdelen bestelt bij uw plaatselijke leverancier. OM-238 172 Pagina 25 Table 7-1. Aandrijfrol- en draadgeleidersets (4 aandrijfrollen) . Baseer uw aandrijfrolkeuze op de volgende aanbevolen gebruikstoepassingen 1. Rollen met een V-groef voor massieve draden. 2. Rollen met een U-groef voor zachte en gevulde draden met zachte bekleding 3. U-kamrollen voor draden met een extreem zachte bekleding (meestal types voor een hard oppervlak). 4. Rollen met V-ribbels voor gevulde draden met een harde bekleding. 5. Aandrijfrollen kunnen in combinatie worden gebruikt voor bepaalde toepassingen (bijv. een rol met V-ribbels in combinatie met een rol met U-groef). Aandrijfrol Draaddiameter Draadgeleider Setnr. Onderdeelnr. Type Invoer Tussen Metrisch Breuk Decimaal 0,6 mm 0,023/0,025 inch 0,023/0,025 inch 087 132 087 130 Met V-groef 056 192 056 206 0,8 mm 0,030 inch 0,030 inch 046 780 053 695 Met V-groef 056 192 056 206 0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 046 781 053 700 Met V-groef 056 192 056 206 1,0/1,2 mm 0,035/0,045 inch 0,035/0,045 inch n,v,t, 189 285 Met V-groef 156 193 056 207 1,0 mm 0,040 inch 0,040 inch 191 917 053 696 Met V-groef 056 192 056 206 1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 782 053 697 Met V-groef 056 193 056 207 1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 784 053 699 Met V-groef 056 195 056 209 0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 044 750 072 000 Met U-groef 056 192 056 206 1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 785 053 701 Met U-groef 056 193 056 207 1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 046 786 053 702 Met U-groef 056 193 056 207 1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 787 053 706 Met U-groef 056 195 056 209 0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 046 782 132 958 Met V-ribbels 056 192 056 206 1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 793 132 957 Met V-ribbels 056 193 056 207 1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 046 794 132 956 Met V-ribbels 056 193 056 207 1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 795 132 955 Met V-ribbels 056 195 056 209 1,8 mm 0,068-0,072 inch 0,068-0,072 inch 089 985 132 959 Met V-ribbels 056 195 056 209 1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 083 319 083 489 Met U-kam 056 193 056 207 1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 083 320 083 490 Met U-kam 056 193 056 207 1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 800 053 708 Met U-kam 056 195 056 209 OM-238 172 Pagina 26 Geldig vanaf 1 januari 2013 (Installaties waarvan het serienummer begint met “MD” of nieuwer) Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties. BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen en voorwaarden garandeert ITW Weldiing Products Italy S.r.l., zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID. Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop volgt. In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal MILLER garantiesclaims toestaan op installaties met garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de oorspronkelijke kleinhandelkoper, of één jaar nadat een installatie naar een Europese distributeur gezonden is, of achttien maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur gezonden is. 1. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon * * * * * * 3. * * * Automatisch verduisterende helmlenzen (geen arbeidsloon) Migmatic 175 HF Units Waterkoelsystemen (EU modellen, niet geïntegreerd) 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders aangegeven * * * * * * * * * * * 5. Lasaggregaten met aandrijfmotor (OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie, bij de fabrikant van de motor.) Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven) Procesbeheersingsapparatuur Semiautomatische en automatische draadaanvoereenheden Transformator/gelijkrichter −stroombronnen Waterkoelingsystemen (geïntegreerd) 2 jaar — op onderdelen * 4. De thyristoren , diodes en afzonderlijke gelijkrichtmodules in de originele hoofdstroom gelijkrichters met uitzondering van de STR, SI, STi, STH en MPi series. Automatisch bewegende apparatuur Inbouwopties (OPMERKING: Inbouwopties zijn gedekt onder True Blue® voor de resterende garantieperiode van het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.) Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en elektronische regelapparatuur/recorders Motoraangedreven laspistolen (m.u.v. de Spoolmate −laspistolen) Positionerings en regelapparatuur Powered Air Purifying Respirator (PAPR) de ventilatorunit (geen arbeidsloon) Rekken Wielonderstellen en trailers Onderpoederdek−draadaanvoersystemen Waterkoelsystemen (Amerikaanse modellen, niet geïntegreerd) Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon) 6 maanden — op onderdelen * Accu’s 90 dagen — op onderdelen * * * * * * * * Toebehoren (sets) Beschermzeilen Windingen en dekens voor inductieverwarming MIG−pistolen Afstandsbedieningen Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon) Spoolmate pistolen Kabels en niet-elektronische regelingen Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor: 1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, magneetschakelaars, koolborstels, schakelaars, sleepringen, relais of andere onderdelen die niet meer goed werken als gevolg van normale slijtage. 2. Items furnished by Miller, but manufactured by others, such as engines or trade accessories. These items are covered by the manufacturer’s warranty, if any. 3. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten. 4. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor de installatie. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon * 2. 6. MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES. In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant. Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in ITW Welding Products Group Europe of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan. VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST). MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT. milan_warr_dut2013−01 Papieren van de eigenaar S.v.p. volledig invullen en goed bewaren. Naam van het model Aankoopdatum Serie-/typenumber (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.) Leverancier Adres Plaats Staat Postcode Service Contacteer een verdeler of een service bureau Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden Optionele apparatuur en accessoires Service en reparaties Vervangende onderdelen ITW Welding Italy S.r.l. Handleiding Neem contact op met het vervoersbedrijf: Via Privata Iseo, 6/E 20098 San Giuliano Milanese, Italy Tel: 39 (0) 2982901 Fax: 39 (0) 298290-203 email: miller@itw−welding.it Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of beschadiging tijdens verscheping, Neem contact op met de transportafdeling van uw distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims. Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2013 Miller Electric Mfg. Co 2013−01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Miller ST-24 CE de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor