• Draai de programmaknop op om
het apparaat uit te schakelen.
• Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
• Het indicatielampje van de deur
brandt. Het indicatielampje
knippert. De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen. Als u instelt, pompt het
apparaat alleen.
2. Druk op
. Het apparaat voert het
water af en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Draai de programmaknop op
om
het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint
het apparaat automatisch
met het afvoeren van water
en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
10.13 Stand-by
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige
modus geactiveerd, wanneer u het
apparaat niet uitschakelt.
Hierdoor wordt het energieverbruik
beperkt wanneer het apparaat in de
standby-stand staat.
• Alle indicatielampjes en de display
gaan uit.
• Het indicatielampje van
knippert
langzaam
• Druk op een van de opties om de
energiezuinige modus te deactiveren.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
de energiebesparingsfunctie
niet geactiveerd om u
eraan te herinneren het
water weg te pompen.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
11.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Rol
riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een zak of kussensloop.
• Was geen wasgoed in het apparaat
zonder zomen of met scheuren.
Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's,
riemen, panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
NEDERLANDS 17