Documenttranscriptie
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een
veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen
in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die
op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen
tijde ter beschikking.
23
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Muur-afstandhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Invriezenen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
24
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen
en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden
gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden danvoor het
koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt
wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik
genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutaan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per25
soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet
zonder toezicht in de buurt van het apparaat.!
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percen-tage kan in het
vriesvak gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend
u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantenservice.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
26
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKWvrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging
toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levens-gevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool
op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
27
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort:
Klimaatcategorie
voor een omgevingstemperatuur van
SN
+10 tot +32 °C
N
+16 tot +32 °C
ST
+18 tot +38 °C
T
+18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens
vormt aan de buitenkant van de apparaten.
28
10 mm
10 mm
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als aangegeven in de afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afgedekt.
100 mm
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
NP007
Muur-afstandhouders
In het apparaat bevinden zich
twee afstandhouders die in de
bovenste hoeken aan de achterzijde geplaatst dienen te worden.
Draai de schroeven los, steek de
afstandhouder onder de schroefkop en draai de schroeven
weer vast.
Deurdraairichting
De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links
gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van
de deurstuiters mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn.
Van te voren de stekker uit te stopF
contact halen..
E
1.
2.
Ga nu verder als volgt te werk:
Trek het ventilatierooster (D), dat
door palwerk vastgezet is, uit.
Verwijder het onderscharnier (E)
door de twee schroeven, die het
bevestigen, los te draaien.
F
F
D
F
29
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
30
Trek dedeur van stift (G) schroef hem
af en breng hem aan de andere kant
weer aan.
Verwijder de twee beschermdopjes
van de gaatjes voor de scharnierpinnen en monteer ze aan de andere
G
kant.
Hermonteer de deur.
Hermonteer het onderscharnier (E)
aan de andere kant door middel
van de twee schroeven die u eerder
verwijderd hebt.
Verwijder het stopstuk (F) uit het
ventilatierooster (D) door het naar de
pijlrichting te duwen en breng hem
aan de andere kant weer aan.
Hermonteer het ventilatierooster (D),
voer het door palwerk in.
De handgreep losschroeven. Aan de
andere kant van de deur bevestigen nadat u de dopjes met een
priem doorgeprikt heeft. De vrijgekomen gaatjes afsluiten met de
bijgeleverde dopjes; deze vindt u in
het zakje van de documentatie.
Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u kontroleren of het
deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in
de winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen
zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen,
dan kunt u het rubber warm maken met een föhn.
Omkeren draairichting deurtje
1.
2.
Maak het steunstukje(1) los door
met een schroevedraaier op de
binnenveer te drukken en verwij180°
der het tegelijkertijd met het
deurtje; verwijder naaf (2) en
2
monteer haar aan de andere kant
op het vrijgekomen gaatje; draai
1
het deurtje 180° om, verwijder
het steunstukje (1) en monteer
het aan de andere kant;
PR14
Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje (1) op hun plaats te
schuiven tot ze geblokkeerd worden.
Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te verzeke-ren is het deurtje
voorzien van een eenvoudige veerin-stallatie, waardoor het deurtje open
blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt.
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit
de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minste 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of
de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het
lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
31
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde.
Draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «0» (STOP-stand).
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat
de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld
worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“
kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C
komt en zet de temperatuurregelaar tijding op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling
van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat
de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3”
tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ontdooien weer automatisch.
32
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het apparaat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glas boven de groente- en fruitbakken moet altijd op die
plaats blijven liggen, opdat groente
en fruit langer vers blijven.
D338
De overige legvlakken zijn in hoogte
verstelbaar:
Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen
bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde
te werk gaan.
Plaatsen van grote verpakkingen:
De voorste helft van de tweedelige legvlak eruit halen en op een andere
hoogte erin schuiven. Hierdoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder gelegen legvlak grote verpakkingen te plaatsen.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.
33
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende
eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoe-veelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel
tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
34
1.
2
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
De in te vriezen levensmiddelen in de vriezer van het apparaat plaatsen.
Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren
waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur
voorkomen en wordt stroom bespaard.
Het maken van ijsblokjes
1.
2.
Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het diepvrieskast plaatsen en
laten bevriezen.
Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of
scherpe voorwerpen losmaken.
Ontdooiing van het toestel
Het ontdooien van de koelruimt
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat de
compressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen
in een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier verdampt het water.
35
Wij raden u aan het gaatje in het
afvoerkanaal regelmatig schoon te
maken, teneinde te voorkomen dat
het dooiwater de levensmiddelen nat
maakt. Gebruik voor het doorprikken
het staafje dat zich in het gaatje
bevindt.
Het ontdooien van de vriezer
1.
2.
In het vriesvak dient u echter de rijp
te verwijderen, wanneer deze een
D037
laag van circa 4mm vormt. Gebruik
hiervoor het plastic spatel.Voor het
uitvoeren van deze handeling hoeft
u het aparaat biet uit te schakelen of
het vriesvak leeg te maken.Wanneer
zich een dikke laag ijs gevormd heeft,
dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
draai de thermostaaaknop op “0” of
trek de steker uit het stopkontakt;
omwikkel de levensmiddelen met
meerdere kranten en bewaar ze op
een koele plaats;
laat de deur openstaan en plaats een teiltje op het hoogste rek van het
koelkastvak onder het afvoergaatje, open het deksetje van de afvoer.
droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje weer af
met open het dekseltje;
draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in
het stopkontakt. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer
terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou
uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheidsduur
verkorten.
PR151
3.
4.
5.
36
Apparaat uitzetten
1.
2.
3.
4.
5.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-ging
en onderhoud”).
Deur daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteits-net
aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het schoonmaken
het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai
de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunststof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen
wordt.
Let op!
1.
2.
3.
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv.
– sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Levensmiddelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten
verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-ring
37
4.
5.
6.
7.
uitschakelen c.q. er uitdraaien.
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per
jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte con-troleren. Een verstopt dooiwater afvoergat met behulp van het groene stopje dat
met het toestel is meegeleverd schoonmaken.
Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer
in bedrijf nemen.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur
werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude
in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van
de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
38
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
klantenservice.
Storing
Mogelijke oorzaken
Verhelpen
Apparaat is niet aangezet.
Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcontact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering controleren,eventueel vernieuwen
Storingen in het lichtnet door
uw elektrovakman laten
Stopcontact is kapot.
verhelpen.
Temperatuur is te laag inge- Temperatuurregelaar tij-delijk
Apparaat koelt te sterk.
steld.
op een hogere stand zetten.
Temperatuur is niet juist inge- Zie hoofdstuk “Ingebruiknasteld.
me”.
Deur heeft te lang openge- Deur slechts zo lang open
staan.
laten als nodig is.
De levensmiddelen zijn te
In de laatste 24 uur zijn growarm.
Temperatuurregelaar op een
tere hoeveelheden warme
koudere stand zetten.
levensmiddelen opgeslagen.
Het apparaat staat naast een
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
warmtebron.
Zie hoofdstuk “Lamp verwisBinnenverlichting werkt niet. Lamp is kapot.
selen”.
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig
met een föhn verwarmen
Sterke rijpvorming in het
Deurafdichting is lek (even(niet heter dan ca. 50 °C).
apparaat, eventueel ook aan tueel na het verwisselen van
Tegelijkertijd de verwarmde
de deurafdichting.
de deuraanslag).
deurafdichting met de hand
zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
Apparaat werkt niet.
Zekering is los of kapot.
Apparaat staat niet recht.
Ongewone geluiden.
Stelvoetjes bijstellen.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
Apparaat iets wegtrekken.
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen een Dit onderdeel voorzichtig
ander onderdeel van het
wegbuigen.
apparaat aan of tegen de
muur.
39
Storing
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de legvlakken.
Mogelijke oorzaken
Verhelpen
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Ontdooiwaterafvoer is verstopt.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
Lamp verwisselen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
40
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen van de
lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
Om het apparaat uit te zetten de
temperatuurregelaar op stand „0"
draaien.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Voor het verwisselen van de lamp de
schroef die de afdekking van het
lampje bevestigt, eruit draaien.
Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
D411
Defecte lamp verwisselen.
De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
De koelkast aanzetten.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de
Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koudeinstallaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging
van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid
getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
41
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
2223 095-73
08/07
Sous réserve de modifications
Wijzigingen voorbehouden