Atag ARZ 012/A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
DEUTSCH Gebrauchsanweisung Seite 4
ENGLISH Instructions for use Page 13
FRANÇAIS Mode d’emploi Page 23
NEDERLANDS Gebruiksaanwijzing Pagina 32
32
Ingebruikneming van het apparaat
1. Steek de stekker van het apparaat in het
stopcontact.
2. Nadat de stekker van het apparaat in het
stopcontact is gestoken, houdt het apparaat
de temperatuur aan die in de fabriek
ingesteld (meestal 5 °C).
3. Druk op toets “B” als het LED-lampje “L”
ingeschakeld is (“AAN”).
De temperatuur aanpassen
Zie het bijgesloten productblad voor de
instelling van de temperatuur.
Opmerking:
De interne temperatuur van de koelkast,
die kan afwijken van de temperatuur die
op het display wordt weergegeven, kan
beïnvloed worden door de temperatuur van
de omgevingslucht, de frequentie waarmee de
deur geopend wordt, de plaatsing van warm
voedsel in het apparaat en een ongeschikte
positie van het apparaat.
Bewaren van levensmiddelen in de
koelkast:
Plaats de levensmiddelen zoals in de
afbeelding te zien is:
A Gekookt voedsel
B Groenten
C Vis, vlees
D Fruit en groenten
E Flessen
F Kaas
Opmerking:
De levensmiddelen moeten worden
afgedekt om te voorkomen dat ze uitdrogen
De afstand tussen de schappen en de
achterste binnenwand van de koelkast zorgt
voor een vrije luchtcirculatie
Zet de levensmiddelen niet tegen de
achterwand van het koelvak.
Zet geen levensmiddelen in de koelkast die
nog warm zijn
Bewaar vloeistoffen in gesloten houders
Let op:
Het bewaren van groenten met een
hoog watergehalte kan condensvorming
veroorzaken op de glazen schappen;
dit heeft geen invloed op het correct
functioneren van het apparaat.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
B
C
D
F
H
E
A
G
I
L
33
Het apparaat heeft een vak dat speciaal
ontwikkeld is voor het bewaren van Vlees
en Vis.
Daarom is de temperatuur in dit vak lager dan
in de rest van het koelvak.
Zodoende kan de conservering van vers
voedsel (vlees en vis) aanzienlijk worden
verlengd, zonder dat het hoeft te worden
ingevroren en zonder de voedingswaarden en
de oorspronkelijke versheid aan te tasten.
De optimale temperatuur in het vak voor
vlees en vis is gegarandeerd als deze op de
gemiddelde waarde is ingesteld.
Het wordt afgeraden om in dit vak fruit
of groenten te bewaren aangezien de
temperatuur ook onder de 0 °C kan zakken
en dan zou het vocht in de levensmiddelen
kunnen bevriezen.
Temperatuurindicator
De temperatuur in het vak wordt
weergegeven door een indicator die op het
deurtje van het vak zit (Fig.1)
Het gekleurde segment geeft het ideale
temperatuurbereik aan voor het bewaren
van vlees en vis
Het duurt ongeveer een uur voordat de
temperatuur in het vak gestabiliseerd is.
Let op:
De temperatuur van het vak voor vlees
en vis hangt samen met de temperatuur
van het koelvak. Daarom moet u, als de
temperatuurindicator van het vak in de
sector
staat, op knop (C) drukken om de
temperatuur van de koelkast te veranderen.
Vervolgens wordt de temperatuur van het vak
voor vlees en vis gecorrigeerd.
Het vak verwijderen
Als u de koelkast wilt gebruiken zonder het vak
voor vlees en vis, gaat u als volgt te werk:
1. Verwijder de afdekplaat van het vak door
de klemmen op de onderkant (zie Fig. 3)
los te maken.
2. Verwijder het vak (zie Fig. 2)
Als u het vak voor vlees en vis weer in gebruik
wilt nemen, gaat u als volgt te werk:
1. Zet het vak op zijn plaats
2. Monteer de afdekplaat van het vak voor
vlees en vis
HET GEBRUIK VAN HET VAK VOOR VIS EN
VLEES
(indien aanwezig)
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
B
C
D
F
H
E
A
G
I
L
34
“NULGRADENVAK” (afhankelijk van het model)
Het ‘nulgradenvak’ is speciaal ontwikkeld om een lage
temperatuur en een juiste vochtigheidsgraad te behouden
teneinde verse levensmiddelen langer te kunnen bewaren
(bijvoorbeeld vlees, vis, winterfruit en -groenten).
In- en uitschakelen van het vak
De temperatuur in het vak is ongeveer 0 °C als het vak ingeschakeld is.
Druk voor de inschakeling van het vak
langer dan één seconde op de knop die in
de afbeelding is weergegeven totdat het
symbool gaat branden
Het brandende symbool geeft aan dat het
vak ingeschakeld is. Druk opnieuw langer
dan een seconden op de knop om het vak uit
te schakelen
Voor een correcte werking van het ‘nulgradenvak’ is het volgende noodzakelijk:
- het koelvak moet ingeschakeld zijn
- de temperatuur in het koelvak moet tussen de +2 °C en +6 °C zijn
- de lade moet geplaatst zijn om de inschakeling mogelijk te maken
- er mogen geen speciale functies zijn geselecteerd (Stand-by, Cooling-Off, Vacation - indien
aanwezig).
Als één van deze speciale functies is geselecteerd, dan moet het ‘nulgradenvak’ handmatig
worden uitgeschakeld en moeten de verse levensmiddelen uit het vak worden verwijderd. Als
het vak niet handmatig wordt uitgeschakeld, zal het na ongeveer 8 uur automatisch worden
uitgeschakeld.
Opmerking:
- als het symbool bij inschakeling van het vak niet gaat branden, dient u te controleren of de lade
goed geplaatst is; neem contact op met een erkende klantenservice, als het probleem aanhoudt
- als het vak is ingeschakeld en de lade is geopend, dan kan het symbool van het
bedieningspaneel automatisch uitgaan. Als de lade weer wordt geplaatst, wordt het symbool
weer ingeschakeld
- ongeacht de status van het vak is een zacht geluid hoorbaar. Dit is normaal
- als het vak niet in werking is, is de temperatuur in het vak afhankelijk van de algemene
temperatuur in het koelvak. In dit geval wordt geadviseerd om fruit en groenten te bewaren die
niet gevoelig zijn voor koude (bosvruchten, appels, abrikozen, wortels, spinazie, sla, enz.).
Belangrijk: als de functie geactiveerd is en er levensmiddelen met een hoog watergehalte
aanwezig zijn, kan zich condens op de schappen vormen. Schakel in dat geval de functie tijdelijk
uit. Let goed op bij het plaatsen van kleine levensmiddelen en houders op het bovenste schap
van het ‘nulgradenvak’ om te voorkomen dat ze tussen de lade en de achterwand van het koelvak
kunnen vallen.
35
Verwijderen van het ‘nulgradenvak’:
Voor meer ruimte in de koelkast kan het ‘nulgradenvak’ worden verwijderd. Ga in dat geval als
volgt te werk:
- wij adviseren om de twee onderste deurvakken leeg te maken (en eventueel te verwijderen) om
de lade gemakkelijker naar buiten te kunnen trekken.
- schakel het vak uit
- neem de lade en het witte plastic schap onder het vak weg.
Opmerking: het bovenste schap en de zijsteunen kunnen niet worden verwijderd.
Om het ‘nulgradenvak’ weer in gebruik te nemen, dient u ervoor te zorgen dat het witte plastic
schap onder het vak weer geplaatst wordt, voordat u de lade zelf terugzet en de functie weer in
werking stelt. Om het energieverbruik te optimaliseren wordt geadviseerd om het ‘nulgradenvak’
uit te schakelen en om het vak te verwijderen.
Reinig het vak en zijn onderdelen regelmatig met een doek en een oplossing van lauw water en
specifieke neutrale schoonmaakmiddelen die speciaal bestemd zijn voor het reinigen van de
binnenkant van een koelkast (zorg ervoor om het witte plastic schap onder de lade niet in het
water onder te dompelen).
Voordat u het vak schoonmaakt (ook de buitenkant), moet de lade zodanig worden
verwijderd dat het vak van het elektriciteitsnet is losgekoppeld.
Gebruik nooit schuurmiddelen.
36
In het vriesvak kunnen ook verse
levensmiddelen ingevroren worden. De
hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24
uur kan worden ingevroren staat aangegeven
op het typeplaatje.
Invriezen van verse levensmiddelen
• In Fig. 1 is de aanbevolen plaats aangegeven
voor levensmiddelen die ingevroren moeten
worden, als er een rooster aanwezig is, als er
geen rooster is bijgeleverd is de aanbevolen
plaats aangegeven in Fig. 2.
Plaats de levensmiddelen in het midden van het
vak
zonder dat ze in aanraking komen
met de reeds ingevroren levensmiddelen, houd
ze op een afstand van ongeveer 20 mm (fig. 1
en 2).
Druk bij apparaten met een
compartiment op de toets (D) om de functie
Fast Freeze te activeren: het LED-lampje (E)
wordt ingeschakeld en blijft branden tijdens
het invriezen.
Na ca. 26 uur wordt de functie automatisch
uitgeschakeld en dooft het LED-lampje (E).
Om de functie handmatig te annuleren, drukt
u nogmaals op de toets (D).
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel
maanden verse, ingevroren levensmiddelen
bewaard kunnen worden.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet
u op de volgende punten letten:
de verpakking of het pak moet onbeschadigd
zijn, omdat het product anders kan bederven.
Als een pakje bol staat of als er vochtplekken
op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste
worden gekocht en in isolerende tassen worden
vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst
meteen in het vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesproducten
mogen niet opnieuw worden ingevroren, maar
moeten binnen 24 uur worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten vermeden
worden of tot een minimum worden beperkt. De
uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking
moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het
conserveren van diepvriesproducten dienen
altijd te worden opgevolgd.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in
vak
.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem
van het vriesvak
is vastgevroren, geen
puntige of scherpe voorwerpen om het los te
maken.
Om de ijsblokjes eenvoudig te verwijderen buigt
u het bakje om.
HET GEBRUIK VAN HET VRIESVAK (indien aanwezig)
Fig. 2
Fig. 1
37
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit
de stroomtoevoer af voordat u met het
ontdooien begint.
Het koelvak wordt geheel automatisch
ontdooid. De aanwezigheid van
waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van de koelkast duidt erop
dat het apparaat bezig is automatisch
te ontdooien. Het dooiwater wordt
automatisch via een afvoeropening in een
opvangbak geleid, waar het verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening van het
dooiwater met behulp van het bijgeleverde
gereedschap om een constante afvoer van het
dooiwater zeker te stellen. (Fig.1)
Ontdooien van het vak (indien
aanwezig)
Wij raden u aan het vak een of twee
maal per jaar te ontdooien, of wanneer de
ijslaag te dik is geworden.
IJsvorming is een normaal verschijnsel. De
hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het
ijs vormt, hangt af van de
omgeving waarin het apparaat zich bevindt en
van de frequentie waarmee de deur van het
vriesvak wordt geopend. De ijsvorming is het
grootst op het bovenste gedeelte van het vak.
Dit is normaal en heeft geen invloed op het
correct functioneren van het apparaat.
Het is raadzaam het vak te ontdooien wanneer
u weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen
uit het vriesvak, en zet ze op een heel koele
plaats of in een koeltas.
Laat de deur open zodat het ijs kan smelten.
Reinig de binnenkant van de vriezer met een
vochtige spons met lauw water en/of een
neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
Plaats de levensmiddelen weer in het vak.
Sluit de deur.
Steek de stekker weer in het stopcontact en
start het apparaat volgens de aanwijzingen uit
hoofdstuk “In werking stellen van het koelvak”.
De instellingen en keuzes die gemaakt werden
voordat het apparaat ontdooid werd worden
hersteld.
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Fig. 1
38
Trek de stekker uit het stopcontact of
sluit de stroomtoevoer af, alvorens
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
te gaan verrichten.
Reinig de binnenkant van de koelkast met
een vochtige spons met lauw water en/of
een neutraal schoonmaakmiddel. Spoel en
droog het apparaat met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
De scheidingselementen mogen niet in
water worden ondergedompeld, maar
moeten worden afgewassen met een niet al
te vochtige spons.
Reinig de binnenkant van het vriesvak
tijdens het ontdooien.
Maak de ventilatieroosters en de condensor
op de achterkant van het apparaat
regelmatig schoon met een stofzuiger of een
borstel.
Reinig de buitenkant met een met water
bevochtigde zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen of schuursponsjes,
noch vlekkenmiddelen (bijv. aceton en
trichloorethyleen) of azijn.
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt
1. Maak de koelkast helemaal leeg.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Ontdooi het apparaat en reinig de
binnenwanden.
4. Om de vorming van schimmel,
onaangename luchtjes en roest te
voorkomen moet de deur van het apparaat
open blijven staan als het gedurende
langere tijd niet gebruikt wordt.
5. Het apparaat schoonmaken.
• Maak de binnenkant van het lage
temperatuurvak (bij modellen waar dit
aanwezig is) schoon tijdens het ontdooien.
• Reinig de binnenkant van de koelkast met
een vochtige spons met lauw water en/of
een neutraal schoonmaakmiddel. Spoel
en droog het apparaat met een zachte
doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
REINIGING EN ONDERHOUD
39
1. De koelkast werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de hoofdschakelaar ingeschakeld?
Is de zekering doorgebrand?
Is de voedingskabel beschadigd?
Staat de toets (B) op de stand Stand-by?
2. De temperatuur in de vakken is niet koud genoeg.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieroosters gehinderd?
3. Er ligt water op de bodem van de koelkast.
Is de afvoer van het dooiwater verstopt?
4. De binnenverlichting werkt niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1, en vervolgens:
Haal de stekker uit het stopcontact.
Als uw apparaat een lampje heeft moet u de aanwijzingen en de tekening op bijgevoegde kaart
raadplegen om het lampje te controleren en te vervangen
Als uw apparaat led-verlichting heeft moet u contact opnemen met de klantenservice.
5. Er vormt zich te veel rijp/ijs in het vriesvak.
Is de deur van het vriesvak goed gesloten?
6. Het geluidsalarm klinkt, de binnenverlichting brandt onregelmatig en het rode lampje
(G) knippert
De deur heeft langer dan 2 minuten open gestaan. Druk op toets (F) om het alarm uit te
schakelen of sluit de deur.
7. Het geluidsalarm klinkt en het rode LED-lampje (G) en de letter “F” knipperen op het
display
Defect in de temperatuursensor. Druk op toets (F) om het geluidsalarm uit te schakelen en
neem contact op met de klantenservice
Opmerkingen:
Indien de alarmtoestand beschreven onder punt 7 zich voordoet, kunnen toets (C) voor het
instellen van de temperatuur en toets (D) niet gebruikt worden, maar kan het apparaat wel
temperaturen in de vakken garanderen waardoor de conservering van de levensmiddelen niet in
gevaar komt
Eventuele veranderingen van geluid (geborrel, geruis) zijn een gevolg van de normale werking
van het apparaat, en zijn volstrekt normaal.
STORINGEN OPSPOREN
B
C
D
F
H
E
A
G
I
L
40
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1. Ga na of u de storingen zelf kunt verhelpen
(zie “Storingen opsporen”).
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of
het ongemak is verholpen. Als dit niet het
geval is, schakel het apparaat dan opnieuw
uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als ook dat niet helpt, wend u dan tot onze
klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing
het model
het servicenummer (nummer achter het
woord SERVICE op het typeplaatje binnenin
het apparaat)
uw volledige adres
uw telefoonnummer
Opmerking:
Het omkeren van de deur van het apparaat
door onze klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
KLANTENSERVICE
Installeer het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen. Installatie in een warme
omgeving, rechtstreekse blootstelling aan
de zon of opstelling van het apparaat in de
buurt van een warmtebron (kachel, fornuis)
verhogen het stroomverbruik en dienen te
worden vermeden.
Indien dit niet mogelijk is, moeten de
volgende minimumafstanden worden
aangehouden:
- 30 cm vanaf fornuizen die werken op kolen
of petroleum;
- 3 cm vanaf elektrische fornuizen en/of
gasfornuizen.
Monteer de afstandstukken (indien
bijgeleverd) op de achterkant van de
condensator die op de achterkant van het
apparaat zit.
Installeer het apparaat op een droge en
goed geventileerde plaats, zorg dat het op
een vlakke ondergrond staat en stel indien
nodig de poten aan de voorkant bij.
De binnenkant schoonmaken.
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
• Houd u aan de plaatselijke voorschriften
voor de elektrische aansluiting.
De gegevens met betrekking tot de spanning
en het opgenomen vermogen staan op het
typeplaatje in het apparaat.
• De aarding van het apparaat is wettelijk
verplicht. De fabrikant aanvaardt geen
enkele aansprakelijkheid voor eventueel
letsel aan personen, dieren of voor
schade aan voorwerpen die veroorzaakt
is door het niet in acht nemen van deze
voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van
hetzelfde type zijn, laat het stopcontact
dan vervangen door een gekwalificeerd
technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of
meervoudige adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het moet mogelijk zijn het apparaat van
het elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
INSTALLATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Atag ARZ 012/A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding