Whirlpool BSNF 8552 OX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gids voor Gezondheid & Veiligheid, Gebruik en Verzorging
www.whirlpool.eu/register
2
NEDERLANDS ....................................3
3
NL
NEDERLANDS
GEZONDHEID & VEILIGHEID,
GEBRUIKSAANWIJZING en INSTALLATIEGIDS
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN WHIRLPOOL PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren
op www.whirlpool.eu/register
Gids voor Gebruik en Verzorging
Index
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
Installatiegids ............................................................................................23
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................................................ 4
MILIEUTIPS ...............................................................................................6
CONFORMITEITSVERKLARING ............................................................................6
PRODUCTBESCHRIJVING .................................................................................7
APPARAAT .................................................................................................7
BEDIENINGSPANEEL ........................................................................................ 7
DEUR ......................................................................................................8
KOELKASTVERLICHTING ....................................................................................8
SCHAPPEN ................................................................................................. 8
VENTILATOR + ANTIBACTERIEEL FILTER .....................................................................8
IJSVRIJ KOELKAST COMPARTIMENT .........................................................................8
IJSVRIJ VRIESCOMPARTIMENT ...............................................................................9
ACCESSOIRES* .............................................................................................9
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ...........................................................................10
EERSTE GEBRUIK ..........................................................................................10
INSTALLATIE ..............................................................................................10
DAGELIJKS GEBRUIK .......................................................................................11
FUNCTIES .................................................................................................11
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ................................................................14
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ........................................18
ONDERHOUD EN REINIGING .............................................................................19
GIDS VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN CONSUMENTENSERVICE ........................................20
FUNCTIONELE GELUIDEN ..................................................................................20
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING ...............................................................21
KLANTEN SERVICE ........................................................................................22
4
BELANGRIJK MOET WORDEN
GELEZEN EN IN ACHT
GENOMEN
Lees voordat u het apparaat gaat
gebruiken deze
veiligheidsinstructies.
Bewaar ze voor toekomstige
raadpleging.
Deze instructies en het apparaat
zelf zijn voorzien van belangrijke
veiligheidsaanwijzingen, die te allen
tijde moeten worden opgevolgd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade die het
gevolg is van het niet opvolgen van
deze veiligheidsinstructies,
oneigenlijk gebruik of een foute
programmering van de
regelknoppen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWIN
GEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op
afstand van het apparaat gehouden
te worden, tenzij ze onder
voortdurend toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en personen
met verminderde fysieke,
sensorische of mentale vermogens
of gebrek aan ervaring en kennis,
mogen dit apparaat gebruiken
indien ze onder toezicht staan of
instructies hebben ontvangen over
veilig gebruik en de mogelijke
gevaren ervan begrijpen. Kinderen
mogen niet spelen met het
apparaat. De reiniging en het
onderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd
zonder toezicht.
TOEGESTAAN GEBRUIK
VOORZICHTIG: Het apparaat is
niet geschikt voor inwerkingstelling
met een externe timer of
afzonderlijk systeem met
afstandsbediening.
Het apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk, niet
professioneel gebruik.
Gebruik het apparaat niet
buitenshuis.
Geen ontplofbare brandbare
stoen, zoals spuitbussen opslaan
en geen benzine of andere
brandbare materialen gebruiken in
of in de buurt van het apparaat: er
kan brand ontstaan vliegen als het
apparaat per ongeluk wordt
ingeschakeld.
Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke en
gelijkaardige toepassingen zoals:
- personeelskeukens in winkels,
kantoren en overige
werkomgevingen;
- cottages en door klanten in hotels,
motels en andere residentiële
omgevingen;
- bed- and breakfast omgevingen;
- catering en soortgelijke non-retail
toepassingen .
De lamp die in het apparaat wordt
gebruikt is speciek ontworpen
voor huishoudapparaten en is niet
geschikt voor ruimteverlichting (EC
Richtlijn Nr. 244/2009).
Het apparaat is bedoeld voor
gebruik op plaatsen waar de
temperatuur binnen het volgende
bereik komt, conform de
klimaatklasse op het typeplaatje.
Mogelijk werkt het apparaat niet
correct indien het lange tijd op een
temperatuur buiten het
aangegeven bereik wordt gebruikt.
Klimaatklasse Omg. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
Dit apparaat bevat geen CFK. Het
koelcircuit bevat R600a (HC).
Apparaten met Isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat
geen schadelijke invloed heeft op
het milieu, maar wel ontvlambaar is.
Zorg er daarom voor dat de
koelcircuitleidingen niet
beschadigd raken. Let vooral op
beschadigde leidingen die tot het
leegraken van het koelcircuit leiden.
WAARSCHUWING: Beschadig de
koelcircuitleidingen van het
apparaat niet.
WAARSCHUWING: Houd de
ventilatieopeningen in de
behuizing van het apparaat of in de
ingebouwde structuur vrij van
obstakels.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
mechanische, elektrische of
chemische middelen behalve de
middelen aanbevolen door de
fabrikant om het ontdooiproces te
versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of
plaats geen elektrische apparaten
binnenin de
apparaatcompartimenten indien
deze niet het type zijn dat
uitdrukkelijk is goedgekeurd door
de Fabrikant.
WAARSCHUWING: IJsmakers en/of
waterdispensers die niet
rechtstreeks op het waterleidingnet
zijn aangesloten, mogen uitsluitend
met drinkwater worden gevuld.
WAARSCHUWING: Automatische
ijsmakers en/of waterdispensers
moeten worden aangesloten op
een waterleidingnet dat uitsluitend
drinkwater levert, met een
waterdruk tussen 0,17 en 0,81MPa
(1,7 en 8,1 bar).
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (bij een
aantal modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die
net uit de vriezer komen, aangezien
deze vriesbrandwonden kunnen
veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor
gebruik met een luchtlter in een
toegankelijke ventilatorafdekking,
moet het lter altijd zijn
aangebracht wanneer de koelkast
in bedrijf is.
Bewaar geen glazen containers met
vloeistoen in het
diepvriezercompartiment omdat ze
kunnen breken.
Blokkeer de ventilator (indien
aanwezig) niet met levensmiddelen.
Nadat de levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst, dient
gecontroleerd te worden of de
deuren van de vakken goed sluiten,
met name de deur van het vriesvak.
Een beschadigde afdichting dient
zo snel mogelijk vervangen te
worden.
Gebruik het koelkastcompartiment
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
5
NL
uitsluitend voor het bewaren van
vers voedsel en het
diepvriezercompartiment
uitsluitend voor het bewaren van
bevroren voedsel, het invriezen van
vers voedsel en het maken van
ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van onverpakt
voedsel in direct contact met
interne oppervlakken van de
koelkast- of
diepvriezercompartimenten.
Apparaten kunnen over speciale
compartimenten beschikken (vak
voor verse etenswaar, nul graden-
vak,...). Indien niet anders
gespeciceerd in het betreende
productboekje kunnen deze
compartimenten verwijderd
worden en blijven daarbij
vergelijkbare prestaties behouden.
C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatieschuim
en is een licht ontvlambaar gas.
INSTALLATIE
Het apparaat moet gehanteerd en
geïnstalleerd worden door twee of
meer personen. Gebruik
beschermende handschoenen bij
het uitpakken en installeren van het
apparaat.
Installaties en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, volgens
de instructies van de fabrikant en in
overeenstemming met de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Repareer of vervang geen enkel
onderdeel van het apparaat,
behalve als dit expliciet aangegeven
wordt in de gebruikershandleiding.
De installatie mag niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Tijdens het installeren moeten
kinderen er vandaan worden
gehouden. Houd, tijdens en na de
installatie, het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken, onderdelen van
polystyreen, enz.) buiten het bereik
van kinderen.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket) niet
beschadigt tijdens het verplaatsen
van het apparaat. Installeer het
apparaat op een vloer of steun die
sterk genoeg is om het gewicht te
kunnen hebben, en op een plaats
die geschikt is voor grootte en
gebruik.
Controleer na het uitpakken van het
apparaat of deze tijdens het
transport geen beschadigingen
heeft opgelopen. Neem in geval
van twijfel contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet, voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert.
Zorg er tijdens de installatie voor
dat het apparaat het netsnoer niet
beschadigt.
Om voor voldoende ventilatie te
zorgen dient er aan beide zijkanten
en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te
worden. De afstand tussen de
achterzijde van het apparaat en de
muur achter het apparaat dient
minimaal 50 mm te bedragen, om
contact met hete oppervlakken te
voorkomen. Bij minder ruimte aan
de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product
toe.
Het apparaat alleen activeren als de
installatie is voltooid.
Wacht minstens twee uur alvorens
het apparaat in te schakelen om
zeker te stellen dat het koelcircuit
volledig eciënt is.
Installeer het product niet in de
buurt van een warmtebron.
ELEKTRISCHE
WAARSCHUWINGEN
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de geldende
veiligheidsvoorschriften moet er
een multipolaire schakelaar met
een afstand van minstens 3 mm
worden gebruikt en moet het
apparaat geaard worden.
Vervang een beschadigde
stroomkabel door een soortgelijk
exemplaar. De stroomkabel mag
uitsluitend vervangen worden door
een gespecialiseerd monteur,
volgens de instructies van de
fabrikant en in overeenstemming
met de geldende
veiligheidsvoorschriften. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcontact
neem dan contact op met een
erkende monteur.
De stroomkabel moet lang genoeg
zijn om het apparaat, nadat dit is
ingebouwd in het meubel, te
kunnen aansluiten op het
stopcontact van de netvoeding.
Niet aan de stroomkabel trekken.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten of
adapters.
Gebruik het apparaat niet als het
netsnoer of de stekker beschadigd
is, als het apparaat niet goed werkt
of als het beschadigd of gevallen is.
Houd het snoer uit de buurt van
hete oppervlakken.
Als de installatie voltooid is, mogen
de elektrische onderdelen niet
meer toegankelijk zijn voor de
gebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en gebruik
het niet op als u op blote voeten
loopt.
REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik geen stoomreinigers.
Draag bij reiniging en onderhoud
beschermende handschoenen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik op kunststof onderdelen,
binnen- en deurranden of
afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen
zoals ruitenprays, schurende
reinigingsmiddelen, brandbare
vloeistoen, schoonmaakwassen,
geconcentreerde
schoonmaakmiddelen,
bleekmiddelen en
reinigingsmiddelen die
aardolieproducten bevatten.
Gebruik geen papieren
handdoeken, schuursponsjes of
ander hard schoonmaakmateriaal.
6
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften van de
Europese Richtlijnen:
LVD 2014/35/EU, EMC 2014/30/EU en
Ro HS 2011/65/EU.
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
voorschriften voor Ecodesign en
Energielabel van de EG-richtlijnen:
2009/125/EG en 2010/30/EU.
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door het
recyclingssymbool wordt aangegeven
. De diverse onderdelen van de
verpakking mogen daarom niet bij
het gewone huisvuil worden
weggegooid, maar moeten worden
afgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften.
AFVALVERWERKING
VAN HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden en
de deuren en schappen te
verwijderen (indien aanwezig), zodat
kinderen niet in het apparaat kunnen
klauteren en vast komen te zitten.
Dit apparaat is vervaardigd van
recyclebaar
of herbruikbaar
materiaal. Dank het apparaat af in
overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de
winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product
op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijke
schadelijke gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid te voorkomen,
die veroorzaakt zouden kunnen
worden door onjuiste verwerking van
dit product als afval.
Het symbool
op het product of
op de begeleidende documentatie
geeft aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar dat het ingeleverd
moet worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de recycling
van elektrische en elektronische
apparatuur.
TIPS VOOR
ENERGIEBESPARING
Installeer het apparaat in een droge,
goed geventileerde ruimte, ver bij
eventuele warmtebronnen vandaan
(bijv. radiator, fornuis, etc.) en op een
plek die niet aan direct zonlicht wordt
blootgesteld. Gebruik indien nodig
een isolatieplaat.
Volg de installatie-instructies om
voldoende ventilatie te garanderen.
Door onvoldoende ventilatie aan de
achterzijde van het product neemt
het energieverbruik toe en neemt de
koeleciëntie af.
Wanneer de deur vaak wordt
geopend kan dit leiden tot een
verhoogd Energieverbruik.
De binnentemperatuur van het
apparaat en het Energieverbruik kan
beïnvloed worden door de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat. Bij het instellen van de
temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Beperk het openen van deuren tot
een minimum.
Plaats diepgevroren etenswaar die u
wilt ontdooien in de koelkast. De lage
temperatuur van de diepgevroren
etenswaar koelt de etenswaar in de
koelkast.
Laat warme gerechten en dranken
eerst afkoelen voordat ze in het
apparaat geplaatst worden.
De positionering van de platen in de
koelkast heeft geen invloed op het
eciënte energiegebruik. De
etenswaar dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor
voldoende luchtcirculatie te zorgen
(de verschillende etenswaar dient
elkaar niet te raken en de afstand
tussen de etenswaar en de
achterwand moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit voor
ingevroren etenswaar vergroten door
opslagmanden en, indien aanwezig,
de Stop Frost-plaat te verwijderen en
daarbij een vergelijkbaar
energieverbruik behouden.
Producten van een hoge
energieklasse zijn uitgerust met een
hoogrendementsmotor die langer
blijft werken, maar een laag
energieverbruik hebben. Maakt u zich
dus geen zorgen als de motor langere
tijd blijft werken.
CONFORMITEITSVERKLARING
MILIEUTIPS
7
NL
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
Gids voor Gebruik en Verzorging
BEDIENINGSPANEEL
1. Led temperatuur koelkast
2. Alarm stoppen-toets
3. Controlelampje 6th sense fresh
control
4. Vriescontrole -toets
5. Led temperatuur vriesvak
6. °C-toets koelkast / snel koelen-
toets
7. Black-out alarm-controlelampje
8. Toets aan/stand-by
9. Toetsenvergrendeling
controlelampje
10. °C-toets vriesvak / snelvries-toets
78
9
10
6
1. Bedieningspaneel
Koelkastcompartiment
2. Verlichting met Led's
3. Ventilator
4. Ventilatorafdekking en
antibacterieel lter
5. Schappen
6. Flessenrek*
7. Kaasdoos + Deksel *
8. Koudeluchtgedeelte Multi-ow
9. Afdekking sensor
10. Verszone 0° compartiment
(ideaal voor vlees en vis)
11. Typeplaatje met handelsnaam
12. Fruit- en groentelade
13. Ladenverdeler koelkast *
14. Omkeren deur kit
15. Deurvakken
16. Eierhouder*
17. Halve vakhoogte voor kleine
artikelen *
18. Flessenscheider
19. Vakhoogte essen
20. Deurafdichting
Diepvriescompartiment
20. Deurafdichtingen
21. IJsbakje
22. Schappen
23. Middelste lade: koudste zone
ideaal voor het invriezen van
verse levensmiddelen
24. Ladenverdeler vriesvak *
25. Laden vriesvak
* Afhankelijk van aantal en/of positie,
alleen voor bepaalde modellen
verkrijgbaar
1
3
4
6
9
10
11
13
2
8
7
12
18
19
15
16
17
20
5
14
21
22
25
23
24
8
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat kan
worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.
Het wordt aanbevolen om de scharnierzijde van de deur met
twee personen om te keren.
Volg de instructies in de Installatiegids.
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
SCHAPPEN
KOELKASTVERLICHTING
Het verlichtingssysteem binnenin de
koelkastcompartiment maakt gebruik van
LED-lampjes; dit zorgt niet alleen voor een
betere verlichting maar ook voor een zeer laag
energieverbruik.
Als het LED verlichtingssysteem niet werkt, contact
opnemen met de Consumentenservice om het te
laten vervangen.
Belangrijk : De binnenverlichting van het
koelkastcompartiment gaat branden wanneer de
deur van de koelkast geopend wordt. Als de deur
langer dan 10 minuten geopend blijft, wordt de
verlichting automatisch uitgeschakeld.
Het ontdooien van het koelkastcompartiment vindt
volledig automatisch plaats.
Het ontdooide water wordt automatisch afgevoerd
naar een afvoerslang die achter de multi flow zit
verborgen en wordt verzameld in een container, waar
het verdampt.
IJSVRIJ KOELKAST
COMPARTIMENT
De Ventilator verbetert de temperatuurverdeling
in het product, waardoor de levensmiddelen beter
geconserveerd worden.
Opmerking: Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet met
levensmiddelen.
Als het apparaat is voorzien van de ventilator kan het
ook uitgerust worden met het antibacteriële filter.
Haal het filter uit de doos, die zich in de crisperlade
bevindt en plaats het in de afdekking van de
ventilator - zoals op de afbeelding.
De vervangingsprocedure is meegeleverd in de
filterdoos.
Het symbool luchtfilter brandt, om aan te geven dat
het is verlopen en moet worden vervangen. Het filter
verloopt na 6 maanden. De gebruikersinterface geeft
een visuele feedback, zonder
geluidsalarm. Op het tekstdisplay
verschijnt het bericht "Vervang
luchtfilter".
Nadat het filter is vervangen
drukt u op de toets"Stop
Alarm"om het bericht op de
tekstdisplay/controlelampje
antibacterieel luchtfilter te
resetten.
VENTILATOR + ANTIBACTERIEEL FILTER
9
NL
ACCESSOIRES*
IJsvrije diepvriezers zorgen voor gekoelde
luchtcirculatie rond de opslagplaatsen en gaan
ijsvorming tegen, waardoor de noodzaak voor het
ontdooien volledig wordt weg genomen.
Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de
wanden kleven, de labels blijven leesbaar en de
opslagruimte blijft netjes.
IJSVRIJ
VRIESCOMPARTIMENT
EIERHOUDER KAASDOOS FLESSENREK
FLESSENSCHEIDER LADENVERDELER KOELKAST LADENVERDELER VRIESVAK
IJSBAKJE
10
EERSTE GEBRUIK
INSTALLATIE
GEBRUIK VAN
HET APPARAAT
TEMPERATUURINSTELLING
KOELKASTTEMPERATUUR
Druk op de toets
Koelkast °C om de
temperatuur van de koelkast aan te passen. De
Koelkasttemperatuur kan ingesteld worden op
tussen +2°C en +8°C, zoals aangegeven door de
Temperatuurdisplay (°C) Koelkast.
VRIESVAKTEMPERATUUR
Om de temperatuur van het Vriesvak aan te
passen, drukt u op de knop °C Vriesvak
. De
Vriezertemperatuur kan ingesteld worden op
tussen -16°C en + -24°C, zoals aangegeven door de
Temperatuurdisplay (°C) Vriezer.
EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te
bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
50mm
50mm
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
Na het aansluiten van het apparaat op het netwerk
drukt u op de aan/standby-toets om in te schakelen.
Wanneer er voor de eerste keer wordt ingeschakeld
worden de standaardinstellingen voor de waarde
weergegeven voor koelkast (5 °C) en voor vriesvak
(-18 °C).
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld,
minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het
apparaat legt.
De standaardwaarden (fabriekswaarden) van de
instellingen van de koelkast lichten op.
11
NL
DAGELIJKS GEBRUIK
FUNCTIES
Deze functie dient om de koelkast
Aan of in Stand-by te zetten. Om het
product in Stand-by te zetten houdt u
de knop Aan/Stand-by 3 seconden
ingedrukt.
Alle indicatorlampjes worden
uitgeschakeld behalve het pictogram
Aan/Stand-by , om aan te geven dat het
apparaat in Stand-by staat.
Als het apparaat in Stand-by staat,
werkt de binnenverlichting van de
koelkast niet.
Bedenk wel dat het apparaat op deze
manier niet van de elektrische voeding
wordt afgekoppeld.
Om het apparaat weer in te schakelen
houdt u de knop Aan/Stand-by 3
seconden ingedrukt .
AAN/STANDBY
Deze optionele functie kan gebruikt
worden om energie te besparen. Volg
de instructies in de Snelle referentiegids
om de functie in of uit te schakelen.
Na het activeren van de Smart Display
gaat de display uit,behalve het
indicatorlampje van de 6th Sense Fresh
Control. Als het Smart Display actief is
- om de temperatuur aan te passen of
andere functies te gebruiken, moet het
display weer geactiveerd worden. Druk
hiervoor op een willekeurige toets.
Na ongeveer 15 seconden zonder
activiteit, gaat de display weer uit en
blijft alleen het indicatorlampje van de
6th Sense Fresh Control zichtbaar.
Wanneer de functie wordt
uitgeschakeld, wordt het normale
display getoond. Het Smart Display
wordt automatisch uitgeschakeld na
een stroomuitval.
N.B.: deze functie ontkoppelt het
apparaat niet van de netvoeding, maar
vermindert alleen het stroomverbruik
van het externe display.
Opmerking: Het energieverbruik van het
apparaat in de verklaring verwijst naar
de werking met de functie Smart Display
ingeschakeld.
SMART DISPLAY
DE BEWAARCAPACITEIT VAN DE VRIEZER
VERGROTEN
het verwijderen van de opslagmanden, voor het
opslaan van grote producten.
de voedselproducten rechtstreeks op de schappen
van de vriezer leggen.
het verwijderen van extra verwisselbare accessoires.
Het luchtuitlaatgebied (aan de achterwand en aan
de onderkant in het product) niet blokkeren met
voedingsmiddelen.
Alle schappen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed
worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur wordt geopend en de plaats van het apparaat.
Bij het instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Tenzij anders gespeciceerd zijn de accessoires van het
apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
Deze functie werkt automatisch
om optimale omstandigheden te
behouden voor het bewaren van de
levensmiddelen. Als er veranderingen
zijn zal 6th Sense Fresh Control
onmiddellijk de ideale omstandigheden
herstellen.
De resultaten zijn uitstekend:
versheid blijft over de koelruimte tot 4
keer zo lang bewaard.
6TH SENSE FRESH
CONTROL
Het gebruik van deze functie
wordt aanbevolen als u zeer veel
levensmiddelen in de koelkast plaatst.
Het gebruik van deze functie
wordt aanbevolen als u zeer veel
levensmiddelen in de koelkast plaatst.
SNEL KOELEN
12
Het gebruik van deze functie wordt
aanbevolen als u zeer veel in te
vriezen levensmiddelen in het vriesvak
plaatst. Druk 24 uur vóór het invriezen
van verse levensmiddelen eenmaal
op de toets Vriesvak om de functie
Snelvries in te schakelen. Het Snelvries
controlelampje wordt ingeschakeld als
de functie geactiveerd is.
Zet het in te vriezen voedsel na 24 uur
in het middelste vriesgedeelte van
het vriesvak. De functie wordt na 48
uur automatisch uitgeschakeld of kan
handmatig uitgeschakeld worden door
op de Snelvries-toets te drukken.
SNELVRIES
Als deze functie is ingeschakeld,
kunnen de instellingen niet per ongeluk
gewijzigd worden en kan het apparaat
niet per ongeluk uitgezet worden.
Om de toetsen te blokkeren,
drukt u 3 seconden lang op de
knop Toetsenvergrendeling
tot het indicatorlampje van de
Toetsenblokkering op het display wordt
weergegeven en er een geluidssignaal
klinkt ter bevestiging dat de functie is
geselecteerd.
Na 3 seconden brandt het lampje van
de Toetsenvergrendeling niet meer.
Wanneer het is ingeschakeld
wordt door het drukken op een
van de andere toetsen (behalve de
toets Toetsenvergrendeling) een
geluidssignaal geactiveerd en gaat op
het display het indicatorlampje van de
Toetsenvergrendeling knipperen.
Wanneer de functie
Toetsenvergrendeling is geactiveerd
kan ieder alarm gedeactiveerd worden.
Om de toetsen te deblokkeren
dezelfde procedure volgen
tot het indicatorlampje van de
Toetsenblokkering op het display wordt
weergegeven en er een geluidssignaal
klinkt ter bevestiging dat de functie is
geselecteerd.
TOETSENVERGRENDE
LING
Vriescontrole is een
geavanceerde technologie die
temperatuurschommelingen in het
gehele vriescompartiment tot een
minimum beperkt, dankzij een innovatief
luchtsysteem, volledig onafhankelijk van
de koelkast. Vriesbrand wordt tot 60%
verlaagd en het voedsel behoudt de
oorspronkelijke kwaliteit en kleur.
Om de functie Vriescontrole in/uit te
schakelen drukt u op de VRIESCONTROLE-
toets.
De functie werkt naar behoren in een
vastgesteld temperatuurbereik: tussen
-22°C en -24°C. Wanneer de functie is
ingeschakeld en de huidige temperatuur
in de vriezer is ingesteld op een
warmer instelpunt dan -22 °C wordt de
temperatuur automatisch ingesteld op
-22 °C, om overeen te stemmen met het
werkbereik.
Als de functie is ingeschakeld en de
gebruiker de temperatuur van de vriezer
buiten het werkbereik wijzigt wordt de
functie automatisch uitgeschakeld.
Wanneer Fast freezing is ingeschakeld
wordt de functie "Vriescontrole "
afgeremd totdat de Fast Freezing-functie
is uitgeschakeld.
VRIESCONTROLE
VERSZONE 0°
Het VERSZONE 0° compartiment is
speciaal ontworpen om een lage
temperatuur en een geschikte
luchtvochtigheid te handhaven, om
het voedsel (bv. vlees, vis, fruit en
wintergroenten) langer vers te houden.
De temperatuur in de lade ligt tussen
-2C en +3C.
De volgende factoren zijn belangrijk
voor een correcte werking van het
compartiment:
de temperatuur van het
koelkastcompartiment moet tussen
+5C (gemiddeld) en +2C (maximaal )
liggen..
het compartiment moet geplaatst,
zijn om inschakeling mogelijk te
maken
er mogen geen speciale functies
geselecteerd zijn (Stand-by, Vakantie
– indien van toepassing).
Als een van deze speciale functies is
geselecteerd moet het verse voedsel
in het VERSZONE 0°-compartiment
worden verwijderd.
Wanneer er levensmiddelen of andere
producten met een hoog watergehalte
in het VERSZONE 0°-compartiment
worden geplaatst kan er condensatie
kan vormen op de schappen ontstaan.
Dit is een mechanische, vaste
functie, zodat het niet kan worden
gecontroleerd door de klant.
Het VERSZONE 0°-compartiment kan
worden verwijderd. Maar als u dat
doet wordt dit gebied veel kouder
dan andere gebieden, plus dat het
crispercompartiment kan gaan
afkoelen.
13
NL
Uw product is zo ontworpen dat het
na een stroomstoring automatisch de
temperatuur in de vriezer controleert
wanneer de stroom weer wordt
ingeschakeld. Als de temperatuur in
het vriesvak boven het vriesniveau ligt,
gaat het pictogram Black-out branden,
knippert het indicatorlampje Alarm
en klinkt het geluidssignaal wanneer
de stroomtoevoer hersteld is. Druk
éénmaal op de knop Reset om het
alarm te resetten.
In geval van een Blackout-alarm,
worden de volgende handelingen
aanbevolen:
Als het voedsel in de vriezer niet
bevroren maar nog wel koud is, breng
het dan over naar de koelkast en eet
het binnen 24 uur op.
Als de levensmiddelen in de vriezer
bevroren zijn, betekent dit dat de
levensmiddelen ontdooid waren en
weer werden ingevroren toen de
stroomtoevoer hersteld werd, de
smaak, kwaliteit en voedingswaarde
is verminderd en de levensmiddelen
kunnen zelfs bedorven zijn. Er wordt
aanbevolen om deze levensmiddelen
niet op te eten en de hele inhoud van
de vriezer weg te gooien.
Het blackout-alarm is ontworpen
om informatie te geven over de
kwaliteit van de voedingsmiddelen
die in de vriezer aanwezig zijn bij een
stroomuitval.
Dit systeem garandeert de kwaliteit van
het voedsel niet en consumenten wordt
geadviseerd hun gezonde verstand te
gebruiken bij het controleren van de
kwaliteit van het voedsel in de vries- en
koelvakken.
BLACKOUTALARM
Het alarm wordt geactiveerd als:
Het apparaat op de netstroom wordt
aangesloten nadat het een tijdlang niet
gebruikt is.
De temperatuur in de vriezer te hoog is.
De hoeveelheid verse levensmiddelen
die in de vriezer is gezet, groter is dan
aangegeven op het typeplaatje.
De deur van de vriezer lange tijd open
is gebleven.
Druk om het alarmsignaal te stoppen
éénmaal op de knop Alarm stoppen .
Het indicatorlampje van het alarm
wordt automatisch uitgeschakeld
zodra het vriescompartiment een
temperatuur onder -10°C bereikt en het
indicatorlampje van het alarm gaat uit.
ALARM
OVERTEMPERATUUR
Het Alarm deur open wordt geactiveerd
als de deur langer dan 2 minuten open
blijft staan.
Sluit de deur en druk op de alarmstop
om het geluidsalarm te stoppen.
ALARM DEUR OPEN
14
KOELVAK
De koelkast is de ideale opslagplek voor kant-en-klare
maaltijden, verse en geconserveerde voedingswaren,
zuivelproducten, groente/fruit en dranken.
VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak
resulteert in zones met verschillende temperaturen.
Het koudste gedeelte bevindt zich direct boven
de crisperlade voor groente en fruit en bij de
achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich
bovenaan de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger
energieverbruik en lagere koelprestaties.
De luchtslots niet met voedsel bedekken - ze zijn
geoptimaliseerd voor goede luchtcirculatie en
voedselbewaring.
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal,
aluminium en glas, of wikkel de levensmiddelen in
folie.
› Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen
en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven
of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af.
› Levensmiddelen die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die
gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten
en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met
kiwi's of kool bewaren.
› Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij
elkaar om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
› Om te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u
gebruik maken van de flessenhouder.
› Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de
koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven
de crisperlade voor groente en fruit te gebruiken,
aangezien dit de koelste plek in het koelvak is.› Let
er op dat de luchtslots niet door het voedsel worden
afgesloten.
› Let er op dat de luchtslots niet door het voedsel
worden afgesloten.
DE JUISTE PLEK VOOR VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
› Op de schappen van de koelkast: kant-en-klare
maaltijden, tropisch fruit, kazen, delicatessen.
› Op de koelste plek (boven de crisperlade voor fruit
en groenten): vlees, vis, vleeswaren, gebak.
› In de crisperlade voor fruit en groenten: fruit, sla,
groente.
› In de deur: boter, jam, sauzen, augurken, blikjes,
flessen, drankkartons, eieren.
15
NL
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van
tropisch fruit,blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam.
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren
van kaas, melk, zuivelproducten,
delicatessen, yoghurt.
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vis,
vlees, vleeswaren.
FRUIT & GROENTELADE
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
(MAX KOELZONE)
Aanbevolen voor het invriezen van
verse/gekookte levensmiddelen.
LADEN VRIESVAK
Opmerking: De grijsschakering van de
legenda komt niet overeen met de kleur van
de laden
16
TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN BEWAREN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
› Wij raden aan om de bevroren levensmiddelen
van een etiket en datum te voorzien. Door een label
aan te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker
herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet
worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vries
ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
› Voor het invriezen de verse levensmiddelen wikkelen
en luchtdicht verpakken in: aluminiumfolie, plastic
folie, lucht- en waterdichte plastic zakken, polytheen
containers met deksel of diepvriezercontainers
die geschikt zijn voor het invriezen van verse
levensmiddelen.
› Het voedsel moet vers, rijp en van uitstekende
kwaliteit zijn voor het verkrijgen van een hoge
kwaliteit bevroren voedsel.
› Verse groenten en fruit moeten bij voorkeur zo snel
mogelijk worden bevroren, zodra ze zijn uitgekozen,
om de volledige oorspronkelijke voedingswaarde,
consistentie, kleur en smaak te bewaren. Enkele
vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen
voordat dit wordt ingevroren.
› Warm voedsel altijd laten afkoelen voordat het in de
vriezer wordt geplaatst.
› Volledig of gedeeltelijk ontdooid voedsel meteen
opeten.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het
opnieuw worden ingevroren.
› Geen flessen met vloeistof invriezen.
› Gebruik de snelkoelfunctie om het koel- of
vriesproces te versnellen (zie Snelle Handleiding).
DIEPGEVROREN ETENSWAAR: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
› Let op dat de verpakking niet beschadigd is
(bevroren voedsel in beschadigde verpakkingen
kan achteruit gaan). Indien de verpakking bol staat
of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien
is mogelijk al begonnen.
› Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het
einde van uw trip en vervoer het in een thermisch
geïsoleerde koeltas.
› Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in
de vriezer leggen.
› Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid
niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.
› Temperatuurschommelingen voorkomen of tot een
minimum beperken. De uiterste houdbaarheidsdatum
op de verpakking moet worden gerespecteerd.
› Altijd kijken naar de opslaginformatie op de
verpakking.
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan
van ingevroren levensmiddelen, het maken van
ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen
in het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven
op het typeplaatje (…kg/24h).
Wanneer u een kleine hoeveelheid voedsel heeft om
in de vriezer te bewaren is het aan te bevelen om de
koudste gedeeltes van uw diepvriescompartiment te
gebruiken, het middelste gebied..
17
NL
VLEES maanden STOOFVLEES maanden FRUIT maanden
Rundvlees 8 - 12 Vlees, gevogelte 2 - 3 Appels 12
Varkensvlees,
kalfsvlees
6 - 9 ZUIVELPRODUCTEN Abrikozen 8
Lamsvlees 6 - 8 Boter 6 Bramen 8 - 12
Konijnenvlees 4 - 6 Kaas 3 Zwarte/rode bessen 8 - 12
Gehakt/Orgaanvlees 2 - 3 Room 1 - 2 Kersen 10
Worstjes 1 - 2 IJs 2 - 3 Perziken 10
GEVOGELTE Eieren 8 Peren 8 - 12
Kip 5 - 7 SOEP EN SAUZEN Pruimen 10
Kalkoen 6 Soep 2 - 3 Frambozen 8 - 12
Eetbare organen
gevogelte
2 - 3 Jus 2 - 3 Aardbeien 10
KREEFTACHTIGEN Pastei 1 Rabarber 10
Weekdieren, kreeft 1 - 2 Ratatouille 8 Vruchtensap
(sinaasappelsap,
citroensap,
grapefruitsap)
4 - 6
Krab, kreeft 1 - 2 GEBAK EN BROOD GROENTE
SCHAALDIEREN Brood 1 - 2 Asperges 8 - 10
Oesters, zonder
schaal
1 - 2 Taart (normaal) 4 Basilicum 6 - 8
VIS Gateaux (gebak) 2 - 3 Bonen 12
"vette vissoorten"
(zalm, haring,
makreel)
2 - 3 Crêpes 1 - 2 Artisjok 8 - 10
"magere vissoorten"
(tong)
3 - 4 Ongebakken gebak 2 - 3 Broccoli 8 - 10
Quiche 1 - 2 Spruiten 8 - 10
Pizza 1 - 2 Bloemkool 8 - 10
Wortelen 10 - 12
Selderij 6 - 8
Paddenstoelen 8
Peterselie 6 - 8
Pepers 10 - 12
Erwten 12
Pronkbonen 12
Spinazie 12
Tomaten 8 - 10
Courgette 8 - 10
BEWAARTIJD
VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
18
AFWEZIGHEID/VAKANTIE Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen
levensmiddelen te consumeren en het apparaat te
ontkoppelen om energie te besparen.
STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang
de stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak
langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar
zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden
ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma
waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte
staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze
manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo
lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die
het snelst bederven te consumeren.
Maak de ijsbak leeg.
AANBEVELINGEN WANNEER
HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
VERHUIZEN
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met
plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht en
plak ook de voedingskabel met plakband aan het
apparaat vast.
19
NL
ONDERHOUD EN
REINIGING
› Reinig het apparaat regelmatig met een doek
en een oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant van
koelkasten.
› Reinig regelmatig de buitenkant van het apparaat en
de deurafdichting met een vochtige doek en droog
het met een zachte doek.
› De condensor aan de achterkant van het apparaat
moet regelmatig met behulp van een stofzuiger
worden schoongemaakt.
Belangrijk:
› De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op basis
van alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in
plaats daarvan een droge doek.
› De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt
van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze
regelmatig schoon met een stofzuiger.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak
de onderdelen van de koelkast nooit schoon met
licht ontvlambare vloeistoen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het
bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden
met middelen op basis van alcohol of daarvan
afgeleide stoen; gebruik in plaats daarvan een
droge doek.
20
GIDS VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT... De problemen bij het gebruik worden vaak
veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt
opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor
gereedschap nodig is.
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het
regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch
worden in- en uitgeschakeld.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN
KUNNEN WORDEN VERMINDERD DOOR MIDDEL VAN:
› Optillen van het apparaat en op een egaal oppervlak
installeren.
› Scheiden en vermijden van contact tussen het
apparaat en meubilair.
› Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
› Controleren of flessen en verpakkingen niet tegen
elkaar komen.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN
DIE U ZOU KUNNEN HOREN
FUNCTIONELE GELUIDEN
Een sisgeluid bij het voor de
eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
Een borrelgeluid wanneer
koelmiddel de leidingen instroomt.
BRRR geluid van de compressor die
loopt.
Een zoemgeluid wanneer de
waterklep of de ventilator begint te
werken.
Een kraakgeluid wanneer de
compressor start.
De KLIK is van de thermostaat die
afstelt hoe vaak de compressor
draait.
21
NL
HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
HET APPARAAT WERKT NIET Er kan een probleem zijn met
de stroomtoevoer naar het
apparaat zijn.
› Controleer of het netsnoer met de
juiste spanning in een stopcontact zit.
› Controleer de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische systeem
in uw huis
ER ZIT WATER IN DE
ONTDOOIBAK
Dit is normaal bij heet, vochtig
weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken.
› Zorg ervoor dat het apparaat op niveau
is, zodat het water niet kan overlopen.
DE RANDEN VAN HET
APPARAAT DIE IN CONTACT MET
DE DEURAFDICHTING KOMEN
ZIJN WARM BIJ AANRAKING
Dit is geen defect.
Dit is normaal bij een warm
klimaat en als de compressor in
werking is.
HET LAMPJE WERKT NIET Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Het apparaat kan in Aan/Stand-
by modus staan
› Controleer of de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische systeem
in uw huis goed werken.
› Controleer of het netsnoer met de
juiste spanning in een stopcontact zit
› Mochten de LED's gebroken zijn
moet de gebruiker de Servicedienst
bellen om ze voor hetzelfde type om
te wisselen, dat alleen te verkrijgen is
bij onze Servicecentra of bij erkende
dealers.
DE MOTOR LIJKT TE LANG IN
WERKING TE BLIJVEN
De tijd dat de motor draait
hangt van verschillende
factoren af: het aantal keren
dat de deur wordt geopend, de
hoeveelheid levensmiddelen die
in de koelkast wordt bewaard,
de kamertemperatuur en de
instelling van de thermostaten.
› Zorg ervoor dat controles van het
apparaat correct zijn ingesteld.
› Controleer of er is niet een grote
hoeveelheid voedsel aan het apparaat is
toegevoegd.
› Controleer of de deur niet te vaak
geopend is.
› Controleer of de deur goed gesloten is.
DE TEMPERATUUR VAN HET
APPARAAT IS TE HOOG
Er kunnen verschillende
oorzaken
(Zie 'Oplossingen')
› Zorg ervoor dat de condensor (achter
het apparaat) vrij is van stof en pluizen.
› Zorg ervoor dat de deur goed gesloten
is.
› Zorg ervoor dat de deurafdichtingen
goed vastzitten.
› Op warme dagen of als het in de kamer
warm is draait de motor natuurlijk
langer.
› Als de deur van het apparaat een
tijdje open is geweest of als er grote
hoeveelheden voedsel zijn opgeslagen
zal de motor langer lopen, om de
binnenkant van het apparaat af te laten
koelen..
DE DEUREN GAAN NIET GOED
OPEN EN DICHT
Er kunnen verschillende
oorzaken
(Zie 'Oplossingen')
› Controleer of de voedselpakketten niet
de deur blokkeren.
› Controleer of de interne onderdelen of
de automatische ijsmaker niet uit positie
zijn.
› Controleer of de deurafdichtingen niet
vuil of kleverig zijn.
› Controleer of het apparaat op niveau is.
22
KLANTEN
SERVICE
VOORDAT U DE
CONSUMENTENSERVICE BELT
1. Controleer of u het probleem zelf kunt oplossen
aan de hand van de punten die beschreven zijn in
“HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING”.
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te controleren of
het probleem is opgelost
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES
DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS,
CONTACT OPNEMEN MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
CONSUMENTENSERVICE
Bel voor assistentie het nummer dat in het
garantieboekje staat, of volg de instructies op de
website www.whirlpool.eu
Vermeld altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service
op het typeplaatje). Het servicenummer staat ook in
het garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien
reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u zekerheid
dat originele vervangingsonderdelen worden
gebruikt en de reparatie correct wordt uitgevoerd).
23
NL
2
1
6
c
5
1x 1x4x
c
a
b
c
C
A
B
1x
D
50mm
c
a
c
a
c
2
3
b
4
24
12
15
10
9
B
b
A
B
b
11
b
D
13
14
a
7
8
c
a
c
25
NL
1
2
2
1
1
2
45
o
1
2
1
45
o
1
2
3
1
2
3
1
2
34
56
400011108601
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25

Whirlpool BSNF 8552 OX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor