ZANKER ZKS5430S Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

BEDIENUNGSANLEITUNG (Teil 1) 2
MODE D’EMPLOI (Partie 1) 13
GEBRUIKSAANWIJZING (Deel 1) 24
GESCHIRRSPÜLER
LAVE-VAISSELLE
AFWASAUTOMAAT
152981 15/2
F
NL
D
24
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 25
Vóór het in gebruik nemen 26
Waterontharder instellen 26
Glansmiddel 28
Afwasmiddel 29
Praktische tips voor het afwassen 30
Onderhoud 31
Binnenkant van de machine 31
Reiniging van de zeven 31
Buitenkant van het apparaat 32
Als de machine langere tijd buiten gebruik is 32
Bescherming tegen vorst 32
Vervoeren van de machine 32
Herstel van eenvoudige storingen 33
Installatie 34
Watertoevoer 34
Waterafvoer 35
Elektrische aansluiting 35
Zo is de gebruiksaanwijzing opgezet
Onderstaande symbolen wijzen u de weg in de gebruiksaanwijzing:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
1. 2. 3. De bediening stap voor stap
Tips en adviezen
Informatie m.b.t. het milieu
Gebruiksaanwijzing
- Vóór het in gegruik nemen
- Onderhoud
- Installatie
Afwasautomaat
25
Installatie
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat hebt vastgesteld, meldt u dit dan, voor u het
apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan
uw leverancier.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe-
en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of
direct na het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het
apparaat aan het keukenmeubel moet worden
vastgeschroefd dan moet u zich daaraan houden om te
voorkomen dat het voorover kiept als de beladen
onderkorf op de deur staat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van
kinderen.
Houd afwasmiddel, glansmiddel en speciaal zout uit de
buurt van kinderen.
Tijdens het gebruik
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkgerei.
Attributen welke bevuild zijn met verf, chemicaliën,
agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de
afwasautomaat.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt,mag
tijdens het in werking zijn de vuldeur niet geopend
worden; mocht dat onverhoopt toch gebeuren, schakel
het apparaat dan voortijds geheel uit, eventueel
door de steker uit de wandcontactdoos te nemen.
Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor huishoud-
afwasmachines.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur
struikelt.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aangeeft,
het apparaat na gebruik volledig uit en draai de
watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeveling om
het apparaat door middel van een tegen barsten
beveiligde toevoerslang op de waterkraan aan te
sluiten. Een stijve polyethyleen slang is barstbestendig.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de
binnenkant van de machine. U zou zich kunnen
bezeren aan uitstekende metalen delen.
Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Afdanken
Materiaal met symbool kan gerecycled worden.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het
weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar.
Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker
van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot wordt.
Waarschuwingen en belangrijke adviezen
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u
aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist
achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen
waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
26
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u:
1. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is
aangesloten
2. alle transportbeveiligingen uit de machine verwijderen
3. de waterontharder instellen
4. 1 liter water in het zoutreservoir gieten en het dan met
zout vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
6. start het programma "Voorspoelen"
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch
werkende ontharder die kalkafzetting op het servies en in de
machine voorkomt. Hoe meer kalk het leidingwater bevat,
des te harder is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen
(zie tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in.
Informatie daarover kunt u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 2 ingesteld. Als de
waterhardheid is uw woonplaats afwijkt, moet u de ontharder
verstellen.
Waterhardheid
0 - 7
8 - 21
22 - 28
29 - 39
40 - 50
1
2
3
4
5
NEE
JA
JA
JA
JA
-
-
+
-
+
NEE 1
NEE 1
NEE 1
JA 2
JA 2
in °dH
Stand
zout
gebruiken
Instellen
zoutvat
Instellen machine
A B
AA01
A
AA04
1
2
AA03
Vóór het in gebruik nemen
Volg de aanwijzingen van de volgende tabel als u de instelling wilt veranderen
Instellen zoutvat
Instellen machine
A B
27
Zoutreservoir vullen
Voordat u het toestel in gebruik neemt, moeten het
zoutreservoir en het glansmiddelreservoire gevuld worden.
Tijdens het gebruik moeten ze van tijd tot tijd worden
bijgevuld.
Houd de reinigingsmiddelen en het zout altijd uit de buurt
van kinderen!
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasmachines.
Alle andere soorten zout, vooral tafelzout,
beschadigen de waterontharder.
Zout dat tijdens het vullen van het vat wordt
gemorst kan corrosie bevorderen. Vul daarom
alleen kort voor het begin van een afwasprogramma
zout bij.
Na de eerste vulling, hoeft u alleen maar regelmatig zout bij
te vullen.
De wijze waarop wordt aangegeven dat er zout bijgevuld
moet worden, hangt af van het model afwasmachine:
A) Het zoutvat moet regelmatig bijgevuld worden. De dop
heeft daarvoor in het midden een indicativenstertje.
Als het zoutvat gevuld is, is er een groene markering
te zien. Als het zout op is, is deze markering bijna
verdwenen. U weet dan dat u zout moet bijvullen.
B) Om u eraan te herinneren dat u moet bijvullen, brandt
het controlelampje.
Het speciale lampje zout bijvullen op het
bedieningspaneel blijft, als de afwasmachine
ingeschakeld is, nog 2 à 6 uur branden, nadat het
zout is bijgevuld. Bij gebruik van langzaam
smeltend zout kan het nog langer duren. Dit heeft
echter geen negatieve invloed op de werking van
het apparaat.
C) Alleen voor modellen zonder zoutindicator:
Wij raden u aan, na 50 afwasprogrammes zout
bijtevullen. Deze berekning is baseert op een
gemiddelde waterhardheid van 3.
Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water
overloopt.
SR15
SR19
SR16
SR18
SR17
1. Draai de dop van het zoutreservoir.
2. Giet een liter water in het zoutreservoir
(deze operatie is alleen voor het eerste gebruik
nodig).
3. Vul m.b.v. de trechter het zoutreservoir.
4. Verwijder gemorst zout van het schroefdraad en de
dop.
5. Draai de dop weer stevig vast.
SR11
28
Glansmiddel
Het glansmiddel is een "waterontspanner".
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het spoelwater
toegevoegd.
De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een inhoud
van circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de doseer-instelling,
voldoende voor 16 tot 40 afwasbeurten.
Vullen van de glansmiddelhouder
1. Draai de dop (A), linksom, van de houder.
2. Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator
(B) geheel donker (vol) is.
(alleen voor modellen met controlelampje)
- Zodra het controlelampje op het bedieningspaneel gaat
branden, moet u glansmiddel bijvullen.
Draai de dop weer op de houder.
Giet nooit afwasmiddel in de glansmiddelhouder. Veeg
gemorst glansmiddel altijd met een doekje weg, anders
wordt tijdens het afwassen te veel schuim gevormd.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de bereikte
glans en van het droogresultaat. In de vulopening van de
glansmiddelhouder vindt u een zes-standen regelschijfje en
de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste
dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen.
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of een mes
verdraaien.
Verhoog de dosering als op het serviesgoed druppels of
druppelvlekken achterblijven. Verlaag de dosering als het
serviesgoed witte, kleverige strepen vertoont.
BR01
A
m
a
x
6
5
4
3
2
1
B
BR03
BR02
C
m
a
x
6
5
4
3
2
1
29
Afwasmiddel
Gebruik uitsluitend speciale middelen voor
huishoud-afwasmachines.
Afwasmiddel doseren
Handel als volgt als u afwaspoeder gebruikt:
1. Open het afwasmiddelbakje door aan het palletje (D) te
trekken.
2. Doseer afwasmiddel volgens de aanwijzingzn in de
programmatabel (zie Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Lees ook de aanwijzingen op de verpakking van het
afwasmiddel.
3. Sluit het dekseltje.
4. Voor een programma met voorspoelen moet u ook een
kleine hoeveelheid afwasmiddel bovenop het klepje strooien
(zie Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Handel als volgt als u afwastabletten gebruikt:
1. Leg voor ieder programma 1 hele tablet in het
afwasmiddelbakje.
2. Sluit het dekseltje.
3. Leg voor programma’s met voorspoelen een stuk van
een andere tablet op het deksel van de afwasmiddelbakje.
Als u onvoldoende afwasmiddel doseert,
veroorzaakt dat een slecht afwasresultaat. Te veel
afwasmiddel geeft geen beter resultaat, maar
alleen onnodige verspilling en belast het milieu.
BIO-programma’s - fosfaatvrije
afwasmiddelen met enzymen
Dit model afwasmachine biedt u naast de traditionele
programma’s ook nieuwe Bio-programma’s, die
speciaal voor deze nieuwe geconcentreerde
wasmiddelen zijn ontworpen. Temperatuur en duur
van deze programma’s zijn gekozen om een optimale
werking van de enzymen te bevorderen. Met 50°C-
programma’s (indien aanwezig) bereikt u dezelfde
resultaten als met een 65°C-programma met
traditionele wasmiddelen.
D
MIN
MAX
DE17
Min = 15 g
Max = 30 g
DE02
30
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met de
opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat het
afwaswater niet langs maar op en in het serviesgoed wordt
gesproeid.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst worden
afgespoeld.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in de
bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat hoe beter
het afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof,
serviesgoed tussen, probeer dan een zodanige opstelling
dat de lichte stukken niet van hun plaats kunnen worden
gesproeid.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en bestek
eerst onder de stromende kraan voor te spoelen. Plaats na
de maaltijd alles meteen in de machine en kies eventueel
het voorspoelen programma (zie het programma-overzicht).
Dat zorgt ervoor dat de resten alvast wat weggespoeld
worden. Zet alleen een goed gevulde machine in werking.
Niet alles is geschikt voor
machinaal afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft, zijn
de volgende artikelen in de regel niet voor machinaal
afwassen geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurde
aardewerk en handbeschilderd porselein. Decoraties
op porselein kunnen vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof.
Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven is
dat het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het
beter met de hand afwassen. Mocht u ze toch in de
machine willen wassen, plaats ze dan in de bovenste
korf en kies een snel programma. Na vele keren in de
machine afwassen kunnen sommige glassoorten mat
worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen
worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwassen
niet met andere metalen in aanraking kan komen.
IJzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor
andere voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt. Koper, tin en messing kunnen
vlekken gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed van
porselein of aardewerk kunnen in de machine gewassen
worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes op den
duur verbleken.
Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de
machine. Zij moeten wel van een garantiemerk van de
fabrikant voorzien zijn.
Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat er
geen water in kan blijven staan (glazen, kopjes,
kommen...).
Praktische tips voor het afwassen
31
Onderhoud
Binnenkant van de machine
Maak de deurafdichting, de afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige
doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Reiniging van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stromende
kraan reinigen. Eventuele voedselresten met een borsteltje
verwijderen.
Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje omhoog (het
zit licht vastgeklikt).
Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe om zo
het grove filter uit het fijne filter te trekken.
Na het reinigen klikt u het setje weer in de
machinebodem terug.
Reiniging van de bodemzeef
(iedere week)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan beide
kanten onder stromend water met een borsteltje schoon.
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen. Deze
zeef verwijdert u door eerst de onderste sproeiarm te
verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E) indrukken.
Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de zeef uit
de bodem.
Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terugplaatsen.
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op
hun plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een
goede werking van de machine te garanderen.
MA08
MA03
F
A
E
MA01
F
A
E
MA02
B
D
C
MA13
B
C
D
32
Buitenkant van het apparaat
Reinig de buitenkant van de machine en het
bedieningspaneel met een vochtig doekje. In geen geval
agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch
het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan
dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Als de machine langere tijd buiten
gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Steker uit het stopcontact nemen.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Steker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan losschroeven en
leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop
blijft staan.
33
Herstel van eenvoudige storingen
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen. Wij adviseren u eerst onderstaande tabel te
raadplegen voordat u de servicedienst belt.
Storing Oplossing
De machine start niet De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water in
De kraan is dichtgedraaid.
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De zeven zijn verstopt
Maak de zeven schoon (zie "Onderhoud").
De sproeiarmen draaien niet. Controleer of het servies goed staat
opgesteld.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk dicht
De machine staat niet waterpas of is niet op de juiste wijze ingebouwd.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet draaien.
Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen is of zijn verstopt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (inspoelbak).
Een of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is teoud en/of te
klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de aard en/of
hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de glansmiddelhouder.
serviesgoed In beide moet voldoende aanwezig zijn.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het programma te lang in de
machine gebleven.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en
verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk en
modelnummer van uw machine bij de hand; de
servicedienst zal u erom vragen. U vindt het merk en
modelnummer op het typeplaatje van de machine.
Belangrijk!
Reparaties aan electrische toestellen mogen alleen
door vakmensen worden uitgevoerd. Er mogen alleen
originele onderdelen worden gebruikt.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden.
34
Installatie
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij
aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
De machine mag met zowel een zijwand als de achterkant
tegen een muur staan.
Waterpas stellen
Als de machine niet waterpas staat, sluit de deur niet tussen
de 2 waterpasnokjes (links en rechts). Dan draait u één of
meerdere van de verstelbare voeten in of uit, tot de machine
in de richtingen voor-achter en links-rechts waterpas staat.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 60°C,
aangesloten worden (zie "Technische gegevens"
Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Wij adviseren u echter dat niet te doen omdat dan de
afwasresultaten niet altijd goed zullen zijn en daarnaast ook
de koude spoelgangen met warm water gebeuren, zodat
van besparing nauwelijks sprake is.
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de
noodzakelijke opwarmtijd ontbreekt. Dat is echter tevens
één van de redenen waarom, met name bij sterk bevuilde
afwas, de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op een kraan
met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer met
snelaansluiting (press block).
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de
waterstroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de
technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
Belangrijk!
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet tijdens
het op z'n plaats schuiven van de machine. De slang mag
niet verlengd worden. U kunt echter wel een langere,
complete en voor dit doel gemaakte slang kopen.
CA17
A
CA02
CA16
A
CA03
Alleen voor toevoerslangen die geleverd zijn met
een zeefje!
Let erop dat het zeefje (A) goed op z’n plek zit.
35
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet
kan wegglijden.
2. In een gootsteen, gebruik daarvoor de meegeleverde
slanghouder (indien aanwezig).
3. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min.
4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en
100 cm (max.) boven de onderkant van het toestel liggen.
De afvoerslang kan links of rechts van de afwasmachine
gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2
meter zijn en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan
die van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook de
binnendiameter van de koppelingen die u gebruikt voor
aansluiting aan de afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
Let op!
Al onze afwasmachine zijn voorzien van een
beveiliging die verhindert dat afvalwater in de
machine kan terugstromen. Als de sifon
(afvoerpijp, zwanenhals) van de gootsteen is
voorzien van een eenrichtingsklep, dan kan deze
klep de waterlozing van de afwasmachine storen.
Daarom raden wij aan de klep te verwijderen.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 230V met een frequentie van
50 Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing naar
dienovereenkomstig land) is uitgesloten, daar de machine
met synchroonmotoren uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 2,30 kW, hetgeen een
groepzekering van minimaal 10A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluitsnoer en
een steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact met
(aangesloten en functionerende) aardcontacten. De
aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat de
machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan de
installateur het betreffende stopcontact verplaatsen of een
langer, op de aansluitwaarde van de machine aangepast,
aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
min 30 cm
max 100 cm
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
CS09
2
31
max 100 cm
CS14
min 30 cm
max 100 cm
+ 2 m max
Ø 18
Ø 21
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

ZANKER ZKS5430S Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde artikelen