AEG L6FB86IW Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
L6FB86IW
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................4
3. MONTAGE ..................................................................................................................6
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT......................................................................10
5. BEDIENINGSPANEEL............................................................................................... 12
6. KNOP EN TOETSEN................................................................................................. 13
7. PROGRAMMA’S ....................................................................................................... 15
8. INSTELLINGEN..........................................................................................................18
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................18
10. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................. 19
11. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 23
12. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................24
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................28
14. VERBRUIKSGEGEVENS.......................................................................................... 31
15. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 32
16. ACCESSOIRES.........................................................................................................33
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
NEDERLANDS
3
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8
bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden
gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als de droogtrommel bovenop de wasmachine wordt
geplaatst moet u ervoor zorgen de juiste door AEG
goedgekeurde montagekit te gebruiken (zie meer
details in hoofdstuk "Accessoires - Montagekit").
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
www.aeg.com4
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager kan zijn dan
0°C of als het is blootgesteld aan het
weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Installeer het apparaat niet direct
boven de vloerafvoer.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Plaats geen bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires
gebruikt mogen worden.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
2.3 Aansluiting aan de
waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de klantenservice voor de andere
afvoerslang en het verlengstuk.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan
het apparaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen uit het wasgoed
verwijderd zijn.
Was geen stoffen die zwaarbevuild
zijn met olie, vet of andere vettige
substanties. Dit kan rubberen
onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen
met de hand voor, voordat u ze in de
wasmachine stopt.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
NEDERLANDS
5
2.5 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in de trommel vast
komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakkingen
en de transportbouten
voordat u het apparaat
installeert.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. Gebruik een cutter om door de
buitenste film te snijden.
2. De externe folie eraf trekken.
3. Verwijder de kartonnen bovenkant en
het verpakkingsmateriaal van
piepschuim.
4. Open de deur en verwijder het
piepschuim blok van de
deurafdichting en alle andere
onderdelen uit de trommel.
www.aeg.com
6
5. Plaats het apparaat met de
achterzijde voorzichtig op het
kartonnen deksel.
6. Plaats het voorste piepschuim
verpakkingselement op de vloer,
onder het apparaat.
Zorg dat u de slangen niet
beschadigt.
7. Verwijder de piepschuim
bescherming van de onderkant.
1
2
8. Maak de onderkant van het apparaat
volledig schoon en droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
9. Zorg dat de verschillende groottes
en posities van de geluidsbarrières
bij elkaar liggen. Raadpleeg de
illustratie:
A
B
A (VOORKANT) = Voorkant van
het apparaat
B (ACHTERKANT) = Achterkant
van het apparaat
10. Verwijder de plakstrip van de
geluidsbarrières.
11. Bevestig de vier barrières op de
onderkant van het apparaat.
12. Raadpleeg de illustratie. Zorg dat de
barrières goed zijn vastgemaakt.
x4
A
B
Bevestig de geluidsbarrières
op kamertemperatuur.
13. Zet het apparaat weer rechtop.
14. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanggeleiders.
NEDERLANDS
7
U kunt het water in de
afvoerslang zien stromen.
Dit komt door het testen
met water van het apparaat
in de fabriek.
15. Verwijder de drie bouten met de
sleutel die bij het apparaat geleverd
zijn.
16. Trek de bouten met de plastic
tussenstukken eruit.
17. Plaats de plastic doppen die u in de
zak van de gebruikershandleiding
aantreft, in de gaten.
Als u het apparaat gaat
verplaatsen raden wij u aan
om alle transportbouten en
verpakking te bewaren.
3.2 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Zorg ervoor dat het
apparaat geen muren of
andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
x4
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in
bedrijf is.
www.aeg.com8
3.3 De toevoerslang
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan.
20
O
20
O
45
O
45
O
Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is
geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4"-
schroefdraad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
3.4 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke
slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
A
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.
3.5 Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet
minder dan 60 cm en niet meer dan 100
cm worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang
en plaats hem rond de plastic
slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
NEDERLANDS
9
Zorg dat de plastic geleider
niet kan bewegen als het
apparaat water afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
water is ondergedompeld.
Er kan een vuil water
teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie de afbeelding), dan
kunt u het direct in de standpijp
plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider
aan een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en
zet deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het
apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwanden zet vast met een
klem.
4.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Speciale opties
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle
moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag
water-, energie- en wasmiddelverbruik
en een milde behandeling van het
wasgoed.
www.aeg.com10
De ProSense-technologie stemt
automatisch de programmaduur af op
het wasgoed in de trommel om in zo
min mogelijk tijd perfecte
wasresultaten te behalen.
Dankzij de Soft Plus-optie wordt de
wasverzachter meer gelijkmatig over
het wasgoed verdeeld en worden de
textielvezels diep gepenetreerd met
een perfecte zachtheid als resultaat.
4.2 Apparaatoverzicht
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
8
Afvoerslang
9
Aansluiting van de
watertoevoerslang
10
Netsnoer
11
Transportbouten
12
Slangensteun
NEDERLANDS 11
5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Beschrijving bedieningspaneel
Katoen
K
atoen E
c
o
Synt
hetica
F
ijne Was
2
0
min
. -
3 kg
K
a
to
e
n 20
°
Jean
s
Mac
hine Clean
P
om
pen
/Centr
ifugere
n
W
o
l/Zijd
e
Programma
Aan/Uit
95°
1600
1
2
00
800
Vlekke
n
Voorwa
s
60
°
40°
30
°
Startuitstel
Tijd
Besparen
Opties
TPM
Tem
p. °C
Start/Pauze
2
3
9
8 6
1
4
5
7
1
Programmadraaiknop
2
Display
3
Startuitstel tiptoets
4
Tijd Besparen tiptoets
5
Start/Pauze tiptoets
6
Opties tiptoets
Vlekken-optie
Voorwas-optie
Alleen spoelen-optie
Optie Alleen spoelen
7
Tiptoets Centrifugetoerental
reduceren TPM
Niet centrifugeren
optie
Spoelstop
optie
8
Temp.°C
tiptoets
9
Aan/Uit
drukknop
5.2 Display
www.aeg.com12
A De digitale aanduiding kan weergeven:
Programmaduur (bijv. ).
Uitsteltijd (bijv. of ).
Cycluseinde ( ).
Waarschuwingscode ( ).
B Aanduiding extra spoelen. Deze gaat branden als deze
optie wordt geselecteerd.
C
De aanduiding knippert tijdens de waarneming van
de wasgoedlading.
D Aanduiding kinderslot.
E Aanduiding vergrendelde deur.
6. KNOP EN TOETSEN
6.1 Aan/Uit
Druk een paar seconden op deze knop
te drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
6.2 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's.
Controleer de
verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
6.3 Temp.°C
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
De aanduiding = koud water van de
ingestelde temperatuur gaat aan (het
apparaat verwarmt het water niet).
6.4 TPM
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Activeer de optie Rinse hold
Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er
water in de trommel.
De deur blijft vergrendeld en de
trommels draait regelmatig om
kreuken te vermijden.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Als u de knop Start/Pauze aanraakt,
voert het apparaat de
NEDERLANDS
13
centrifugeerfase uit en pompt het
water weg.
Het apparaat zal het water
na circa 18 uur automatisch
uit het apparaat
wegpompen.
Activeer de optie No spin
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen uit te schakelen.
Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
De centrifugesnelheid kan
verlaagd worden.
6.5 Opties
Druk meerdere malen op deze knop om
een van de beschikbare opties te
activeren.
Vlekken
Kies deze optie om een fase voor
vlekken aan het programma toe te
voegen en het zwaar vervuilde of
bevlekte wasgoed met
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in
de geschikte fase van het
wasprogramma toegevoegd.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan 40
°C.
Voorwas
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met in het
bijzonder zand, stof, modder en
andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
Alleen spoelen
Het apparaat voert alleen de
spoelgang, het centrifugeren en het
wegpompen van het water van het
gekozen programma uit.
Het relevante indicatielampje gaat
branden.
6.6 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
Het lampje van de optie en het lampje
van de ingestelde waarde branden.
Nadat de knopStart/Pauze wordt
aangeraakt, begint het apparaat met
aftellen.
6.7 Tijd Besparen
Deze optie is raadzaam om het
wasprogramma in te korten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
normale of lichte vervuiling of om
wasgoed op te frissen.
Raak deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
Raak bij een kleinere lading deze knop
tweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Het lampje van de optie en het lampje
van de ingestelde waarde branden.
6.8 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het
draaiende programma te starten, te
pauzeren of te onderbreken.
www.aeg.com
14
7. PROGRAMMA’S
7.1 Programmaoverzicht
Wasprogramma's
Programma Programmabeschrijving
Wasprogramma's
Katoen
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Wit en bont katoen
Katoen Eco
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruiks-
waarden. Volgens norm 1061/2010 zijn programma Katoen op
60°C en programma Katoen op 40°C met de optie res-
pectievelijk het «Standaard 60°C katoenprogramma» en het
«Standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest effi-
ciënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het
wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan ver-
schillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
Synthetica
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling.
Fijne Was
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen heb-
ben een milde wasbeurt nodig. Normale vervuiling.
Wol/Zijde
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
andere stoffen voorzien van het symbool «handwas».
1)
20 min. - 3 kg
Katoen en synthetica, licht vervuild of slechts eenmaal gedra-
gen.
Katoen 20°
Gemengde was (katoenen en synthetische stoffen)
2)
.
Jeans
Denim kleding en jersey items. Normale vervuiling. Dit pro-
gramma voert een behoedzame spoelfase uit die is ontwikkeld
voor denim. Het vermindert vervaging en voorkomt dat was-
poederresten op de vezels achterblijven.
NEDERLANDS 15
Programma Programmabeschrijving
Machine Clean
Onderhoudscyclus met heet water om de trommel te reinigen
en op te frissen en resten te verwijderen die geuren kunnen
veroorzaken. Gebruik deze cyclus voor de beste resultaten
eenmaal per maand. Verwijder voordat u deze cyclus laat
draaien alle voorwerpen uit de trommel. Zet in het wasfasevak
van het wasmiddeldoseerbakje de flap van het vak recht omh-
oog. Schenk in het wasfasedeel een kop bleekmiddel of was-
machinereiniger. NIET beiden gebruiken.
Na het reinigen van de trommel moet nog een
spoelcyclus met een lege trommel zonder was-
middel worden gedraaid om enige resten van
bleekmiddel te verwijderen.
Pompen/Centrifugeren
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel
af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer fijne stoffen.
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de
trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
2)
Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik voor goede
wasprestaties.
Programmatemperatuur, maximale centrifugeersnelheid en maximale lading
Programma Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Maximale centrifu-
geersnelheid
Bereik centrifugeer-
snelheid
Maximale lading
Wasprogramma's
Katoen
40 °C
95 °C - Koud
1600 tpm
1600 tpm - 800 tpm
8 kg
Katoen Eco
60 °C
60 °C - 40 °C
1600 tpm
1600 tpm - 800 tpm
8 kg
Synthetica
40 °C
60 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
Fijne Was
40 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
Wol/Zijde
40 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
1,5 kg
20 min. - 3 kg
30 °C
40 °C - 30 °C
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
3 kg
Katoen 20°
Koud
1600 tpm
1600 tpm - 800 tpm
8 kg
www.aeg.com16
Programma Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Maximale centrifu-
geersnelheid
Bereik centrifugeer-
snelheid
Maximale lading
Jeans
40 °C
60 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
8 kg
Machine Clean
60 °C
60 °C
1200 tpm
1200 tpm - 800 tpm
Pompen/Centrifugeren
1)
1600 tpm
1600 tpm - 800 tpm
8 kg
1)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat wordt gewas-
sen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Katoen
Katoen Eco
Synthetica
Fijne Was
Wol/Zijde
20 min. - 3 kg
Katoen 20°
Jeans
Machine Clean
Pompen/Centrifugeren
Opties
TPM
Vlekken
1)
Voorwas
Tijd Besparen
2)
Startuitstel
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
2)
Als u een kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is
mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
NEDERLANDS 17
7.2 Woolmark Apparel Care -
Blauw
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor het
wassen van wollen kleding waarvan in het
label staat dat het handwas is, op
voorwaarde dat de kledingstukken
worden gewassen volgens de instructies
op het label in het kledingstuk en die van
de fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in de
kleding. M1511
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is
het Woolmark-symbool is een
certificeringshandelsmerk.
8. INSTELLINGEN
8.1 Veiligheid van kinderen
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
TPM en Opties aan tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u toets Start/Pauze aanraakt:
alle knoppen en de programmaknop
worden uitgeschakeld (behalve de
toets Aan/Uit).
Voordat u toets Start/Pauze aanraakt:
kan het apparaat niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
8.2 Geluidssignalen
Er klinkt een geluidssignaal als het
programma voltooid is (gedurende 2
minuten opeenvolgende geluiden).
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Tijd
besparen en Startuitstel aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
8.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Temp. °C en TPM aan tot het
relevante indicatielampje op het
display
aan/uit gaat.
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
4. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
www.aeg.com18
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
10. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
Er klinkt een korte toon (indien
ingeschakeld). De programmaknop stelt
automatisch in op het
katoenprogramma.
10.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
10.3 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter, vlekkenmiddel)
toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid zal
u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder indien nodig na
een wascyclus
wasmiddelresten uit het
wasmiddeldoseerbakje.
NEDERLANDS 19
10.4 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
Stel de voorwasfase
niet in.
Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
10.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Het lampje van de knop Start/Pauze
knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt
u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens aan in
het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
www.aeg.com
20
Als een keuze niet mogelijk
is gaat de aanwijzing niet
aan en klinkt er en
geluidssignaal.
10.6 Een programma starten
met een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De aanpassing voor
PROSENSE begint nadat het
aftellen is beëindigd.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel tot het display
toont.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te
starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
10.7 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
10.8 De ladingdetectie
ProSense
Nadat de knop Start/Pauze wordt
aangeraakt, begint de ProSense-
technologie met de waarneming van de
wasgoedlading:
1. Het apparaat neemt binnen een paar
minuten de lading waar, de
aanduiding knippert en de
trommel draait kort rond.
2. Nadat de lading is waargenomen,
gaat de aanduiding uit.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
worden aangepast.
De waarneming ProSense
wordt alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
(zonder gekozen
overslafase).
10.9 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als een programma bezig is maar
een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
NEDERLANDS
21
10.10 Een actief programma
annuleren
1. Druk op de toets Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit
om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de fase ProSense al is
uitgevoerd en de toevoer
van water al stroomt, begint
het nieuwe programma
zonder de fase ProSense te
herhalen. Het water en het
wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen.
10.11 De deur openen
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel
te hoog zijn en/of de
trommel nog draait, kunt u
de deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachine
vergrendeld.
1. Druk op toets Start/Pauze.
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur van de machine en druk
op de toets Start/Pauze.
Het programma of startuitstel gaat
verder.
10.12 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze actief
zijn).
In het display gaat alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone .
Het lampje van de toets Start/Pauze gaat
uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit-knop om het
apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste gekozen
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
10.13 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Op het display verschijnt de
aanduiding voor gesloten deur
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets TPM aan
om het centrifugeertoerental dat
door het apparaat wordt voorgesteld
te verlagen.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma voort te zetten
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
www.aeg.com
22
4. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18 uur
automatisch uit het apparaat
wegpompen.
10.14 Stand-by-optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze drukt niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om
een nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
stand-by-functie
gedeactiveerd om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keren dan
ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
Maak alle zakken leeg en vouw alles
open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als
dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (zie 'Openen van
de deur als er een programma
draait of de uitgestelde start
staat ingesteld');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
11.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
NEDERLANDS
23
11.3 Wasmiddelen en andere
behandelingen
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal
bedoeld zijn voor wasmachines:
waspoeder voor alle
weefselsoorten,
waspoeder voor fijne was (max.
40°C) en wollen artikelen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
Gebruik de verschillende soorten
wasmiddelen niet tegelijkertijd.
Denk aan het milieu en gebruik niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
Gebruik de aanbevolen wasmiddelen
voor het type en de kleur van het
wasgoed, voor de
programmatemperatuur en voor de
mate van vervuiling.
11.4 Milieutips
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met
de maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
Als u de vlekken voorbehandelt, kunt
u een vlekkenverwijderaar gebruiken
als u een programma op een lage
temperatuur gebruikt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
11.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar het water zacht is,
is het gebruik van een waterontharder
niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
12.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld
is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
www.aeg.com
24
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te draaien
met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
12.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswasbeurt uit.
Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Selecteer het katoenprogramma met
de hoogste temperatuur of gebruik,
indien beschikbaar, het programma
Machine Clean. Voeg een kleine
hoeveelheid waspoeder toe aan de
lege trommel om achtergebleven
resten weg te spoelen.
12.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
12.5 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
2. Laat een kort katoenprogramma op
hoge temperatuur draaien of
gebruik, indien beschikbaar,
programma Machine Clean. Voeg
een kleine hoeveelheid waspoeder
toe aan de lege trommel om
achtergebleven resten weg te
spoelen.
12.6 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
1
2
2. Verwijder het bovenste gedeelte van
het vak voor toevoegingen om het
reinigen te vereenvoudigen en spoel
het af onder de kraan met warm
water om resten van opgehoopt
wasmiddel te verwijderen. Plaats het
bovenste gedeelte na reiniging terug
op zijn plek.
3. Zorg ervoor dat alle wasmiddelresten
van de boven- en onderkant van de
uitsparing zijn verwijderd. Reinig de
uitsparing met gebruik van een
kleine borstel.
NEDERLANDS
25
4. Steek de wasmiddellade in de
geleiderail en sluit hem. Draai het
spoelprogramma zonder wasgoed in
de trommel te plaatsen.
12.7 Afvoerpomp reinigen
WAARSCHUWING!
Haal de netstekker uit het
stopcontact.
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
Het water niet wordt afgepompt uit
de machine.
De trommel niet ronddraait.
De machine abnormale geluiden
maakt wegens blokkering van de
afvoerpomp.
Het display toont de alarmcode
.
WAARSCHUWING!
Verwijder het filter niet
als de machine in werking
is.
Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld
Voor reiniging van de pomp gaat u als
volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
1
2
2. Plaats een geschikte bak onder de
afvoerpompopening om het
afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden.
Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste
water te kunnen opvegen als u het
filter verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links
om het te openen, zonder
verwijdering. Laat het water
wegstromen.
www.aeg.com
26
5. Als de bak vol is met water, draait u
het filter terug en leegt u de bak.
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er
geen water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te
verwijderen.
1
2
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen
en andere voorwerpen uit de
filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als
hij niet roteert: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u
het filter goed vastdraait om lekkage
te voorkomen.
12. Sluit het pompdeksel.
2
1
12.8 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
reinigen
Het wordt aanbevolen beide filters van
de toevoerslang en -klep geregeld te
reinigen ter verwijdering van aanslag dat
met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de
kraan en reinig het filter.
NEDERLANDS
27
1
2
3
2. Verwijder de toevoerslang van het
apparaat door de ringmoer los te
draaien.
3. Reinig het klepfilter aan de
achterzijde van het apparaat met een
tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer aansluiten
op het apparaat naar links of rechts
(niet in verticale positie) afhankelijk
van de positie van uw waterkraan.
45°
20°
12.9 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals die is beschreven in de
paragraaf 'Reinigen van het afvoerfilter'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
12.10 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Introductie
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
www.aeg.com28
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
In geval van ernstige problemen klinkt
het geluidssignaal, geeft het display
een alarmcode weer en kan de toets
Start/Pauze voortdurend knipperen:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat
overladen is, neemt u wat
voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u
tegen de deur en drukt u
tegelijkertijd op de knop
Start/Pauze totdat de
aanduiding stopt
met knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel het uit en terug
aan.
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
13.2 Mogelijke storingen
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of
wacht op het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw
plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe-
voerslang aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang
in orde is.
Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het fil-
ter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie 'Onderhoud en rei-
niging'.
NEDERLANDS 29
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt met
water gevuld maar dat
wordt onmiddellijk afge-
tapt
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Het water niet wordt af-
gepompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of boch-
ten heeft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in or-
de is.
Kies het aftapprogramma als u een programma zonder af-
pompfase kiest.
Kies het afpompprogramma als u een programma kiest dat
eindigt met water in de trommel.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan nor-
maal.
Kies het centrifugeerprogramma.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start
de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt
zijn door evenwichtsproblemen.
Er is water op de vloer.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen
goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be-
schadigd zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveel-
heid gebruikt.
U kunt de klep van de
machine niet openen.
Ga na of een wasprogramma is gekozen dat eindigt met
water in de trommel.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Kies het afpomp- of centrifugeerprogramma als er water in
de trommel is.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de
machine, Neem contact op met een erkend servicecen-
trum. Als u de deur moet openen, lees dan zorgvuldig
“Nooddeuropening”.
De machine maakt ab-
normale geluiden en trilt.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raad-
pleeg 'Montage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbou-
ten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te ge-
ring zijn.
www.aeg.com30
Probleem Mogelijke oplossing
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
De functie ProSense kan de duur van het programma aan-
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela-
dingsdetectie ProSense' onder het hoofdstuk 'Dagelijks ge-
bruik'.
De wasresultaten laten te
wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hard-
nekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de was-
cyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er wat
wasmiddel achtergeble-
ven in de wasmiddellade.
Ga na of de flap in de juiste positie is (OMHOOG voor was-
poeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt
volgens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
14. VERBRUIKSGEGEVENS
De toegekende waarden komen voort uit laboratoriumomstandigheden
met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gege-
vens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevings-
temperatuur. Waterdruk, de toevoerstroom en de temperatuur van de
watertoevoer kunnen ook invloed hebben op de duur van het waspro-
gramma.
De technische specificaties kunnen ter verbetering van de productkwali-
teit zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Tijdens het wasprogramma kan de technologie Prosense de wasduur en
de verbruikwaarden laten variëren. Raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf 'De ladingdetectie Prosense' in het hoofdstuk 'Dagelijks ge-
bruik'.
NEDERLANDS 31
Programma’s Bela-
ding
(kg)
Energie-
verbruik
(kWh)
Waterver-
bruik (li-
ter)
Geschatte
program-
maduur
(minuten)
Resteren-
de voch-
tigheid
(%)
1)
Katoen 60°C 8 1,40 70 210 44
Katoen 40°C 8 1,20 69 205 44
Synthetica 40°C 3 0,60 56 140 35
Fijne Was 40°C 3 0,55 59 95 35
Wol/Zijde 30°C 1,5 0,45 62 75 30
Standaard katoenprogramma´s
Standaard 60°C katoen
8 0,81 52 275 44
Standaard 60°C katoen
4 0,57 40 228 44
Standaard 40°C katoen
4 0,51 40 226 44
1)
Aan het einde van de centrifugefase.
Uit-modus (W) 0.30
Modus aan laten (W) 0.30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening
1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diep-
te/ Totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 571 mm/ 600 mm
Aansluiting op het elek-
triciteitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendringen
van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het
beschermdeksel, behalve wanneer de laagspan-
ningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
heeft
IPX4
Druk watertoevoer Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Watertoeover
1)
Koud water
www.aeg.com32
Toelaatbare maximum
belading
Katoen 8 kg
Energiebesparingsklasse A+++ -20%
Centrifugeersnelheid Maximum 1600 tpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
16. ACCESSOIRES
16.1 Verkrijgbaar op
www.aeg.com/shop of bij uw
geautoriseerde verkooppunt
Alleen geschikte accessoires
die door AEG zijn
goedgekeurd waarborgen
de veiligheidsnormen van
het apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden
alle claims ongeldig
verklaard.
16.2 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde
verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat
op een plint plaatst.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
16.3 Tussenstuk
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met gebruik
van het juiste tussenstuk dat is
vervaardigd en goedgekeurd door
AEG.
Controleer of het tussenstuk
compatibel is door de
diepte van uw apparaten op
te meten.
Het tussenstuk kan uitsluitend worden
gebruikt met de apparaten die worden
gespecificeerd in de folder die zich bij de
accessoires bevindt.
Lees de met de accessoires en het
apparaat meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet
onder de wasautomaat.
NEDERLANDS 33
17. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com
34
NEDERLANDS 35
www.aeg.com/shop
192951591-A-222017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

AEG L6FB86IW Handleiding

Type
Handleiding