ZANKER KSU 350 A Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
B/Z/7-1. (04.)200362918
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D`EMPLOI
GEBRAUCHSANLEITUNG
INSTRUCTION BOOK
KOEL/VRIESCOMBINATIE
RÉFRIGÉRATEUR CONGÉLATEUR
KÜHL - GEFRIERKOMBINATION
REFRIGERATOR- FREEZER COMBINATION
KSU 350 A (ZLKI 351)
NL
FR
DE
GB
2
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik
neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het
milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid
werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
From the Electrolux Group. The worlds No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor
gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten,
fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
3
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................................................4
Veiligheid van kinderen ...........................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................................................4
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ......................................................................................4
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................5
Algemene informatie...............................................................................................................5
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...............................................................5
Bedienen van het apparaat......................................................................................................6
In gebruik nemen ..............................................................................................................6
Temperatuur instellen .........................................................................................................6
Gebruik van de koelruimte ..................................................................................................6
Bewaren in de koelruimte ...................................................................................................6
Bewaartijden en temperaturen .............................................................................................7
Gebruik van de vriezer............................................................................................................7
Invriezen ..........................................................................................................................7
Bewaren in de vriesruimte...................................................................................................7
IJsblokjes maken...............................................................................................................7
Praktische informatie ..............................................................................................................7
Tips .....................................................................................................................................7
Energie besparen..............................................................................................................7
Het apparaat en het milieu ..................................................................................................8
Onderhoud ...........................................................................................................................8
Ontdooien........................................................................................................................8
Reiniging en onderhoud....................................................................................................10
Als de koelkast niet in gebruik is ........................................................................................10
Problemen oplossen.............................................................................................................10
Lamp vervangen ..............................................................................................................10
Als iets niet werkt .................................................................................................................10
Aanwijzingen voor de installateur............................................................................................12
Technische gegevens ...........................................................................................................12
Installeren van het apparaat ...................................................................................................12
Vervoer, uitpakken ...........................................................................................................12
Reiniging........................................................................................................................12
Opstelling.......................................................................................................................12
Deurdraairichting omzetten................................................................................................13
Elektrische aansluiting ......................................................................................................14
Bewaartijdentabel (1).............................................................................................................15
Bewaartijdentabel (2).............................................................................................................15
Garantie en service ................................................................................................................16
Garantiebepalingen en Service ..............................................................................................16
Algemene Garantiebepalingen ...........................................................................................16
Garantie-uitbreidingen ......................................................................................................16
Garantie-uitsluitingen ........................................................................................................16
Belangrijk advies..............................................................................................................17
Waarborgvoorwaarden ...........................................................................................................17
4
NL
Belangri
Belangri
jk
jk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
Algemene aanwijzingen
m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het
apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen
en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door
ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij
mogen alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen
gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen
tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te
maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar
aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het
stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de
zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt
platgedrukt of beschadigd door de achterkant
van het koel/vriesapparaat.
-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door
aan het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand
en/of een elektrische schok veroorzaken.
-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok
of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van
de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het
ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige
voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen
of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar
opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het
apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker
uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo
dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende
kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar
of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te
voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte
afgevende onderdelen (compressor,
condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende
luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie
kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de
aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen
houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen
voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en
explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in
het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te
bespoedigen, die niet door de fabrikant worden
aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin
het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
Laat kunststof onderdelen niet met hete
voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of
vloeistof in het apparaat bewaren.
Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en
blikjes in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren
en schoonmaken. Bij verstopping van het
afvoergootje kan het verzamelde dooiwater
storingen veroorzaken.
5
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met
één compressor. De vriesruimte onderin heeft een
eigen deur en is geheel afgesloten van de koelruimte.
Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen,
het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een
bepaalde klimaatklasse (bepaalde
omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
12. botervakje
13. eierrekje
14. deurvak
15. deurrubber
16. flessenvak
17. ijsblokjesbakje
18. condensor
19. dooiwaterafvoerpijp
20. afstandshouder
21. condensbakje
22. compressor
23. wielen
A - koelruimte
B - vriesruimte
1. verlichting
2. glasplaat
3. dooiwaterlekbak
4. glasplaat
5. groentebakken
6. typeplaatje
7. invriesruimte
8. bewaarruimten
9. dooiwaterafvoergootje
10. afdekrooster
11. stelvoeten
6
NL
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires in het apparaat en steek de
stekker in het stopcontact.
Draai de temperatuurregelaar aan de rechterkant
vanuit 0 rechtsom. Op stand 0 is het apparaat
buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t.
de instelling.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt
regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op 3
draait. In dit geval wordt de temperatuur in de
koelruimte automatisch +5 °C of kouder. Stand 3 is
geschikt voor normaal gebruik.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook
van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de
deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand 5, de hoogste stand, (bijv. tijdens een
hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het
apparaat nodig. Bedek daarom de roosters niet
geheel met papier, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen in de
koelruimte. Laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Op deze manier
voorkomt u onnodige rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar
overnemen. Bewaar levensmiddelen
daarom in gesloten schaaltjes, aluminiumfolie,
vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze manier
behouden de levensmiddelen hun vochtigheid en
bijv. groenten drogen niet uit.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in
schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen, frisdrank
8. grote flessen, dranken
7
NL
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing
informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven,
omdat hij afhankelijk is van de versheid en de
behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden
zijn daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt
consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan
ontdooien) in de koelkast bewaard worden.
Invriezen
Het invriezen van verschillende producten moet
steeds gebeuren in het invriesgedeelte en na het
uitvoeren van een juiste en correcte voorbereiding.
De hoeveelheid voedsel dat kan ingevroren worden
schommelt tussen 4 en 6 kg, afhankelijk van het soort
voedsel. De juiste hoeveelheid kan gelezen worden
op het gegevensetiket, dat terug te vinden is op de
linkerzijde onderaan de ruimte voor vers voedsel.
Zet de thermostaat knop op stand Max.
Laat het toestel in deze stand gedurende 2 uren
draaien.
Na 2 uren zet u de thermostaatknop terug naar een
stand door u gekozen of de stand Medium.
Na 24 uren kan je de ingevroren producten in de
draadmand (of manden) plaatsen
Het is niet raadzaam hoeveelheden voedsel
groter dan deze volgens de Technische
gegevens terzelfertijd in te vriezen, zoniet zal het
invriezen niet grondig gebeuren en bij het
ontvriezen kunnen vormen van
voedselbeschadiging optreden (o.a. smaak- en
geurverlies )
Het is bij voorkeur af te raden om tijdens het
invriezen ijs te maken, omdat het aanmaken
van ijs de invriescapaciteit vermindert.
Gebruik van de vriezer
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het
beste naar de draadmand(en) verplaatsen, zodat u
weer ruimte hebt in de invriesruimte. Tussentijds
invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds
ingevroren producten.
Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven
op diepvriesproducten die u koopt.
Bewaartijden voor zelf ingevroren producten vindt u
op de binnenkant van de deur van de vriesruimte. De
symbolen staan voor verschillende levensmiddelen,
de cijfers staan voor de maximale bewaartijd in
maanden.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje
nat maakt en de temperatuurregelaar op de
maximale stand zet, gaat het invriezen sneller.
Vergeet niet, de temperatuurregelaar na het
invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en
het dan iets te verdraaien. Mocht het
ijsblokjesbakje vastgevroren zijn, gebruik dan geen
scherpe voorwerpen om het los te maken.
Daarmee kunt u beschadigingen veroorzaken.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig
bewaard worden, als ze niet ontdooid zijn
voordat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als
de diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze
niet opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel
mogelijk geconsumeerd te worden.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte
aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook
verplaatsen als de deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van de
vriesruimte ontstaat in het apparaat een vacuüm.
Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten
voordat u de deur weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de
binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C
wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de
diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed
functioneert. Zo constateert u evt. storingen
tijdig.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het
apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U
vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie hebben.
Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje
of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
8
NL
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten
schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd
eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in
het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden.
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten
afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt
worden. Informeer bij de gemeente naar de
mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens
het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect.
Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur
stijgt, er is meer energie nodig en als ijs of rijp te dik
worden, kan de deur van de vriesruimte niet meer
open, de deur kan zelfs kapotgaan.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de
koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets
hoeft te doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig
de werking van de compressor. Het koelen wordt dan
onderbroken, de temperatuur van de verdamperplaat
stijgt boven 0 °C en het ontdooien begint. Als de
verdamperplaat een temperatuur van +3 tot +4 °C
heeft bereikt, start de thermostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in
het condensbakje bovenop de compressor en
verdampt door de warmte.
Controleer regelmatig of het
dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Als
het afvoergootje verstopt is, kan het dooiwater
schade veroorzaken aan de isolatie van het
apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde
krabbertje (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het
gootje opbergen.
9
NL
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier
verpakte levensmiddelen. Het papier komt in
aanraking met de achterzijde van de koelruimte en
vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de
koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot
verstopping van het afvoergootje leiden. Doe dus
voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens
een hittegolf, werkt de koelkast soms continu.
Er wordt dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine
restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte
achterblijven.
De vriesruimte kan niet automatisch worden ontdooid
omdat de diepvriesproducten geen hogere
temperaturen kunnen verdragen.
M.b.v. de meegeleverde kunststof schraper kunt u
kleine stukjes rijp en ijs verwijderen.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat
meegeleverd!
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof
schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte
ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per
jaar).
Neem de levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze
in enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze
op een zo koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren
van vries- en koelruimte open.
Reinig de koelruimte zoals beschreven en hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud". Reinig de vriesruimte als
volgt:
Veeg het dooiwater met een zachte doek of spons
naar de zijkanten van de verdamperplaten weg. Het
weggeveegde dooiwater verzamelt zich in het
afvoergootje onderin het apparaat. In de afbeelding
ziet u, hoe u het water kunt verwijderen.
Zet een hoog genoeg bakje onder het gootje, waarin
het dooiwater kan lopen.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat
meegeleverd!
Na het ontdooien de binnenzijde van het apparaat
droog wrijven.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de
levensmiddelen weer in het apparaat.
Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de
hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk
weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken.
10
NL
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke
3 tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste
tegelijkertijd de vriesruimte ontdooien).
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde
van het apparaat met handwarm water schoonmaken
en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon
water. Steek na het reinigen de stekker weer in het
stopcontact.
Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast
en de condensor hebben afgezet, dient u één of twee
maal per jaar te verwijderen. Maak dan ook het
condensbakje bovenop de compressor schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor
beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Lamp vervangen
Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Schroef de afdekking los en trek hem in de richting
van de pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type
gloeilamp: Mignon 322, 230 V, 15 W, fitting E 14)
Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef
vast en steek de stekker in het stopcontact.
Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed
op de werking van de koelruimte.
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf
kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het
opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te
horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake
van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit
het stopcontact trekken, voordat u elektrische
onderdelen aanraakt.
11
NL
Probleem
Het is te warm in de
koelruimte.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de
koelruimte.
Er loopt water in de
koelruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt
continu.
Het apparaat werkt
helemaal niet. Het koelt
niet en de
binnenverlichting brandt
niet. Ook de lampjes
branden niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of
staan op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht
op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische
ontdooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren
zodat er geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condensbak
boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat
gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is
uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
(Probeer er een ander apparaat op aan te
sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de
koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de
achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en
of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en
of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur
afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de
aanwijzingen in hoofdstuk In gebruik nemen.
Contact opnemen met een elektro-installateur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
12
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van transportschade
contact op met de leverancier en sluit het apparaat
niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een
zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Model/Type
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
aansluitwaarde (W)
gewicht (kg)
aantal compressoren
KSU 350 A (ZLKI 351)
vriesruimte: 105
koelruimte: 245
vriesruimte: 90
koelruimte: 242
600
2000
600
0,94
343
A
5
18
150
71
1
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een
plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het
uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De
klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de automatische
ontdooiing werkt niet meer, de temperatuur in de
koelruimte stijgt en er wordt meer energie
verbruikt.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
13
NL
100mm
min.
15mm
A
B
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en
zorg ervoor dat de compressor de vloer niet raakt.
U kunt dit het beste met twee personen doen.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u
de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de
stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden
gezet, kunnen deze afstandsringen worden
verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij
een verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te
vermijden, dan moeten de volgende minimale
afstanden worden aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als
de afstand kleiner is, plaats dan een warmte-
isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen
de twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
14
Verwijder voorzichtig (bijv. m.b.v. een mes) de
afdekkapjes van de schroeven die het onderste
afdekrooster vasthouden. Dan kan het afdekrooster
worden verwijderd door de plaatschroeven (2 stuks)
los te draaien.
Maak het onderste deurscharnier van de vriesruimte
los door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2
stuks) te verwijderen.
Neem de deur van de vriesruimte los door hem
voorzichtig naar beneden te trekken.
Maak het dubbele deurscharnier los door de
schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te
verwijderen.
Neem de deur van de koelruimte los door hem
voorzichtig naar beneden te trekken.
Schroef de stift van het bovenste deurscharnier van de
koelruimte los en schroef hem dan op de andere kant.
Verwijder de afdekkapjes van het dubbele
deurscharnier aan de linker kant en plaats ze dan op
de andere kant.
Zet de deur van de koelruimte op de stift van het
bovenste deurscharnier.
Zet het dubbele deurscharnier aan de linker kant
m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2
stuks). Let erop dat de rand van de deur van de
koelruimte parallel loopt met de rand van de kast.
Zet de deur van de vriesruimte op de stift van het
dubbele deurscharnier.
Zet het onderste deurscharnier aan de linker kant
m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2
stuks). Let erop dat de rand van de deur van de
vriesruimte parallel loopt met de rand van de kast.
Trek het gedeelte van het afdekrooster in de richting
van de pijl (1) en plaats het op de andere kant (2).
Zet het afdekrooster terug en bevestig het met de
plaatschroeven (2 stuks). Bevestig dan de
afdekkapjes weer.
Zet de handgreep op de andere kant over en plaats
de kunststof pluggen in de vrijgekomen gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met ELECTROLUX
SERVICE. Een servicetechnicus kan tegen betaling het
deurscharnier overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een
volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact
niet aanwezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
NL
15
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (1)
abel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXXXXXoriginele verpakking
boter geopend XXxxxxxoriginele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXXx x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie
kwark XXXXx x x vershoudfolie
eieren XXXXXXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie
tomaten XXXXXXXvershoudfolie
kool XXXXXx x vershoudfolie
snel rottend fruit (aardbei,
framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXXx x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2  +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (2)
abel (2)
Diepvriesproducten bewaren
NL
16
Garantiebepalingen en Service
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel
van de betreffende aankoopnota of kwitantie te
worden getoond of meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat,
gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen
deze periode een storing voordoet, welke het
gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout,
heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van
twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage
onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve
van garantie uitgesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door ZANKER
reparaties worden verricht, wordt de
oorspronkelijke garantietermijn niet verlengd.
Op reparaties buiten de garantietermijn door
ZANKER verricht, en op de hierbij geleverde,
betaalde en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar
garantie verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde
reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en
geen resultaat van een opnieuw uitvoeren van een
reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw
exemplaar of soortgelijk toestel worden
aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen
bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen
gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare
apparaten, per definitie: wasautomaten,
trommeldroogautomaten, afwasautomaten,
koelkasten, diepvrieskasten/-kisten, ovens,
fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als genoemd onder punt 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt
en over normale, voor het autoverkeer
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dienen
ten tijde van het bezoek het apparaat en de
eigenaar, of diens gemachtigde plaatsvervanger,
op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden,
dan geschiedt dit transport op de door de
fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening en
risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en punt 3a genoemde
apparaten, alsmede apparaten welke wel de
betreffende functionele eigenschappen hebben
maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk
transport, dienen franco aan het adres van de
servicedienst verzonden of aangeboden te
Gar
Gar
antie en ser
antie en ser
vice
vice
worden. Binnen de algemene garantieperiode
vindt terugzending voor rekening van de
fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de
algemene garantieperiode vallend defect aan
een apparaat niet hersteld kan worden, vindt
kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een
aflopende garantieperiode, in gelijke
percentages van 20 procent per jaar, van vijf
jaar na koopdatum van het op de bijbehorende
koopnota vermelde apparaat, met inachtname
van volledig kosteloos herstel binnen de
algemene garantieperiode. Na de algemene
garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon-
en bijkomende materiaalkosten in rekening
gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in
de betreffende hieraan voorafgaande punten, is
niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit
tenminste de aankoopdatum en de
identificatie van het apparaat blijkt, niet
getoond kan worden of niet meegezonden
werd;
- het apparaat voor andere, of ook voor
andere dan de huishoudelijke doeleinden
waarvoor het apparaat bestemd is gebruikt
wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in
het installatievoorschrift of de
gebruikaanwijzing geïnstalleerd, bediend,
gebruikt of behandeld wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door
daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat
de benodigde tijd voor het uit- en inbouwen
samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan
de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met
toestemming van de eigenaar, op abnormale
wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan
niet op de fabrikant of haar servicedienst
verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of
zoals een breuk van uit- of afneembare delen,
welke niet ten tijde van de aflevering ter kennis
van de fabrikant gebracht worden, vallen niet
onder garantie.
NL
17
Productwijzigingen voorbehouden.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar
brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook
om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam
dat reparaties uitsluitend verricht worden door
personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid
bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of
controlewerkzaamheden door uw vakhandelaar of
door ELGROEP FABRIEKSSERVICE laten uitvoeren
en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te
laten plaatsen.
NL
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen
tijdens kantooruren:
Tel. 0172 - 46 83 00
Fax 0172 - 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel. 0172 - 46 84 00
Fax 0172 - 46 83 76
W
W
aar
aar
bor
bor
gv
gv
oor
oor
w
w
aar
aar
den
den
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur
van het toestel wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op
de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek.
De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van
toepassing in geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking
van water,
abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op
gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet
vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het
defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien
werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling
ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde toestellen.
18
NL
11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen
meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de
hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in
rekening gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de
gebruiker.
12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling
van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een
vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging
van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien
een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient
de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor
in het buitenland aangeschafte toestellen dient de
gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen
in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

ZANKER KSU 350 A Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding