NL
- 90 -
zaag voldoende op tot het zaagblad (12) zich
op de nodige snijdiepte (a) bevindt.V Zet dan
de vastzethendel voor de snijdiepteafstelling
(4) terug vast. Controleer of alles goed vast
zit.
5.2 Verstekaanslag (fi g. 4/5)
•
De vooringestelde standaardhoek tussen
zaagvoet (6) en zaagblad (12) bedraagt 90°.
U kunt deze hoek veranderen om schuine
sneden uit te voeren.
•
Draai de vastzetschroef voor verstekafstelling
(7) los die zich aan de voorkant van de zaag-
voet bevindt.
•
U kunt de snijhoek dan met maximaal 45° ve-
randeren; neem daarvoor de snijhoekschaal
(9) in acht.
•
Haal de vastzetschroef voor verstekafstelling
(7) terug aan. Controleer of alles goed vast
zit.
5.3 Afzuigen van stof en spaanders (fi g. 6)
•
Sluit op de ervoor voorziene stofzuigeraans-
luiting(14) van uw cirkelzaag een gepaste
stofzuiger aan (stofzuiger niet bij de levering
begrepen). U bereikt zodoende een optimale
afzuiging van het stof dat aan het werkstuk
vrijkomt. De voordelen: U spaart zowel het
gereedschap als uw eigen gezondheid. Uw
werkplaats blijft bovendien properder en veili-
ger.
•
Bij het werk vrijkomend stof kan gevaarlijk
zijn. Neem de desbetreffende veiligheidsins-
tructies in acht.
•
Let op! De voor het afzuigen gebruikte stof-
zuiger moet geschikt zijn voor het bewerkte
materiaal.
•
Controleer of alle componenten goed onder-
ling verbonden zijn.
5.4 Parallelaanslag (fi g. 7/8)
•
De parallelaanslag (16) maakt het mogelijk
evenwijdige lijnen te zagen.
•
Draai de vastzetschroef van de parallelaans-
lag (8) los die zich in de zaagvoet (6) bevindt.
•
De montage gebeurt door de parallelaanslag
(16) de geleiding (a) in de zaagvoet (6) in te
schuiven (zie fig. 7).
•
Zet de nodige afstand vast en haal de vast-
zetschroef (8) terug aan.
•
Gebruik van de parallelaanslag: Positioneer
de parallelaanslag (16) vlak tegen de kant
van het werkstuk en begin met zagen.
Let op! Proefsnede met een stuk afvalhout
uitvoeren.
6. Bediening
6.1 Werken met de handcirkelzaag
•
Cirkelzaag steeds goed vasthouden.
•
De pendelbeschermkap (19) wordt door het
werkstuk automatisch teruggeschoven.
•
Gebruik geen geweld!
•
De cirkelzaag gelijkmatig vooruitschuiven
zonder te forceren.
•
Het afvalstuk moet zich aan de rechterkant
van de cirkelzaag bevinden zodat het brede
deel van de steuntafel met het volledige op-
pervlak op het werkstuk ligt.
•
Indien u volgens een voorgetekende lijn
zaagt, leidt u de cirkelzaag langs de overeen-
komstige inkeping.
•
Kleine houten stukken voor de bewerking
goed vastspannen. Nooit met de hand vast-
houden.
•
Veiligheidsinstructies zeker in acht nemen!
Veiligheidsbril dragen!
•
Gebruik geen defecte zaagbladen of zaagbla-
den die scheuren en barstjes vertonen.
•
Gebruik geen flenzen/flensmoeren waarvan
het boorgat groter of kleiner is dan dat van
het zaagblad.
•
Het zaagblad mag niet met de hand of door
zijdelingse druk tegen het zaagblad worden
afgeremd.
•
De pendelbeschermkap mag niet klem zitten
en moet aan het einde van de zaagbeurt zich
weer in de oorspronkelijke positie bevinden.
•
Voor gebruik van de cirkelzaag de werking
van de pendelbeschermkap controleren ter-
wijl de netstekker uit het stopcontact is verwij-
derd.
•
Vergewis u er zich voor elk gebruik van de
machine van dat de veiligheidsinrichtingen
zoals pendelbeschermkap, spouwmes, flen-
zen en verstelinrichtingen werken resp. cor-
rect zijn afgesteld en vastgezet.
•
Op de aansluiting voor spaanderafzuiging
(14) kan u een gepaste stofafzuiging aanslu-
iten. Vergewis u er zich van dat de stofafzu-
iging veilig en naar behoren is aangesloten.
•
De bewegelijke pendelbeschermkap mag
voor het zagen niet in de teruggetrokken be-
schermkap worden vastgeklemd.
•
Zaagbladen waarvan het basislichaam dik-
ker of de schrankbreedte kleiner is dan de
Anl_TC_CS_1400_SPK9.indb 90Anl_TC_CS_1400_SPK9.indb 90 24.04.2019 08:20:0024.04.2019 08:20:00