Zanussi ZEF6744BBA Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Zanussi ZEF6744BBA Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZEF6744BBA
NL Gebruiksaanwijzing 2
Kookplaat
FR Notice d'utilisation 24
Table de cuisson
DE Benutzerinformation 46
Kochfeld
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
ALGEMENE VEILIGHEID
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
2
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een
deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
3
Bescherm de bodem van het apparaat tegen
stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades
zorg er dan voor dat de ruimte tussen de
onderkant van het apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan heet
worden. Wij raden aan om een onbrandbaar
scheidingspaneel te plaatsen onder het
apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm
vrij is tussen het werkblad en de voorkant van
de onderste unit. De garantie dekt geen schade
veroorzaakt door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of
stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor
zorgen dat de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het snoer te
voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat of
heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat
op de nabijgelegen contactdozen aansluit
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem
contact op met onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel
te vervangen.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van toepassing)
de verpakking, labels en beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke
omgeving.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moeten een
afstand van minimaal 30 cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in werking
is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
4
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak
van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen
op de kookplaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
ONDERHOUD EN REINIGING
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
voordat u het schoonmaakt.
Trek voor onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het
apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
INDELING KOOKPLAAT
3 2
1
1
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
3
Flexibele inductiekookzone bestaat uit vier
delen
5
INDELING BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
6
75
12 1113 10
9
84
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke
functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / Het kin-
derslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
FlexiBridge Om over te schakelen tussen drie modi van de
functie.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de kook-
zones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
8
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitscha-
kelen.
9
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
11
- Om de kookzone te selecteren.
12
/
- De tijd verlengen of verkorten.
13
- Bedieningsstrip Het instellen van de warmteinstelling voor de flexi-
bele inductiekookzone.
KOOKSTANDDISPLAYS
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
6
Display Beschrijving
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warm-
houdstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kook-
zone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
OPTIHEAT CONTROL (3-STAPS
RESTWARMTE-INDICATIE)
WAARSCHUWING! / / Er
bestaat verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het controlelampje geeft
het niveau van de restwarmte aan.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de bodem
van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door
de warmte van de pannen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
IN- OF UITSCHAKELEN
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit
te schakelen.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd
(een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig
het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan
droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn
voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool
gaat branden en na 2 minuten schakelt de
kookzone automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand
verandert. Na enige tijd gaat branden en
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de tijd
waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
, 1 - 2
6 uur
3 - 4 5 uur
7
Kookstand
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
DE KOOKSTAND
Voor het instellen of wijzigen van de kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand
of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip
totdat u de jusite kookstand heeft bereikt.
AUTOMATISCH OPWARMEN
Activeer deze functie om in een kortere tijd een
gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat,
werkt de zone in het begin op de hoogste
kookstand en gaat daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te stellen
moet de kookzone koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de kookstand.
POWERFUNCTIE
Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar
voor de inductiekookzones. De functie kan voor een
beperkte tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna
wordt de inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig de
kookstand.
TIMER
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe
lang de kookzone moet werken voor een
kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en
dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan
tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen of de tijd wijzigen:
raak of van de timer aan om de tijd in te
stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd
afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. Op het display
wordt de resterende tijd weergegeven.
De functie uitschakelen: stel de kookzone in met
en raak aan. De resterende tijd telt af naar
00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert 00. De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe
lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere malen aan
tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de timer
aan. gaat aan. Als het lampje van de kookzone
langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De
display schakelt tussen en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: selecteer de kookzone met .
Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller
knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
De functie uitschakelen: stel de kookzone in met
en raak of aan. Het indicatielampje van
de kookzone gaat uit.
8
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als kookwekker
terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de
kookzones niet werken. De warmtestand op het
display toont .
De functie inschakelen: Raak
aan. Raak
of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als
de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan.
De functie heeft geen invloed op de
werking van de kookzones.
STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn
in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan.
gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
TOETSBLOKKERING
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl
de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak aan.
gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak aan.
De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
HET KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld
wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel de
kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
4 seconden aan. gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen: schakel de
kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak
4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de
kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met .
gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de
kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de
kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in werking.
OFFSOUND CONTROL (DE GELUIDEN IN- EN
UITSCHAKELEN)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan.
Het display gaat aan en uit. Raak 3 seconden
aan. of gaat branden. Raak aan om één
van het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de
kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de geluiden
alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden komt
u iets op het bedieningspaneel plaatst.
VERMOGENSBEHEER-FUNCTIE
De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie
en aantal fasen van de kookplaat. Zie
afbeelding.
Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading
van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen tussen de
kookzones aangesloten op dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones
aangesloten op een enkele fase de 3700 W
overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen naar de
andere kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde
zone verandert tussen twee niveaus.
9
HOB²HOOD
Het is een geavanceerde automatische functie die
de kookplaat op een speciale afzuigkap aansluit.
Zowel de kookplaat als de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de ventilator
wordt automatisch bepaald op basis van de
modusinstelling en de temperatuur van de heetste
pan op de kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste afzuigkappen wordt
het afstandsbedieniningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen voordat u
de functie gebruikt. Zie voor meer
informatie de gebruikershandleiding
van de afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 – H6 om de
functie automatisch te bedienen. De kookplaat
wordt oorspronkelijk ingesteld op H5.De afzuigkap
reageert als u de kookplaat in gebruik neemt. De
kookplaat herkent de temperatuur van de pannen
automatisch en stelt de snelheid van de ventilator
erop af.
Automatische modi
Automati-
sche ver-
lichting
Koken
1)
Bakken
2)
Modus
H0
Uit Uit Uit
Modus
H1
Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventila-
torsnel-
heid 1
Ventila-
torsnel-
heid 1
Modus
H3
Aan Uit Ventila-
torsnel-
heid 1
Modus
H4
Aan Ventila-
torsnel-
heid 1
Ventila-
torsnel-
heid 1
Modus
H5
Aan Ventila-
torsnel-
heid 1
Ventila-
torsnel-
heid 2
Modus
H6
Aan Ventila-
torsnel-
heid 2
Ventila-
torsnel-
heid 3
1) De kookplaat detecteert het kookproces en acti-
veert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de auto-
matische modus.
2) De kookplaat detecteert het bakproces en acti-
veert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de auto-
matische modus.
3) Deze modus activeert de ventilator en de verlich-
ting en reageert niet op de temperatuur.
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan
en uit
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot aan gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus van
de functie uit om de kookplaat direct
te bedienen op het kookplaatpaneel.
10
Als u stopt met koken en de kookplaat
uitschakelt, kan de ventilator nog even
blijven werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator automatisch uit
en wordt voorkomen dat u de
ventilator per ongeluk de komende 30
seconden activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig
bedienen
U kunt de functie ook handmatig bedienen. Raak
daartoe aan als de kookplaat actief is. Dit
schakelt de automatische bediening van de functie
uit zodat u de ventilatorsnelheid handmatig kunt
veranderen. Als u op drukt, wordt de
ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als u een
intensief niveau bereikt en weer op drukt, stelt u
de ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de
afzuigkapventilator uitschakelt. Om de ventilator
weer te starten met ventilatorsnelheid 1, raakt u
aan.
Schakel de kookplaat uit en weer aan
om de automatische bediening van de
functie te activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de verlichting
automatisch te activeren als u de kookplaat aan zet.
Zet daarvoor de automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de afzuigkap gaat
uit 2 minuten nadat u de kookplaat
heeft uitgeschakeld.
FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
FLEXIBRIDGE-FUNCTIE
De flexibele inductiekookzone bestaat uit vier
gedeelten. De gedeelten kunnen worden
gecombineerd in twee kookzones met verschillende
maten, of in één grote kookzone. U kies de
combinatie van de zones door de modus te kiezen
die van toepassing is op het formaat van het
kookgerei dat u wilt gebruiken. Er bestaan drie
modi: Standaard (automatisch geactiveerd als u de
kookplaat aanzet), Big Bridge (grote overbrugging)
en Max Bridge (maximale overbrugging).
Gebruik de twee bedieningsbalken
aan de linkerkant om de kookstand in
te stellen.
Schakelen tussen de modi
Gebruik de tiptoets om tussen de modi te
schakelen: .
Als u tussen de modi schakelt dan
wordt de warmte-instelling teruggezet
op0.
Diameter en positie van het kookgerei
Kies de modus die aansluit op de afmeting en de
vorm van het kookgerei. Het kookgerei moet de
geselecteerde zone zoveel mogelijk bedekken.
Plaats het kookgerei in het midden van de
geselecteerde zone!
Plaats kookgerei met een bodemdiameter die
kleiner is dan 160 mm op het midden van een enkel
gedeelte.
11
100-160mm
Plaats het kookgerei met een bodemdiameter die
groter is dan 160 mm in het midden van twee
gedeelten.
> 160 mm
FLEXIBRIDGE STANDAARDMODUS
Deze modus wordt geactiveerd als u de kookplaat
aanzet. Het brengt de gedeelten samen in twee
afzonderlijke kookzones. U kunt de warmte-
instelling voor iedere zone apart instellen. Gebruik
de twee bedieningsbalken aan de linkerkant.
Juiste positie voor kookgerei:
Onjuiste positie kookgerei:
FLEXIBRIDGE BIG BRIDGE-MODUS (GROTE
OVERBRUGGING)
Om de modus te activeren, drukt u op totdat
het lampje van de juiste modus ziet. Deze modus
brengt drie achterste gedeelten samen in één
kookzone. Eén van de voorste gedeelten wordt niet
samengebracht en blijft werken als afzonderlijke
kookzone. U kunt de warmte-instelling voor elke
zone afzonderlijk instellen. Gebruik twee
bedieningsbalken aan de linker zijkant.
Juiste positie voor kookgerei:
Om deze modus te gebruiken moet u het kookgerei
op de drie samengebrachte gedeelten plaatsen. Als
u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan twee
12
gedeelten, geeft het display weer en schakelt
de zone na 2 minuten uit.
Onjuiste positie kookgerei:
FLEXIBRIDGE MAX BRIDGE MODE
(MAXIMALE BRUGMODUS)
Om de modus te activeren, drukt u op totdat
het lampje van de juiste modus ziet. Deze modus
brengt alle gedeelten samen in één kookzone.
Gebruik een van de twee bedieningsbalken links
om de warmte-instelling te bedienen.
Juiste positie voor kookgerei:
Om deze modus te gebruiken moet u het kookgerei
op de vier samengebrachte gedeelten plaatsen. Als
u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan drie
gedeelten, geeft het display weer en schakelt
de zone na 2 minuten uit.
Onjuiste positie kookgerei:
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKGEREI
Bij een inductiekookzone zorgt een
sterk elektromagnetisch veld ervoor
dat het kookgerei erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt
als geschikt voor inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing, glas,
keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
13
een beetje water kookt snel op een zone die
ingesteld is op de hoogste instelling.
een magneet vast blijft zitten aan de bodem van
het kookgerei.
De afdruk op de flexibele
inductiekookzone kan vies worden of
van kleur veranderen door schuivende
pannen. U kunt de zone op de normale
manier schoonmaken.
De bodem van het kookgerei moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de grootte van de bodem
van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op
de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een
diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
LAWAAI TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met
een hoge kookstand en als de pan is gemaakt
van verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets
met een defect van de kookplaat te maken.
ÖKO TIMER (ECO-TIMER)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone eerder uit
dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt.
Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau
van de kookstand en de tijd dat u kookt.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De relatie tussen het stroomverbruik van de
kookstand en de kookzone is niet lineair. Wanneer
u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel
met de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de kookzone met de
medium kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd (min) Tips
- 1
Bereide gerechten warmhouden. zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter,
chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melkba-
sis, reeds bereide gerechten op-
warmen.
25 -
50
Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkge-
rechten tijdens het bereiden tus-
sendoor roeren.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Een paar eetlepels vocht toevoe-
gen.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor 750
g aardappelen.
14
Kookstand Gebruik om: Tijd (min) Tips
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveelhe-
den voedsel, stoofschotels en
soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën-
ten.
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester, cor-
don bleu van kalfsvlees, kotelet-
ten, rissoles, worstjes, lever, roux,
eieren, pannenkoeken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lendenbief-
stukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoof-
vlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd.
PRAKTISCHE TIPS VOOR DE FUNCTIE
HOB²HOOD
Als u de kookplaat bedient met de functie:
Bescherm het afzuigkappaneel tegen direct
zonlicht.
Breng geen halogeenverlichting aan in het
afzuigkappaneel.
Dek het afzuigkappaneel niet af.
Onderbreek het signaal tussen de kookplaat en
de afzuigkap niet (bijvoorbeeld met een hand of
een handgreep van een pan). Zie de afbeelding.
Afzuigkap is slechts een voorbeeld.
Het kan gebeuren dat andere op
afstand bediende apparaten het
signaal blokkeren. Bedien om dit te
voorkomen de afstandsbediening van
het apparaat en de kookplaat niet
tegelijkertijd.
Afzuigkappen met de Hob²Hood functie
Zie de consumentenwebsite voor de volledige
reeks afzuigkappen die met deze functie werken.
15
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de glazen
plaat.
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten
folie, suiker en suikerhoudende gerechten.
Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen.
Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Plaats de speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende
is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen oppervlak met
een doek en een oplossing van water met azijn.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aangeslo-
ten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg het
aansluitingsschema.
De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat opnieuw
in en stel de kookstand binnen
10 seconden in.
U hebt twee of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets tege-
lijk aan.
STOP+GO Functie is in werk-
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
gelijks gebruik'.
16
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedieningspa-
neel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal en
de kookplaat wordt uitgescha-
keld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat uit staat.
U hebt een of meer tiptoetsen
afgedekt.
Verwijder het voorwerp van de
tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is gebruikt.
Als het lang duurt alvorens de
zone voldoende heet is, neem
dan contact op met de klan-
tenservice.
Hob²Hood Functie werkt niet. U dekte het bedieningspaneel
af.
Verwijder het voorwerp van het
bedieningspaneel.
De automatische opwarmfunc-
tie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoe-
len.
De hoogste verwarmingsstand
is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De kookstand schakelt tussen
twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
gelijks gebruik'.
De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op de
achterste zones indien moge-
lijk.
Er klinkt geen signaal wanneer
u de tiptoetsen van het bedie-
ningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uitgeschakeld. Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
gelijks gebruik'.
De flexibele inductiekookzone
verwarmt het kookgerei niet.
Het kookgerei staat op de ver-
keerde plek op de flexibele in-
ductiekookzone.
Zet het kookgerei op de juiste
plek op de flexibele inductie-
kookzone. De plaats van het
kookgerei is afhankelijk van de
geactiveerde functie of functie-
modus.
Zie het hoofdstuk "Flexibele in-
ductiekookruimte".
17
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De diameter van de bodem van
het kookgerei is niet goed voor
de geactiveerde functie of
functiemodus.
Gebruik alleen kookgerei met
een diameter die geschikt is
voor de geactiveerde functie of
functiemodus. Gebruik kook-
gerei met een diameter kleiner
dan 160 mm op één deel van
de flexibele inductiekookzone.
Zie het hoofdstuk "Flexibele in-
ductiekookruimte".
gaat branden.
De automatische uitschakeling
is in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
Het kinderbeveiliging of de ver-
grendelfunctie is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
gelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op de
zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aan-
wijzingen en tips'.
De diameter aan de bodem van
het kookgerei is te klein voor
de zone.
Gebruik kookgerei met de juis-
te afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
FlexiBridge Functie is in werk-
ing. Eén of meerdere delen van
de werkende functiemodus
wordt niet afgedekt door het
kookgerei.
Zet het kookgerei op het juiste
aantal delen van de werkende
functiemodus of wijzig de func-
tiemodus.
Zie het hoofdstuk "Flexibele in-
ductiekookruimte".
en een getal gaan branden.
Er is een fout in de kookplaat
opgetreden.
Ontkoppel de kookplaat enige
tijd van de stroomtoevoer.
Maak de zekering los in de me-
terkast van het huis. Sluit het
apparaat opnieuw aan. Als
weer gaat branden, neem dan
contact op met de klantenser-
vice.
18
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
gaat branden.
Er is een storing opgetreden in
de kookplaat, omdat er kook-
gerei is drooggekookt. Auto-
matische uitschakeling en de
oververhittingsbescherming
voor de zones zijn in werking
getreden.
Schakel de kookplaat uit. Ver-
wijder het hete kookgerei.
Schakel na ongeveer 30 se-
conden de zone opnieuw in.
Als het probleem lag bij het
kookgerei, verdwijnt het fout-
bericht. Het indicatielampje
van restwarmte kan blijven
branden. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen. Controleer
of uw kookgerei geschikt is
voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige aan-
wijzingen en tips'.
ALS U HET PROBLEEM NIET KUNT
OPLOSSEN...
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het
typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het
glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt
weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de klantenservice of de
vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het service
center en de garantiebepalingen vindt u in het
garantieboekje.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR MONTAGE
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje te
noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de
kookplaat.
Serienummer ...........................
INGEBOUWDE KOOKPLATEN
Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt
nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of
werkbladen die aan de normen voldoen.
AANSLUITKABEL
De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer.
Vervang de beschadigde voedingskabel door
het volgende netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T
min. 90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
19
BEVEILIGINGSDOOS
Als u een beveiligingsdoos (een additioneel
toebehoren) gebruikt, zijn de ruimte van 2 mm op
de vloer voor de luchtstroom en de
beschermingsvloer direct onder het fornuis niet
noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als toebehoren
niet in elk land verkrijgbaar. Neem contact op met
uw plaatselijke leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos niet
gebruiken als u de kookplaat boven
een oven installeert.
TECHNISCHE GEGEVENS
TYPEPLAATJE
Model ZEF6744BBA PNC productnummer 949 595 644 00
Type 60 GAD CL AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 7.4 kW Vervaardigd in Duitsland
Serienr. ................. 7.4 kW
ZANUSSI
SPECIFICATIE KOOKZONES
Kookzone
Nominaal vermo-
gen (max warmte-
instelling) [W]
Powerfunctie [W]
Powerfunctie
maximale duur
[min]
Diameter van het
kookgerei [mm]
Rechtsvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 1800 2800 10 145 - 180
Flexibele induc-
tiekookzone
2300 3200 10 minimum 100
Het vermogen van de kookzones kan enigszins
afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert
met het materiaal en de afmetingen van het
kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen
kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld
in de tabel.
22
ENERGIEZUINIGHEID
PRODUCTINFORMATIE VOLGENS EU 66/2014
Modelidentificatie ZEF6744BBA
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 2
Aantal kookzones 1
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Rechtsvoor
Rechtsachter
14,5 cm
18,0 cm
Lengte (L) en breedte (B) van
kookgedeelte
Links L 46,0 cm
B 21,4 cm
Energieverbruik per kookzone
(EC electric cooking)
Rechtsvoor
Rechtsachter
189,6 Wh / kg
180,3 Wh / kg
Energieverbruik van de kook-
zone (EC electric cooking)
Links 184,6 Wh / kg
Energieverbruik van de kook-
plaat (EC electric hob)
184,7 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten - Methodes
voor het meten van de prestatie
ENERGIEBESPARING
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken
door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u
nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u
deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het midden van
de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten warm te
houden of te smelten.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
23
1/68