Shimano RD-M5120 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

(Dutch)
DM-MBRD001-07
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
comfort-fiets
STADS-SPORT E-BIKE
Achterderailleur
SLX
RD-M7000
DEORE
RD-M6000
RD-M5120
2
INHOUD
BELANGRIJKE MEDEDELING ................................................................................. 3
VEILIGHEID VOOROP ............................................................................................. 4
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN ..................................................... 7
MONTAGE ..............................................................................................................9
Montage van de achterderailleur ...............................................................................................................9
AFSTELLING ......................................................................................................... 13
Slagafstelling ..............................................................................................................................................13
De ketting monteren .................................................................................................................................14
De kabel vastzetten ...................................................................................................................................16
Het gebruik van de B-schroef .................................................................................................................... 21
SIS-afstelling ...............................................................................................................................................22
Wrijving afstellen .......................................................................................................................................24
ONDERHOUD ....................................................................................................... 28
De plaat en de plaatspanveer vervangen ................................................................................................. 28
Vet aanbrengen op de kettingstabilisator ...............................................................................................36
Het derailleurwieltje vervangen ...............................................................................................................37
3
BELANGRIJKE MEDEDELING
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in de montage van fietsen beschikken, mogen niet proberen de onderdelen zelf te monteren aan
de hand van de dealerhandleidingen.
Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de montage. Neem in dat geval contact op met de plaats van aankoop
of een plaatselijke fietsenmaker voor ondersteuning.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle handleidingen en technische documenten zijn online beschikbaar op https://si.shimano.com.
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op met een SHIMANO-distributeur of een van de SHIMANO-kantoren
om een afgedrukte versie van de gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als fietsenmaker werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding zorgvuldig door voor gebruik en volg de aanwijzingen daarin op voor een
correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijke letsels en schade aan apparatuur en omgeving te voorkomen.
De instructies zijn onderverdeeld overeenkomstig de grootte van het gevaar of de schade die kan ontstaan als dit product verkeerd wordt
gebruikt.
GEVAAR
Als de instructies niet in acht worden genomen, zal dit leiden tot ernstige letsels of de dood.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden tot ernstige letsels of de dood.
LET OP
Als de instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden tot persoonlijke letsels of materiële schade aan apparatuur en omgeving.
4
VEILIGHEID VOOROP
VEILIGHEID VOOROP
WAARSCHUWING
Bij het installeren van het product moet u de instructies volgen die staan vermeld in de handleidingen.
Gebruik alleen originele SHIMANO-onderdelen. Als een onderdeel of vervangend onderdeel onjuist is gemonteerd of afgesteld, kan dit leiden tot
storing aan een onderdeel en ervoor zorgen dat de fietser geen controle meer heeft en een ongeluk krijgt.
Draag goedgekeurde oogbescherming tijdens het uitvoeren van onderhoudstaken, zoals het vervangen van onderdelen.
Zorg ervoor dat u de gebruikers eveneens op de hoogte brengt van het volgende:
Reinig de ketting en de QUICK-LINK regelmatig met een geschikte kettingreiniger. Onderhoudsintervallen hangen af van het gebruik en de
rijomstandigheden. Gebruik nooit alkalische of zure oplosmiddelen, zoals roestverwijderaars. Als u dergelijke oplosmiddelen gebruikt, kan de ketting
of de QUICK-LINK breken en ernstige letsels veroorzaken.
Controleer de ketting op beschadigingen (vervormingen of barsten), overslaan of andere abnormale omstandigheden, zoals onbedoeld schakelen.
Neem bij problemen contact op met het verkooppunt of een fietsenmaker. De ketting kan breken en u kunt vallen.
Gebruik enkel in combinatie met cassettetandwielen met compatibele tandencombinaties. 11-42T is het enige cassettetandwiel dat compatibel is met
RD-M6000-GS. Cassettetandwielen met andere tandcombinaties kunnen niet worden gebruikt. Als een product met een incompatibele
tandcombinatie wordt gebruikt, kan de ketting eraf lopen vanaf de buitenkant van de kleinste tandkrans en de fietser kan van de fiets vallen.
Bij het gebruik van TL-CT12
Let op dat u niet gewond raakt door het lemmet of de naald terwijl u aan het werk bent.
Pas op dat uw vingers niet worden vastgeklemd door het gereedschap terwijl u aan het werk bent.
Houd het gereedschap buiten het bereik van kleine kinderen.
NOTITIE
Zorg ervoor dat u de gebruikers eveneens op de hoogte brengt van het volgende:
Zorg er bij de SHADOW RD+ voor dat u controleert dat de afdekking van de plaateenheid is gemonteerd voordat u gaat fietsen.
Als het schakelen niet vlot verloopt, raadpleegt u de plaats van aankoop voor ondersteuning.
U moet de versnellingen periodiek reinigen met een neutraal schoonmaakmiddel en dan smeren. Het reinigen van de ketting en QUICK-LINK met een
neutraal schoonmaakmiddel en het smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn om de levensduur van de ketting en de QUICK-LINK te
verlengen.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
Voor montage op de fiets en onderhoud:
Afhankelijk van de vorm van het frame kan de achterderailleur de liggende achtervork hinderen. Gebruik de B-schroef voor afstelling, zodat de
achterderailleur de werking van de liggende achtervork niet stoort.
Smeer voor gebruik SIS SP41-vet (Y04180000) op de binnenkabel en de schuivende onderdelen van de buitenkabel, zodat deze soepel kunnen
schuiven. Zorg dat er zich geen stof op de binnenkabel afzet.
Gebruik een OT-SP41-buitenkabel en een kabelgeleider voor een soepele schakelwerking.
Gebruik een buitenkabel die nog wat extra lengte over heeft, als het stuur helemaal naar links of rechts gedraaid is. Controleer dan tevens dat de
schakelversteller het fietsframe niet raakt wanneer het stuur geheel naar links of rechts is gedraaid.
Als de schakelafstelling niet kan worden uitgevoerd, controleert u de uitlijning van het achterpad en gaat u na of de kabel is gesmeerd en of de
buitenkabel niet te lang of te kort is.
Reinig op gezette tijden de derailleur en smeer alle bewegende onderdelen (mechanisme en derailleurwieltjes).
Afhankelijk van het model staan er op het bovenste derailleurwieltje pijltjes om de draairichting aan te geven. Breng het bovenste derailleurwieltje zo
aan dat de pijltjes linksom wijzen, gezien vanaf de buitenkant van de derailleur.
Als er een abnormaal geluid te horen is door een loszittend derailleurwieltje, moet dit derailleurwieltje worden vervangen.
5
VEILIGHEID VOOROP
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de procedures voor het
gebruik van het product worden uitgelegd.
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
7
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
De volgende gereedschappen zijn nodig voor montage, afstelling en onderhoud.
Gereedschap Gereedschap Gereedschap
Inbussleutel 2 mm Inbussleutel 5 mm Kruiskopschroevendraaier [nr.2]
Inbussleutel 3 mm 5,5 mm moersleutel Torx-sleutel [nr.30]
Inbussleutel 4 mm TL-CT12
MONTAGE
9
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
Standaardtype
Instelling voor hendelschakelaar
1
(A)
(z)
(y)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet deze dan in de UIT-stand.
(y)
AAN
(z)
UIT
(A)
Hendelschakelaar
TECHNISCHE TIPS
De vorm verschilt per model.
2
(A)
(B)
Monteer de achterderailleur.
(A)
Derailleurhanger
(B)
Steun
Aanhaalmoment
8 - 10 Nm
NOTITIE
Controleer periodiek of er geen tussenruimte
tussen het pad-uiteinde en de steun bestaat
(zie figuur). Als er een tussenruimte is tussen
deze twee onderdelen, kunnen er problemen
optreden met de schakelprestaties.
10
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Direct mount-type
Instelling voor hendelschakelaar
(A)
(z)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet deze dan in de UIT-stand.
(z)
UIT-stand
(A)
Hendelschakelaar
TECHNISCHE TIPS
De vorm verschilt per model.
Vervangen door direct-mount type
1
(A)
Verwijder de steunasplaat.
(A)
Steunasplaat
11
MONTAGE
Montage van de achterderailleur
2
(A)
(B)
Monteer de achterderailleur.
Plaats de derailleurhanger in het
montagedeel voor direct mount van de
achterderailleur.
Monteer de achterderailleur met de
B-as2.
(A)
Derailleurhanger
(B)
B-as2
Aanhaalmoment
8 - 10 Nm
AFSTELLING
13
AFSTELLING
Slagafstelling
AFSTELLING
Slagafstelling
Afstelling hoogste versnelling
B
A
B
A
(A)
(B)
(C)
Draai de schroef voor de hoogste
versnelling totdat het bovenste
derailleurwieltje zich boven de
buitenrand van de kleinste tandkrans
bevindt, vanaf de achterkant gezien.
(A)
Schroef voor hoogste versnelling
(B)
Kleinste tandkrans
(C)
Bovenste derailleurwieltje
Afstelling laagste versnelling
B
A
A
B
(A)
(B)
(C)
Draai de schroef voor de laagste
versnelling zodanig dat het bovenste
derailleurwieltje recht onder de grootste
tandkrans staat.
(A)
Schroef voor laagste versnelling
(B)
Grootste tandkrans
(C)
Bovenste derailleurwieltje
14
AFSTELLING
De ketting monteren
De ketting monteren
Lengte ketting
1
[X]
[X]
De lengte van afstand [X] zal variëren
afhankelijk van de beweging van de
achtervering.
Als de kettinglengte te kort is, kunnen
daardoor onderdelen van de aandrijflijn
beschadigd raken door overbelasting van
de aandrijflijn.
Zorg ervoor dat u de kettinglengte
instelt op het moment van het
bereik van de vering waar afmeting
[X] het grootst is.
2
(A) (B) (C)
Leg de ketting op de grootste tandkrans
en het buitenblad.
Voeg vervolgens 1 tot 3 schakels toe om
de lengte van de ketting in te stellen.
(A)
Grootste tandkrans
(B)
Ketting
(C)
Buitenblad
(D)
Binnenschakel
(E)
Buitenschakel
NOTITIE
Als de achtervering door de beweging grote
hoeveelheid groei veroorzaakt in de lengte
van de liggende achtervork, kan de ketting
slap worden wanneer deze op het binnenblad
en de kleinste tandkrans zit, vooral zonder
veringsdoorbuiging van het gewicht van de
rijder. Afgezien hiervan, zorg ervoor om de
beschreven methode voor het instellen van de
kettinglengte te gebruiken met de vering op
het punt in haar bereik waar de lengte van de
liggende achtervork het langst is.
TECHNISCHE TIPS
Dezelfde methode voor het controleren van
de kettinglengte is van toepassing bij een
drievoudig, dubbel of enkel voorblad.
[1]
[2]
(y) (z)
(E)(D)
(x)
of
Bij het monteren van de ketting: als de
binnenschakels en de buitenschakels
overeenkomen (zoals in [1]), stel de
ketting dan in op een lengte met 2
toegevoegde schakels.
Als de binnenschakels overeenkomen en
de buitenschakels overeenkomen (zoals
in [2]), stel de ketting in op een lengte
met 1 of 3 toegevoegde schakels.
Bij het instellen op de lengte met 1
toegevoegde schakel (in [2]): als u denkt
dat de ketting na het monteren op de
grootste tandkrans en het buitenblad
naar een andere tandkrans springt, stel
de ketting dan in op een lengte met nog
eens 2 toegevoegde schakels.
(x)
+ 2 schakels
(y)
+ 1 schakel
(z)
+ 3 schakels
15
AFSTELLING
De ketting monteren
(A) (A)
(A)
Preventieplaat aflopende ketting
NOTITIE
De achterderailleurplaat heeft een pen of
plaat die voorkomt dat de ketting er afloopt.
Wanneer de ketting door de achterderailleur
wordt geleid, leid hem dan door de derailleur
vanaf de kant van de plaat die voorkomt dat
de ketting er afloopt; zie de afbeelding.
Als de ketting niet door de juiste positie
wordt gelegd, kan de ketting of de
achterderailleur beschadigd worden.
16
AFSTELLING
De kabel vastzetten
Wordt vervolgd op de volgende pagina
De kabel vastzetten
De buitenkabel inkorten
1
(A)
Knip bij het inkorten van de buitenkabel
niet het uiteinde met de markering af,
maar het andere uiteinde.
Maak het uiteinde rond na het inkorten
van de buitenkabel, aan de hand van
een TL-CT12 naald of een vergelijkbaar
smal gereedschap, zodat de binnenkant
van het gat een gelijkmatige diameter
heeft.
(A)
TL-CT12 naald
NOTITIE
Let erop dat u door de TL-CT12-naald geen
verwondingen aan uw handen oploopt.
2
(A)
Na het inkorten brengt u hetzelfde
afgedichte buitenkabelkapje aan op het
uiteinde.
(A)
Afgedicht buitenkabelkapje
17
AFSTELLING
De kabel vastzetten
3
(A)
(B)
(B)
(z)
Monteer het afgedichte
buitenkabelkapje met buisje en de
rubber afscherming op de
buitenkabelaanslag van het frame.
Voor fietsen met een buitenkabel van
volledige lengte, is deze stap niet nodig.
(z)
Pas op dat u dit gedeelte niet
verbuigt.
(A)
Afgedicht buitenkabelkapje met
buisje
(B)
Rubber afscherming
18
AFSTELLING
De kabel vastzetten
Lengte buitenkabel
1
(A)
Draai de B-schroef losser totdat deze een
positie bereikt waarin het uiteinde geen
contact maakt met het pad-uiteinde.
(A)
B-schroef
2
(A)
(C)
(B)
Controleer of de buitenkabel voldoende
slap hangt.
Plaats een afgedicht buitenkabelkapje
aan het uiteinde van de buitenkabel.
Zorg ervoor dat het uiteinde van het
buitenkabelkapje op één lijn ligt met de
onderrand van de buitenkabelhouder op
de achterderailleur.
Snij overtollige buitenkabel af met de
kabelkniptang.
(A)
Buitenkabelhouder
(B)
Buitenkabel
(C)
Afgedicht buitenkabelkapje
NOTITIE
De afstand tussen de buitenste aanslag en de
buitenkabelhouder van de achterderailleur
kan veranderen wanneer de achtervering
beweegt. Bepaal de lengte van de
buitenkabel dus op het punt waar deze het
langst is.
TECHNISCHE TIPS
Als de achterderailleur sterk beweegt, zoals bij
een fiets met achtervering, wordt het gebruik
van een aluminium type afgedicht
buitenkabelkapje aanbevolen.
Afgedicht
buitenkabelkapje
Afgedicht
buitenkabelkapje
(aluminium type)
19
AFSTELLING
De kabel vastzetten
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Aansluiten en vastzetten van de kabel
1
Bedien de ontspanner 10 keer of vaker om de schakelversteller in de beginpositie te zetten.
2
(A)
Sluit de binnenkabel op de
achterderailleur aan.
(A)
Binnenkabel
NOTITIE
Kabels met een coating van polymeer kunnen
een pluizig uitzicht of een pluizige textuur
ontwikkelen door natuurlijke slijtage door
gebruik. Echter, als de kabels met de nodige
zorg gemonteerd worden in
overeenstemming met de procedures in deze
handleiding, is dit enkel van esthetische aard
en worden de prestaties niet beïnvloed als de
binnenkabels in een buitenkabel zitten.
3
Verwijder de oorspronkelijke speling van de binnenkabel.
Houd de achterderailleur zo vast dat deze niet beweegt door de belasting van de
schakelkabel. Bedien de schakelversteller meerdere malen om de schakelkabelmontage aan
te trekken en alle onderdelen van de schakelkabel volledig op hun plaats te laten vallen.
4
(A)
Sluit de binnenkabel weer op de
achterderailleur aan.
Let erop dat de binnenkabel correct in
de kabelbevestigingsgroef ligt.
(A)
Binnenkabel
Aanhaalmoment
6 - 7 Nm
20
AFSTELLING
De kabel vastzetten
5
(A)
(z)
Snijd de binnenkabel zo af dat de
uitstekende lengte ongeveer 30 mm is.
Monteer het binnenkabelkapje.
(z)
30 mm of minder
(A)
Binnenkabelkapje
NOTITIE
Controleer of de binnenkabel niet tussen de
wielspaken kan komen.
Zet het wiel stil terwijl deze stap wordt
uitgevoerd.
21
AFSTELLING
Het gebruik van de B-schroef
Het gebruik van de B-schroef
De B-schroef afstellen
A
B
B
B
A
A
(A)
(C)
(B)
Schakel de ketting naar het binnenblad
en de grootste tandkrans.
Draai de crankarm omgekeerd en
gebruik de B-schroef om het bovenste
derailleurwieltje zo dicht mogelijk bij de
grootste tandkrans te brengen, zonder
turbulentie tussen het derailleurwieltje
en de tandkrans.
Verplaats de ketting vervolgens naar de
kleinste tandkrans en herhaal de
bovenstaande procedure om te zorgen
dat het derailleurwieltje de tandkransen
niet raakt.
(A)
Grootste tandkrans
(B)
Kleinste tandkrans
(C)
B-schroef
De afstand tussen de grootste tandkrans en het bovenste derailleurwieltje controleren
(z)
(A)
(B)
Richt de achterderailleur op de grootste
tandkrans en controleer nu, terwijl het
wiel stilstaat, of de ruimte tussen de
bovenzijde van het bovenste
derailleurwieltje en de bovenzijde van
de grootste tandkrans binnen het bereik
(z) valt.
(z)
5 - 6 mm
(Als de grootste tandkrans een
tandkrans van 42T of kleiner is)
8 - 9 mm
(Als de grootste tandkrans een
tandkrans van 46T is)
(A)
Grootste tandkrans
(B)
Bovenste derailleurwieltje
NOTITIE
Controleer de afstand tussen de grootste
tandkrans en het bovenste derailleurwieltje
terwijl de achtervering zo ver mogelijk is
uitgerekt.
22
AFSTELLING
SIS-afstelling
Wordt vervolgd op de volgende pagina
SIS-afstelling
SIS-afstelling
1
Zet de hendelschakelaar in de UIT-stand.
2
Bedien de schakelversteller één keer om de ketting van de kleinste tandkrans naar de 2e
tandkrans te verplaatsen.
3
Schakel naar de tweede vanaf de kleinste tandkrans. Als u een 2x-systeem gebruikt, schakel
dan ook naar het buitenblad.
4
(A)
Draai de kabelstelcilinder linksom om
kabelspanning te verhogen totdat u
geluid hoort van de ketting die tegen de
3e kleinste tandkrans schuurt.
(A)
Kabelstelcilinder
23
AFSTELLING
SIS-afstelling
5
(A)
Draai de kabelstelcilinder rechtsom om
de kabelspanning te verminderen totdat
u geen geluid meer hoort van de ketting
die tegen de tandkrans schuurt.
(A)
Kabelstelcilinder
6
Bedien de hendel om te schakelen en controleer of er in geen van de tandkransposities
geluid te horen is.
7
Zet de schakelgreep in de AAN-stand en controleer dat het schakelen vlot en consistent
verloopt en dat er geen geluid te horen valt in de verschillende versnellingsstanden wanneer
er wordt gefietst.
24
AFSTELLING
Wrijving afstellen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Wrijving afstellen
Het wrijvingsniveau kan naar wens worden afgesteld. De wrijving kan bovendien ook worden afgesteld wanneer die verandert tijdens het gebruik.
Afstelling van de wrijving
1
Zet de hendelschakelaar in de UIT-stand.
2
(A)
(C) (B)
Verwijder de afdekking plaateenheid
met een 2 mm inbussleutel.
(A)
Afdekking plaateenheid
(B)
Hendelschakelaar
(C)
Plaateenheid
3
(A)
(z)(y)
RD-M7000-10-SGS
RD-M6000-SGS
Draai met een 5,5 mm moersleutel aan
de wrijvingsstelschroef om de wrijving af
te stellen.
(y)
Wrijving neemt toe
(z)
Wrijving neemt af
(A)
Stelschroef voor wrijving
(A)
(y) (z)
RD-M7000-11-GS
RD-M6000-GS
RD-M5120-SGS
Draai de wrijvingsstelschroef met een
2 mm inbussleutel om de wrijving af te
stellen.
(y)
Wrijving neemt toe
(z)
Wrijving neemt af
25
AFSTELLING
Wrijving afstellen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
4
(B)(A)
(z)
Controleer het wrijvingsmoment.
Druk met uw vinger op de nokeenheid
zoals in de afbeelding, zet de
hendelschakelaar in de AAN-stand en
controleer het wrijvingsmoment.
(z)
AAN
(A)
Nokeenheid
(B)
Inbussleutel 4 mm
Wrijvingsmoment
3,5 - 5,4 Nm
NOTITIE
Als u de wrijving nogmaals afstelt, zorg dan
dat de hendelschakelaar in de UIT-stand staat
terwijl u met uw vinger de nokeenheid
indrukt alvorens u de afstelling maakt.
TECHNISCHE TIPS
RD-M7000-11-GS
RD-M6000-GS
RD-M5120-SGS
Het wrijvingsmoment kan tevens worden
gecontroleerd door een inbussleutel of
Torx-sleutel in de linker plaat te plaatsen.
Linker plaat
26
AFSTELLING
Wrijving afstellen
5
(z)
Druk met uw vinger op de nokeenheid
en zet de hendelschakelaar in de
UIT-stand.
Controleer nu of de nokeenheid de
onderkant van de plaateenheid raakt.
(z)
UIT
NOTITIE
Monteer de afdekking van de plaateenheid
niet indien de plaateenheid niet volledig
tegen de schakelaarbasis zit. Dit kan zorgen
voor onvoldoende afdichting, wat kan leiden
tot corrosie en defecten van de
kettingstabilisatormontage.
6
(A)
Monteer de afdekking van de
plaateenheid.
(A)
Afdekking plaateenheid
Aanhaalmoment
1 - 1,5 Nm
ONDERHOUD
28
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
Verwijdering
RD-M7000-10-SGS/RD-M6000-SGS
Onderdelentekening
RD-M7000-11-GS
Onderdelentekening
29
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
RD-M6000-GS
Onderdelentekening
RD-M5120-SGS
Onderdelentekening
30
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
1
(A)
(z)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet deze dan in de UIT-stand.
(z)
UIT-stand
(A)
Nokeenheid
NOTITIE
Als u de hendelschakelaar bedient terwijl de
afdekking van de plaateenheid wordt
verwijderd, drukt u met uw vinger op de
nokeenheid zodat deze niet naar buiten
glijdt.
2
(A)
Verwijder de aanslagpen van de
plaateenheid met een
kruiskopschroevendraaier.
(A)
Aanslagpen plaateenheid
NOTITIE
Houd de plaat en de achterderailleur stevig
vast tijdens de werkzaamheden, omdat er
veerspanning wordt uitgeoefend op de plaat.
3
(A)
Draai de plaat om de plaatspanveer los
te maken zoals in de afbeelding.
(A)
Plaat
31
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
4
(A)
Verwijder de schroeven voor de
afdekking van de plaateenheid.
(A)
Schroeven voor afdekking
plaateenheid
5
(A)
Verwijder de afdekking van de
plaateenheid.
(A)
Afdekking plaateenheid
6
(A)
(B)
Verwijder de nokeenheid en de
kettingstabilisator.
(A)
Nokeenheid
(B)
Kettingstabilisator
7
(A)
Verwijder de plaatas.
(A)
Plaatas
32
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hermontage
Voer de verwijderingsprocedure omgekeerd uit.
1
(A)
(y)(z)
Breng vet aan op de plaatas.
(y)
Zone voor aanbrengen vet
Vetnummer:
Premium vet (Y04110000)
(z)
Geen vet aanbrengen
(A)
Plaatas
NOTITIE
Geen vet aanbrengen op deel (z).
Als hier vet wordt aangebracht, komt dit
terecht in de rollenkoppeling, waardoor
wrijving verloren gaat.
2
(A) (B)
Plaats de plaatas en pas dan de top van
de plaatspanveer in het gat van de plaat.
(A)
Plaatspanveer
(B)
Plaat
Aanhaalmoment
8 - 10 Nm
3
(A)
(z)
Zorg dat de hendelschakelaar in de
UIT-stand staat.
Als de hendelschakelaar in de AAN-stand
staat, zet deze dan in de UIT-stand.
(z)
UIT-stand
(A)
Hendelschakelaar
33
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
4
RD-M7000/RD-M6000
(A) (B)
(y)
(z)
[X]
RD-M5120
(A) (B)
(y)
(z)
[X]
Stel de kettingstabilisator in de
nokeenheid af zoals aangegeven in de
afbeelding.
Zorg dat de neus van de nok van de
nokeenheid op dit moment is geplaatst
zoals in [X].
(y)
De kant van de nokeenheid met
uitsteeksels in de zijplaten is de
kant die tegen het lichaam van de
derailleur ligt.
(z)
Neus van nok
(A)
Nokeenheid
(B)
Kettingstabilisator
NOTITIE
Zorg ervoor dat de nokeenheid niet is
afgesteld zoals in de afbeelding.
Neus van nok
34
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
5
(z)
Lijn de openingen in de nokeenheid en
de kettingstabilisator uit met de
uitsteeksels op de plaateenheid en
bevestig zoals aangegeven in de
afbeelding.
Let tijdens het monteren op de positie
van de neus van de nok van de
nokeenheid.
(z)
Onderdelen indien correct
bevestigd
TECHNISCHE TIPS
Het helpt om de plaat te verplaatsen
tijdens het omlaag houden van de
nokeenheid en de kettingstabilisator
tijdens het bevestigen.
Plaat
Is er weerstand wanneer de schakelaar in
de AAN-stand wordt gezet, dan zijn de
onderdelen correct bevestigd.
Is er geen weerstand, controleer dan de
positie van de neus van de nok van de
nokeenheid en monteer de onderdelen
vervolgens opnieuw.
Hendelschakelaar
6
(A)
Zorg ervoor dat de pakking van de
afdekking van de plaateenheid is
gemonteerd langs de groef in de
plaateenheid.
(A)
Pakking afdekking plaateenheid
7
(A)
Monteer de schroeven voor de afdekking
van de plaateenheid.
(A)
Schroeven voor afdekking
plaateenheid
Aanhaalmoment
1 - 1,5 Nm
35
ONDERHOUD
De plaat en de plaatspanveer vervangen
8
(A)
(B)
Verdraai de plaat en monteer de
aanslagpen van de plaateenheid.
(A)
Plaat
(B)
Aanslagpen plaateenheid
Aanhaalmoment
1 Nm
NOTITIE
Houd de plaat en de achterderailleur stevig
vast tijdens de werkzaamheden, omdat er
veerspanning wordt uitgeoefend op de plaat.
36
ONDERHOUD
Vet aanbrengen op de kettingstabilisator
Vet aanbrengen op de kettingstabilisator
Als er geen merkbare wijziging is van de wrijving in de kettingstabilisatormontage, of indien er geluid ontstaat, is het mogelijk dat u de kettingstabilisator
moet smeren.
*
Voer de hermontage uit door de demontageprocedure in omgekeerde volgorde te doorlopen.
1
Zet de hendelschakelaar in de UIT-stand.
2
(A) (B)
(C)
Verwijder de afdekking van de
plaateenheid.
(A)
Afdekking plaateenheid
(B)
Hendelschakelaar
(C)
Plaateenheid
3
(A)
(B)
Verwijder de kettingstabilisator en
nokeenheid samen.
(A)
Nokeenheid
(B)
Kettingstabilisator
4
(z)
(A)
Vet aanbrengen op de koppeling.
(z)
SHADOW RD+ Vet nummer:
Y04121000 (50 g)
NEXUS Vet nummer:
Y04120800 (100g)
(A)
Rollenkoppeling
NOTITIE
Zorg ervoor dat er geen vet in de
rollenkoppeling komt. Als dit gebeurt kan de
koppeling kleven, afglijden of op een andere
manier slecht werken.
37
ONDERHOUD
Het derailleurwieltje vervangen
Het derailleurwieltje vervangen
Bovenste derailleurwieltje
(A)
Vervang het bovenste derailleurwieltje.
(A)
Bovenste derailleurwieltje
Aanhaalmoment
2,5 - 5 Nm
NOTITIE
Er kan een pijltje op het derailleurwieltje zijn
geprint. Controleer de richting voor het
monteren.
Onderste derailleurwieltje
(A)
Vervang het onderste derailleurwieltje.
(A)
Onderste derailleurwieltje
Aanhaalmoment
2,5 - 5 Nm
NOTITIE
Er kan een pijltje op het derailleurwieltje zijn
geprint. Controleer de richting voor het
monteren.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

Shimano RD-M5120 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor