5019 636 33013
Printed in Italy 06/01
D F
GR
E P IGB NL
Deze koelkast/vriesvak wordt in werking gesteld door de thermostaatgroep in het koelvak te bedienen. Ook
de temperatuurregeling in zowel het koelvak als het vriesvak wordt bewerkstelligd via dezelfde thermostaat.
Bedieningen voor de instelling van het Koelvak/vriesvak
A.
Thermostaatknop
B.
Lichtknop
C.
Lampenkapje
D.
Referentieteken thermostaatstand
E.
Lampje (max 15 W)
F.
Invriesschakelaar
Thermostaat op
z
:
koeling en verlichting zijn uitgeschakeld
Thermostaat op
1-3 koudere omgevingstemperatuur (10-17°C)
Thermostaat op
3-5 gemiddelde omgevingstemperatuur (18-31°C)
Thermostaat op
2-4 warmere omgevingstemperatuur (32-38°C)
Wij adviseren u de temperatuur in te stellen op de stand 3.
De koelkast kan functioneren bij omgevingstemperaturen tussen +10°C en +38°C.
Optimale prestaties worden verkregen bij temperaturen tussen +16°C en +38°C.
Opmerking:
de luchttemperatuur van de omgeving, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de
plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De
thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden aangepast.
Ventilator:
Met behulp van de ventilator kan de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger worden verdeeld, waardoor het
voedsel beter wordt geconserveerd. Het is raadzaam de ventilator in te schakelen als de
omgevingstemperatuur hoger is dan 22 - 23 °C. Druk op de knop (5a) om de ventilator in te schakelen.
Belangrijk:
De ventilator draait UITSLUITEND wanneer de compressor werkt.
Zet geen voedsel voor de afzuigzone (5b).
Verwijdering lampenkapje
1 - Pak het kapje vast zoals op de afbeelding en duw ertegen
2 - Duw het kapje naar de achterwand van de koelkast
6nl33013.fm5 Page 2 Friday, June 15, 2001 11:24 AM