Leonard LI1326X Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 19
Veiligheidsvoorschriften 20
Beschrijving van het product 22
Bedieningspaneel 23
Programma’s 24
Instellingen 24
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt
26
Dagelijks gebruik 27
Aanwijzingen en tips 28
Onderhoud en reiniging 30
Probleemoplossing 31
Technische informatie 35
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
Leonard 19
door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en
andere woonomgevingen.
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen
0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (Mpa)
Houd rekening met het maximale aantal 13 plaatsen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Doe messen en bestek met scherpe punten in het
bestekmandje met de punten omlaag in horizontale positie.
Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder
toezicht om te voorkomen dat er iemand over struikelt.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plek waar de temperatuur onder
de 0°C komt.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
20 Leonard
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
Alleen voor VK en Ierland. Het
apparaat heeft een stekker van 13
ampère. Als de zekering van de stekker
verwisseld moet worden, gebruik dan
zekering: 13 amp ASTA (BS 1362).
Aansluiting aan de waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of
er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten,
het water laten stromen tot het schoon
en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel met
een hoofdkabel aan de binnenkant.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Als de watertoevoerslang beschadigd
is, sluit dan onmiddellijk de waterkraan
en haal de stekker uit het stopcontact.
Neem contact op met de service-
afdeling om de watertoevoerslang te
vervangen.
Gebruik
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de verpakking
van het vaatwasmiddel op.
Speel niet met het water van het
apparaat en drink het niet op.
Verwijder de borden pas uit het
apparaat als het programma is voltooid.
Er kan vaatwasmiddel op de borden
zitten.
Het apparaat kan hete stoom laten
ontsnappen als u de deur opent terwijl
er een programma wordt uitgevoerd.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Servicedienst
Contact opnemen met de
klantenservice voor reparatie van het
apparaat. Wij raden uitsluitend het
gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de
klantenservice voor dat u de volgende
informatie heeft van het typeplaatje.
Model:
PNC:
Serienummer:
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en huisdieren
opgesloten raken in het apparaat.
Leonard 21
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4
3
7
9
8
10
56
11
1
2
1
Bovenste sproeiarm
2
Onderste sproeiarm
3
Filters
4
Typeplaatje
5
Zoutreservoir
6
Luchtopening
7
Glansmiddeldoseerbakje
8
Afwasmiddeldoseerbakje
9
Bestekkorf
10
Onderkorf
11
Bovenkorf
22 Leonard
BEDIENINGSPANEEL
1 2
45
3
1
Controlelampje Aan/uit
2
Programmawijzer
3
Indicatielampjes
4
Starttoets
5
Programmaknop
Indicatielampjes
Aanduiding Beschrijving
Wasfase. Gaat aan wanneer de wasfase loopt.
Droogfase. Gaat aan wanneer de droogfase loopt.
Einde-indicatielampje.
Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werk‐
ing is.
Leonard 23
PROGRAMMA’S
Programma Mate van ver‐
vuiling
Type lading
Programmafa‐
sen
Verbruikswaarden
1)
Pro‐
gramma‐
duur
(min.)
Energie
(kWh)
Water
(l)
2)
Normaal be‐
vuild
Serviesgoed
en bestek
Voorspoelen
Wassen
50°C
Spoelingen
Drogen
195 1.039 11
Normaal be‐
vuild
Serviesgoed
en bestek
Voorspoelen
Wassen
65°C
Spoelingen
Drogen
120 -
130
1.3 - 1.6 15 - 17
3)
Pas bevuild
Serviesgoed
en bestek
Wassen
60°C of 65°C
Spoelingen
30 0.8 9
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de
verbruikswaarden veranderen.
2)
Dit programma biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en be‐
stek. (Dit is het standaard programma voor testinstituten).
3)
Met dit programma kunt u een pas vervuilde lading afwassen. Het biedt goede afwasresultaten in een kort
tijdsbestek.
Aanwijzingen voor testinstituten
Stuur voor alle benodigde informatie over
testprestaties een e-mail naar:
Schrijf het productnummer (PNC) op dat u
op het typeplaatje vindt.
INSTELLINGEN
Programmakeuzemodus en
gebruikersmodus
Als het apparaat in de
programmakeuzemodus staat, kan een
programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
In de gebruikersmodus kunnen de
volgende instellingen worden
gewijzigd:
Het niveau van de waterverzachter
afgestemd op de waterhardheid.
Deze instellingen worden opgeslagen
tot u ze weer wijzigt.
De programmakeuzemodus
instellen
Het apparaat staat in de
programmakeuzemodus als het
indicatielampje aan/uit gaat branden en
het startlampje gaat knipperen.
24 Leonard
Als u het apparaat activeert, staat het
meestal in de programmakeuzemodus.
Maar als dit niet gebeurt, kunt u de
programmakeuzemodus op de volgende
manier instellen:
Houd Start ingedrukt tot het startlampje
gaat knipperen.
De waterontharder
De waterontharder verwijdert mineralen
van de watertoevoer die een nadelige
invloed hebben op de wasresultaten en
het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze
mineralen, des te harder is het water. De
waterhardheid wordt gemeten in de
volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld
op de hardheid van het water in uw
woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats. Het is belangrijk om het
correcte niveau voor de waterontharder in
te stellen voor goede wasresultaten.
Waterhardheid
Duitse graden
(°dH)
Franse gra‐
den (°fH)
mmol/l Clarke-
graden
Wateronthard‐
ingsniveau
47 - 50 84 - 90 8.4 - 9.0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7.6 - 8.3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 2
<4 <7 <0.7 < 5
1
2)
1)
Fabrieksinstelling.
2)
Gebruik geen zout op dit niveau.
Indien u gebruik maakt van standaard
vaatwasmiddel of multitabletten (met of
zonder zout), stel dan het
waterhardheidniveau juist in om de
aanduiding voor het bijvullen van zout
actief te laten.
Multitabletten die zout bevatten
zijn niet effectief genoeg als
waterontharder.
Het waterontharderniveau
instellen
Het apparaat moet in de
programmakeuzemodus staan.
1. Zorg ervoor dat de programma-
aanwijzer op de knop op één lijn staat
met het lampje aan/uit.
2. Draai om in de gebruikersmodus te
komen de schakelaar linksom totdat
het symbool van het eerste
programma is uitgelijnd met het aan-/
Leonard 25
uit-indicatielampje. Houd Start
ingedrukt tot de indicatielampjes aan
gaan en aan/uit en gaan
knipperen.
Het knipperen van duidt op het
huidig ingestelde niveau, bijv. 5
knipperingen + pauze + 5
knipperingen = niveau 5.
3. Druk herhaaldelijk op de Start-toets
om de instelling te wijzigen. Telkens
als u op de tknop Start drukt, gaat het
niveaunummer omhoog. Na niveau 10
begint u weer bij niveau 1.
4. Draai de knop naar de stand aan/uit
om de instelling te bevestigen.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
1. Controleer of het ingestelde niveau
van de waterontharder juist is voor
de waterhardheid in uw omgeving.
U kunt het niveau van de
waterontharder instellen.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start een programma om resten te
verwijderen die misschien nog in het
apparaat zijn achtergebleven. Gebruik
geen afwasmiddel en belaad de
manden niet.
Als u een programma start, doet het
apparaat er ongeveer 5 minuten over om
de hars in de waterontharder te herladen.
Het lijkt alsof het apparaat niet werkt. De
wasfase start pas nadat deze procedure
voltooid is. De procedure wordt periodiek
herhaald.
Het zoutreservoir
LET OP! Gebruik uitsluitend
zout dat specifiek is bedoeld
voor gebruik in vaatwassers.
Het zout wordt gebruikt om de hars in de
waterontharder te herladen en voor goede
wasresultaten voor dagelijks gebruik.
Het zoutreservoir vullen
1. Draai de dop linksom om het
zoutreservoir te openen.
2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir
(alleen de eerste keer).
3. Vul het zoutreservoir met
regenereerzout.
4. Verwijder het zout rond de opening
van het zoutreservoir.
5. Draai de dop van het zoutreservoir
rechtsom om het zoutreservoir te
sluiten.
LET OP! Water en zout kunnen
uit het zoutreservoir stromen
als u het bijvult. Start na het
bijvullen van het zoutreservoir
onmiddellijk een programma
om corrosie te voorkomen.
26 Leonard
Het vullen van het
glansmiddeldoseerbakje
M
A
X
1
2
3
4
+
-
A
B
D
C
E
LET OP! Gebruik alleen
glansmiddel voor
afwasautomaten.
1. Druk op de ontgrendelknop (D) om de
deksel te openen (C).
2. Giet het glansmiddel in het
doseervakje (A) tot de vloeistof het
niveau 'max' heeft bereikt.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met
een absorberend doekje om te
voorkomen dat er te veel schuim
ontstaat.
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
Vul het
glansmiddeldoseerbakje bij
wanneer de indicatie (E) helder
wordt.
U kunt het schuifje voor de vrij
te geven hoeveelheid (B)
instellen tussen stand 1
(laagste hoeveelheid) en stand
4 of 6 (hoogste hoeveelheid).
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Draai de programmaschakelaar totdat
het symbool van het programma dat u
wilt instellen is uitgelijnd met het
lampje aan/uit. U dient het juiste
programma in te stellen voor het type
lading en de mate van vervuiling.
Vul het zoutreservoir als het
zoutindicatielampje brandt.
3. Ruim de korven in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. Het programma starten.
Vaatwasmiddel gebruiken
20
30
BA D
C
1. Druk op de ontgrendelknop (B) om de
deksel te openen (C).
2. Doe de vaatwastablet of het poeder in
het doseerbakje (A).
3. Als het programma over een
voorspoelfase beschikt, plaats dan een
kleine dosis afwasmiddel in
doseerbakje (D).
4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het
ontgrendelknopje op zijn plaats
dichtklikt.
Gebruik van multitabletten
Als u tabletten gebruikt die zout en
glansmiddel bevatten, is het niet nodig om
de doseerbakjes voor zout en glansmiddel
te vullen.
1. Stel de waterontharder op het laagste
niveau in.
2. Stel de dosering van het glansmiddel
in op de laagste stand.
Leonard 27
Een programma instellen en
starten
Een programma starten
1. Draai de waterkraan open.
2. Sluit de deur van het apparaat.
3. Draai de programmaschakelaar totdat
het symbool van het programma dat u
wilt instellen is uitgelijnd met het
lampje aan/uit.
Het controlelampje aan/uit gaat
branden.
Het indicatielampje start begint te
knipperen.
4. Druk op Start.
Het programma start en het
indicatielampje van de wasfase is
aan.
Het indicatielampje aan/uit en het
indicatielampje start gaan aan.
De deur openen als het apparaat
in werking is
Als u de deur opent terwijl een programma
loopt, stopt het apparaat. Dit kan het
energieverbruik en de programmaduur
beïnvloeden. Als u de deur weer sluit,
gaat het apparaat verder vanaf het punt
van onderbreking.
Het programma annuleren
Houd Start ingedrukt tot het startlampje
gaat knipperen.
Controleer of er afwasmiddel in het
afwasmiddeldoseerbakje aanwezig is
voordat u een nieuw programma start.
Einde van het programma
Als het programma is voltooid, gaat lampje
branden. Als u het apparaat niet
binnen 5 minuten uitschakelt, gaan alle
indicatielampjes uit. Dit helpt het
energieverbruik te verminderen.
1. Draai om het apparaat uit te schakelen
de programmaschakelaar totdat de
programmamarkering overeenkomt
met de aan-/uit-stand.
2. Draai de waterkraan dicht.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Algemeen
De volgende tips zorgen voor optimale
schoonmaak- en droogresultaten en
helpen ook het milieu te beschermen.
Verwijder grotere etensresten van de
borden en gooi ze in de vuilnisbak.
Spoel de vaat niet eerst af. Gebruik
indien nodig een voorwasprogramma
(indien beschikbaar) of selecteer een
programma met een voorwasfase.
Gebruik altijd de hele ruimte van de
mandjes.
Zorg er bij het inladen van het apparaat
voor dat de vaat helemaal kan worden
bereikt en gewassen door het water uit
de sproeiarmen. Zorg ervoor dat de
vaat elkaar niet raakt of overlapt.
U kunt apart vaatwasmiddel,
glansmiddel en zout gebruiken of
kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''3in1'', ''4in1'', ''All in
1''). Volg de aanwijzing op de
verpakking.
U dient het juiste programma in te
stellen voor het type lading en de mate
van vervuiling. Het programma ECO
biedt het meest efficiënte water- en
energieverbruik voor normaal vervuild
serviesgoed en bestek.
Gebruik van zout, glansmiddel
en vaatwasmiddel
Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor afwasautomaten.
Overige producten kunnen het
apparaat beschadigen.
Maar in gebieden met hard en erg hard
water raden we het gebruik aan van
enkelvoudig vaatwasmiddel (poeder,
gel, tabletten zonder extra middelen),
met afzonderlijk glansmiddel en zout
28 Leonard
voor optimale reinigings- en
droogresultaten.
Draai het apparaat minstens eenmaal
per maand met een apparaatreiniger
die hier speciaal voor bestemd is.
Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte
programma's niet geheel op. Om te
voorkomen dat vaatwasmiddelresten
op het servies achterblijven, raden we
u aan om tabletten enkel bij lange
programma's te gebruiken.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de
instructies van de
vaatwasmiddelfabrikant.
Wat moet u doen als u wilt
stoppen met het gebruik van
multitabletten
Doe het volgende voordat u begint met
het gebruiken van apart wasmiddel, zout
en glansmiddel.
1. Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen afwasmiddel toe
en ruim de mandjes niet in.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt u
de waterontharder in de waterhardheid
van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
De korven inruimen
Gebruik het apparaat alleen om
voorwerpen af te wassen die
vaatwasbestendig zijn.
Doe geen voorwerpen in het apparaat
die gemaakt zijn van hout, hoorn,
aluminium, tin en koper.
Plaats geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen absorberen
(sponzen, keukenhanddoeken).
Verwijder grotere etensresten van de
borden en gooi ze in de vuilnisbak.
Maak aangebrande voedselresten op
de voorwerpen zachter.
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken.
Doe bestek en kleine items in het
bestekmandje.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet
verschuiven.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
programma start.
Voor het starten van een
programma
Controleer of:
De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
De positie van de items in de mandjes
correct is.
Het programma van toepassing is op
het type lading en de mate van
bevuiling.
De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
De rekken uitruimen
1. Laat de borden afkoelen voordat u
deze uit het apparaat neemt. Hete
borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
Aan het einde van het
programma kan er water aan
de zijkanten en de deur van het
apparaat achterblijven.
Leonard 29
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Schakel
het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact
voordat u
onderhoudshandelingen
verricht.
Vuile filters en verstopte
sproeiarmen verminderen de
wasresultaten. Controleer
regelmatig de filters en reinig
deze zo nodig.
De filters reinigen
Het filtersystem bestaat uit 3 delen.
C
B
A
1. Draai de filter (B) linksom en verwijder
het.
2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B).
3. Verwijder de platte filter (A).
4. Was de filters.
5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of
vuil in of rond de rand van de
opvangbak zitten.
6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg
ervoor dat het goed onder de 2
geleidingen zit.
30 Leonard
7. Plaats de filters (B) en (C) terug.
8. Plaats de filter (B) terug in de platte
filter (A). Rechtsom draaien tot het
vastzit.
LET OP! Een onjuiste plaatsing
van de filters kan leiden tot
slechte wasresultaten en het
apparaat beschadigen.
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te
verwijderen. Als etensresten de
openingen in de sproeiarmen hebben
verstopt, verwijder deze dan met een smal
en puntig voorwerp.
Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
De binnenkant van de machine
reinigen
Reinig het apparaat zorgvuldig,
inclusief de rubberen afdichting van de
deur, met een zachte, vochtige doek.
Als u regelmatig korte programma's
gebruikt dan kunnen er vetresten en
kalkaanslag achterblijven in het
apparaat. Om dit te voorkomen raden
we aan minstens 2 keer per maand
progamma's met een lange duur te
gebruiken.
Om de prestaties van uw apparaat op
en top te houden raden we u aan
iedere maand een specifiek
schoonmaakproduct voor
vaatwasmachines te gebruiken. Volg
de instructies op de verpakking van de
producten zorgvuldig op.
PROBLEEMOPLOSSING
Als het apparaat niet start of stopt tijdens
de bediening, kijk dan voordat u contact
opneemt met de klantenservice of u het
probleem zelf kunt oplossen met behulp
van de informatie in de tabel.
WAARSCHUWING! Niet juist
uitgevoerde reparaties kunnen
de veiligheid van de gebruiker
ernstig in gevaar brengen. Alle
reparaties moeten worden
uitgevoerd door bevoegd
personeel.
Bij sommige problemen knippert het
eindlampje om een storing aan te geven.
Leonard 31
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost
zonder contact op te nemen met een
erkend servicecentrum.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet activeren. Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast
is doorgebrand.
Het programma start niet. Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Druk op Start.
Het apparaat is begonnen met de oplaadproce‐
dure van de hars in de waterontharder. De duur
van de procedure is ongeveer 5 minuten.
Het apparaat wordt niet gevuld met
water.
Het eindlampje knippert 1 keer on‐
derbroken.
Het indicatielampje Start knippert
constant.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem
hiervoor zo nodig contact op met uw lokale wa‐
terleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of het filter in de toevoerslang niet
verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de
watertoevoerslang aanwezig zijn.
Het apparaat pompt geen water weg.
Het eindlampje knippert 2 keer on‐
derbroken.
Het indicatielampje Start knippert
constant.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt
is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de
waterafvoerslang aanwezig zijn.
De anti-overstromingsbeveiliging is
aan.
Het eindlampje knippert 3 keer on‐
derbroken.
Het indicatielampje Start knippert
constant.
Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met de service-afdeling.
Het apparaat stopt en start meerdere
keren tijdens de werking.
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reini‐
gingsresultaten en energiebesparing.
Kleine lekkage uit de deur van het ap‐
paraat.
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de
verstelbare pootjes (indien van toepassing).
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op
de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toe‐
passing).
De deur van het apparaat sluit moeilijk. Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de
verstelbare pootjes (indien van toepassing).
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
32 Leonard
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
Ratelende / kloppende geluiden vanuit
het apparaat.
Het serviesgoed is niet juist in de korven ge‐
rangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden
van de korven.
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien.
Het apparaat maakt kortsluiting. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tege‐
lijk werkende apparaten van stroom te voorzien.
Controleer de stroomsterkte van het stopcontact
en het vermogen op de meter, of zet één van de
in gebruik zijnde apparaten uit.
Interne elektrische storing van het apparaat.
Neem contact op met een servicecentrum.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks
gebruik", of "Aanwijzingen
en tips" voor andere mogelijke
oorzaken.
Druk als u het apparaat gecontroleerd
heeft op Start. Als het probleem opnieuw
optreedt, neemt u contact op met onze
klantenservice.
Voor alarmcodes die niet in de tabel
vermeld zijn, neemt u contact op met de
service-afdeling.
De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en
tips" en de folder voor het laden van de korf.
Gebruik intensievere wasprogramma´s.
Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter
schoon. Zie "Onderhoud en reiniging".
Slechte droogresultaten. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐
staan.
Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is
niet voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in
op een hogere stand.
Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek wor‐
den afgedroogd.
We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in
combinatie met wastabletten.
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en servies‐
goed.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet
de dosering van het glansmiddel op een lagere stand.
Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Leonard 33
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Vlekken en opgedroogde wa‐
tervlekken op glazen en ser‐
vies.
De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet
de dosering van het glansmiddel op een hogere stand.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
Het serviesgoed is nat. Het programma heeft geen droogfase of heeft een
droogfase met lage temperatuur.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn.
Probeer een ander merk of activeer het glansmiddeldo‐
seerbakje en gebruik het glansmiddel samen met de
multitabletten.
Houd de deur van de vaatwasser een tijdje op een kier
voordat u de vaat eruit haalt.
De binnenkant van het appa‐
raat is nat.
Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt
door de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden
condenseert.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten.
Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op
met een servicecentrum.
Roestresten op bestek. Er wordt voor het wassen teveel zout in het water ge‐
bruikt. Zie 'De waterontharder instellen'.
Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet
zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elk‐
aar.
Er bevinden zich aan het ein‐
de van het programma resten
van vaatwasmiddel in het
vaatwasmiddeldoseerbakje.
De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldo‐
seerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door
het water.
Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwas‐
middeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de boven‐
ste sproeiarm niet geblokkeerd of verstopt is.
Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het
klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen be‐
lemmeren.
Geuren in het apparaat. Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
34 Leonard
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Kalkresten op het servies‐
goed, op de kuip en aan de
binnenkant van de deur.
Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding.
De dop van het zoutreservoir zit los.
U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder in‐
stellen'.
Gebruik zelfs met multitabletten zout en stel de water‐
ontharder in. Zie 'De waterontharder instellen'.
Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het appa‐
raat met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn
bestemd.
Probeer een ander wasmiddel.
Neem contact op met de wasmiddelfabrikant.
Dof, ontkleurd of afgeschilverd
serviesgoed.
Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen
in het apparaat worden gewassen.
Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder
voor het laden van de korven.
Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik"
of "Aanwijzingen en tips"
voor mogelijke andere
oorzaken.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte
(mm)
596 / 818 - 898 / 575
Elektrische aansluiting
1)
Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8)
Watertoevoer Koud water of warm wa‐
ter
2)
max. 60 °C
Vermogen Couverts 13
Energieverbruik Modus aan laten (W) 5.0
Energieverbruik Uit-modus (W) 0.50
1)
Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2)
Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonnepa‐
nelen en windenergie), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
Leonard 35
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
36 Leonard

Documenttranscriptie

Leonard 19 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Beschrijving van het product Bedieningspaneel Programma’s Instellingen Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt 19 20 22 23 24 24 26 Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Technische informatie 27 28 30 31 35 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Algemene veiligheid • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; 20 Leonard door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en andere woonomgevingen. De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (Mpa) Houd rekening met het maximale aantal 13 plaatsen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Doe messen en bestek met scherpe punten in het bestekmandje met de punten omlaag in horizontale positie. Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder toezicht om te voorkomen dat er iemand over struikelt. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. – • • • • • • • • • • VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0°C komt. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. Leonard 21 • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen. • Alleen voor VK en Ierland. Het apparaat heeft een stekker van 13 ampère. Als de zekering van de stekker verwisseld moet worden, gebruik dan zekering: 13 amp ASTA (BS 1362). Aansluiting aan de waterleiding • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. • Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. • De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. • Als de watertoevoerslang beschadigd is, sluit dan onmiddellijk de waterkraan en haal de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de serviceafdeling om de watertoevoerslang te vervangen. Gebruik • Ga niet op de open deur zitten of staan. • Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het vaatwasmiddel op. • Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. • Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan vaatwasmiddel op de borden zitten. • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Servicedienst • Contact opnemen met de klantenservice voor reparatie van het apparaat. Wij raden uitsluitend het gebruik van originele onderdelen aan. • Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende informatie heeft van het typeplaatje. Model: PNC: Serienummer: Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. WAARSCHUWING! Gevaarlijke spanning. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. 22 Leonard BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 1 2 11 10 1 2 3 4 5 6 9 Bovenste sproeiarm Onderste sproeiarm Filters Typeplaatje Zoutreservoir Luchtopening 8 7 6 5 4 7 8 9 10 11 Glansmiddeldoseerbakje Afwasmiddeldoseerbakje Bestekkorf Onderkorf Bovenkorf 3 Leonard 23 BEDIENINGSPANEEL 1 5 1 Controlelampje Aan/uit 2 Programmawijzer 3 Indicatielampjes 2 3 4 4 Starttoets 5 Programmaknop Indicatielampjes Aanduiding Beschrijving Wasfase. Gaat aan wanneer de wasfase loopt. Droogfase. Gaat aan wanneer de droogfase loopt. Einde-indicatielampje. Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werk‐ ing is. 24 Leonard PROGRAMMA’S Programma 2) 3) Mate van ver‐ vuiling Type lading Programmafa‐ sen Normaal be‐ vuild Serviesgoed en bestek • • Normaal be‐ vuild Serviesgoed en bestek • • Pas bevuild Serviesgoed en bestek • • • • • • Verbruikswaarden 1) Pro‐ gramma‐ duur (min.) Energie (kWh) Water (l) Voorspoelen Wassen 50°C Spoelingen Drogen 195 1.039 11 Voorspoelen Wassen 65°C Spoelingen Drogen 120 130 1.3 - 1.6 15 - 17 Wassen 60°C of 65°C Spoelingen 30 0.8 9 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de verbruikswaarden veranderen. 2) Dit programma biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en be‐ stek. (Dit is het standaard programma voor testinstituten). 3) Met dit programma kunt u een pas vervuilde lading afwassen. Het biedt goede afwasresultaten in een kort tijdsbestek. Aanwijzingen voor testinstituten Stuur voor alle benodigde informatie over testprestaties een e-mail naar: Schrijf het productnummer (PNC) op dat u op het typeplaatje vindt. [email protected] INSTELLINGEN Programmakeuzemodus en gebruikersmodus Deze instellingen worden opgeslagen tot u ze weer wijzigt. Als het apparaat in de programmakeuzemodus staat, kan een programma worden ingesteld en de gebruikersmodus worden ingevoerd. De programmakeuzemodus instellen In de gebruikersmodus kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd: • Het niveau van de waterverzachter afgestemd op de waterhardheid. Het apparaat staat in de programmakeuzemodus als het indicatielampje aan/uit gaat branden en het startlampje gaat knipperen. Leonard 25 Als u het apparaat activeert, staat het meestal in de programmakeuzemodus. Maar als dit niet gebeurt, kunt u de programmakeuzemodus op de volgende manier instellen: Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te harder is het water. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen. De waterontharder moet worden afgesteld op de hardheid van het water in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. Het is belangrijk om het correcte niveau voor de waterontharder in te stellen voor goede wasresultaten. Houd Start ingedrukt tot het startlampje gaat knipperen. De waterontharder De waterontharder verwijdert mineralen van de watertoevoer die een nadelige invloed hebben op de wasresultaten en het apparaat. Waterhardheid Duitse graden (°dH) Franse gra‐ den (°fH) mmol/l Clarkegraden Wateronthard‐ ingsniveau 47 - 50 84 - 90 8.4 - 9.0 58 - 63 10 43 - 46 76 - 83 7.6 - 8.3 53 - 57 9 37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 8 29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 7 23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 6 19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27 5 1) 15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 4 11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 3 4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 2 <4 <7 <0.7 <5 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. Indien u gebruik maakt van standaard vaatwasmiddel of multitabletten (met of zonder zout), stel dan het waterhardheidniveau juist in om de aanduiding voor het bijvullen van zout actief te laten. Multitabletten die zout bevatten zijn niet effectief genoeg als waterontharder. Het waterontharderniveau instellen Het apparaat moet in de programmakeuzemodus staan. 1. Zorg ervoor dat de programmaaanwijzer op de knop op één lijn staat met het lampje aan/uit. 2. Draai om in de gebruikersmodus te komen de schakelaar linksom totdat het symbool van het eerste programma is uitgelijnd met het aan-/ 26 Leonard uit-indicatielampje. Houd Start ingedrukt tot de indicatielampjes aan gaan en aan/uit en gaan knipperen. • Het knipperen van duidt op het huidig ingestelde niveau, bijv. 5 knipperingen + pauze + 5 knipperingen = niveau 5. 3. Druk herhaaldelijk op de Start-toets om de instelling te wijzigen. Telkens als u op de tknop Start drukt, gaat het niveaunummer omhoog. Na niveau 10 begint u weer bij niveau 1. 4. Draai de knop naar de stand aan/uit om de instelling te bevestigen. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. U kunt het niveau van de waterontharder instellen. 2. Vul het zoutreservoir. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Start een programma om resten te verwijderen die misschien nog in het apparaat zijn achtergebleven. Gebruik geen afwasmiddel en belaad de manden niet. Als u een programma start, doet het apparaat er ongeveer 5 minuten over om de hars in de waterontharder te herladen. Het lijkt alsof het apparaat niet werkt. De wasfase start pas nadat deze procedure voltooid is. De procedure wordt periodiek herhaald. Het zoutreservoir LET OP! Gebruik uitsluitend zout dat specifiek is bedoeld voor gebruik in vaatwassers. Het zout wordt gebruikt om de hars in de waterontharder te herladen en voor goede wasresultaten voor dagelijks gebruik. Het zoutreservoir vullen 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Doe 1 liter water in het zoutreservoir (alleen de eerste keer). 3. Vul het zoutreservoir met regenereerzout. 4. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 5. Draai de dop van het zoutreservoir rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. LET OP! Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Start na het bijvullen van het zoutreservoir onmiddellijk een programma om corrosie te voorkomen. Leonard 27 Het vullen van het glansmiddeldoseerbakje 2. Giet het glansmiddel in het doseervakje (A) tot de vloeistof het niveau 'max' heeft bereikt. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat. 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het ontgrendelknopje op zijn plaats dichtklikt. B E A M AX 4 1 3 2 + - C D LET OP! Gebruik alleen glansmiddel voor afwasautomaten. 1. Druk op de ontgrendelknop (D) om de deksel te openen (C). Vul het glansmiddeldoseerbakje bij wanneer de indicatie (E) helder wordt. U kunt het schuifje voor de vrij te geven hoeveelheid (B) instellen tussen stand 1 (laagste hoeveelheid) en stand 4 of 6 (hoogste hoeveelheid). DAGELIJKS GEBRUIK 1. Draai de waterkraan open. 2. Draai de programmaschakelaar totdat het symbool van het programma dat u wilt instellen is uitgelijnd met het lampje aan/uit. U dient het juiste programma in te stellen voor het type lading en de mate van vervuiling. • Vul het zoutreservoir als het zoutindicatielampje brandt. 3. Ruim de korven in. 4. Voeg vaatwasmiddel toe. 5. Het programma starten. Vaatwasmiddel gebruiken A 30 B D 1. Druk op de ontgrendelknop (B) om de deksel te openen (C). 2. Doe de vaatwastablet of het poeder in het doseerbakje (A). 3. Als het programma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een kleine dosis afwasmiddel in doseerbakje (D). 4. Sluit het deksel. Zorg ervoor dat het ontgrendelknopje op zijn plaats dichtklikt. Gebruik van multitabletten Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten, is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glansmiddel te vullen. 1. Stel de waterontharder op het laagste niveau in. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand. 20 C 28 Leonard Een programma instellen en starten Een programma starten 1. Draai de waterkraan open. 2. Sluit de deur van het apparaat. 3. Draai de programmaschakelaar totdat het symbool van het programma dat u wilt instellen is uitgelijnd met het lampje aan/uit. • Het controlelampje aan/uit gaat branden. • Het indicatielampje start begint te knipperen. 4. Druk op Start. • Het programma start en het indicatielampje van de wasfase is aan. • Het indicatielampje aan/uit en het indicatielampje start gaan aan. De deur openen als het apparaat in werking is Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Dit kan het energieverbruik en de programmaduur beïnvloeden. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het punt van onderbreking. Het programma annuleren Houd Start ingedrukt tot het startlampje gaat knipperen. Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddeldoseerbakje aanwezig is voordat u een nieuw programma start. Einde van het programma Als het programma is voltooid, gaat lampje branden. Als u het apparaat niet binnen 5 minuten uitschakelt, gaan alle indicatielampjes uit. Dit helpt het energieverbruik te verminderen. 1. Draai om het apparaat uit te schakelen de programmaschakelaar totdat de programmamarkering overeenkomt met de aan-/uit-stand. 2. Draai de waterkraan dicht. AANWIJZINGEN EN TIPS Algemeen De volgende tips zorgen voor optimale schoonmaak- en droogresultaten en helpen ook het milieu te beschermen. • Verwijder grotere etensresten van de borden en gooi ze in de vuilnisbak. • Spoel de vaat niet eerst af. Gebruik indien nodig een voorwasprogramma (indien beschikbaar) of selecteer een programma met een voorwasfase. • Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes. • Zorg er bij het inladen van het apparaat voor dat de vaat helemaal kan worden bereikt en gewassen door het water uit de sproeiarmen. Zorg ervoor dat de vaat elkaar niet raakt of overlapt. • U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van multitabletten (bijv. ''3in1'', ''4in1'', ''All in 1''). Volg de aanwijzing op de verpakking. • U dient het juiste programma in te stellen voor het type lading en de mate van vervuiling. Het programma ECO biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en bestek. Gebruik van zout, glansmiddel en vaatwasmiddel • Gebruik enkel zout, glansmiddel en vaatwasmiddel voor afwasautomaten. Overige producten kunnen het apparaat beschadigen. • Maar in gebieden met hard en erg hard water raden we het gebruik aan van enkelvoudig vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder extra middelen), met afzonderlijk glansmiddel en zout Leonard 29 voor optimale reinigings- en droogresultaten. • Draai het apparaat minstens eenmaal per maand met een apparaatreiniger die hier speciaal voor bestemd is. • Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte programma's niet geheel op. Om te voorkomen dat vaatwasmiddelresten op het servies achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel bij lange programma's te gebruiken. • Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. • Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter. • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. • Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. • Doe bestek en kleine items in het bestekmandje. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. Wat moet u doen als u wilt stoppen met het gebruik van multitabletten Voor het starten van een programma Doe het volgende voordat u begint met het gebruiken van apart wasmiddel, zout en glansmiddel. • De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst. • De dop van het zoutreservoir goed dicht zit. • De sproeiarmen niet zijn verstopt. • Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd (tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt). • De positie van de items in de mandjes correct is. • Het programma van toepassing is op het type lading en de mate van bevuiling. • De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt. 1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder in. 2. Zorg ervoor dat het zout- en het glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 3. Start het kortste programma met een spoelfase. Voeg geen afwasmiddel toe en ruim de mandjes niet in. 4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in. De korven inruimen • Gebruik het apparaat alleen om voorwerpen af te wassen die vaatwasbestendig zijn. • Doe geen voorwerpen in het apparaat die gemaakt zijn van hout, hoorn, aluminium, tin en koper. • Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Verwijder grotere etensresten van de borden en gooi ze in de vuilnisbak. Controleer of: De rekken uitruimen 1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. 2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. Aan het einde van het programma kan er water aan de zijkanten en de deur van het apparaat achterblijven. 30 Leonard ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Vuile filters en verstopte sproeiarmen verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig. 2. Verwijder de filter (C) uit de filter (B). 3. Verwijder de platte filter (A). De filters reinigen Het filtersystem bestaat uit 3 delen. C 4. Was de filters. B A 1. Draai de filter (B) linksom en verwijder het. 5. Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten. 6. Plaats de platte filter terug (A). Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit. Leonard 31 openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voorwerp. Buitenkant reinigen • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. • Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. • Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. 7. Plaats de filters (B) en (C) terug. 8. Plaats de filter (B) terug in de platte filter (A). Rechtsom draaien tot het vastzit. LET OP! Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. De binnenkant van de machine reinigen • Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de rubberen afdichting van de deur, met een zachte, vochtige doek. • Als u regelmatig korte programma's gebruikt dan kunnen er vetresten en kalkaanslag achterblijven in het apparaat. Om dit te voorkomen raden we aan minstens 2 keer per maand progamma's met een lange duur te gebruiken. • Om de prestaties van uw apparaat op en top te houden raden we u aan iedere maand een specifiek schoonmaakproduct voor vaatwasmachines te gebruiken. Volg de instructies op de verpakking van de producten zorgvuldig op. De sproeiarmen reinigen Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als etensresten de PROBLEEMOPLOSSING Als het apparaat niet start of stopt tijdens de bediening, kijk dan voordat u contact opneemt met de klantenservice of u het probleem zelf kunt oplossen met behulp van de informatie in de tabel. WAARSCHUWING! Niet juist uitgevoerde reparaties kunnen de veiligheid van de gebruiker ernstig in gevaar brengen. Alle reparaties moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel. Bij sommige problemen knippert het eindlampje om een storing aan te geven. 32 Leonard Het merendeel van de problemen die ontstaan kunnen worden opgelost zonder contact op te nemen met een erkend servicecentrum. Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing U kunt het apparaat niet activeren. • • Zorg dat de stekker in het stopcontact zit. Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand. Het programma start niet. • • • Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten. Druk op Start. Het apparaat is begonnen met de oplaadproce‐ dure van de hars in de waterontharder. De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten. Het apparaat wordt niet gevuld met water. • Het eindlampje knippert 1 keer on‐ derbroken. • Het indicatielampje Start knippert constant. • • Controleer of de waterkraan is geopend. Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig contact op met uw lokale wa‐ terleidingbedrijf. Controleer of de waterkraan niet verstopt is. Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn. • • • Het apparaat pompt geen water weg. • Het eindlampje knippert 2 keer on‐ derbroken. • Het indicatielampje Start knippert constant. • De anti-overstromingsbeveiliging is aan. • Het eindlampje knippert 3 keer on‐ derbroken. • Het indicatielampje Start knippert constant. • Draai de waterkraan dicht en neem contact op met de service-afdeling. Het apparaat stopt en start meerdere keren tijdens de werking. • Dat is normaal. Het voorziet in optimale reini‐ gingsresultaten en energiebesparing. Kleine lekkage uit de deur van het ap‐ paraat. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toe‐ passing). De deur van het apparaat sluit moeilijk. • • • • Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoerslang aanwezig zijn. Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). Delen van het serviesgoed steken uit de korven. Leonard 33 Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing Ratelende / kloppende geluiden vanuit het apparaat. • • Het apparaat maakt kortsluiting. • • Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik", of "Aanwijzingen en tips" voor andere mogelijke oorzaken. Het serviesgoed is niet juist in de korven ge‐ rangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tege‐ lijk werkende apparaten van stroom te voorzien. Controleer de stroomsterkte van het stopcontact en het vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik zijnde apparaten uit. Interne elektrische storing van het apparaat. Neem contact op met een servicecentrum. optreedt, neemt u contact op met onze klantenservice. Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn, neemt u contact op met de service-afdeling. Druk als u het apparaat gecontroleerd heeft op Start. Als het probleem opnieuw De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Slechte wasresultaten. • • • Slechte droogresultaten. • • • • Witte strepen of een blauwe waas op glazen en servies‐ goed. • • Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips" en de folder voor het laden van de korf. Gebruik intensievere wasprogramma´s. Maak de inspuiters van de sproeiarm en het filter schoon. Zie "Onderhoud en reiniging". Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat ge‐ staan. Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is niet voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in op een hogere stand. Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek wor‐ den afgedroogd. We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in combinatie met wastabletten. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet de dosering van het glansmiddel op een lagere stand. Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. 34 Leonard Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Vlekken en opgedroogde wa‐ tervlekken op glazen en ser‐ vies. • Het serviesgoed is nat. • • • • • • De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet de dosering van het glansmiddel op een hogere stand. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. Het programma heeft geen droogfase of heeft een droogfase met lage temperatuur. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Probeer een ander merk of activeer het glansmiddeldo‐ seerbakje en gebruik het glansmiddel samen met de multitabletten. Houd de deur van de vaatwasser een tijdje op een kier voordat u de vaat eruit haalt. De binnenkant van het appa‐ raat is nat. • Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt door de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden condenseert. Opvallend veel schuim tijdens het wassen. • • Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten. Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met een servicecentrum. Roestresten op bestek. • Er wordt voor het wassen teveel zout in het water ge‐ bruikt. Zie 'De waterontharder instellen'. Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elk‐ aar. • Er bevinden zich aan het ein‐ de van het programma resten van vaatwasmiddel in het vaatwasmiddeldoseerbakje. • • • Geuren in het apparaat. • De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldo‐ seerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het water. Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwas‐ middeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de boven‐ ste sproeiarm niet geblokkeerd of verstopt is. Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen be‐ lemmeren. Raadpleeg "Reiniging binnenkant". Leonard 35 Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Kalkresten op het servies‐ goed, op de kuip en aan de binnenkant van de deur. • • • • • • • Dof, ontkleurd of afgeschilverd serviesgoed. • • • Het zoutniveau is laag, controleer de bijvulaanduiding. De dop van het zoutreservoir zit los. U heeft hard kraanwater. Zie 'De waterontharder in‐ stellen'. Gebruik zelfs met multitabletten zout en stel de water‐ ontharder in. Zie 'De waterontharder instellen'. Indien de kalkaanslag blijft bestaan, reinigt u het appa‐ raat met reinigingsmiddelen die hier speciaal voor zijn bestemd. Probeer een ander wasmiddel. Neem contact op met de wasmiddelfabrikant. Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in het apparaat worden gewassen. Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Leg tere voorwerpen in de bovenkorf. Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik" of "Aanwijzingen en tips" voor mogelijke andere oorzaken. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818 - 898 / 575 Elektrische aansluiting 1) Voltage (V) 220 - 240 Frequentie (Hz) 50 Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8) Watertoevoer Koud water of warm wa‐ max. 60 °C ter2) Vermogen Couverts 13 Energieverbruik Modus aan laten (W) 5.0 Energieverbruik Uit-modus (W) 0.50 1) Zie het typeplaatje voor andere waarden. 2) Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonnepa‐ nelen en windenergie), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. 36 Leonard MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Leonard LI1326X Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding