Dovre Rock 350 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dovre Rock 350 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Prestatieverklaring 4
Prestatieverklaring 6
Veiligheid 8
Installatiecondities 8
Algemeen 8
Schoorsteen 8
Ventilatie van de ruimte 9
Vloer en wanden 9
Productbeschrijving 10
Installatie 11
Algemene voorbereiding 11
Schoorsteenaansluiting voorbereiden 12
Buitenluchtaansluiting voorbereiden 13
Plaatsen en aansluiten 13
Gebruik 14
Eerste gebruik 14
Brandstof 14
Aanmaken 14
Stoken met hout 15
Maximale hoeveelheid hout 16
Regeling verbrandingslucht 16
Doven van het vuur 17
Ontassen 17
Nevel en mist 17
Eventuele problemen 17
Onderhoud 17
Schoorsteen 17
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 17
Wisselstukken ROCK 20
Bijlage 1: Technische gegevens 21
Bijlage 2: Afmetingen 23
ROCK 350 WB 24
ROCK 350H 24
ROCK 500 25
ROCK 500 H 26
ROCK 500 TB 27
ROCK500 WB 28
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 29
Bijlage 4: Diagnoseschema 32
Index 33
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke ver-
warmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal
gebruik van zowel convectiewarmte als stra-
lingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er onver-
hoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt
u altijd een beroep doen op de DOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woon-
ruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten
op een goed werkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor problemen of schade door een onjuiste instal-
latie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschre-
ven veiligheidsvoorschriften in acht worden geno-
men.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE ver-
warmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-pro-
bleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2016 DOVRE NV
Prestatieverklaring
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 53-CPR-2016
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
ROCK 350 / 7kW
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals
voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech-
nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13240.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant,
zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12,
lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van
bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde
norm valt:
De aangestelde instantie KVBG, geregistreerd onder het nummer 2013, heeft onder systeem 3 een type-keur
uitgevoerd en heeft het testrapport nr H2016/ 0048 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech-
nische beoordeling is afgegeven:
-
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm EN 13240:2001/A2 ;2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken Prestaties Hout
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1
Afstand tot brandbaar materiaal
Minimale afstand in mm
Achterkant: 250
Zijkant: 400
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform
Emissie van verbrandingsproducten
CO:0,10 % (13%O
2
)
Oppervlaktetemperatuur Conform
Elektrische veiligheid -
Gemakkelijk te reinigen Conform
Maximale werkingsdruk -
Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 269 °C
Mechanische weerstand (gewicht dragen van schoor-
steen)
Niet bepaald
Nominaal vermogen 7 kW
Rendement 80 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan-
gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver-
melde fabrikant:
01/04/2016 Weelde
Tom Gehem
CEO
In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de
beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
België E-mail : info@dovre.be
Prestatieverklaring
Volgens de bouwproductenverordening 305/2011
Nr. 055-CPR-2016
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
ROCK 500 / 9 kW
2. Type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel voor het bouwproduct, zoals
voorgeschreven in artikel 11, lid 4:
Uniek serienummer.
3. Beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde tech-
nische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald:
Kachel voor vaste brandstof zonder productie van warm water volgens EN 13240.
4. Naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant,
zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5:
Dovre N.V. Nijverheidsstraat 18 2381 Weelde Belgium.
5. Indien van toepassing, naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat de in artikel 12,
lid 2, vermelde taken bestrijkt:
-
6. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van
bouwproduct, vermeld in bijlage V:
Systeem 3
7. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde
norm valt:
De aangestelde instantie RRF, geregistreerd onder het nummer 1625, heeft onder systeem 3 een type-keur
uitgevoerd en heeft het testrapport nr RRF40-16-4221 verstrekt.
8. Indien de prestatieverklaring betrekking heeft op een bouwproduct waarvoor een Europese tech-
nische beoordeling is afgegeven:
-
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
9. Aangegeven prestatie:
De geharmoniseerde norm EN 13240:2001/A2 ;2004/AC :2007
Essentiële karakteristieken Prestaties Hout
Brandveiligheid
Vuurbestendigheid A1
Afstand tot brandbaar materiaal
Minimale afstand in mm
Achterkant: 520
Zijkant: 600
Risico van uitvallende gloeiende deeltjes Conform
Emissie van verbrandingsproducten
CO: 0,10 % (13%O
2
)
Oppervlaktetemperatuur Conform
Elektrische veiligheid -
Gemakkelijk te reinigen Conform
Maximale werkingsdruk -
Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen 240 °C
Mechachanise weerstand (gewicht dragen van schoor-
steen)
Niet bepaald
Nominaal vermogen 9 kW
Rendement 80 %
10. De prestaties van het in de punten 1 en 2 omschreven product zijn conform de in punt 9 aan-
gegeven prestaties.
Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de in punt 4 ver-
melde fabrikant:
01/04/2016 Weelde
Tom Gehem
CEO
In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de
beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
België E-mail : info@dovre.be
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik
neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd over-
eenkomstig de wetgeving en voorschriften van
uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het instal-
leren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor ver-
warmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclu-
sief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer
heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor
de bediening een 'koude hand' of een hit-
tebestendige handschoen.
Zorg voor voldoende afscherming als jonge kin-
deren, mindervaliden, ouderen en dieren zich in
de nabijheid van het toestel bevinden.
Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal
moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Oefen geen kracht uit op de deur, voorkom dat
kinderen aan de geopende deur trekken, ga
nooit op de geopende deur staan of zitten en
plaats geen zware voorwerpen op de deur.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvol-
doende ventilatie vindt onvolledige verbranding
plaats, waardoor zich giftige gassen in de
ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk
"Installatiecondities" voor meer informatie over
ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of ver-
zekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke
vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade ont-
staan door rookterugslag is uitgesloten van garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nati-
onale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder
geval bij twee aansluitingen dat het hoog-
teverschil tussen de aansluitingen minimaal
200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens nor-
male belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Rich-
tingsveranderingen en horizontale stukken ver-
storen de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde dia-
meter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral) ver-
nauwingen verstoren de afvoer van ver-
brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is ver-
wijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die
in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare lucht-
inlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel
is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige ver-
branding plaats, waardoor zich giftige gassen
in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï-
soleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal
afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keu-
ken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ven-
tilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of bad-
kamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer heb-
ben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op bui-
tenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset
meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet vol-
doende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van
het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
uitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot brand-
baar materiaal".
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum,
tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloer-
plaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals houten wanden
en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg
voor voldoende afstand of afscherming tussen
de aansluitbuis en brandbare materialen.
De vuistregel voor een enkelwandige buis is
een afstand van driemaal de diameter. Als een
bekledingsschelp rond de buis is aangebracht,
is een afstand van eenmaal de diameter toe-
laatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel
met behulp van een onbrandbare vloerplaat
tegen eventueel uitvallende assen. De vloer-
plaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen van de onbrandbare vloer-
plaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Voor verdere eisen in verband met brand-
veiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Productbeschrijving
1
2
3
4
6
5
09-20021-150
1. Aansluitkraag
2. Grendel
3. Stookbodem
4. Deur
5. Poot
6. Luchtschuif
Deursluiting en koude hand
09-20021-152
Het toestel wordt geleverd met de grendelknop gemon-
teerd. De deur wordt geopend door de grendelknop te
draaien in wijzer zin. Omdat de grendelknop tijdens
het gebruik warm wordt, is er een handschoen bij-
geleverd die u kunt gebruiken als bescherming voor
uw hand. Tevens kan de grendelknop worden los-
gemaakt van het toestel en zodoende als "koude
hand" worden gebruikt.
1
2
3
09-20021-154
1. Open de deur van het toestel.
2. Verwijder de bout (2) door middel van een inbus-
sleutel (3).
3. Verwijder de grendelknop (1) van de deur.
4. Bewaar de bout (2) indien u de grendelknop
opnieuw wenst te monteren.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
Installatie
Algemene voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele andere gebreken.
Het toestel is aan de onderkant met schroeven op
de pallet gemonteerd.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste
binnenplaten, stookrooster, topplaat, aslade) uit
het toestel voordat u het toestel gaat installeren.
Door demontabele onderdelen te verwijderen,
kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en
beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele onder-
delen op hun oorspronkelijke positie, om ze
later weer op de juiste plaats te kunnen aan-
brengen.
1
2
3
4
09-20021-151
1. Verwijder het toestel van de pallet (4) door de bou-
ten (1) te verwijderen.
2. Verwijder de bevestigingsbeugels (2) door de stel-
voeten (3) uit te draaien.
3. Hermonteer de stelvoeten (3).
1
09-20021-156
4. Open de deur; zie volgende figuur.
09-20021-152
5. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende
figuur.
a. Til de vlamplaat (6) op aan de linkerzijde.
b. Verwijder de binnenplaat (4).
c. Til de vlamplaat (6) op aan de rechterzijde.
d. Verwijder de binnenplaat (5).
e. Verwijder de vlamplaat (6).
f. Verwijder binnenplaten 1, 2 en 3.
g. Verwijder de vuurkorf (8).
h. Verwijder het ontassingsluik (11).
i. Verwijder het rooster (9) en (7).
j. Verwijder de aslade(10).
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Vermiculiet binnenplaten zijn licht van
gewicht en bij levering meestal okerkleurig.
Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de
verbranding beter is.
4
5
6
1
3
2
8
7
9
10
09-20021-153
11
Uitneembare binnendelen
01 binnenplaat achter links
02 binnenplaat achter rechts
03 binnenplaat achter midden
04 binnenplaat links
05 binnenplaat rechts
06 vlamplaat
07 stookbodem achter
08 vuurkorf
09 stookbodem voor
10 aslade
11 ontassingsluik
Schoorsteenaansluiting
voorbereiden
Bij het aansluiten van het toestel op een schoorsteen
hebt u de keuze uit aansluiting aan de bovenzijde of
aan de achterzijde van het toestel.
Aansluiten op de bovenzijde
Het toestel wordt standaard geleverd met de aan-
sluitkraag gemonteerd voor een aansluiting aan de
bovenzijde, zie volgende afbeelding.
1
4
9
2
3
6
7
13 12 11
10
8
09-20021-158
Aansluiten op de achterzijde
Voor de aansluiting op de achterzijde moet de positie
van de aansluitkraag gewijzigd worden. De aan-
sluitkraag is bevestigd met 2 moeren M8 (sleutel 13).
Ga als volgt te werk:
Demontage (zie vorige tekening)
1. Verwijder de vlamplaat.
2. Demonteer het afsluitdeksel (8) uit de achterwand,
door de moer (13) te lossen en klembeugel (12) te
verwijderen.
3. Verwijder afsluitdeksel (8) en de afdichting (9).
Controleer of het afdichtband op het con-
tactvlak niet is beschadigd. Vervang het
afdichtband als dat wel het geval is.
4. Demonteer de aansluitkraag (3) door de bouten (2)
te lossen.
5. Verwijder de aansluitkraag (3), de afdichting (4),
de bevestigingsmaterialen (2, 6, 7).
Controleer of het afdichtband op het con-
tactvlak niet is beschadigd. Vervang het
afdichtband als dat wel het geval is.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
Montage (zie tekening hierna)
1
2
3
4
5
6
7
9
8
15 14
12 11
10
09-20021-157
1. Verwijder de topplaat (1).
2. Monteer het bijgeleverde sierdeksel (2) met de
bevestigingsmaterialen (3).
3. Monteer het afsluitdeksel (4) en de afdichting (5)
met bevestigingsmaterialen (6, 7, 8, 9).
4. Plaats de toppplaat (1) met het gemonteerde sier-
deksel (2) op het toestel.
5. Monteer de aansluitkraag (11), de afdichting (12)
met de bevestigingsmaterialen (10, 14, 15) op de
achterwand
Buitenluchtaansluiting
voorbereiden
Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die onvol-
doende is geventileerd, kunt u de aansluitset voor het
aanvoeren van buitenlucht op het toestel aansluiten.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm.
Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis
maximaal 12meter lang zijn. Bij gebruik van hulp-
stukken zoals bochten moet u per hulpstuk de maxi-
male lengte (12meter) met 1meter verminderen.
Buitenluchtaansluiting via de wand
1. Maak een aansluitgat in de wand (raadpleeg de bij-
lage "Afmetingen", voor de juiste positie van het
aansluitgat).
2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de
muur.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en water-
pas. Het toestel is uitgevoerd met stelvoetjes die
al op het toestel zijn gemonteerd of worden bij-
geleverd. Gebruik deze stelvoetjes zodat het toe-
stel perfect waterpas kan worden gesteld.
1
09-20021-156
2. Indien het toestel op een gladde ondergrond staat,
kunnen de vier anti-slip pads onder de stelvoeten
worden geplaatst om verschuiven van het toestel
te voorkomen, zie volgende afbeelding.
09-20500-015
3. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoor-
steen.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
4. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoer van bui-
tenlucht aan op de aansluitset die op het toestel is
gemonteerd.
5. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hit-
tebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoor-
steenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout min-
stens 2 jaar zijn gedroogd. Hout met een vocht-
percentage van 20% levert 4,2 kWh per kg hout.
Hout met een vochtpercentage van 15% levert 4,4
kWh per kg hout. Vers gekapt hout heeft een
vochtpercentage van 60% en levert slechts 1,6
kWh per kg hout.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan schoor-
steenbrand veroorzaken.
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier beschre-
ven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruis-
lings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee à drie lagen
aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de aan-
maakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan vol-
gens de instructies op de verpakking.
09-20500-016
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire
luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het toe-
stel open; zie volgende figuur.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
C:
Primaire lucht open (tijdens aanmaken)
Secundaire lucht open (glasspoeling)
Lucht voor naverbranding open
B:
Secundaire lucht open (glasspoeling)
Lucht voor naverbranding open
A:
Lucht voor naverbranding open
(voor goede verbranding nooit helemaal sluiten)
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
09-20500-017
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
09-20500-018
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout lang-
zamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout
kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u
langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire
luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Maximale hoeveelheid hout
Om continu te kunnen stoken tegen het nominale ver-
mogen, moet er iedere 45 minuten hout worden bij-
gevuld. Als u de hoeveelheid hout per keer vermindert,
kunt u vaker bijvullen. Elke kachel is ontworpen om te
werken met een bepaalde maximale hoeveelheid
hout. Als u een grotere hoeveelheid hout gebruikt,
wordt de warmte-afgifte groter. Daardoor kan de haard
overbelast raken en kunnen er onderdelen worden
beschadigd.
Toegestane maximale hoeveelheid brandstof voor
hout met een vochtpercentage van 15%:
l ROCK 7 KW heeft een maximale vulling van
1,5 kg hout per 45 minuten.
l ROCK 9 KW heeft een maximale vulling van
1,5 kg hout per 45 minuten.
Vul de verbrandingskamer voor maximaal één derde
en vul nooit hout boven de openingen voor secundaire
lucht.
Regeling verbrandingslucht
Het toestel heeft één luchtschuif die zowel de primaire
lucht als de secundaire lucht regelt. Als de luchtschuif
in positie C staat, is de primaire en secundaire lucht-
inlaat open. Naarmate de luchtschuif verder wordt
dichtgedraaid, sluit de primaire luchtinlaat en daarna
de secundaire luchtinlaat. Als de luchtschuif geheel
gesloten in positie A staat, blijft een kleine lucht-
opening open om de naverbranding onder de vlamp-
laat te verzorgen.
09-20021-155
A B C
De primaire lucht regelt de lucht onder het rooster (1).
De secundaire lucht regelt de lucht voor het glas (air-
wash) (2).
De achterwand heeft onder de vlamplaat permanente
luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding.
09-20021-159
2
1
3
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge tem-
peratuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door
regelmatig flink doorstoken, verdwijnen even-
tuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzet-
ten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de luchtschuif.
De luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar
ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de lucht-
toevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende
is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bij-
vullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uit-
gaan. Als een vuur wordt getemperd door de lucht-
toevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen
vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd
toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als
het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven
worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoe-
veelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor
de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat
daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem lig-
gen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen
achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom
regelmatig de overtollige as.
2
1
3
09-20021-159
1. Open de deur van het toestel.
2. Gebruik het trekschepje om het asluikje (1) te ope-
nen.
3. Gebruik het trekschepje om de overtollige assen
door het rooster in de aslade te schrapen.
4. Verwijder de aslade (3) met behulp van de bij-
geleverde handschoen en leeg de aslade.
5. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het toe-
stel.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stank-
overlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij
nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om even-
tuele problemen bij het gebruik van het toestel op te
lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoor-
steen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoor-
steen vegen door een erkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen con-
troleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoor-
steen af met een prop krantenpapier.
Schoonmaken en ander
regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste bin-
nenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en
maak deze schoon.
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculiet bin-
nenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken
tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten
regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculiet of chamotte bin-
nenplaten kunnen haarscheuren gaan ver-
tonen, maar dat heeft geen nadelig effect op
hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u
regelmatig as verwijdert die zich mogelijk
erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter
een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan
de plaat de warmte niet meer afgeven aan de
omgeving en kan de plaat vervormen of scheu-
ren.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge
doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger:
a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keu-
kenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en
laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon
glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keu-
kenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om
het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw han-
den te beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas
en de gietijzeren deur loopt.
Onderhoud geëmailleerde kachel
Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het rei-
nigen van het geëmailleerde oppervlak van de kachel
kunt u het beste doen met zachte groene zeep en
lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf het
oppervlak goed droog en voorkom roestvorming.
Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet
nooit een waterketel direct op een geëmailleerde
kachel; gebruik een onderzetter en voorkom bescha-
digingen. Let erop dat er geen agressieve zure pro-
ducten op geëmailleerde onderdelen komen.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals gelei-
dersystemen, scharnierpennen, grendels en lucht-
schuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij
de vakhandel.
Lakbeschadigingen bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Het geëmailleerde oppervlak bij-
werken
Emailleren is een artisanaal proces dat maakt dat er
kleine kleurverschillen en beschadigingen op het toe-
stel kunnen voorkomen. De toestellen ondergaan in
de fabriek een visuele controle, dat wil zeggen, de con-
troleur kijkt op een afstand van 1 meter gedurende 10
seconden naar het oppervlak.
Eventuele beschadigingen die dan niet opvallen wor-
den als OK beschouwd. Bij het toestel is een speciale
hittebestendige lak meegeleverd waarmee kleine
(transport) beschadigingen kunnen worden bijgewerkt.
Breng de hittebestendige lak in dunne laagjes aan en
laat het goed drogen voordat het toestel in gebruik
genomen wordt.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
Sommige kleuren email zijn gevoelig voor ver-
andering van temperatuur. Hierdoor kan het voor-
komen dat de kleur verandert tijdens het gebruik
van het toestel. Als het toestel is afgekoeld keert
de oorspronkelijke kleur van het email terug.
Als geëmailleerde oppervlakken zeer heet worden
kunnen er haarscheurtjes ontstaan. Dit is een nor-
maal verschijnsel en heeft geen invloed op het func-
tioneren van de kachel.
Zorg dat de kachel niet wordt overbelast. Bij
overbelasting wordt de oppervlaktetemperatuur
extreem hoog en kan er blijvende schade aan
het email ontstaan.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig wor-
den vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele
kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel
aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op
en ontstaat opnieuw een lek.
Sluiting deur bijstellen
Controleer of de deur goed sluit. Indien nodig kan de
sluiting van de deur stakker of losser ingesteld worden
door de afstand van de sluitnok tot de deur te wijzigen.
Ga als volgt te werk:
1. Open de deur.
2. Verwijder de rechtse vlamplaat.
3. Los moer (1) aan de binnenzijde van het toestel.
4. Stel aan de binnenzijde de sluitnok (2) bij met
behulp van een inbussleutel.
5. Zet moer (1)terug vast.
6. Sluit de deur.
Glas vervangen
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Ga als volgt te werk:
1. Schroef de vier glasbevestigingen met onderdelen
(1) en (2) los en verwijder het glas (3), zie volgende
figuur.
2. Controleer de glasafdichting en breng indien nodig
een nieuw afdichtkoord aan.
3. Plaats het nieuwe glas in de sponning en schroef
de glasbevestigingen vast.
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wisselstukken ROCK
ROCK 350
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
01 70.77608.000 binnenplaat ach-
terzijde links
1
02 70.77609.000 binnenplaat ach-
terzijde rechts
1
03 70.77610.000 binnenplaat ach-
terzijde midden
1
04 70.77606.000 binnenplaat zijkant
links
1
05 70.77607.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
06 70.77611.000 vlamplaat 1
07 70.56335.021 stookbodem achter 1
08 70.77471.021 vuurkorf 1
09 70.66578.021 stookbodem voor 1
10 70.05216.000 aslade 1
11 70.05407.021 asluik 1
70.26396.000 glas
70.26101.041 servicekit glas-
bevestiging
70.79870.000 servicekit koord 6mm
70.79869.000 servicekit koord 8mm
70.79868.000 servicekit band zelf-
klevend
ROCK 500
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
01 70.77613.000 binnenplaat ach-
terzijde links
1
02 70.77614.000 binnenplaat ach-
terzijde rechts
1
03 70.77610.000 binnenplaat ach-
terzijde midden
1
04 70.77606.000 binnenplaat zijkant
links
1
05 70.77607.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
06 70.77612.000 vlamplaat 1
07 70.56335.021 stookbodem achter 1
08 70.77476.021 vuurkorf 1
09 70.66578.021 stookbodem voor 1
10 70.05216.000 aslade 1
11 70.05407.021 asluik 1
70.26400.000 glas
70.26101.041 servicekit glas-
bevestiging
70.79870.000 servicekit koord 6mm
70.79869.000 servicekit koord 8mm
70.79868.000 servicekit band zelf-
klevend
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Bijlage 1: Technische gegevens
Model ROCK 350
Nominaal vermogen 7 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm
Gewicht 110 kg
Aanbevolen brandstof Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 35 cm
Massadebiet van rookgassen 5,2 g/s
Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 269°C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 274 °C
Minimum trek 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
)
0,10 %
NOx-emissie (13% O
2
)
90 mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O
2
)
96 mg/Nm³
Stofemissie 34,6 mg/Nm³
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,17 gr/kg
Rendement 80 %
Model ROCK 500
Nominaal vermogen 9 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm
Gewicht 150 kg
Aanbevolen brandstof Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 50 cm
Massadebiet van rookgassen 9,3 g/s
Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 240°C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 288 °C
Minimum trek 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
)
0,10 %
NOx-emissie (13% O
2
)
139 mg/Nm³
CnHm-emissie (13%O
2
)
92 mg/Nm³
Stofemissie 29 mg/Nm³
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 - gr/kg
Rendement 80 %
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
23
Bijlage 2: Afmetingen
ROCK 350
510
100 150
ø150
09-2021-166
ROCK 350 TB
510
100 150
ø150
09-20021-165
ROCK 350 WB
510
100 150
ø150
09-20021-165
ROCK 350H
510
100
150
ø150
09-20021-164
24
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
25
ROCK 500
100 150
ø150
09-20021-171
ROCK 500 H
100
150 int.
ø150 int.
09-20021-168
26
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
27
ROCK 500 TB
100 150
ø150
09-20021-169
ROCK500 WB
100 150
ø150
09-20021-170
28
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
29
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal
ROCK 350 - Minimale afstanden in millimeters
200**/100*
50
50
400
200**/100*
150
50
50
200
200
20
20
20
20
150
900
820
850
930
800
710
870
870
740
740
09-20021-167
2
1
1 Brandbaar materiaal
2 Onbrandbaar materiaal 100 mm
* met hitteschild en geïsoleerde buis
** zonder hitteschild met geïsoleerde buis
Let op! Om de toevoer van verbrandingslucht te garanderen moet, wanneer er geen buitenluchtaansluiting
is voorzien, de afstand van de aansluitkraag voor de buitenlucht tot de muur minimaal 20 mm zijn. In voor-
komende gevallen kan de aansluitkraag gedemonteerd worden.
ROCK 500 - Minimale afstanden in millimeters
*100/**200
50
50
400
150
200
200
*100/**200
50
200
550
1050
750
1005
950
09-20021-202
150
50
550
200
845
710
200
200
20
20
870
870
20
20
740
740
2
1
1 Brandbaar materiaal
2 Onbrandbaar materiaal 100 mm
* met hitteschild en geïsoleerde buis
** zonder hitteschild met geïsoleerde buis
Let op! Om de toevoer van verbrandingslucht te garanderen moet, wanneer er geen buitenluchtaansluiting
is voorzien, de afstand van de aansluitkraag voor de buitenlucht tot de muur minimaal 20 mm zijn. In voor-
komende gevallen kan de aansluitkraag gedemonteerd worden.
30
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
31
ROCK - Afmetingen onbrandbare vloerplaat
B B
A
09-20021-163
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
A (mm) B (mm)
Din 18891 500 300
Duitsland 500 300
Finland 400 100
Noorwegen 300 5
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructiesvoor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de hout-
blokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen onvol-
doende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: mini-
maal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde bin-
nenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet cor-
rect
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabij-
heid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de schoor-
steen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde lucht-
stroom in de schoorsteen door hoge bui-
tentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabij-
heid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
32
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
33
Index
A
Aanmaakhout 32
Aanmaakvuur 14
Aansluiten
afmetingen 23
Aansluiten op buitenluchtaanvoer 13
Aansluiten op schoorsteen
aan achterzijde 12
aan bovenzijde 12
Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 12
Aansteken 14
Afdichtingskoord van deur 19
Afmetingen 23
Afwerklaag, onderhoud 18
As verwijderen 17
Aslade
openen 17
B
Beluchting van het vuur 16
Bijvullen van brandstof 16
rookterugslag 32
Binnenplaten
vermiculite 12
Binnenplaten, vuurvaste
verwijderen 11
Brandbaar materiaal
afstand tot 29
Brandstof
benodigde hoeveelheid 17
bijvullen 15-16
geschikte 14
hout 14
ongeschikte 14
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 29
meubels 9
vloer 9
wanden 9
Buitenluchtaanvoer 9, 13
aansluiting op 13
C
Creosoot 16
D
Demontabele onderdelen 11
Deur
afdichtingskoord 19
bijstellen 19
openen 11
sluiting 19
sluitnok 19
Draagvermogen van vloer 9
Drogen van hout 14
E
Email
onderhoud 18
G
Geschikte brandstof 14
Gewicht 21-22
Gietijzeren binnenplaten 11
Gladde ondergrond 13
Glas
aanslag 32
beschadigd 19
gebarsten 19
schoonmaken 18
vervangen 19
H
Hout 14
bewaren 14
drogen 14
geschikte soort 14
nat 14
wil niet doorbranden 32
Houtblokken stapelen 15
K
Kachelruitenreiniger 18
Kap op de schoorsteen 9
Kieren in toestel 19
L
Lak 14
Luchtinlaten 15
Luchtlek 19
Luchttoevoer regelen 16
M
Mist, niet stoken 17
Muren
brandveiligheid 9
N
Naaldhout 14
Nat hout 14
Nevel, niet stoken 17
Nominaal vermogen 17, 21-22
O
Onderdelen, demontabele 11
Ondergrond
glad 13
Onderhoud
afdichting 19
email 18
glas schoonmaken 18
schoorsteen 17
smeren 18
toestel schoonmaken 17
vuurvaste binnenplaten 18
Ongeschikte brandstof 14
Ontassen 17
Openen
aslade 17
deur 11
Opslag van hout 14
P
Plaatsen
afmetingen 23
anti-slip 13
Primaire luchtinlaat 15
Problemen oplossen 17, 32
R
Rendement 5, 7, 21-22
Rook
bij eerste gebruik 14
Rookgas
massedebiet 21-22
temperatuur 5, 7, 21-22
Rookterugslag 8, 32
Ruiten
aanslag 32
schoonmaken 18
S
Schade 11
Scharnier
stellen 19
Schoonmaken
glas 18
toestel 17
Schoorsteen
aansluitdiameter 21-22
aansluiting op 13
hoogte 9
onderhoud 17
voorwaarden 9
Schoorsteenaansluiting
achterzijde 12
bovenzijde 12
Schoorsteenbrand voorkomen 16
Schoorsteenkap 9
Secundaire luchtinlaat 15
Sluitnok
opvulplaatje 19
Smeren 18
Stof-emissie 21-22
Stoken 15
brandstof bijvullen 15-16
onvoldoende warmte 17, 32
toestel brandt te hevig 32
toestel niet goed regelbaar 32
T
Teer 16
Temperatuur 21-22
Trek 21-22
U
Uitgaan van vuur 17
V
Vegen van schoorsteen 17
Ventilatie 9
buitenluchtaanvoer aansluiten 13
vuistregel 9
Ventilatierooster 9
Vermiculite
vuurvast 12
Vermiculite binnenplaten 11
34
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
35
Vervangen
glas 19
Verwijderen
as 17
vuurvaste binnenplaten 11
Vet voor smering 18
Vloeren
brandveiligheid 9
draagvermogen 9
Vloerkleed 9
Vulhoogte van toestel 15
Vuur
aanmaken 14
doven 17
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 18
verwijderen 11
waarschuwing 14
W
Waarschuwing
brandbare materialen 8
deur belasten 8
glas gebroken of gebarsten 8, 18-19
heet oppervlak 8
kachelruitreiniger 18
schoorsteenbrand 8, 14, 16
ventilatie 8-9
verzekeringsvoorwaarden 8
voorschriften 8
vuurvaste binnenplaten 14
Wanden
brandveiligheid 9
Warmte, onvoldoende 17, 32
Weersomstandigheden, niet stoken 17
1/175