AEG HC452021EB Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................7
4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................9
5. AANWIJZINGEN EN TIPS.........................................................................................12
6. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................13
7. PROBLEEMOPLOSSING...........................................................................................14
8. MONTAGE ................................................................................................................16
9. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................................19
10. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................19
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
• Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
1.2
Algemene veiligheid
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
NEDERLANDS
3
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
www.aeg.com
4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
NEDERLANDS
5
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
• Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
www.aeg.com
6
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
2.6 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
120/175/210
mm
145
mm
1
2
1
1
Kookzone
2
Bedieningspaneel
3.2 Bedieningspaneel lay-out
6 742 31
12 1114 13 10
8 95
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip-
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
NEDERLANDS 7
Tip-
toets
Functie Opmerking
2
Toetsblokkering / Het kin-
derslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
CountUp Timer Geeft aan dat de functie werkt.
8
Timer met aftelfunctie /
Kookwekker
Geeft aan dat de functie werkt.
9
- Het in- en uitschakelen van de buitenste
ring.
10
- Timerfunctie instellen.
11
- Om de kookzone te selecteren.
12
/
- De tijd verlengen of verkorten.
13
Automatisch opwarmen De functie in- en uitschakelen.
14
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
3.3 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met ko-
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
www.aeg.com8
Display Beschrijving
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
3.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha-
keld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
4.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
NEDERLANDS
9
4.4 In- en uitschakelen van de
buitenste ringen
Het verwarmingsvlak kan worden
aangepast aan de grootte van de
pannen.
Tiptoets gebruiken:
Om de buitenste ring in te schakelen:
raak de tiptoets aan. Het controlelampje
gaat branden.
Om meer buitenste ringen in te
schakelen: raak dezelfde tiptoets weer
aan. Het bijbehorende controlelampje
gaat branden.
Om de buitenste ring uit te schakelen:
raak de tiptoets aan tot het
indicatielampje uit gaat.
Als u de zone inschakelt
maar niet de buitenste ring
inschakelt, dan kan het licht
van de zone de buitenste
ring bedekken. Dit betekent
niet dat de buitenste ring is
ingeschakeld. Controleer het
indicatielampje om te zien of
de ring geactiveerd is.
4.5 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak
aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
4.6 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de kookzone in en stel dan
de functie in. De selectie van de Timer-
functie is mogelijk voor kookzones die
actief zijn en nadat de warmte-instelling
is ingesteld.
Kookzone instellen: raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt. Wanneer
deze functie actief is, gaat
branden.
Om de functie in te schakelen: raak
van de timer aan om de tijd in te stellen
(00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer
de kookzone met . Het
indicatielampje van de kookzone gaat
sneller knipperen. Op het display wordt
de resterende tijd weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen: selecteer de kookzone met .
Raak
of aan.
Om de functie uit te schakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat
uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De
kookzone wordt
uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
De kookzone instellen (indien er meer
dan 1 kookzone actief is):raak
www.aeg.com
10
meerdere malen aan tot het lampje van
de gewenste kookzone brandt. Wanneer
deze functie actief is, gaat branden.
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Het symbool gaat uit en gaat
branden.
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: selecteer de kookzone
met
. Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt. Tijdens de eerste minuut toont het
display de tijd in seconden. Na de eerste
minuut toont het display de tijd in
minuten.
Om de functie uit te schakelen: stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het symbool gaat uit en gaat
branden.
Als twee functies
tegelijkertijd werken, toont
het display eerst de functie
CountUp Timer.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken (het display van de kookstand
toont ).
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken
is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
4.7 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.8 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
4.9 Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak
4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met
.
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met
.
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met . gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in
werking.
NEDERLANDS
11
4.10 OffSound Control (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
• - de signalen zijn uit
• - de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
• u aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
• u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Kookgerei gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of koperen
bodems, kunnen tot
verkleuringen leiden van de
glazen keramische
kookplaat.
5.2 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
5.3 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
www.aeg.com12
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, le-
ver, roux, eieren, pannenkoe-
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, len-
denbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
6.2 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Plaats
de speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
• Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
NEDERLANDS
13
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg
het aansluitingsschema.
De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tiptoet-
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
STOP+GO Functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedienings-
paneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat uit
staat.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is ge-
bruikt.
Als het lang duurt alvorens
de zone voldoende heet is,
neem dan contact op met
de klantenservice.
De automatische opwarm-
functie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
www.aeg.com14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
U kunt de buitenste ring niet
inschakelen.
Schakel eerst de binnenring
in.
Er bevindt zich een
donker gebied op de meer-
voudige zone.
Het is normaal dat er zich
een donker gebied op de
meervoudige zone bevindt.
De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste zones indien
mogelijk.
Er klinkt geen signaal wan-
neer u de tiptoetsen van het
bedieningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uitgescha-
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
De automatische uitschake-
ling is in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
Het kinderbeveiliging of de
vergrendelfunctie is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
en een getal gaan bran-
den.
Er is een fout in de kook-
plaat opgetreden.
Ontkoppel de kookplaat eni-
ge tijd van de stroomtoe-
voer. Maak de zekering los
in de meterkast van het huis.
Sluit het apparaat opnieuw
aan. Als weer gaat bran-
den, neem dan contact op
met de klantenservice.
gaat branden.
De elektrische aansluiting is
onjuist. De stroomspanning
is buiten bereik.
Laat de installatie controle-
ren door een elektromon-
teur.
E6 gaat branden. De tweede fase van de
stroomtoevoer ontbreekt.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Verwijder
de zekering, wacht een mi-
nuut, en plaats de zekering
weer terug.
gaat branden.
De ventilator wordt geblok-
keerd.
Controleer of voorwerpen
de ventilator blokkeren. Als
weer gaat branden,
neem dan contact op met
de klantenservice.
NEDERLANDS 15
7.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
8.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
8.3 Aansluitkabel
• De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde
voedingskabel door het volgende
netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T min.
90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
8.4 De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden
uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip tegen de onderrand van
de kookplaat langs de buitenrand
van de keramische plaat. Rek het
afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat
de uiteinden van de afdichtstrip zich
in het midden van een van de zijden
van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
www.aeg.com
16
8.6 De installatie van meer dan
één kookplaat
Meegeleverde accessoires:
aansluitstand, hittebestendige silicone,
rubberen vrom, afsluitstrip.
Gebruik alleen speciaal
hittebestendig silicone.
De aanrechtuitsparing
Afstand
vanaf de
muur
minimaal 50 mm
Diepte 490 mm
Breedte totaal van alle breedtes van
de kookplaten die u instal-
leert minus 20 mm
Voorbeeld:
Montage
1. Bereken de juiste afmetingen van de
uitsparing.
2. Bereid de uitsparing in het
aanrechtblad voor.
3. Plaats de kookplaten een voor een
op een zacht oppervlak (zoals een
deken) met de onderkant omhoog.
4. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip rondom de onderrand
van de kookplaat langs de
buitenrand van de glazen keramische
plaat.
5. Schroef losjes de bevestigingsplaten
in de juiste gaten van de
beschermende behuizing.
6. Plaats de eerste kookplaat in de
uitsparing van het aanrecht. Plaats
dan de aansluitstand in de uitsparing
van het werkblad. Druk het
halverwege de breedte onder de
kookplaat.
7. Draai de bevestigingsplaten losjes
aan van onder het werkblad op de
aansluitstang.
8. Plaats de volgende kookplaat in de
uitsparing van het aanrecht. Zorg dat
de voorkant van de kookplaten met
elkaar zijn uitgelijnd.
9. Draai de schroeven van de
bevestigingsplaten/vasthoudgreep
aan.
10. Dicht de kier tussen het aanrecht en
de kookplaten en tussen de
kookplaten met siliconenkit.
11. Breng wat sop op de siliconen aan.
12. Duw de rubberen kitstrijker met
enige kracht tegen de
glaskeramische plaat en beweeg
deze langzaam langs de hele naad.
13. Raak de siliconenkit pas weer aan als
het is uitgehard. Dit kan een dag
duren.
14. Verwijder de siliconenkit die eruit
steekt voorzichtig met een
scheermesje.
15. Maak het glas schoon.
www.aeg.com
18
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Typeplaatje
Model HC452021EB PNC productnummer 949 595 442 01
Type 56 FED 02 BO 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Vervaardigd in Duitsland
Serienr. ................. 3,5 kW
AEG
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone
Nominaal vermogen (max warm-
te-instelling) [W]
Diameter van de kookzone [mm]
Linksvoor 1200 145
Rechtsachter 800 / 1600 / 2300 120 / 175 / 210
Gebruik voor optimale kookresultaten
kookgerei dat niet groter is dan de
diameter van de kookzone.
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014
Modelidentificatie HC452021EB
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 2
Verwarmingstechnologie Stralingswarmte
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Linksvoor
Rechtsachter
14,5 cm
21,0 cm
Energieverbruik per kook-
zone (EC electric cooking)
Linksvoor
Rechtsachter
201,8 Wh / kg
179,3 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric hob)
190,6 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de
prestatie
10.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
NEDERLANDS 19
• Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
• De bodem van het kookgerei moet
dezelfde afmeting hebben als de
kookzone.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
www.aeg.com20

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE......................................................................................... 3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................5 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................7 4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................9 5. AANWIJZINGEN EN TIPS.........................................................................................12 6. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................13 7. PROBLEEMOPLOSSING...........................................................................................14 8. MONTAGE ................................................................................................................ 16 9. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................................19 10. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................19 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com/webselfservice Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. 1.2 Algemene veiligheid • WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. 4 www.aeg.com • • • • • • • • • • Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een deksel of blusdeken. LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder constant toezicht staan. WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken. NEDERLANDS 5 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. • Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden 6 www.aeg.com verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. • Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. 2.4 Onderhoud en reiniging • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. • Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. NEDERLANDS 2.5 Verwijdering 7 • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. 2.6 Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Indeling kookplaat 12 0/ 1 m 75/ m 21 0 1 Kookzone 2 Bedieningspaneel 1 m 45 m 1 1 2 3.2 Bedieningspaneel lay-out 1 2 3 4 14 5 13 6 7 8 12 11 9 10 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tiptoets 1 Functie Opmerking AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. 8 www.aeg.com Tiptoets Functie Opmerking 2 Toetsblokkering / Het kinderslot Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen. 3 STOP+GO De functie in- en uitschakelen. - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. - Timerdisplay De tijd in minuten weergeven. 7 CountUp Timer Geeft aan dat de functie werkt. 8 Timer met aftelfunctie / Kookwekker Geeft aan dat de functie werkt. - Het in- en uitschakelen van de buitenste ring. 10 - Timerfunctie instellen. 11 - Om de kookzone te selecteren. - De tijd verlengen of verkorten. Automatisch opwarmen De functie in- en uitschakelen. Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand. 4 5 6 9 / 12 13 14 - 3.3 Kookstanddisplays Display Beschrijving De kookzone is uitgeschakeld. De kookzone wordt gebruikt. - STOP+GO-functie is in werking. Automatisch opwarmen-functie is in werking. + cijfer Er is een storing. / OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte. / Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking. NEDERLANDS Display 9 Beschrijving Automatisch uitschakelen-functie is in werking. 3.4 OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) WAARSCHUWING! / / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan. 4. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.1 In- of uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. 4.2 Automatisch uitschakelen De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • alle kookzones zijn uitgeschakeld. • u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld. De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt: Kookstand ,1-3 De kookplaat wordt uitgeschakeld na 6 uur 4-7 5 uur 8-9 4 uur 10 - 14 1,5 uur 4.3 De kookstand Voor het instellen of wijzigen van de kookstand: Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt. 10 www.aeg.com 4.4 In- en uitschakelen van de buitenste ringen Het verwarmingsvlak kan worden aangepast aan de grootte van de pannen. 4.6 Timer Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie. Om de buitenste ring in te schakelen: raak de tiptoets aan. Het controlelampje gaat branden. Stel eerst de kookzone in en stel dan de functie in. De selectie van de Timerfunctie is mogelijk voor kookzones die actief zijn en nadat de warmte-instelling is ingesteld. Om meer buitenste ringen in te schakelen: raak dezelfde tiptoets weer aan. Het bijbehorende controlelampje gaat branden. meerdere Kookzone instellen: raak malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Wanneer Tiptoets gebruiken: Om de buitenste ring uit te schakelen: raak de tiptoets aan tot het indicatielampje uit gaat. Als u de zone inschakelt maar niet de buitenste ring inschakelt, dan kan het licht van de zone de buitenste ring bedekken. Dit betekent niet dat de buitenste ring is ingeschakeld. Controleer het indicatielampje om te zien of de ring geactiveerd is. 4.5 Automatisch opwarmen Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone in aan ( gaat aan). te schakelen: raak Raak meteen de gewenste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. De functie uitschakelen: wijzig de kookstand. deze functie actief is, gaat branden. Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Resterende tijd weergeven: selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen: selecteer de kookzone met Raak of aan. Om de functie uit te schakelen: stel de en raak aan. De kookzone in met resterende tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. CountUp Timer (De timer met optelfunctie) Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt. De kookzone instellen (indien er meer dan 1 kookzone actief is):raak . NEDERLANDS meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Wanneer deze functie actief is, gaat branden. Om de functie in te schakelen: Raak aan. Het symbool branden. gaat uit en gaat Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt: selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt. Tijdens de eerste minuut toont het display de tijd in seconden. Na de eerste minuut toont het display de tijd in minuten. Om de functie uit te schakelen: stel de kookzone in met aan. Het symbool branden. en raak of gaat uit en gaat Als twee functies tegelijkertijd werken, toont het display eerst de functie CountUp Timer. Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand toont ). 11 Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden. Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan. 4.8 Toetsblokkering U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook. 4.9 Het kinderslot Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt. Om de functie in te schakelen: schakel de kookplaat in met kookstand in. Raak . Stel geen 4 seconden aan. gaat aan. Schakel de kookplaat uit . Om de functie in te schakelen: Raak met aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Om de functie uit te schakelen: schakel Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. de kookplaat in met kookstand in. Raak . Stel geen 4 seconden aan. gaat aan. Schakel de kookplaat uit met . De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan 4.7 STOP+GO met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand. met , treedt de functie weer in werking. Als de functie in gebruik is, kunt u de kookstand niet wijzigen. De functie stopt de timerfunctie niet. 12 www.aeg.com 4.10 OffSound Control (De geluiden in- en uitschakelen) Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en uit. Raak 3 seconden aan. of gaat branden. Raak aan om één van het volgende te kiezen: • Als de functie op staat, kunt u de geluiden alleen horen als: • u aanraakt • Kookwekker naar beneden komt • Timer met aftelfunctie naar beneden komt • u iets op het bedieningspaneel plaatst. - de signalen zijn uit • - de signalen zijn aan Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt. 5. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Kookgerei De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of koperen bodems, kunnen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat. Kookstand 5.2 Öko Timer (Eco-timer) Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt. 5.3 Voorbeelden van kooktoepassingen De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Gebruik om: Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhouden. zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-3 Hollandaisesaus, smelten: boter, chocolade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen. 1-3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10 - 40 Met deksel bereiden. 3-5 Zachtjes aan de kook brengen 25 - 50 van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen. -1 Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. NEDERLANDS 13 Kookstand Gebruik om: Tijd (min) Tips 5-7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Een paar eetlepels vocht toevoegen. 7-9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 7-9 Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels en soepen. 60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. 9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, zoals cordon bleu van kalfsvlees, ko- nodig teletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. 5 - 15 6. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Algemene informatie • Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. 6.2 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie, suiker en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. • Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn. 14 www.aeg.com 7. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen. De kookplaat is niet aange- Controleer of de kookplaat sloten op een stopcontact of goed is aangesloten op het is niet goed geïnstalleerd. elektriciteitsnet. Raadpleeg het aansluitingsschema. De zekering is doorgeslagen. Oplossing Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt twee of meer tiptoet- Raak slechts één tiptoets tesen tegelijk aangeraakt. gelijk aan. STOP+GO Functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er ligt water of er zitten vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. Er klinkt een geluidssignaal U hebt een of meer tiptoeten de kookplaat wordt uitsen afgedekt. geschakeld. Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat uit staat. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. De kookplaat schakelt uit. Verwijder het object van de tiptoets. U hebt iets op de tiptoets geplaatst. Het indicatielampje van rest- De zone is niet heet, omdat warmte gaat niet aan. hij slechts kortstondig is gebruikt. Als het lang duurt alvorens de zone voldoende heet is, neem dan contact op met de klantenservice. De automatische opwarmfunctie start niet. Laat de zone voldoende afkoelen. De zone is heet. NEDERLANDS Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De hoogste verwarmingsstand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. U kunt de buitenste ring niet inschakelen. Er bevindt zich een donker gebied op de meervoudige zone. 15 Schakel eerst de binnenring in. Het is normaal dat er zich een donker gebied op de meervoudige zone bevindt. De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste zones indien mogelijk. Er klinkt geen signaal wanneer u de tiptoetsen van het bedieningspaneel aanraakt. De signalen zijn uitgeschakeld. Schakel de signalen in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. gaat branden. De automatische uitschakeling is in werking getreden. Schakel de kookplaat uit en weer in. gaat branden. Het kinderbeveiliging of de vergrendelfunctie is actief. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er is een fout in de kookplaat opgetreden. Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het apparaat opnieuw en een getal gaan branden. aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. gaat branden. E6 gaat branden. gaat branden. De elektrische aansluiting is onjuist. De stroomspanning is buiten bereik. Laat de installatie controleren door een elektromonteur. De tweede fase van de stroomtoevoer ontbreekt. Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het elektriciteitsnet. Verwijder de zekering, wacht een minuut, en plaats de zekering weer terug. De ventilator wordt geblokkeerd. Controleer of voorwerpen de ventilator blokkeren. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. 16 www.aeg.com 7.2 Als u het probleem niet kunt oplossen... Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Serienummer ........................... 8.2 Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. 8.3 Aansluitkabel • De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. • Vervang de beschadigde voedingskabel door het volgende netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T min. 90°C. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. 8.4 De afdichting bevestigen 1. Reinig het werkblad rond de plek waar het gat moet worden uitgezaagd. 2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden. 3. Tel een paar mm bij de af te knippen lengte van de afdichtstrip. 4. Duw de twee uiteinden van de afdichtstrip samen. www.aeg.com 8.6 De installatie van meer dan één kookplaat Meegeleverde accessoires: aansluitstand, hittebestendige silicone, rubberen vrom, afsluitstrip. Gebruik alleen speciaal hittebestendig silicone. 7. Draai de bevestigingsplaten losjes aan van onder het werkblad op de aansluitstang. De aanrechtuitsparing Afstand vanaf de muur minimaal 50 mm Diepte 490 mm Breedte totaal van alle breedtes van de kookplaten die u installeert minus 20 mm 8. Plaats de volgende kookplaat in de uitsparing van het aanrecht. Zorg dat de voorkant van de kookplaten met elkaar zijn uitgelijnd. Voorbeeld: + 360 mm - 20 mm = 920 mm 490 mm 580 mm 520 mm 18 Montage 1. Bereken de juiste afmetingen van de uitsparing. 2. Bereid de uitsparing in het aanrechtblad voor. 3. Plaats de kookplaten een voor een op een zacht oppervlak (zoals een deken) met de onderkant omhoog. 4. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip rondom de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de glazen keramische plaat. 5. Schroef losjes de bevestigingsplaten in de juiste gaten van de beschermende behuizing. 6. Plaats de eerste kookplaat in de uitsparing van het aanrecht. Plaats dan de aansluitstand in de uitsparing van het werkblad. Druk het halverwege de breedte onder de kookplaat. 9. Draai de schroeven van de bevestigingsplaten/vasthoudgreep aan. 10. Dicht de kier tussen het aanrecht en de kookplaten en tussen de kookplaten met siliconenkit. 11. Breng wat sop op de siliconen aan. 12. Duw de rubberen kitstrijker met enige kracht tegen de glaskeramische plaat en beweeg deze langzaam langs de hele naad. 13. Raak de siliconenkit pas weer aan als het is uitgehard. Dit kan een dag duren. 14. Verwijder de siliconenkit die eruit steekt voorzichtig met een scheermesje. 15. Maak het glas schoon. NEDERLANDS 19 9. TECHNISCHE GEGEVENS 9.1 Typeplaatje Model HC452021EB Type 56 FED 02 BO PNC productnummer 949 595 442 01 220 - 240 V 50 - 60 Hz Vervaardigd in Duitsland 3,5 kW Serienr. ................. AEG 9.2 Specificatie kookzones Kookzone Nominaal vermogen (max warmDiameter van de kookzone [mm] te-instelling) [W] Linksvoor 1200 145 Rechtsachter 800 / 1600 / 2300 120 / 175 / 210 Gebruik voor optimale kookresultaten kookgerei dat niet groter is dan de diameter van de kookzone. 10. ENERGIEZUINIGHEID 10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014 Modelidentificatie HC452021EB Type kooktoestel Ingebouwde kookplaat Aantal kookzones 2 Verwarmingstechnologie Stralingswarmte Diameter ronde kookzones Linksvoor (Ø) Rechtsachter 14,5 cm 21,0 cm Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) 201,8 Wh / kg 179,3 Wh / kg Linksvoor Rechtsachter Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de prestatie 190,6 Wh / kg 10.2 Energiebesparing U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. • Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. 20 www.aeg.com • Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert. • De bodem van het kookgerei moet dezelfde afmeting hebben als de kookzone. • Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones. • Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. 11. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

AEG HC452021EB Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren