Electrolux ERU13300 Handleiding

Type
Handleiding
28
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke
adviezen 29
Beschrijving van het apparaat 30
Gebruik 31
Reiniging van de binnenkant 31
Ingebruikname 31
Temperatuurinstelling 31
Koelen van levensmiddelen 31
Invriezen van verse levensmiddelen 31
Bewaren van diepvriesprodukten 31
Ontdooien van ingevroren produkten 32
Ijslaatjes 32
De indeling van de koeler 32
Verplaatsen var deurvakken 32
Tips 33
Tips het koelen 33
Tips het invriezen 33
Tips het diepvriesprodukten 33
Onderhoud 34
Ontdooien 34
Periodieke reiniging 35
Extra reiniging 35
Geprolongeerd stilstand 35
Vervangen van de lamp 35
Storingen 36
Technische gegevens 36
Installatie 37
Plaats van opstelling 37
Elektrische aansluiting 37
Voorbereiding rooster 37
Omkeren deurdraairichting 38
Omkeren draairichting deurtje 38
Inbouwaanwijzingen 38
Montage van de sokkel 40
WAARSCHUWINGEN EN
BELANGRIJKE ADVIEZEN
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de stekker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg
hebben; wacht even.
AFDANKEN.
Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok
bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen,
dat de delen van het koelcircuit niet zodanig
worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar
buiten zou kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van
een centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct
zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd
schade aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de
kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines)
nooit in de kast.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten
behoeve van de installatie van dit apparaat, mag
uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact
dient, ook na eventuele onder- of inbouw,
gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden
welke door personen zonder de noodzakelijke
kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel
tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-ten
mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom
ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en bederf
van de levensmiddelen veroorzaakt.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
29
N
Het is uiterst belangrijk dat de bij het apparaat behorende gebruiksaanwijzing bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over de gebruiksaanwijzing en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het
raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken. Hiermee
wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is. Deze
waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
30
Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten
minste een half uur alvorens de stekker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend
vervoer ten minste een halve dag. Daarmee geeft
u de olie de gelegenheid in de compressor terug
te vloeien. Apparaten welke van een absorptie-unit
voorzien zijn kunnen direct in bedrijf genomen
worden. Controleer circa 24 uur na het in bedrijf
stellen of het apparaat naar behoren werkt.
Milieubescherming
Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het
koelcircuit als in de isolatie, geen
ozononvriendelijke stoffen. Het apparaat moet
niet weggegooid worden samen met het
huisvuil of met gesloopte apparaten. Vermijden
dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral
aan de achterkant in de zone van de
warmtewisselaar. Inlichtingen over
ophaaldiensten kunnen worden verschaft door
de gemeentelijke autoriteiten.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn
van het symbool zijn geschikt voor
recycling.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Botervak
Deurvak met beugel
Flessenrek
Opening luchtafvoer
Luchttoever filter
Groentenladen
Levensmiddelen rekken
Thermostaat
Het diepvriesvak
Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het
apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat
kunnen beschadigen.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door
bevriezing van de inhoud exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als de voedingskabel beschadigd
raakt, moet de kabel, eventueel met stekers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de fabrikant of het servicecentrum.
Tijdens normaal gebruik worden de condensor en
de compressor die zich op de achterkant van het
apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsredenen
moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in
de speciale afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen tijdens gebruik niet
worden afgedekt.
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
HET GEBRUIK
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
Invriezen van verse levensmiddelen
In het -diepvriesvak kunt u verse
levensmiddelen invriezen en diepvriesprodukten
bewaren.
Voor het invriezen kunt u de thermostaatknop op de
gebruikelijke stand laten staan.
Wilt u sneller invriezen, dan dient u de
thermostaatknop op de koudste stand te draaien. In
deze stand kan de temperatuur in het koelvak echter
beneden 0°C dalen. In dat geval dient u de knop op
een minder koude stand te draaien.
Bewaren van diepvriesprodukten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt
of haar weer gebruikt na een periode van stilstand,
dient u de thermostaatknop op de koudste stand te
draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na
twee uur in de kast en draai de thermostaat terug
naar de gebruikelijke stand.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens
stroomuitval. Wij adviseren u om na een
stroomuitval de diepvriesprodukten in korte
tijd te konsumeren (een temperatuurstijging
verkort de houdbaarheidsduur van de
produkten). De normale houdbaarheid wordt
niet aangetast indien de stroomuitval kort
was (minder dan 12 uur) en het vriesvak vol
is.
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaakmid-
delen, waarmee u de afwerkingen van het
apparaat zou kunnen beschadigen.
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos.
Open de deur en draai de thermostaatknop, rechtsom
uit de stand «O» (STOP-stand).
De koelkast is nu in werking.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er
rekening mee te houden dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de
middenstand te draaien.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «O» te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand
gedraaid is, bijvoorbeeld ten gevolge van
zeer warme omgevingstemperatuur of het
snel willen koelen van grote hoeveelheden
dranken, de kompressor kontinu loopt,
waardoor automatische ontdooiing van de
koelverdamper niet plaatsvindt en zich
daarop ijs afzet. Draai, in dat geval, de
thermostaatknop naar een wat minder
koude stand, zodat automatische
ontdooiing kan plaatsvinden; hierdoor
spaart u tevens energie.
31
N
32
Ontdooien van ingevroren
produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook- of
baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor
het maken van ijsblokjes geleverd. Vul ze met
drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los
te wrikken.
De indeling van de koeler
De rekken zijn naar verschillende hoogten
verplaatsbaar. Trek ze daartoe een stukje naar voren
en kantel ze omlaag.
Deurvakken
De ruimte tussen de deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden.
Ga daartoe als volgt te werk:
1. trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt.
2. Verplaats daarna het vak naar de gewenste hoogte.
Voor een goede schoonmaakbeurt kan het bovenste
deurvakje verwijderd worden door het in de richting
van de pijl (zie Fig.) te schuiven, waarna het weer op
zijn plaats gezet wordt.
D040
TIPS
33
N
Tips het koelen
Enkele praktische tips:
Gekookt voedsel, koude schotels enz.:
kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst
worden.
Vlees (alle soorten): wordt in plàstic zakjes
op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Fruit en groente: worden schoongemaakt
in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen
bewaard of in plastic- of alluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
3
2
1
Tips het invriezen
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u
kunt invriezen in 24 uur staat aangegeven op
het “typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties .
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien;
verpak de levensmiddelen in aluminium- of
kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht
af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren produkten;
de temperatuur van deze laatste zou daardoor
kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar dan
vet voedsel; ook zout verkort de houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
S.I.009
3
2
1
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvriesprodukten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak; open de deur
altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de
vervaldatum van de fabrikant.
34
ONDERHOUD
Ontdooiing
Het ijs dat zich op de achterwand van het koeldeel
vastzet wordt telkens als de kompressormotor stilstaat
automatisch ontdooid. Het dooiwater wordt via een
speciale goot naar een verzamelbak aan de onderkant
van het apparaat gevoerd, waar het vervolgens uit
verdampt.
Wij adviseren u het afvoergaatje (F) dat zich onder
de groentelade bevindt van tijd tot tijd van het
dooiwater te ontdoen. U kunt dit doen door de
groentelade eruit te halen en het speciale
"reinigingsstaafje" (P) dat bij het apparaat
inbegrepen is te gebruiken om het gaatje door te
prikken. Op die manier voorkomt u dat het vak
waar de groentelade inzit volloopt met water.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor de meegeleverde plastic spatel.
Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het
apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te
maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd
heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de steker
uit het stopkontakt;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten
en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat de deur openstaan en plaats een teiltje op het
onderste rek van het koelkastvak onder het
afvoergaatje, haal de dop van de afvoer (zie figuur);
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en
sluit het gaatje weer af met de dop.
5. Bewaar de schraper zodat u hem opnieuw kunt
gebruiken.
6. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of
steek de steker weer in het stopkontakt.
7. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten
weer terugplaatsen.
S.I.011
P
F
PR151
Neem voor iedere handeling altijd eerst de
steker uit de wandkontaktdoos.
Belangrijk
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het
koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient
daarom uitsluitend door door de fabrikant
bevoegd personeel uitgevoerd te worden.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp
nooit metalen voorwerpen; u zou uw
koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes
gebruiken om het ontdooiproces te
versnellen die niet door de fabrikant zijn
aangegeven.
Temperatuurstijging van
diepvriesprodukten kan hun
houdbaarheidsduur verkorten.
Periodieke reiniging
Het apparaat is voorzien van een vastgeklikt filter
(1) en van een luchtafvoer (2) op het ventilatierooster,
die regelmatig schoongemaakt moeten worden zodat
een goede ventilatie aan de achterzijde gegarandeerd
wordt en het apparaat optimaal kan functioneren.
U kunt het filter verwijderen en met water reinigen.
Hiervoor gaat u als volgt te werk:
1. met uw vingers tegelijk op de twee knopjes (a) en
(b) drukken;
2. het filter naar beneden draaien;
3. het filter verwijderen.
In omgekeerde volgorde te werk gaan om het filter te
monteren.
Extra reiniging
Het apparaat is zo gebouwd dat u de achterzijde bij de
muur kunt reinigen, eventueel met behulp van een
stofzuiger.
1. De sokkel (1) verwijderen;
2. het ventilatierooster (2) demonteren;
3. het carter (3) voorzichtig verwijderen, let erop dat er
geen druppels dooiwater aanwezig zijn.
35
N
D411
S.I.012
2
1
a
b
S.I.013
3
21
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Tijdens de periodes waarin het apparaat niet gebruikt
wordt, de volgende aanwijzigen opvolgen:
- de steker uit de wandcontactdoos halen;
- alle levensmiddelen verwijderen,
- het apparaat laten ontdooien en de
- binnenwanden en accessoires schoonmaken;
- de deuren op een kier laten staan zodat er geen
onaangename geuren ontstaan.
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
1. Schroef het afschermkapje los;
2. verwijder het losse deel door er lichte druk op uit te
oefenen (zie figuur).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan
eerst of het soms los in de fitting zit. Als het lampje
dan nog niet brandt, vervang het dan door een lampje
met hetzelfde vermogen.
Het vermogen is op het afschermkapje aangegeven.
36
N
SERVICEDIENST EN ONDERDELEN
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan onze service-afdeling.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich rechtsonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt.
Indien het apparaat niet goed funktioneert, kontroleer dan:
Storing
Verhelpen
Apparaat wrkt niet.
Apparaat koelt te sterk.
De levensmiddelen zijn te warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de
deurafdichting.
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de koelruimte of op de planken.
- Apparaat is niet aangezet; apparaat aanzetten.
- Stekker zit niety in het stop-contact of zit los; stekker in
stop contact teken.
- Zekering is los of kapot; zekering controleren, eventueel
vernieuwen.
- Stopcontact is kapot; storingen in het lichtnet door Uw
electrovakman laten verhelpen.
- Temperatuur is te laag ingesteld; temperatuurregelaar
tijdelijk op een hogere stand zetten.
- Temperatuur is niet juist ingesteld; zie hoofdstuck
“Ingestbruikname”.
- Deur heeft te lang opengestaan; deur slechtszo lang
open laten als notig is.
- In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen; temperatuurregelaar op
een koudere stand zetten.
- Het apparaat staat naast een warmtebron; zie hoofdstuk
“Platats van opstelling”.
- Lamp is kapot; zie hoofdstuk “Vervangen van de lamp”.
- Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van
de deuraanslag); op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met een föhn® verwarmen
(niet heter dan ca. 50°C). Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
- Dit is normaal, het betreft geen storing; de compressor
start na enige tijd automatisch.
- Ontdooiwaterafvoer is verstopt; zie hoofdstuk “Het
Ontdooien”.
TECHNISCHE GEGEVENS
Het typeplaatje met de technische gegevens vindt u aan de rechter binnenzijde van het apparaat.
Hoogte mm 815
Breedte mm 560
Diepte mm 538
INSTALLATIE
37
N
Indien dit apparaat in de plaats van een oud
model met haak- of veersluiting opgesteld wordt,
dan is het raadzaam de sluiting van het oude
apparaat, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen
zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen:
centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz.
De beste resultaten worden bereikt met een
ruimtetemperatuur tussen +16°C en +32°C (N-
Klasse), of tussen +10°C en +32°C (SN-Klasse).
De klasse staat op het typeplaatje vermeld.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
- 73/23 EG
-richtlijn van 19/02t73 (Laagspanning) en
opeenvolgende wijzingen;
- 87/308 EG-richtlijn van 02/06/87 (Radio-ontstoring)
en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336EG-richtlijn van 3/05/89 (Elektromagnetische
compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen.
Voorbereiding rooster
Het rooster van het apparaat verwijderen door het
met twee handen naar u toe te trekken.
Deuropening rechts:
- De linkerkant (A) van het rooster vanaf de
achterzijde afsnijden.
Deuropening links:
- De rechterkant (B) van het rooster vanaf de
achterzijde afsnijden.
Het rooster als volgt opnieuw op het apparaat
plaatsen:
- het rooster tegen de basis van het apparaat houden
en op de haakjes (a) drukken totdat het vastklikt.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrequentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de
netspanning en de netfrequentie in uw woning.
Een afwijking op de netspanning tot plus of minus 6%
is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
Belangrijk
De stekker mag alleen geplaatst worden in
een geaard stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal
drieaderig snoer, geschikt voor een geaard
stopcontact.
Mocht het stopcontact in uw woning niet
geaard zijn, dan dient een erkend installateur
het apparaat volgens de geldende normen te
aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Attentie
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet
afgehaald kunnen worden; de stekker moet
dus ook na de installatie bereikbaar blijven.
S.I.002
A
B
a
b
S.I.001
a
a
Omkeren draairichting deurtje
1. Maak het steunstukje (1) los door met een
schroevedraaier op de binnenveer te drukken en
verwijder het tegelijkertijd met het deurtje;
2. verwijder naaf (2) en monteer haar aan de andere
kant op het vrijgekomen gaatje;
3. draai het deurtje 180° om, verwijder het
steunstukje (1) en monteer het aan de andere kant;
4. Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje
(1) op hun plaats te schuiven tot ze geblokkeerd
worden.
Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te
verzekeren is het deurtje voorzien van een
eenvoudige veerinstallatie, waardoor het deurtje open
blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt.
Omkeren deurdraairichting
Neem, voor het uitvoeren van de handelingen, de
steker van het apparaat uit de wandcontactdoos.
Voor het wijzigen van de deurdraairichting als volgt te
werk gaan:
1. Draai het bovenscharnier (1) los en ondersteun de
deur zodat hij niet valt;
2. draai het onderscharnier (2) los;
3. de doppen (3) uit de gaten (F) verwijderen en in de
gaten (F
1
) aan de tegenovergestelde kant steken.
4. het bovenscharnier (1) aan de onderkant van de
tegenovergestelde zijde monteren (positie A);
5. de deur op de scharnierpin (1) plaatsen in positie
(A).
6. de pin van het gedemonteerde onderscharnier (2)
steken in het bovengat (G) van de deur en
vervolgens het scharnier bovenaan bevestigen in
positie (B).
S.I.003
F
F
B
A
F
3
1
2
G
1
F
1
1
2
180°
PR140
Inbouwaanwijzingen
De afmetingen van de nis moeten overeenkomen met
de afmetingen uit de tekening.
Het apparaat kan tussen twee kasten geplaatst
worden of als eindmeubel.
S.I.004
600
550
600
600
820 - 870
b
a
1. Het zijpaneel aan de achterkant bevestigen met de
bijgeleverde beugeltjes.
D326
SUPER.
INFER.
POVEN ONDER
38
4. Onderdelen A, B, C, D scheiden zoals u in de
tekening ziet.
PR266
A
B
C
D
39
2. Schuif het apparaat in de nis met de zijkant waar
de deur opent, tegen de wand van de nis.
Bevestig het apparaat aan het werkblad of aan de
niswand. Breng het afdichtprofiel tussen nis en
apparaat aan.
D319
E
E
SUPER.
INFER.
POVEN ONDER
3. Het apparaat is voorzien van verstelbare voeten; u
brengt het apparaat op de gewenste hoogte
(max. 870 mm.) door de voeten in de vier
onderhoeken te verstellen.
S.I.006
30
5. Geleider (A) tegen de binnenkant van de kastdeur
aan de boven- en onderkant houden volgens de
tekening en de plaats van de buitenste gaten
aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de
geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten.
20mm
A
50mm
PR166
6. Afdekking (C) op geleider (A) vastklikken.
N
PR33/2
C
A
8mm
PR167
A
B
7. De deur van het apparaat en die van de kast met
een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (B) in
geleider (A) aanbrengen. De deuren samen
vasthouden en de gaten aangeven zoals in de
tekening. De ijzers weghalen en gaten van Ø 2
mm. boren op een afstand van 8 mm. van de
buitenrand van de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig
het met de bijgeleverde schroeven.
40
Montage van de sokkel
Belangrijk
Het originele ventilatierooster dient gebruikt
te worden opdat de functionaliteit van het
apparaat niet belemmerd wordt.
In geval van max. ruimte A = 820 mm en
sokkelhoogte a = 100 mm. kan de sokkel
zondermeer gemonteerd worden.
Dit is ook het geval indien de max. ruimte van de
hoogte B= 870 mm en de sokkelhoogte b= 150 mm.
bedraagt.
Als de sokkelhoogte meer bedraagt dan a=100 mm,
b=150 mm moet de sokkel totaan de helft van de
bedekte zone van het apparaat
afgesneden/afgezaagd worden, op een breedt van
580 mm op een overblijvende hoogte van
a=100mm, b=150 mm.
De sokkel aan de keuken bevestigen.
Belangrijk
De sokkel moet op een afstand van
tenminste 25 mm van de deur geplaatst
worden.
S.I.007
S.I.008
580
a = 100
b = 150
25 - 80
A = 820
B = 870
25
8. Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u
gebruik maken van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of de deur van het
apparaat goed sluit.
PR168
PR167/1
D
B
9. Afdekking (D) op geleider (B) vastklikken.

Documenttranscriptie

INHOUD Waarschuwingen en belangrijke adviezen 29 Beschrijving van het apparaat Gebruik 30 31 Technische gegevens 36 Installatie 37 Reiniging van de binnenkant 31 Plaats van opstelling 37 Ingebruikname 31 Elektrische aansluiting 37 Temperatuurinstelling 31 Voorbereiding rooster 37 Koelen van levensmiddelen 31 Omkeren deurdraairichting 38 Invriezen van verse levensmiddelen 31 Omkeren draairichting deurtje 38 Bewaren van diepvriesprodukten 31 Inbouwaanwijzingen 38 Ontdooien van ingevroren produkten 32 Montage van de sokkel 40 Ijslaatjes 32 De indeling van de koeler 32 Verplaatsen var deurvakken 32 Tips 33 Tips het koelen 33 Tips het invriezen 33 Tips het diepvriesprodukten 33 Onderhoud Ontdooien 34 34 Periodieke reiniging 35 Extra reiniging 35 Geprolongeerd stilstand 35 Vervangen van de lamp 35 Storingen 36 28 WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN N Het is uiterst belangrijk dat de bij het apparaat behorende gebruiksaanwijzing bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over de gebruiksaanwijzing en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken. Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Algemene veiligheid Onderhoud / Reparatie Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. ■ Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen. ■ Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaakwerkzaamheden of het verwisselen van het, eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint altijd de stekker uit het stopcontact. ■ Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees voorzichtig bij het tillen. ■ Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat, zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton enzovoorts. ■ Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke, kan verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben; wacht even. AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok bloot kunnen staan. ■ Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat de delen van het koelcircuit niet zodanig worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou kunnen lekken. ■ Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een centrale verwarming of een gasfornuis. ■ Laat het apparaat niet langdurig in direct zonlicht staan. ■ Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade aan de koelkringloop. ■ Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de kelder geplaatst worden. ■ Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) nooit in de kast. ■ ■ ■ ■ ■ Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact dient, ook na eventuele onder- of inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden welke door personen zonder de noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel tot gevolg hebben. Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te worden. Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE. Gebruik ■ ■ ■ ■ 29 Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen van eet- of drinkbare producten. Volg de raadgevingen van de fabrikant op met betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-ten mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom ingevroren worden. De vriezende binnenwanden of -vlakken in het apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare schade aan het apparaat en bederf van de levensmiddelen veroorzaakt. Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven. ■ ■ Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat kunnen beschadigen. Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing van de inhoud exploderen. ■ Installatie ■ ■ ■ Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Als de voedingskabel beschadigd raakt, moet de kabel, eventueel met stekers, vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de fabrikant of het servicecentrum. Tijdens normaal gebruik worden de condensor en de compressor die zich op de achterkant van het apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in de speciale afbeelding. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatieopeningen tijdens gebruik niet worden afgedekt. Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrandingsletsel door aanraking van hete tot zeer hete delen. Afhankelijk van de wijze van transport kan olie vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten minste een half uur alvorens de stekker in het stopcontact te steken. Na achteroverliggend vervoer ten minste een halve dag. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de compressor terug te vloeien. Apparaten welke van een absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in bedrijf genomen worden. Controleer circa 24 uur na het in bedrijf stellen of het apparaat naar behoren werkt. Milieubescherming ■ ■ Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen. Het apparaat moet niet weggegooid worden samen met het huisvuil of met gesloopte apparaten. Vermijden dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de achterkant in de zone van de warmtewisselaar. Inlichtingen over ophaaldiensten kunnen worden verschaft door de gemeentelijke autoriteiten. De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor recycling. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT ➀ Botervak ➁ Deurvak met beugel ➂ Flessenrek ➃ Opening luchtafvoer ➄ Luchttoever filter ➅ Groentenladen ➆ Levensmiddelen rekken ➇ Thermostaat ➈ Het diepvriesvak ➈ ➀ ➁ ➇ ➆ ➅ ➂ ➄ ➃ 30 N HET GEBRUIK Reiniging van de binnenkant Koelen van levensmiddelen Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnenkant met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog vervolgens de wanden goed af. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen, waarmee u de afwerkingen van het apparaat zou kunnen beschadigen. Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen: ■ plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte; ■ dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het; ■ plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan cirkuleren. Ingebruikname Invriezen van verse levensmiddelen Steek de steker in de wandkontaktdoos. Open de deur en draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand «O» (STOP-stand). De koelkast is nu in werking. In het -diepvriesvak kunt u verse levensmiddelen invriezen en diepvriesprodukten bewaren. Voor het invriezen kunt u de thermostaatknop op de gebruikelijke stand laten staan. Wilt u sneller invriezen, dan dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. In deze stand kan de temperatuur in het koelvak echter beneden 0°C dalen. In dat geval dient u de knop op een minder koude stand te draaien. Temperatuurinstelling De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan verhoogd worden (minder koud) door de knop naar een lager cijfer te draaien of verlaagd worden (kouder) door de knop naar een hoger cijfer te draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: de kamertemperatuur; de frequentie waarmee de deuren geopend worden; de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; de plaats van het apparaat. Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de middenstand te draaien. De werking van de kast kan geheel gestopt worden door de knop in de stand «O» te draaien. Bewaren van diepvriesprodukten Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of haar weer gebruikt na een periode van stilstand, dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar de gebruikelijke stand. Belangrijk Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval. Wij adviseren u om na een stroomuitval de diepvriesprodukten in korte tijd te konsumeren (een temperatuurstijging verkort de houdbaarheidsduur van de produkten). De normale houdbaarheid wordt niet aangetast indien de stroomuitval kort was (minder dan 12 uur) en het vriesvak vol is. Attentie Het kan voorkomen dat, indien de thermostaatknop in de koudste stand gedraaid is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme omgevingstemperatuur of het snel willen koelen van grote hoeveelheden dranken, de kompressor kontinu loopt, waardoor automatische ontdooiing van de koelverdamper niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in dat geval, de thermostaatknop naar een wat minder koude stand, zodat automatische ontdooiing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u tevens energie. 31 Ontdooien van ingevroren produkten De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien. Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook- of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn. IJslaatjes Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor het maken van ijsblokjes geleverd. Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak. Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los te wrikken. De indeling van de koeler De rekken zijn naar verschillende hoogten verplaatsbaar. Trek ze daartoe een stukje naar voren en kantel ze omlaag. D040 Deurvakken De ruimte tussen de deurvakken kan naar behoefte aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk: 1. trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen aangegeven richting totdat het loskomt. 2. Verplaats daarna het vak naar de gewenste hoogte. Voor een goede schoonmaakbeurt kan het bovenste deurvakje verwijderd worden door het in de richting van de pijl (zie Fig.) te schuiven, waarna het weer op zijn plaats gezet wordt. 32 N TIPS Tips het koelen Enkele praktische tips: 1 Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden. 2 1 Vlees (alle soorten): wordt in plàstic zakjes op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst. Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. 2 3 3 Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of alluminiumfolie verpakt. Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast. S.I.009 Tips het invriezen ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Tips het diepvriesprodukten Neem de volgende regels in acht: ■ kontroleer dat de diepvriesprodukten in de winkel op de juiste wijze bewaard worden; ■ breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel mogelijk over naar het vriesvak; open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk. ■ Wees heel voorzichtig bij aankoop van diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide waren mag u niet opnieuw invriezen. ■ Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de vervaldatum van de fabrikant. de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt invriezen in 24 uur staat aangegeven op het “typeplaatje”; het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe; vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en eerste kwaliteit levensmiddelen in; verdeel de levensmiddelen in handzame porties . Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien; verpak de levensmiddelen in aluminium- of kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht af; zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in aanraking komen met reeds ingevroren produkten; de temperatuur van deze laatste zou daardoor kunnen stijgen; mager voedsel is ingevroren langer houdbaar dan vet voedsel; ook zout verkort de houdbaarheid; vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen verbranden; schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de houdbaarheidsduur kunt kontroleren; plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak; de blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen. 33 ONDERHOUD Neem voor iedere handeling altijd eerst de steker uit de wandkontaktdoos. Belangrijk Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient daarom uitsluitend door door de fabrikant bevoegd personeel uitgevoerd te worden. Ontdooiing Het ijs dat zich op de achterwand van het koeldeel vastzet wordt telkens als de kompressormotor stilstaat automatisch ontdooid. Het dooiwater wordt via een speciale goot naar een verzamelbak aan de onderkant van het apparaat gevoerd, waar het vervolgens uit verdampt. Wij adviseren u het afvoergaatje (F) dat zich onder de groentelade bevindt van tijd tot tijd van het dooiwater te ontdoen. U kunt dit doen door de groentelade eruit te halen en het speciale "reinigingsstaafje" (P) dat bij het apparaat inbegrepen is te gebruiken om het gaatje door te prikken. Op die manier voorkomt u dat het vak waar de groentelade inzit volloopt met water. In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor de meegeleverde plastic spatel. Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien. Ga als volgt te werk: 1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de steker uit het stopkontakt; 2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten en bewaar ze op een koele plaats; 3. laat de deur openstaan en plaats een teiltje op het onderste rek van het koelkastvak onder het afvoergaatje, haal de dop van de afvoer (zie figuur); 4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje weer af met de dop. 5. Bewaar de schraper zodat u hem opnieuw kunt gebruiken. 6. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in het stopkontakt. 7. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terugplaatsen. 34 P F S.I.011 PR151 Belangrijk Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen beschadigen. Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven. Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheidsduur verkorten. N Periodieke reiniging Het apparaat is voorzien van een vastgeklikt filter (1) en van een luchtafvoer (2) op het ventilatierooster, die regelmatig schoongemaakt moeten worden zodat een goede ventilatie aan de achterzijde gegarandeerd wordt en het apparaat optimaal kan functioneren. U kunt het filter verwijderen en met water reinigen. Hiervoor gaat u als volgt te werk: 1. met uw vingers tegelijk op de twee knopjes (a) en (b) drukken; 2. het filter naar beneden draaien; 3. het filter verwijderen. In omgekeerde volgorde te werk gaan om het filter te monteren. 2 b a 1 S.I.012 Extra reiniging Het apparaat is zo gebouwd dat u de achterzijde bij de muur kunt reinigen, eventueel met behulp van een stofzuiger. 1. De sokkel (1) verwijderen; 2. het ventilatierooster (2) demonteren; 3. het carter (3) voorzichtig verwijderen, let erop dat er geen druppels dooiwater aanwezig zijn. 3 S.I.013 Tijdelijk buiten gebruik stellen Tijdens de periodes waarin het apparaat niet gebruikt wordt, de volgende aanwijzigen opvolgen: - de steker uit de wandcontactdoos halen; - alle levensmiddelen verwijderen, - het apparaat laten ontdooien en de - binnenwanden en accessoires schoonmaken; - de deuren op een kier laten staan zodat er geen onaangename geuren ontstaan. Vervangen van de lamp Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze bereikbaar: 1. Schroef het afschermkapje los; 2. verwijder het losse deel door er lichte druk op uit te oefenen (zie figuur). Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan eerst of het soms los in de fitting zit. Als het lampje dan nog niet brandt, vervang het dan door een lampje met hetzelfde vermogen. Het vermogen is op het afschermkapje aangegeven. D411 35 2 1 SERVICEDIENST EN ONDERDELEN N Indien het apparaat niet goed funktioneert, kontroleer dan: Verhelpen Storing Apparaat wrkt niet. - Apparaat is niet aangezet; apparaat aanzetten. - Stekker zit niety in het stop-contact of zit los; stekker in stop contact teken. - Zekering is los of kapot; zekering controleren, eventueel vernieuwen. - Stopcontact is kapot; storingen in het lichtnet door Uw electrovakman laten verhelpen. Apparaat koelt te sterk. - Temperatuur is te laag ingesteld; temperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten. De levensmiddelen zijn te warm. - Temperatuur is niet juist ingesteld; zie hoofdstuck “Ingestbruikname”. - Deur heeft te lang opengestaan; deur slechtszo lang open laten als notig is. - In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen; temperatuurregelaar op een koudere stand zetten. - Het apparaat staat naast een warmtebron; zie hoofdstuk “Platats van opstelling”. Binnenverlichting werkt niet. - Lamp is kapot; zie hoofdstuk “Vervangen van de lamp”. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting. - Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van de deuraanslag); op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn® verwarmen (niet heter dan ca. 50°C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct. - Dit is normaal, het betreft geen storing; de compressor start na enige tijd automatisch. Water op de bodem van de koelruimte of op de planken. - Ontdooiwaterafvoer is verstopt; zie hoofdstuk “Het Ontdooien”. Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan onze service-afdeling. Geef daarbij altijd het model en het typenummer van de kast op. Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich rechtsonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt. TECHNISCHE GEGEVENS Het typeplaatje met de technische gegevens vindt u aan de rechter binnenzijde van het apparaat. Hoogte mm 815 Breedte mm 560 Diepte mm 538 36 N INSTALLATIE Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, onbruikbaar te maken. Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is. Dit apparaat voldoet aan de volgende EUrichtlijnen: - 73/23 EG-richtlijn van 19/02t73 (Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen; - 87/308 EG-richtlijn van 02/06/87 (Radio-ontstoring) en opeenvolgende wijzingen; - 89/336EG-richtlijn van 3/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen. Plaats van opstelling Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz. De beste resultaten worden bereikt met een ruimtetemperatuur tussen +16°C en +32°C (NKlasse), of tussen +10°C en +32°C (SN-Klasse). De klasse staat op het typeplaatje vermeld. Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen. Voorbereiding rooster Het rooster van het apparaat verwijderen door het met twee handen naar u toe te trekken. Deuropening rechts: - De linkerkant (A) van het rooster vanaf de achterzijde afsnijden. Elektrische aansluiting Overtuig u ervan dat de netspanning en de netfrequentie, welke op het typeplaatje in de kast staan aangegeven, overeenkomen met de netspanning en de netfrequentie in uw woning. Een afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan. Bij aansluiting op een andere spanning dient u een geschikte transformator te gebruiken. Belangrijk De stekker mag alleen geplaatst worden in een geaard stopcontact. De kast is daarom voorzien van een speciaal drieaderig snoer, geschikt voor een geaard stopcontact. Mocht het stopcontact in uw woning niet geaard zijn, dan dient een erkend installateur het apparaat volgens de geldende normen te aarden. Wij wijzen u er op dat schade of letsel, veroorzaakt door het niet voldoen aan dit veiligheidsvoorschrift, niet onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant valt. a A B b S.I.002 Deuropening links: - De rechterkant (B) van het rooster vanaf de achterzijde afsnijden. a a Attentie Het apparaat moet van het elektriciteitsnet afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar blijven. S.I.001 Het rooster als volgt opnieuw op het apparaat plaatsen: - het rooster tegen de basis van het apparaat houden en op de haakjes (a) drukken totdat het vastklikt. 37 Omkeren deurdraairichting Omkeren draairichting deurtje Neem, voor het uitvoeren van de handelingen, de steker van het apparaat uit de wandcontactdoos. Voor het wijzigen van de deurdraairichting als volgt te werk gaan: 1. Maak het steunstukje (1) los door met een schroevedraaier op de binnenveer te drukken en verwijder het tegelijkertijd met het deurtje; F1 F 1 B G 3 180° 2 A F1 F 2 1 PR140 S.I.003 2. verwijder naaf (2) en monteer haar aan de andere kant op het vrijgekomen gaatje; 3. draai het deurtje 180° om, verwijder het steunstukje (1) en monteer het aan de andere kant; 4. Monteer het deurtje door bovenstift en steunstukje (1) op hun plaats te schuiven tot ze geblokkeerd worden. Om de houdbaarheid van de levensmiddelen te verzekeren is het deurtje voorzien van een eenvoudige veerinstallatie, waardoor het deurtje open blijft staan tot u het niet goed dichtdrukt. 1. Draai het bovenscharnier (1) los en ondersteun de deur zodat hij niet valt; 2. draai het onderscharnier (2) los; 3. de doppen (3) uit de gaten (F) verwijderen en in de gaten (F1) aan de tegenovergestelde kant steken. 4. het bovenscharnier (1) aan de onderkant van de tegenovergestelde zijde monteren (positie A); 5. de deur op de scharnierpin (1) plaatsen in positie (A). 6. de pin van het gedemonteerde onderscharnier (2) steken in het bovengat (G) van de deur en vervolgens het scharnier bovenaan bevestigen in positie (B). Inbouwaanwijzingen De afmetingen van de nis moeten overeenkomen met de afmetingen uit de tekening. POVEN SUPER. ONDER INFER. 60 0 820 - 870 55 0 600 a 600 b D326 S.I.004 Het apparaat kan tussen twee kasten geplaatst worden of als eindmeubel. 1. Het zijpaneel aan de achterkant bevestigen met de bijgeleverde beugeltjes. 38 POVEN SUPER. N ONDER INFER. 50mm E E A 20m m D319 PR166 2. Schuif het apparaat in de nis met de zijkant waar de deur opent, tegen de wand van de nis. Bevestig het apparaat aan het werkblad of aan de niswand. Breng het afdichtprofiel tussen nis en apparaat aan. 5. Geleider (A) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de boven- en onderkant houden volgens de tekening en de plaats van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten. A C 30 PR33/2 S.I.006 3. Het apparaat is voorzien van verstelbare voeten; u brengt het apparaat op de gewenste hoogte (max. 870 mm.) door de voeten in de vier onderhoeken te verstellen. 6. Afdekking (C) op geleider (A) vastklikken. 8mm B A A C PR167 D B 7. De deur van het apparaat en die van de kast met een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (B) in geleider (A) aanbrengen. De deuren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de tekening. De ijzers weghalen en gaten van Ø 2 mm. boren op een afstand van 8 mm. van de buitenrand van de deur. Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven. PR266 4. Onderdelen A, B, C, D scheiden zoals u in de tekening ziet. 39 Montage van de sokkel Belangrijk Het originele ventilatierooster dient gebruikt te worden opdat de functionaliteit van het apparaat niet belemmerd wordt. PR168 8. Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten. Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit. S.I.007 ■ B ■ D PR167/1 a = 100 b = 150 A = 820 B = 870 9. Afdekking (D) op geleider (B) vastklikken. In geval van max. ruimte A = 820 mm en sokkelhoogte a = 100 mm. kan de sokkel zondermeer gemonteerd worden. Dit is ook het geval indien de max. ruimte van de hoogte B= 870 mm en de sokkelhoogte b= 150 mm. bedraagt. Als de sokkelhoogte meer bedraagt dan a=100 mm, b=150 mm moet de sokkel totaan de helft van de bedekte zone van het apparaat afgesneden/afgezaagd worden, op een breedt van 580 mm op een overblijvende hoogte van a=100mm, b=150 mm. 580 25 - 80 25 S.I.008 ■ De sokkel aan de keuken bevestigen. Belangrijk De sokkel moet op een afstand van tenminste 25 mm van de deur geplaatst worden. 40
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Electrolux ERU13300 Handleiding

Type
Handleiding