Aeg-Electrolux LREGINA Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

LAVAMAT REGINA - BELLA
Gebruiksaanwijzing Wasmachine
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in
staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten
verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan
kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een
eventuele toekomstige eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
INHOUD
BEDIENINGSINSTRUCTIES 3
VEILIGHEIDSINFORMATIE 3
Algemene veiligheid 3
Installatie 4
Gebruik 4
Veiligheid van kinderen 5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 5
Wasmiddellade 6
BEDIENINGSPANEEL 7
Symbolen: 7
Display (7) 8
Controlelampjes (10) 9
HET EERSTE GEBRUIK 9
PERSONALISERING 9
Geluidssignalen 9
Kinderslot 9
DAGELIJKS GEBRUIK 10
Wasgoed in de machine doen 10
Wasmiddel en wasverzachter doseren 10
Kies het gewenste programma met de
programmakeuzeknop (1) 11
Selecteer de optie CENTRIFUGE-snelheid
(KORT CENTRIFUGEREN) of de optie
SPOELSTOP (toets 2) 11
Programmakeuzetoetsen 12
Kies de optie VOORWAS (toets 3) 12
Kies de optie VLEKKEN (toets 5) 12
Kies de optie BEHOEDZAAM (toets 5) 12
Selecteer de optie TIJDBESPARING (toets 6)
12
Selecteer START/PAUZE (Toets 8) 12
Selecteer de UITGESTELDE START (toets 9)
13
Een extra spoelgang (EXTRA SPOELGANG)
kiezen 13
Een optie of lopend programma wijzigen
14
Een programma onderbreken 14
Een programma annuleren 14
De deur openen nadat het programma is
gestart 14
Aan het einde van het programma 14
WASPROGRAMMA'S 15
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 18
De was sorteren 18
Temperaturen 18
Voordat u de was in de machine doet 18
Maximale belading 19
Het gewicht van wasgoed 19
Vlekken verwijderen 19
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
20
Graden van waterhardheid 20
ONDERHOUD EN REINIGING 21
Ontkalken 21
Na elke wasbeurt 21
Onderhoudswasbeurt 21
Schoonmaken van de buitenkant 21
Wasmiddellade 21
Wastrommel 22
Deurrubber 22
Afvoerpomp 22
De watertoevoerfilters schoonmaken 24
Machine legen in geval van nood 25
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 26
PROBLEMEN OPLOSSEN 26
TECHNISCHE GEGEVENS 30
2
Inhoud
VERBRUIKSWAARDEN 30
MONTAGE-INSTRUCTIES 31
MONTAGE 31
Uitpakken 31
Plaatsing en waterpas zetten 33
Watertoevoer 33
Waterstop 35
Waterafvoer 35
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
36
MILIEUBESCHERMING 36
Verpakkingsmaterialen 37
Milieutips 37
Wijzigingen voorbehouden
BEDIENINGSINSTRUCTIES
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten
met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant,
de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later
nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschon-
ken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiks-
aanwijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de
werking van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te instal-
leert of in gebruik neemt.
Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het trans-
port, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er
onderdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de
wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik
neemt.
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze
veranderingen aan te brengen aan dit apparaat.
Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aan-
raken!
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om dit te
voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere har-
de, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen
niet in het apparaat terechtkomen.
Veiligheidsinformatie
3
192997833-00-182010
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel
doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de
fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kus-
sensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of
gescheurde materialen te wassen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stop-
contact en draai de kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondes-
kundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken.
Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele
vervangingsonderdelen.
Installatie
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het
apparaat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden ver-
wijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere
eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaan-
wijzing.
Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang
staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes
te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circu-
leren.
Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofd-
stuk "Bevriezingsgevaren.
Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamhe-
den, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werk-
zaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het appa-
raat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor machinaal wassen. Volg de in-
structies op het wasvoorschrift in de kleding.
Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle
knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlek-
ken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat
wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mo-
gen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn ge-
4
Veiligheidsinformatie
bruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voor-
dat u het in de wasautomaat doet.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werk-
blad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegan-
kelijk is.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen)
met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het
gebruik van het apparaat
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleve-
ren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van
kinderen.
Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet
in de trommel kunnen klimmen. Om te voor-
komen dat kinderen of huisdieren binnen in
deze machine vast komen te zitten, heeft
hij een speciale functie. Om deze functie te
activeren draait u de knop (zonder deze in
te drukken) aan de binnenkant van de deur
naar rechts tot de groef horizontaal staat
Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze
functie uit te schakelen en de mogelijkheid
te herstellen om de deur te sluiten, draait u
de knop naar links tot de groef verticaal
staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling
van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel.
Het spaarklepsysteem staat het totale gebruik van wasmiddel toe en vermindert het wa-
terverbruik om energie te sparen.
Beschrijving van het product
5
1
2
3
4
5
6
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Deurhandgreep
4 Typeplaatje
5 Afvoerpomp
6 Verstelbare pootjes
Wasmiddellade
Vakje voor waspoeder voor de voorwas . Het
voorwasmiddel wordt het begin van het waspro-
gramma ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
te gebruiken voor de hoofdwas .
vakje voor vloeibare toevoegingen (wasver-
zachter, stijfsel).
Vakje voor vlekkenverwijderaar te gebruiken
voor de hoofdwas met VLEKKEN-optie .
6
Beschrijving van het product
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuze-
knop zien als ook de verschillende toetsen en het display. Deze onderdelen worden weer-
gegeven met relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 Programmakeuzeknop
2 Toets KORT CENTRIFUGEREN (CENTRIFUGEREN)
3 Toets VOORWAS (VOORWAS)
4 Toets VLEKKEN (VLEKKEN)
5 Toets BEHOEDZAAM (BEHOEDZAAM)
6 Toets TIJDBESPARING (EXTRA KORT)
7 Display
8 Toets START/PAUZE ( START/PAUZE)
9 Toets UITGESTELDE START (STARTUITSTEL)
10 Controlelampjes
Symbolen:
Handwas;
Kinderslot.
Bedieningspaneel
7
Display (7)
7.1 7.2
7.3
7.4
7.5
7.1 Kinderslot -symbool
7.2
Duur van het gekozen programma : Nadat u een programma gekozen heeft, wordt
de tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld
. De duur wordt au-
tomatisch berekend op basis van de aanbevolen maximale lading voor elk type was-
goed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes : Als de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen er alarm-
codes worden aangegeven, bijvoorbeeld
(zie hoofdstuk «Problemen oplossen»).
Einde programma : als het programma is afgelopen, wordt er een knipperende nul
weergegeven, na enkele minuten verdwijt het symbool 7.5 (Deur vergrendeld) van het
display, het controlelampje van toets 8 gaat uit en de deur kan worden geopend.
Verkeerde optiekeuze : als een optie gekozen is die niet compatibel is met het inge-
stelde wasprogramma, wordt de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven
en begint het gele controlelampje van toets 8 te knipperen
Uitgestelde start : Het gekozen uitstel(max. 20 uur), ingesteld met de desbetreffende
toets, wordt gedurende enkele seconden op het display weergegeven, daarna ver-
schijnt de duur van het eerder gekozen programma Het symbol 7.3 verschijnt op het
display. De tijdsduur van het uitstel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog
maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut af.
7.3 Startuitstel -symbool
7.4 Weergave programmavoortgang : het display toont de fases van de verschillende
wasprogramma's. Nadat de machine begint te werken, verschijnt het symbool van de was-
fase die nu bezig is:
= WASSEN, = SPOELEN, = POMPEN, = CENTRIFUGE-
REN - symbolen
7.5 Deurvergrendeling -symbool
Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden:
symbol aan: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat is in werking of het appa-
raat is gestopt, maar er zit nog water in de trommel.
symbool knippert: de deur wordt geopend
symbool uit: de deur kan nu geopend worden. Het wasprogramma is afgelopen.
8
Controlelampjes (10)
Als het controlelampje OVERDOSERING ( OVER-
DOSERING) 10.1 aan het einde van het program-
ma gaat branden, dan betekent dit dat er teveel
wasmiddel is gebruikt.
Als de machine extra spoelgangen uitvoert, gaat
het controlelampje EXTRA SPOELEN ( EXTRA SPOE-
LEN) 10.2 branden. Raadpleeg voor het toevoe-
gen van een extra spoelgang "Een extra spoel-
gang kiezen".
HET EERSTE GEBRUIK
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de in-
stallatie-instructies.
Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel
van de wasmiddellade om
de ECO -klep te activeren. Laat vervolgens het katoenprogramma op de hoogste tem-
peratuur draaien, zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricageresten uit
de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel in het
vakje voor de hoofdwas en start de machine.
PERSONALISERING
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen
zal zijn:
door aan de keuzeknop te draaien
door op de toetsen te drukken
in geval van een verkeerde keuze
aan het einde van een cyclus
in geval van problemen met de werking.
Door ongeveer 6 seconden op de toetsen 3 en 4 te drukken, wordt het geluidssignaal
uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op
deze twee toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer geactiveerd.
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen
zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
voordat toets 8 wordt ingedrukt: de machine kan niet gestart worden.
9
nadat toets 8 is ingedrukt: ingestelde programma's of opties kunnen niet veranderd
worden.
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de
toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 7.1 resp. op het display verschijnt of van het
display verdwijnt.
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur voorzichtig door de hand-
greep naar buiten te trekken. Doe het was-
goed stuk voor stuk in de trommel;
schud het eerst zo goed mogelijk uit.
2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het
sluiten een klik horen.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet tussen de deur en de
rubber pakking terecht komen.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en
wasmiddel.
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste hoeveel-
heid wasmiddel af, giet het in het vakje
voor de hoofdwas
. Als u een program-
ma wilt uitvoeren met de voorwas fase,
giet dan het wasmiddel in het vakje
.
Als u de vlekken functie wilt gebruiken,
giet de vlekkenverwijderaar dan in het
bakje
met de pijl.
10
Dagelijks gebruik
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in
het vakje
(de gebruikte hoeveelheid
mag de markering MAX in de lade niet
overschrijden).
Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig
in.
Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de
programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's").
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuze-
knop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal
spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. Op
stand
wordt het programma gereset en de machine uitgeschakeld.
Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op stand
worden gedraaid om de machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop naar een ander programma draait terwijl de machine in
bedrijf is, gaat het gele controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en wordt het bericht
Err op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het
nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Selecteer de optie CENTRIFUGE-snelheid (KORT CENTRIFUGEREN) of de optie
SPOELSTOP (toets 2)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maxi-
male centrifugetoerental voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat
uw wasgoed wordt gecentrifugeerd op een snelheid die afwijkt van de door de wasmachi-
ne voorgestelde temperatuur. Het desbetreffende lampje licht op.
SPOELSTOP : als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om
te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Als het programma is afgelopen vertoont het
display een knipperend
, het symbool 7.5 verschijnt op het display, het controlelampje
van toets 8 is uit. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het water weggepompt
moet worden.
Dagelijks gebruik
11
Lees om het water weg te pompen het hoofdstuk "Aan het einde van het program-
ma".
Programmakeuzetoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden.
Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste programma gekozen heeft
en voordat u op toets 8 drukt.
Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes branden. Als
zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit.
Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer
en verschijnt het bericht Err gedurende enkele seconden op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk "Waspro-
gramma's".
Kies de optie VOORWAS (toets 3)
Kies deze optie als u wilt dat uw wasgoed op 30°C wordt voorgewassen voor de hoofd-
was. De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en syntheti-
sche stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt.
Het desbetreffende lampje licht op.
Kies de optie VLEKKEN (toets 5)
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met
vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelings-
fase). Het desbetreffende lampje licht op.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u het programma
met de vlekkenoptie wilt gebruiken, giet dan vlekkenverwijderaar in het vakje
met een
blauwe pijl.
Kies de optie BEHOEDZAAM (toets 5)
Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit beperkt verminderd. De machine voegt een
spoelgang toe in de programma's voor katoen en synthetische stoffen.
Deze optie wordt aanbevolen voor niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak ge-
wassen worden.
Selecteer de optie TIJDBESPARING (toets 6)
Met deze optie kunt u de wastijd veranderen die de wasmachine automatisch heeft voor-
gesteld.
DAGELIJKS : door eenmaal op toets 6 eenmaal te drukken gaat het bijbehorende con-
trolelampje branden en zal de wasduur verkort worden om dagelijks wasgoed te wassen.
SUPERSNEL : door het 6 tweemaal indrukken van deze toets, blijft het bijbehorende con-
trolelampje branden, de wasduur wordt verkort om licht vervuild wasgoed of artikelen
die slechts korte tijd gebruikt of gedragen zijn te wassen. Op het display wordt de aflo-
pende wastijd weergegeven
Selecteer START/PAUZE (Toets 8)
Om het gekozen programma te starten, toets 8 indrukken, het bijbehorende rode contro-
lelampje stopt met knipperen.
12
Dagelijks gebruik
De symbolen 7.4 en 7.5 verschijnen op het display om aan te geven dat de machine in
werking is getreden en dat de deur vergrendeld is.
Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets 8 : het bijbehorende rode
controlelampje gaat knipperen.
Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken
drukt u opnieuw op de knop 8 . Als u een uitgestelde start geselecteerd heeft met
toets 9 , begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knip-
pert het gele controlelampje van de toets 8 3 keer, de melding Err wordt enkele secon-
den weergegeven.
Selecteer de UITGESTELDE START (toets 9)
Voordat u het programma start , als u de start wilt uitstellen, druk dan herhaaldelijk
op de toets om het gewenste uitstel te selecteren.
De duur van het gekozen uitstel (max. 20 uur) verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden
op het display, daarna verschijnt de duur van het programma weer
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u drukt op
de toets 8 .
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en ver-
volgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitgesteld.
De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u wasgoed in de machine wilt stop-
pen tijdens de uitgestelde tijd kunt u op toets 8 drukken om de machine te laten pauze-
ren. Voeg het wasgoed toe, doe de deur dicht en druk opnieuw op toets 8 .
De uitgestelde start kiezen.
Kies het programma en de gewenste opties.
Kies de uitgestelde start.
Druk op toets 8 : de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het programma zal
beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
Startuitstel annuleren
Zet de wasmachine op PAUZE door te drukken op toets 8 ;
Druk eenmaal op toets 9 tot het symbool
’ wordt weergegeven;
Druk nogmaals op toets 8 om het programma te starten.
Het gekozen uitstel kan alleen worden veranderd nadat u het wasprogramma opnieuw
hebt gekozen.
De functie Uitgestelde Start kan niet geselecteerd worden bij het programma POMPEN.
Een extra spoelgang (EXTRA SPOELGANG) kiezen
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige
huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met
een extra hoeveelheid water te spoelen.
Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de toetsen 2 en 3 : het controlelampje
10.2 gaat branden. Deze functie blijft permanent actief. Om de functie te verwijderen
nogmaals op dezelfde toetsen drukken tot het lampje 10.2 uit gaat.
Dagelijks gebruik
13
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voor-
dat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine laten pauzeren door op toets 8 te
drukken.
U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten . Draai de pro-
grammakeuzeknop eerst op
en dan op de stand van het nieuwe programma. Start
het nieuwe programma door nogmaals op toets 8 te drukken. Het water in de kuip zal
niet worden weggepompt.
Een programma onderbreken
Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende controle-
lampje gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een
nieuw programma kiezen.
De deur openen nadat het programma is gestart
Als de machine bezig is en tijdens de vertragingstijd is de deur vergrendeld. Mocht het
om enigerlei reden noodzakelijk zijn de deur te openen, dient eerst de machine op pauze
te worden gezet door op toets 8 te drukken. Als het symbool 7.5 na enkele minuten
uitgaat, kan de deur worden geopend.
Als het symbool 7.5 niet uit gaat en de deur vergrendeld blijft, betekent dit dat de ma-
chine al aan het opwarmen is of dat het waterniveau te hoog is. In dat geval kan de deur
niet worden geopend. Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u
de machine uit door de keuzeknop op
te draaien. Na enkele minuten kan de deur wor-
den geopend (let op het waterniveau en de temperatuur!) .
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en op de
toets 8 drukken.
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch, het controlelampje van toets 8 en het symbool 7.5 gaan
uit en er verschijnt een knipperende
op het display. Er klinken enkele geluidssignalen.
De deur kan nu geopend worden.
Als er een programma of een optie is geselecteerd die eindigt met water in de kuip, ver-
schijnt er een knipperende
op het display, het controlelampje van toets 8 gaat uit en
de deur blijft vergrendeld om aan te geven dat het water moet worden weggepompt al-
vorens de deur te kunnen openen.
Volg onderstaande instructies om het water af te voeren:
Zet de programmakeuzeknop op
Kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN
Verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de desbetreffende toets
Druk op toets 8 om het programma te starten
Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende
. Het sym-
bool 7.5 gaat uit en de deur kan worden geopend.
Draai de programmakeuzeknop op
om de machine uit te schakelen. Verwijder het was-
goed uit de trommel en controleer goed of de trommel helemaal leeg is. Als u niet van
14
Dagelijks gebruik
plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open staan om
de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebe-
sparingssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op
een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus.
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type was-
goed
Opties
Wasmiddel-
vakje
KATOEN
95° - 30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Lang centrifugeren op
1400 tpm voor BELLA en 1600 tpm voor REGINA
Max. lading 7 kg - Gereduceerde lading 3,5 kg
1)
Wit en bont katoen (normaal vervuilde artikelen).
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
3)
BEHOEDZAAM
EXTRA KORT
1)
EXTRA SPOELEN
40 - 60 MIX
40°
Hoofdwas - Spoelgangen - Lang centrifugeren op
1400 tpm voor BELLA en 1600 tpm voor REGINA
Max. belading 7 kg.
Wit en bont katoen Dit programma kan gebruikt
worden voor wasgoed dat apart gewassen moet wor-
den op 40°C of 60°C. Zo kunt u de trommel maxi-
maal beladen en energie en water besparen. U krijgt
hetzelfde goede wasresultaat als van een normaal
programma op 60°C.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
SYNTHETICA
60° - 30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
1000 tpm voor BELLA en 1200 tpm voor REGINA
Max. belading 3,5 kg - gereduceerde lading 2 kg.
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed,
gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden,
blouses.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA KORT
1)
EXTRA SPOELEN
15
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type was-
goed
Opties
Wasmiddel-
vakje
STRIJKVRIJ PLUS
40°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
1000 tpm voor BELLA en 1200 tpm voor REGINA
Max. belading 1,5 kg.
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen
en gecentrifugeerd moeten worden. Als u dit pro-
gramma kiest wordt het wasgoed behoedzaam ge-
wassen en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te
voorkomen. Op deze manier is strijken makkelijker.
Bovendien zal de machine extra spoelgangen uitvoe-
ren.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA SPOELEN
FIJNE WAS
40° - 30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
1000 tpm voor BELLA en 1200 tpm voor REGINA
Max. belading 3,5 kg - gereduceerde belading 2 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
3)
EXTRA KORT
1)
EXTRA SPOELEN
WOL PLUS - HANDWAS
30° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
1000 tpm voor BELLA en 800 tpm voor REGINA
Max. belading 2 kg
Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en
voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen.
Belangrijk!
Een enkel of groot stuk wasgoed kan een verkeerd
evenwicht van de trommel tot gevolg hebben. Als
de machine de laatste centrifugefase niet uitvoert,
voeg dan meer wasgoed toe, verdeel de lading hand-
matig opnieuw en kies vervolgens het centrifugepro-
gramma.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT SPOELEN
Spoelgangen - Kort centrifugeren op 1000 tpm voor
BELLA en 1200 tpm voor REGINA
Max. belading 7 kg.
Met dit programma is het mogelijk om katoenen kle-
dingstukken die met de hand gewassen zijn, uit te
spoelen en te centrifugeren. De machine voert enke-
le spoelgangen uit, gevolgd door een laatste centri-
fugegang.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
16
Wasprogramma's
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type was-
goed
Opties
Wasmiddel-
vakje
POMPEN
Water wegpompen.
Max. belading 7 kg.
Om het laatste spoelwater af te voeren in program-
ma's met de optie geselecteerd, waardoor het pro-
gramma eindigt met water in de trommel.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen en lang centrifugeren op 1400 tpm
voor BELLA en 1600 tpm voor REGINA
Max. belading 7 kg.
Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstuk-
ken die met de hand gewassen moeten worden en
na programma’s met de optie geselecteerd, waar-
door het programma eindigt met water in de trom-
mel. Voordat u dit programma kiest moet de keuze-
knop op
gedraaid worden. U kunt de snelheid
met behulp van de betreffende toets aanpassen aan
de stoffen die gecentrifugeerd moeten worden.
KORT CENTRIFUGEREN
DEKENS
40°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
800 tpm.
Max. belading 2 kg.
Speciaal programma voor een enkele synthetische
deken, dekbed, sprei enz
KORT CENTRIFUGEREN
20 MIN. - 3 KG
30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
1000 tpm voor BELLA en 1200 tpm voor REGINA
Max. belading 3 kg.
Dit programma kan gebruikt worden voor het snel
wassen van sportartikelen, of katoenen en syntheti-
sche artikelen die licht vervuild of slechts eenmaal
gedragen zijn.
KORT CENTRIFUGEREN
KORT INTENSIEF
60°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren op
1000 tpm voor BELLA en 1200 tpm voor REGINA
Max. belading 5 kg.
Snel wasprogramma, te gebruiken voor licht vervuil-
de witte/bonte katoenen artikelen en gemengde
weefsels.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Wasprogramma's
17
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type was-
goed
Opties
Wasmiddel-
vakje
ECO
60°
Hoofdwas - Spoelgangen - Lang centrifugeren op
1400 tpm voor BELLA en 1600 tpm voor REGINA
Max. belading 7 kg.
Wit en kleurecht katoen .
Dit programma kan worden gekozen voor licht of
normaal vervuilde katoenen artikelen. De tempera-
tuur wordt verlaagd en de wasduur wordt verlengd.
Hierdoor kunt u een goede wasefficiëntie bereiken
en tegelijk energie besparen.
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
= UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de
machine uit te schakelen.
1) Als u de optie Extra Kort kiest door op toets 6 te drukken, adviseren wij u de maximale belading te beperken,
zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2) Als u gebruikmaakt van vloeibaar wasmiddel, moet u een programma zonder voorwas selecteren.
3) De optie VLEKKEN kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de
wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch,
fijne was, wol.
Temperaturen
95° of 90°
voor normaal vervuild wit katoen en linnen (bijv. theedoeken,
handdoeken, tafelkleden, lakens...)
60°/50°
voor normaal vervuilde kleurechte kleding (bijv. overhemden,
nachthemden, pyjama's...) van linnen, katoen of synthetische
weefsels en voor licht vervuild wit katoen (bijv. ondergoed)
40°-30°- Koud
voor tere weefsels (bijv. vitrage), gemengde was inclusief synthe-
tische weefsels en wollen kledingstukken met het label «zuiver
wol, wasbaar in de machine, krimpvrij»
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit
soort kleding de eerste keer dan ook apart.
Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen in het wasgoed achterblijven (bijv.
haarspeldjes, veiligheidsspelden, spelden).
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange
riemen vast.
18
Nuttige aanwijzingen en tips
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
Maximale belading
De aanbevolen belading is te vinden in hoofdstuk "Wasprogramma's".
Algemene regels:
Katoen, linnen: trommel vol maar niet volgepropt;
Synthetica: trommel niet meer dan half vol;
Fijne was en wol: trommel niet meer dan een derde gevuld.
Indien u wast met een maximale belading maakt u efficiënt gebruik van water en energie.
Als de kleding sterk vervuild is, verminder dan de belading.
Het gewicht van wasgoed
De volgende gewichten zijn een indicatie:
De volgende gewichten zijn een indicatie:
badjas 1200 g
dekbedovertrek 700 g
heren overhemd 600 g
laken, herenpyjama 500 g
tafelkleed 250 g
kussensloop, toilethanddoek, nachtjapon, herent-shirt 200 g
theedoek, damesondergoed, zakdoek, blouse, herenondergoed 100 g
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen wa-
ter en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het
kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een
nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een
zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud
wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in
dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en
kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte
weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
1)
, leg het kledingstuk op een zachte doek en
dep de vlek.
1) gebruik geen aceton op kunstzijde
Nuttige aanwijzingen en tips
19
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met
brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijn-
zuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleek-
middel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton
1)
en dan met azijn-
zuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna gron-
dig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, ver-
volgens inwrijven met reinigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik
van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoe-
veelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de
kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden ge-
bruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels
waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C
max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmid-
dellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voor-
was te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van
geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelhe-
den en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet .
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informa-
tie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbe-
treffende waterleidingbedrijf.
Een waterontharder moet worden toegevoegd als het water een gemiddeld-hoge hard-
heidsgraad heeft (vanaf hardheidsgraad II). Volg de instructies van de fabrikant op. De
hoeveelheid wasmiddel kan altijd worden aangepast aan de hardheidsgraad I (=zacht).
Niveau Kenmerk
Graden van waterhardheid
Duits °dH Frans °T.H
1 zacht 0-7 0-15
2 gemiddelde 8-14 16-25
20
Nuttige aanwijzingen en tips
Niveau Kenmerk
Graden van waterhardheid
Duits °dH Frans °T.H
3 hard 15-21 26-37
4 erg hard > 21 > 37
ONDERHOUD EN REINIGING
U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reini-
gings- of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig
een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van was-
goed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voor-
komt u de vorming van kalkaanslag.
Na elke wasbeurt
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangena-
me luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na
een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard.
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant
van de trommel blijft zitten.
Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren.
Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
Moet de trommel leeg zijn.
Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met
biologische eigenschappen.
Schoonmaken van de buitenkant
Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep,
droog het daarna grondig af.
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant
van de machine te reinigen.
Wasmiddellade
De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt.
1. Verwijder de wasmiddellade door hem stevig naar buiten te trekken.
Onderhoud en reiniging
21
2. Verwijder het tussenschotje van de was-
verzachter uit het middelste vakje.
3. Maak alle onderdelen schoon met water.
4. Schuif het tussenschotje van de wasver-
zachter zo ver mogelijk naar binnen, zo-
dat het stevig op zijn plaats zit.
5. Maak het gehele inspoelbereik met een
borstel schoon, in het bijzonder de sproei-
monden in de bovenkant van inspoelvak-
jes.
6. Plaats de wasmiddellade in de geleide-
rails en duw hem naar binnen.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in
de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor
bevatten of ijzer of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen
te verwijderen.
Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een
kwart maatbeker wasmiddel toe.
Deurrubber
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en
haal evt. aanwezige voorwerpen weg die in de
manchet terecht zijn gekomen.
Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als:
de machine niet pompt en/of niet centrifugeert;
22
Onderhoud en reiniging
de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheids-
spelden, munten, enz. die de pomp blokkeren;
er een probleem met de waterafvoer is vastgesteld ( zie hoofdstuk "Problemen oplos-
sen..." voor meer details).
WAARSCHUWING!
Voordat u het pompdeurtje opent, schakelt u de machine uit en trekt u de hoofdstekker
uit het stopcontact.
Ga als volgt te werk:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
3. Open het pompdeurtje.
4. Trek de klep naar voren om hem te ver-
wijderen.
5. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp
om het vrijkomende water op te vangen.
6. Trek de noodafvoerslang naar buiten,
plaats hem in de opvangbak en verwij-
der de dop.
7. Als er geen water meer naar buiten
komt, schroef dan het deksel van de
pomp los door deze naar links te draai-
en en verwijder het filter. Gebruik in-
dien nodig een tang. Houd altijd een ou-
de doek bij de hand om het eventueel
gemorste water te kunnen opvegen.
Maak het filter schoon onder een kraan om alle pluis te verwijderen.
Onderhoud en reiniging
23
8. Verwijder vreemde materialen en was-
poeder van het filter en het schoepen-
rad.
9. Controleer of het schoepenrad van de
pomp kan draaien (het draait schokke-
rig). Als hij niet draait, neemt u contact
op met uw klantenservice.
10. Plaats de dop terug op de noodafvoers-
lang en zet de slang terug op zijn plaats.
11. Plaats het filter terug in de pomp door
het goed in de speciale geleidingen te
plaatsen. Schroef het deksel van de
pomp goed vast door het rechtsom te
draaien.
12. Plaats de klep terug en sluit het pomp-
deurtje.
WAARSCHUWING!
Als de machine in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet wa-
ter in de pomp aanwezig zijn.
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de
cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft gehaald. Wanneer u het
pompdeksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of het stevig is vastgezet om
lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water
wordt gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehoren-
de alarm toont (zie hoofdstuk "Problemen oplossen" voor meer informatie), moet u con-
troleren of de watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
Om de watertoevoerfilters schoon te maken:
24
Onderhoud en reiniging
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang van de kraan.
3. Reinig het zeefje in de slang met een har-
de borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
Zorg ervoor dat de aansluiting stevig
vast zit.
5. Schroef de slang van het apparaat. Houd
een oude doek bij de hand om eventueel
gemorst water te kunnen opvegen.
6. Maak het filter in de klep schoon met
een stevige borstel of met een doek.
7. Schroef de slang terug op de machine en
zorg dat de aansluiting stevig vast zit.
8. Draai de waterkraan open.
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te laten lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht;
3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld;
4. open het pompdeurtje;
5. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang in de
bak. Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak moe-
Onderhoud en reiniging
25
ten lopen. Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de slang. Gooi de opvang-
bak leeg. Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt;
6. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven;
7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats;
8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan
dalen, ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de watertoevoerslang los van de kraan;
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op de
vloer geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen;
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang weer op
zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst.
Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de vor-
ming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstemperatuur bo-
ven de 0°C ligt.
Elke keer als u het water afvoert met behulp van de noodafvoerslang, moet u 2 liter wa-
ter in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade gieten en daarna het
programma POMPEN laten draaien. Dit schakelt de SPAARKLEP -voorziening in, waar-
mee voorkomen wordt dat een gedeelte van het wasmiddel bij de volgende wasbeurt on-
gebruikt blijft.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van on-
oplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur gemakke-
lijk worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voordat u contact
opneemt met onze Klantenservice.
Tijdens de werking van de machine kan het gele controlelampje van toets 8 gaan knippe-
ren, een van de volgende alarmcodes verschijnt op het display en tegelijkertijd klinken er
om de 20 seconden enkele geluidssignalen waarmee aangegeven wordt dat de machine
niet werkt:
: probleem met de watertoevoer
: probleem met de waterafvoer
: deur open
: Anti-overloopsysteem geactiveerd
Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 8 om het programma opnieuw te star-
ten. Als het probleem, na alle controles, zich nog steeds voordoet, neem dan contact op
met onze service-afdeling.
26
Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak/Oplossing
De wasautomaat start niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw
woning.
De hoofdzekering in uw woning is doorgesla-
gen.
Vervang de zekering.
De keuzeknop is niet goed ingesteld en er is
niet op toets 8 gedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op
de toets 8 .
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet
worden, annuleer dan de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
Schakel deze functie uit.
De machine wordt niet met water gevuld:
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatven-
tielfilter is verstopt.
Reinig de wateraanvoerfilters (zie "Water-
aanvoerfilters reinigen" voor meer informa-
tie).
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in de machine en dat
loopt meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich
te laag.
Zie hoofdstuk "Waterafvoer".
De machine pompt het water niet weg en/
of centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij
het water in de trommel niet wordt wegge-
pompt of een programma dat alle spoelgan-
gen onderdrukt.
Kies programma POMPEN of CENTRIFUGE-
REN.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Problemen oplossen
27
Storing Mogelijke oorzaak/Oplossing
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of ongeschikt wasmiddel gebruikt
(te veel schuimvorming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de
toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd
gemakkelijk te zien, omdat het water langs de
slang naar beneden loopt; controleer of de
slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
De watertoevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De dop op de noodafvoerslang is na het schoon-
maken niet teruggeplaatst of het filter is niet
goed vastgeschroefd.
Zet de dop terug op de noodafvoerslang en
draai het filter volledig aan.
Onbevredigende wasresultaten:
Er is te weinig of ongeschikt wasmiddel ge-
bruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een an-
der middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen
behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare
producten om hardnekkige vlekken te be-
handelen.
De juiste temperatuur was niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur heeft
gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Verminder laadvolume.
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot de wascyclus is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot het symbool 7.5 uit is.
Er staat water in de trommel.
Kies programma Pompen of Centrifugeren.
28
Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak/Oplossing
De machine staat te schudden of maakt la-
waai:
De transportbouten en het verpakkingsmateri-
aal zijn niet verwijderd.
Controleer of het apparaat correct geïnstal-
leerd is.
De pootjes zijn niet afgesteld
Controleer of het apparaat goed waterpas
staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in
de trommel.
Doe meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint traag of de machine
centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor onbalans is
ingeschakeld omdat het wasgoed niet gelijk-
matig in de trommel is verdeeld. Het wasgoed
wordt herverdeeld doordat de machine de
trommel in tegenovergestelde richting rond-
draait. Dit kan verschillende keren nodig zijn
voordat de onbalans verdwijnt en het normale
centrifugeren kan worden hervat. Als na enke-
le minuten het wasgoed nog steeds niet gelijk-
matig in de trommel is verdeeld, zal de machi-
ne niet centrifugeren.
Misschien zit er te weinig wasgoed in de
trommel, voeg wat wasgoed toe, verdeel de
lading met de hand en kies dan het program-
ma centrifugeren.
De machine maakt een ongebruikelijk geluid:
De machine is uitgerust met een type motor
die vergeleken met andere traditionele moto-
ren een ongebruikelijk geluid maakt. Deze nieu-
we motor zorgt voor een soepelere start en
een betere verdeling van het wasgoed in de
trommel tijdens het centrifugeren, en voor
een betere stabiliteit van de machine.
Er is geen water zichtbaar in de trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne tech-
nologie werken erg zuinig en verbruiken wei-
nig water zonder dat dit van invloed is op de
prestatie van de machine.
Op het display verschijnt de alarmco-
de
:
Anti-overloopsysteem geactiveerd.
Koppel het apparaat los, draai de kraan
dicht en neem contact op met de klanten-
service.
Problemen oplossen
29
Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen,
neem dan contact op met onze Klantenservice.
Noteer alvorens te bellen het model, serienum-
mer en de aankoopdatum van de machine: de
Klantenservice zal om deze informatie vragen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
63 cm
Elektrische aansluiting Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typepla-
tje aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1400 tpm (BELLA)
1600 tpm (REGINA)
VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energieverbruik (kWh) Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Witte katoen 95° 2.15 65
Raadpleeg voor de
duur van de pro-
gramma's, het dis-
play op het bedie-
ningspaneel.
Katoen 60° 1.40 62
Katoen ECO 60°
1)
1.05 49
Katoen 40° 0.75 62
Synthetische stoffen
40°
0.60 53
Fijne was 40° 0.60 63
Wol/Handwas 30° 0.25 57
1) "Katoen ECO" op 60°C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het
energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
30
Technische gegevens
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk
van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de
omgevingstemperatuur.
MONTAGE-INSTRUCTIES
MONTAGE
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd alvorens de
machine in gebruik te nemen.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden gemon-
teerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd.
1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal ver-
wijderd heeft, de machine voorzichtig op
zijn achterkant leggen om de basis van
piepschuim van de onderkant te kunnen
verwijderen.
2. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoers-
lang van de slanghouders op de achter-
kant van het apparaat.
Montage
31
3. Draai de drie bouten los met de sleutel
die bij de machine geleverd is.
4. Schuif de betreffende kunststof afstand-
houders naar buiten.
5. Open de vuldeur, neem de watertoevoers-
lang uit de trommel en verwijder het po-
lystyreen blokje dat op de afdichting van
de deur zit.
32
Montage
6. Maak het kleine gaatje aan de bovenkant
en de twee grotere gaten dicht met de
plastic doppen die in het zakje zitten van
de gebruiksaanwijzing.
7. Sluit de watertoevoerslang aan zoals be-
schreven in paragraaf "Watertoevoer".
Plaatsing en waterpas zetten
Installeer de machine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de ma-
chine niet wordt belemmerd door tapijten, vloer-
bedekking, enz.
Voordat u de machine op kleine tegels plaatst,
een rubber mat gebruiken.
Probeer nooit oneffenheden van de vloer te cor-
rigeren door houten blokjes, karton of iets derge-
lijks onder de machine te plaatsen.
Als het onvermijdelijk is om de machine naast
een gasfornuis of kolenkachel te plaatsen, moet
er een isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie
aan de kant van het fornuis of de kachel tussen
beide apparaten geplaatst worden.
De machine mag niet geïnstalleerd worden in ruimtes waar de temperatuur onder 0°C
kan komen.
De watertoevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn.
Zorg ervoor dat het apparaat na installatie makkelijk bereikbaar is voor de reparateur
voor het geval er een storing moet worden verholpen.
Zet de machine zorgvuldig waterpas door de stelpootjes in of uit te draaien. Leg nooit
karton, hout of vergelijkbare materialen onder de machine om evt. oneffenheden in de
vloer op te heffen.
Watertoevoer
Een toevoerslang is meegeleverd; deze is te vinden in de trommel van de machine.
Dit apparaat moet aangesloten worden op een koud watertoevoer.
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige machine.
Montage
33
1. Open de vuldeur en neem de toevoers-
lang uit de trommel.
2. Sluit de slang met de haakse aansluiting
op de machine aan.
Bevestig de toevoerslang niet naar bene-
den gericht. Bevestig de slang altijd on-
der een hoek naar links of naar rechts, af-
hankelijk van de plaats waar de water-
kraan zich bevindt.
3. Breng de slang in de juiste positie door
de ringmoer los te draaien. Als de toe-
voerslang zich in de juiste positie be-
vindt, draai de ringmoer dan weer vast
om lekkage te voorkomen.
4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"-
schroefdraad. Gebruik altijd de bij de ma-
chine geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt
verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang
moeten kopen die speciaal voor dit doel is ge-
maakt.
De installatie moet voldoen aan de vereisten
van het plaatselijke waterleidingbedrijf en de
bouwvoorschriften. Controleer de minimale
waterdruk die vereist is voor de veilige werk-
ing van het apparaat in hoofdstuk "Techni-
sche gegevens.
34
Montage
Waterstop
De toevoerslang is voorzien van een waterstop,
een beveiligingsvoorziening tegen schade veroor-
zaakt door waterlekkage die kan ontstaan door
natuurlijke slijtage van de slang. Deze storing
wordt aangegeven door een rood vlak in venster
"A" . Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien
en contact opnemen met de Klantenservice om
de slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst:
1.
Over de rand van een gootsteen; gebruik hiervoor de bij de machine geleverde
slanggeleider van kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de was-
automaat aan het leeglopen is.
U kunt de slang met een stuk touw aan
de kraan vastbinden of aan de wand be-
vestigen.
2.
In een aftakking van een gootsteen-
afvoer. De aftakking dient zich boven de
sifon te bevinden, zodat de bocht zich
ten minste 60 cm boven de grond bevindt.
3.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een
hoogte van niet minder dan 60 cm en
niet meer dan 90 cm.
Het einde van de afvoerslang moet altijd ge-
ventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter
van de afvoerpijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de afvoerslang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
A
Montage
35
De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoers-
lang en koppelstuk is verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur van het apparaat.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereis-
te vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
WAARSCHUWING!
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
WAARSCHUWING!
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voort-
komt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
WAARSCHUWING!
Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk zijn.
WAARSCHUWING!
Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door on-
ze Klantenservice.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
36
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool zijn recyclebaar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze netjes weggooit in de daarvoor
bestemde containers.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u
aan de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het was-
goed kan daarna bij een lagere temperatuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van vervuiling van
het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed.
37
38
39
www.aeg-electrolux.com/shop
192997833-00-182010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Aeg-Electrolux LREGINA Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor