Indesit IWTE 51251 de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

37
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 40
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
Voorzorgsmaatregelen en advies, 41
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Beschrijving van de wasautomaat, 42-43
Bedieningspaneel
Display
Hoe openen en sluiten van de trommel
Het uitvoeren van een wascyclus, 44
Programma’s en functies, 45
Programmatabel
Wasfuncties
Wasmiddelen en wasgoed, 46
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
IWTE 51251
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
38
NL
Installatie
! Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u
het kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het
geval dat u de machine verkoopt, of u verhuist,
moet het boekje bij de machine blijven zodat
de nieuwe gebruiker de functies en betreffende
raadgevingen kan leren kennen.
! Lees de instructies met aandacht: u vindt er
belangrijke informatie betreffende het installeren,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Pak de wasmachine uit.
2. Controleer of de wasmachine geen schade
heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit
wel het geval is moet hij niet worden aangesloten
en moet u contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de vier
transportbouten met
de rubberen ring en
bijbehorende afstand-
stukken die zich aan
de achterkant bevin-
den (zie afbeelding).
4. Sluit de gaten af met
de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle stukken:
mocht de wasmachine
ooit worden vervoerd,
dan moeten deze weer
worden aangebracht.
Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere
schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpassen
1. Installeer de wasmachine op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een
muur, meubel of dergelijken.
2. Als de vloer niet
perfect horizontaal is
kunt u de onregelma-
tigheid opheffen door
de stelvoetjes aan de
voorkant in- of uit te
schroeven (zie afbeel-
ding); de hoek, geme-
ten ten opzichte van de
aanrecht, mag de 2°
niet overschrijden.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit
en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaat-
sen gedurende het functioneren van de machine.
In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt
regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de was-
machine genoeg plaats is voor ventilatie.
Plaatsen, verplaatsen.
Als uw wasmachine is
uitgerust met speciale
in-en uitklapbare wie-
len, kunt u de wasma-
chine makkelijk verpla
atsen. Om dit onderstel
tevoorschijn te halen
en de machine zonder
moeite te kunnen ver-
plaatsen, trekt u aan
de hendel linksonder onder de plint. Zodra u
de machine verplaatst heeft, moet u hem weer
waterpas zetten. Daarna staat de machine stevig
op zijn plaats (zie afbeelding).
Water- en elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mondstuk
met schroefdraad van
3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasauto-
maat aansluit moet u
het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de slang aan
de wasmachine door
hem op de betreffende
watertoevoer aan te
schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen
knellingen of kronkels
in de slang zijn.
! De waterdruk van de kraan moet binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens lig-
gen (zie bladzijde hiernaast).
! Als de slang niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde handelaar of
een bevoegde installateur.
! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
39
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan
de rand van een
wasbak of badkuip,
en bind de bijgele-
verde steun aan de
kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke-
lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van
de wasautomaat kan dragen, zoals aange-
geven in de tabel Technische Gegevens (zie
hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden
die zijn aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van
de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de
stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Voordat u de machine gaat gebruiken moet u
hem een wascycle laten uitvoeren met wasmid-
del maar zonder wasgoed, met het programma
van 90° zonder voorwassen.
65 - 100 cm
Technische gegevens
Model
IWTE 51251
Afmetingen
breedte cm 40
hoogte cm 85
diepte cm 60
Vermogen
van 1 tot 5 kg
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 42 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1200 toeren per minuu
Controlepro-
gramma’s
volgens de
richtlijnen
1061/2010
en
1015/2010
programma 3; standaar-
dprogramma voor katoen
op 60°C.
programma 4; standaar-
dprogramma voor katoen
op 40°C.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende EEC voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
40
NL
Toegang tot het voorvakje:
1 v e r w i j d e r h e t
afdekpaneel aan de
voorkant van de wa-
sautomaat met behulp
van een schroevendra-
aier (zie afbeelding);
2 draai het deksel eraf,
tegen de klok in (zie
afbeelding): het is nor-
maal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant
goed schoon;
4. schroef het deksel
er weer op;
5. monteer het paneel
weer, met de haakjes
goed bevestigd in de
juiste openingen, voor-
dat u het paneel tegen
de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet
hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de
hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstallatie
van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken en gedu-
rende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfrei-
nigende pomp en hoeft dus niet te worden
onderhouden. Het kan echter gebeuren dat
kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan
de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Reinigen:
Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met
een oude tandenborstel. Haal de beide sifon-
netjes uit het bovenste gedeelte van vakje 1 en
2 (afb. 4) los, controleer of deze niet verstopt
zijn en spoel ze schoon.
Hermonteren:
Vergeet niet de sifon-
netjes weer op de juiste
plaats terug te doen en
haak het laatje uitein-
delijk terug in de was-
machine (afb. 4, 2, 1).
Demonteren:
Druk licht op de grote
knop aan de voorkant
van het wasmiddel-
laatje en trek hem naar
boven (afb. 1).
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb.4
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
41
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar
en ouder, door personen met een beperkt licha-
melijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met
onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt,
mits ze worden begeleid, of wanneer zij toerei-
kende instructies hebben gekregen betreffende
het veilige gebruik van het apparaat en mits zij
op de hoogte zijn van de betreffende gevaren.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Onderhoud en reiniging mogen niet door kinde-
ren zonder supervisie worden uitgevoerd.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
ne komen als deze in werking is.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur, verei-
st dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebru-
ik van de gebruikte materialen te optima liseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren.
Het symbool op het product van de “afvalcontainer met
een kruiserdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
42
NL
Toets ON/OFF : druk even op de toets om de wasau-
tomaat aan of uit te zetten. Het groene START/PAUSE
controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de
wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de
wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 2
seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per
ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de
wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus
automatisch geannuleerd.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewen-
ste programma (zie “Programmatabel”).
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugeto-
erental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit
te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven.
Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de tempera-
tuur te verminderen of om met koud water te wassen: de
waarde wordt op het display aangegeven.
Toets UITGESTELDE START : druk hierop om een
uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen.
De vertraging wordt door het display aangegeven.
Beschrijving van de wasautomaat
CENTRIFUGE
toets
Toets met
controlelampje
START/PAUSE
Bedieningspaneel
Toets met controlelampje START/PAUSE: als het groene
controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets dru-
kken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart
blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus
wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controle-
lampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het symbool
niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te
hervatten drukt u opnieuw op de toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasautomaat
weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 0,5 W
DISPLAY
ON/OFF
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
UITGESTELDE
START
toets
43
NL
Hoe openen en sluiten van de trommel
A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en
zet het helemaal open.
B) Trommel openen (Soft opening):
Druk met een vinger de knop aangegeven in Afb. 2 en de trommel
opent zich gedoceerd.
C) Stop het wasgoed in de trommel (Afb. 3).
D) Sluiten (Afb 4).
- sluit de trommel goed af door eerst de voorste en
daarna de achterste klep naar beneden te brengen;
- zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in
de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep
vallen;
- controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt
gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer
u er lichtjes op drukt;
- sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine.
Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde
ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde
wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, het apparaat toont automatisch de maxi-
male temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze
compatibel zijn met het gekozen programma.
In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
“wasfase”.
Hoofdwas / Spoelen / Centrifuge / Waterafvoer
In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur” , de “UITGESTELDE START” en
de “centrifuge” :
Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond.
Het verlichte symbool geeft aan dat er een “UITGESTELDE START” is ingesteld.
Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond.
Symbool Deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool
uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig
is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur openen.
Display
B
CA
Fig. 1 Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
44
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de
toets . Het groene controlelampje START/PAUSE zal
langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Laad het wasgoed in en
zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden
aangegeven in de programmatabel op de volgende
bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Doe het wasmiddel in de
speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en
wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste
programma in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan
worden automatisch een temperatuur en een
centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand kunnen
worden gewijzigd. Op het display verschijnt de duur van
de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzigen van de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de
maximale temperatuur en centrifuge die voor het
ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde
waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen
programma. Door op de toets te drukken kunt u de
temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude
wascyclus “OFF”. Door op de toets te drukken kunt
u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen,
tot aan de complete uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals
op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane
waarden terugkeren.
Een uitgestelde start instellen.
Om de uitgestelde start van het gekozen programma
in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u
de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie is
geactiveerd verschijnt op het display het symbool .
Om de uitgestelde start te annuleren drukt u net zolang
op de toets tot op het display de tekst OFF verschijnt.
De eigenschappen van de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de functie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de toets om de functie te
deactiveren. Het controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje
van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en
zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het
controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan.
! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een groen licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symool is aan). Om een programma
te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u de
wasautomaat pauzeren door middel van de toets
START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer
daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de
toets START/PAUSE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is
kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/
PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het
punt dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END
verschijnt op het display. Als het symbool uitgaat kunt
u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het
deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat
uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u
langere tijd op de toets . De cyclus wordt onderbroken
en het apparaat gaat uit.
45
NL
Programma’s en functies
Programmatabel
Wasfuncties
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging,
de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor
een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch
wasgoed (zie “Programmatabel”). Met kunt u wassen
in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We
raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken
die voldoet voor een halve lading.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, , .
De functie draagt bij aan energiebesparing door het voor
het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een voordeel
voor zowel het milieu als de energierekening. De versterkte
werking en het geoptimaliseerde waterverbruik garanderen
uitstekende resultaten met een gelijke gemiddelde tijdsduur als
een standaardcyclus. Om betere wasresultaten te verkrijgen,
wordt het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aanbevolen.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
1, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, , .
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en
zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie
is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
11, .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge
dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden ge-
vormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de
trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de
optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE
gaan knipperen (de eerste groen, de tweede oranje). Om de cyclus
te bindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets
GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus 9 beëindigt de wasau-
tomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het
controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en
START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de
was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets
drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s
8, 11, 12, 13, 14, , .
1) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 60°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
Voor alle Test Institutes:
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma synthetisch lang: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 40°C.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Overgebleven
vochtigheid %
Energieverbru-
ik kWh
Totaal water lt
Duur cyclus
Voorwas
Wassen
Wasver-
zachter
Dagelijkse was (
Daily)
1
Katoen met voorwas: zeer vuile witte was.
90° 1200
5 53 1,82 64 150’
2
Katoen: Zeer vuile witte was.
90° 1200 -
5 53 1,90 60 135’
3
Standaardprogramma voor katoen op
60° (1):
zeer vuil wit en kleurecht
bont wasgoed.
60° 1200 -
5 53 0,88 47,5 160’
4
Standaardprogramma voor katoen op
40° (2):
niet zo vuile witte en bonte
fijne was.
40° 1200 -
5 53 1,09 92 150’
5
Katoen bont delicaat: niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1200 -
5 53 0,53 50 90
6
Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 800 -
3 44 0,85 39 110’
6
Synthetisch (3): niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800 -
3 44 0,53 39 100’
7
Standaardprogramma voor katoen op
2:
niet zo vuile witte en bonte fijne was.
20° 1200 -
5 - - - 180’
Speciale was (
Special)
8
Wol: voor wol, kasjmier, etc.
40° 800 -
1 - - - 65’
9
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 -
1 - - - 55’
10 Jeans
40° 800 -
2,5 - - - 75’
11
Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800 -
1,5 71 0,08 29 15
Sport
12
Sport Intensief
30° 600 -
3 - - - 85’
13
Sport Licht
30° 600 -
3 - - - 60’
14
Sport Schoenen
30° 600 -
Max. 2
paar.
- - - 55’
Delprogramma’s
Spoelen
- 1200 - -
5 - - - 36’
Centrifugeren
+
Afpompen
- 1200 - - - 5 - - - 16’
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
46
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voor-
was en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel en/
of de verdere toevoegin-
gen erin als volgt.
bakje 1: voorwasmiddel (poeder)
bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start.
! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te
veel schuim vormen.
bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.)
Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op
dat u het “max” niveau niet overschrijdt.
De wasverzachter wordt automatisch in de machine
toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde
van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water staan.
Dit water dient voor het gebruik van erg dikke wasverzach-
ters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreerde
wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan
normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt.
Bakje 4: Doe geen wasmiddel in dit compartiment
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Standaardprogramma voor katoen op 20°C (programma
7) ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties,
zelf met koud water, die kunnen worden vergeleken met een
wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mecha-
nische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en
zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Wol: met het programma 8 is het mogelijk alle wollen kle-
dingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met het
etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten dient
u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1 kg
wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde
zak. Gebruik het programma 9.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 10.
Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil
wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus
elektriciteit en tijd. Met het programma (11 op 30 °C) kunt u
verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde
en wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Sport Intensief (programma 12) is ontwikkeld voor het
wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sport-
broeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden
wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te
overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”.
Sport Licht (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen
van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken,
enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit
de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die
staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan
een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid
die voldoende is voor een halve lading.
Sport Schoenen (programma 14) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd,
zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is
zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een
centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading
en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine
en grote kledingstukken te mengen.
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controle-
ren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (Op het display verschijnt
de knipperende tekst “H2O”).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de “opties”
en het controlelampje “START/
PAUSE” gaan knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”).
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen
van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en
functies“).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “In-
stallatie”).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautoma-
at”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 38-39 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 40 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Voorzorgsmaatregelen en advies, 41 IWTE 51251 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Beschrijving van de wasautomaat, 42-43 Bedieningspaneel Display Hoe openen en sluiten van de trommel Het uitvoeren van een wascyclus, 44 Programma’s en functies, 45 Programmatabel Wasfuncties Wasmiddelen en wasgoed, 46 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Balanceersysteem van de lading Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL ! Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen. ! Lees de instructies met aandacht: u vindt er belangrijke informatie betreffende het installeren, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. Pak de wasmachine uit. 2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de vier transportbouten met de rubberen ring en bijbehorende afstandstukken die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpassen 1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of dergelijken. 2. Als de vloer niet perfect horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant in- of uit te schroeven (zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de aanrecht, mag de 2° niet overschrijden. 38 Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende het functioneren van de machine. In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Plaatsen, verplaatsen. Als uw wasmachine is uitgerust met speciale in-en uitklapbare wielen, kunt u de wasmachine makkelijk verpla atsen. Om dit onderstel tevoorschijn te halen en de machine zonder moeite te kunnen verplaatsen, trekt u aan de hendel linksonder onder de plint. Zodra u de machine verplaatst heeft, moet u hem weer waterpas zetten. Daarna staat de machine stevig op zijn plaats (zie afbeelding). Water- en elektrische aansluiting Aansluiting van de watertoevoerslang 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de slang aan de wasmachine door hem op de betreffende watertoevoer aan te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de slang zijn. ! De waterdruk van de kraan moet binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hiernaast). ! Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur. ! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. Eerste wascyclus ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, met het programma van 90° zonder voorwassen. Technische gegevens Model IWTE 51251 Afmetingen breedte cm 40 hoogte cm 85 diepte cm 60 Vermogen van 1 tot 5 kg zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting max. druk 1 MPa (10 bar) waterleiding min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 42 liters Snelheid tot 1200 toeren per minuu centrifuge Controleproprogramma 3; standaargramma’s dprogramma voor katoen volgens de op 60°C. richtlijnen programma 4; standaar1061/2010 dprogramma voor katoen en op 40°C. 1015/2010 Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) Elektrische aansluitingen 39 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Toegang tot het voorvakje: 1 verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2 draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Demonteren: Druk licht op de grote knop aan de voorkant van het wasmiddellaatje en trek hem naar boven (afb. 1). Reinigen: Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met een oude tandenborstel. Haal de beide sifonnetjes uit het bovenste gedeelte van vakje 1 en 2 (afb. 4) los, controleer of deze niet verstopt zijn en spoel ze schoon. Afb. 1 Afb. 2 40 Afb. 3 Hermonteren: Vergeet niet de sifonnetjes weer op de juiste plaats terug te doen en haak het laatje uiteindelijk terug in de wasmachine (afb. 4, 2, 1). Afb.4 Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruiserdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. 41 NL Beschrijving van de wasautomaat NL Bedieningspaneel ON/OFF toets Toetsen met controlelampjes TEMPERATUUR FUNCTIE toets Toets met controlelampje START/PAUSE DISPLAY CENTRIFUGE PROGRAMMAKNOP toets Toets ON/OFF : druk even op de toets om de wasautomaat aan of uit te zetten. Het groene START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 2 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven. Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. Toets UITGESTELDE START : druk hierop om een uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen. De vertraging wordt door het display aangegeven. 42 UITGESTELDE START toets Toets met controlelampje START/PAUSE: als het groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 0,5 W Display B A NL C Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende “wasfase”. Hoofdwas / Spoelen / Centrifuge / Waterafvoer In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur” , de “UITGESTELDE START” de “centrifuge” : Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond. Het verlichte symbool geeft aan dat er een “UITGESTELDE START” is ingesteld. Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond. en Symbool Deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur openen. Hoe openen en sluiten van de trommel A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en zet het helemaal open. B) Trommel openen (Soft opening): Druk met een vinger de knop aangegeven in Afb. 2 en de trommel opent zich gedoceerd. C) Stop het wasgoed in de trommel (Afb. 3). Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 D) Sluiten (Afb 4). - sluit de trommel goed af door eerst de voorste en daarna de achterste klep naar beneden te brengen; - zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep vallen; - controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer u er lichtjes op drukt; - sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine. 43 Het uitvoeren van een wascyclus NL 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de toets . Het groene controlelampje START/PAUSE zal langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN. Doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan worden automatisch een temperatuur en een centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzigen van de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door op de toets te drukken kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de complete uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Een uitgestelde start instellen. Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie is geactiveerd verschijnt op het display het symbool . Om de uitgestelde start te annuleren drukt u net zolang op de toets tot op het display de tekst OFF verschijnt. De eigenschappen van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de functie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de toets om de functie te deactiveren. Het controlelampje gaat uit. ! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. ! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een 44 optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. ! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symool is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u de wasautomaat pauzeren door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/ PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool uitgaat kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u langere tijd op de toets . De cyclus wordt onderbroken en het apparaat gaat uit. Programma’s en functies Duur cyclus Totaal water lt Overgebleven vochtigheid % Energieverbruik kWh Maximale lading (kg) Wassen Wasmiddel Wasverzachter Maximaal Maximale toerental Temp (toeren per (°C) minuut) Voorwas Programma’s Programmatabel 90° 90° 1200 1200  -     5 5 53 53 1,82 64 150’ 1,90 60 135’ 60° 1200 -   5 53 0,88 47,5 160’ 40° 1200 -   5 53 1,09 92 150’ 40° 60° 40° 20° 1200 800 800 1200 -         5 3 3 5 53 44 44 - 0,53 50 90’ 0,85 39 110’ 0,53 39 100’ - 180’ 40° 30° 40° 800 0 800 -       1 1 2,5 - 30° 800 -   1,5 71 30° 30° 600 600 -     3 3 - - - 85’ 60’ 30° 600 -   Max. 2 paar. - - - 55’ Delprogramma’s Spoelen - 1200 - -  5 - - - 36’ Centrifugeren + Afpompen - 1200 - - - 5 - - - 16’ Beschrijving van het Programma Dagelijkse was (Daily) 1 Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. 2 Katoen: Zeer vuile witte was. Standaardprogramma voor katoen op 60° (1): zeer vuil wit en kleurecht 3 bont wasgoed. Standaardprogramma voor katoen op 40° (2): niet zo vuile witte en bonte 4 fijne was. 5 Katoen bont delicaat: niet zo vuile witte en bonte was. 6 Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 6 Synthetisch (3): niet zo vuile kleurvaste bonte was. 7 Standaardprogramma voor katoen op 20°: niet zo vuile witte en bonte fijne was. Speciale was (Special) 8 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 9 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 10 Jeans Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed 11 (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Sport 12 Sport Intensief 13 Sport Licht 14 Sport Schoenen - - 0,08 29 65’ 55’ 75’ 15’ De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. 1) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 60°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. 2) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. Voor alle Test Institutes: 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma synthetisch lang: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 40°C. Wasfuncties Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “ ” kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, , . De functie draagt bij aan energiebesparing door het voor het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een voordeel voor zowel het milieu als de energierekening. De versterkte werking en het geoptimaliseerde waterverbruik garanderen uitstekende resultaten met een gelijke gemiddelde tijdsduur als een standaardcyclus. Om betere wasresultaten te verkrijgen, wordt het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aanbevolen. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, , . Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 11, . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan knipperen (de eerste groen, de tweede oranje). Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus 9 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 8, 11, 12, 13, 14, , . 45 NL Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Speciale programma’s Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. Standaardprogramma voor katoen op 20°C (programma 7) ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties. Wol: met het programma 8 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1 kg wasgoed te overschrijden. Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 9. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 10. Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (11 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Sport Intensief (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. Sport Licht (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Sport Schoenen (programma 14) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel en/ of de verdere toevoegingen erin als volgt. bakje 1: voorwasmiddel (poeder) bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start. ! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.) Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op dat u het “max” niveau niet overschrijdt. De wasverzachter wordt automatisch in de machine toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke wasverzachters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreerde wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt. Bakje 4: Doe geen wasmiddel in dit compartiment Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. 46 Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. De wasautomaat heeft geen watertoevoer (Op het display verschijnt de knipperende tekst “H2O”). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aanen afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”). • De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en functies“). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “opties” en het controlelampje “START/ PAUSE” gaan knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 47 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat. 48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Indesit IWTE 51251 de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor