IWUD 4125 (WE)

Indesit IWUD 4125 (WE) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit IWUD 4125 (WE) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
49
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 50-51
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 52-53
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 54
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 55
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 56
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 57
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 58
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 59
Service, 60
NL
IWUD 4125
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
50
NL
A
B
A
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere
raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u
verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat
de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevin-
gen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke
informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft gele-
den gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet
hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de 4 schroeven
die het apparaat bescher-
men tijdens het vervoer
en de rubberen ring met
bijbehorende afstandsleider
die zich aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic dop-
pen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit
worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aange-
bracht.
! Elke keer dat het apparaat moet worden opgetild of
verschoven moet u, om de integriteit van de interne onder-
delen te kunnen waarborgen, de schroeven, het rubberen
onderdeel en de afstandsleider in de posities A en B plaat-
sen. Denk eraan ze na de verplaatsing weer te verwijderen.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige
vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of
dergelijke.
2. Als de vloer niet volledig
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster te
schroeven (zie afbeelding);
de inclinatiehoek, geme-
ten ten opzichte van het
werkvlak, mag de 2° niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de
automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedek-
king of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder
de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aansluitin-
gen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Plaats de pakking A op
het uiteinde van de water-
slang en schroef hem op een
koudwaterkraan met een
mondstuk met schroefdraad
van 3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u hem aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de watertoevo-
erbuis aan de wasautomaat
door hem op de betreffende
watertoevoer te schroeven,
rechtsboven aan de achter-
kant (zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden
van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde
hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden
tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
51
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen de
65 en 100 cm van de grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de bijge-
leverde steun aan de kraan
(zie afbeelding). Het uitein-
de van de afvoerslang mag
niet onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
•hetstopcontactgeaardisenvoldoetaandegeldende
normen;
•hetstopcontacthetmaximumvermogenvandewa-
sautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel
Technische Gegevens (zie hiernaast);
•despanningzichbevindttussendewaardendiezijn
aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hier-
naast);
•decontactdoosgeschiktisvoordestekkervande
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het
stopcontact vervangen worden.
! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstal-
leerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het
gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcon-
tact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
lateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt,
dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zon-
der wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
IWUD 4125
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 33
Vermogen
van 1 tot 4 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max.druk1MPa(10bar)
min.druk0,05MPa(0,5bar)
Inhoud trommel 27 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1200 toeren per minuu
Testprogramma’s
overeenkomstig
richtlijn 2010/1061
Programma 2: temperatuur 60°C en 40°C
Deze apparatuur voldoet aan de volgende
EEC voorschriften:
- 2004/108/CE (Elektromagnetische
compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
52
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wa-
sautomaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
CENTRIFUGEKNOP: voor het instellen of uitsluiten van
de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de tempe-
ratuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
DISPLAY: om de duur van de beschikbare programma’s
te tonen en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot
aan het einde van de wascyclus. Indien een UITGESTELDE
START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan
de start van het geselecteerde wasprogramma.
Toets UITGESTELDE START : druk om een uitge-
stelde start voor het gekozen programma in te stellen; het
uitstel wordt op de display aangegeven.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopen-
de fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen.
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasautomaat
weer aangaat.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampjes
VOORTGANG
CYCLUS
Toets met
controlelampje
START/
PAUSE
Bedieningspaneel
Wasmiddelbakje
DISPLAY
ON/OFF
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
KNOP
CENTRIFUGEKNOP
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
Toets
UITGESTELDE
START
53
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de
geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die
daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de twe-
ede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de
geactiveerde functie zal aangaan.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat (wacht circa 3 minuten). Om de
deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop
START/PAUSE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKE-
ERD uit is, kunt u het deurtje openen.
Een programma starten
1. Schakel de wasautomaat in met de ON/OFF toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan dan weer
uit en het controlelampje START/PAUSE knippert.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3.StelhetgewensteprogrammainmetdePROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE toets te druk-
ken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen.
Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
Einde hoofdwas
54
NL
Speciale programma’s
Express (programma 10) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespa-
artduselektriciteitentijd.Methetprogramma(10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve
zijdeenwol)meteenladingvanmax.1,5kg.
Sport Intensive (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken,
enz.).Omoptimaleresultatentebereikenradenwijuaannooitdemaximaalaangegevenhoeveelheidteoverschrijdendie
staat aangegeven in de “Programmatabel”.
Sport Light (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken,
enz.).Omoptimaleresultatentebereikenradenwijuaannooitdemaximaalaangegevenhoeveelheidteoverschrijdendie
staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die
voldoende is voor een halve lading.
Sport Shoes (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer
dan 2 paar tegelijk te wassen.
Programma’s
Programmatabel
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
(°C)
Maximaal toe-
rental (toeren
per minuut)
Wasmiddel
Maximale
lading (kg)
Duur
cyclus
Voor-
was
Was-
sen
Bleek-
middel
Wasver-
zachter
Normaal
Eco
Time
Dagelijkse
1
Katoen + Voorwas: Zeer vuile witte was. 90° 1200
-
4 -
2
Katoen: Zeer vuile witte was. 90° 1200 -
4 -
2
Katoen (1-2): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200 -
4 -
2
Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1200 -
4 -
3
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200 -
4 2,5
4
Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1200 -
4 2,5
5
Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -
1,8 1,5
5
Synthetisch energetische (4): zeer vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
1,8 1,5
6
Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
1,8 1,5
Speciaal
7
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -
-
1 -
8
Zijde: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
-
1 -
9 Jeans
40° 800 -
-
1,5 -
10
Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800 -
-
1,5 -
Sport
11 Sport Intensive
30° 600 -
-
1,5 -
12 Sport Light
30° 600 -
-
1,5 -
13 Sport Shoes
30° 600 -
-
Max.2
paar.
-
Delprogramma's
Spoelen - 1200 - -
4 -
Centrifugeren - 1200 - - - - 4 -
Afpompen - 0 - - - - 4 -
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm 2010/1061: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C en 40°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
4) Synthetische Programma samen: selecteer het programma 5 met een temperatuur van 40°C.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecal-
culeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk
van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was
en de geselecteerde aanvullende opties.
55
NL
Instellen van de temperatuur
DooraandeTEMPERATUURKNOPtedraaienkuntudewastemperatuurinstellen(zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ).
Demachinevoorkomtdatueentemperatuurinsteltdiehogerisdanhetmaximumvoorzienvoordatprogramma.
Instellen van de centrifuge
Door aan de CENTRIFUGEKNOP te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
Demaximumsnelhedenvoorzienvoordeprogramma’szijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1200 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 800 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool .
Demachinevoorkomtautomatischdatereencentrifugewordtuitgevoerddiesnellerisdanhetmaximumvoorzienvoordat
programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Uitgestelde Start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertrag-
ing heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op de display het symbool verlicht. Om de uitgestelde start te
verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een
beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”).Met“ ” kunt u wassen in
een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die
voldoet voor een halve lading.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , .
Bleken
Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde
bakje 4 te gieten (zie “Bleekcyclus”).
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , .
Persoonlijke instellingen
56
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of
het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
! Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit
wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmid-
del geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen
en wol.
Plaats het bijgeleverde
extrabakje4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van het
bleekwater op dat het nive-
au“max”,aangegevenop
de centrale pin, niet wordt
overschreden (zie afb.).
Alsualleenwiltblekengietuhetbleekwaterinhetextra
bakje 4, stelt u het programma “Spoelen” en activeert u
de functie “Bleken” ( .
Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en
de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste
programma in en activeert u de functie “Bleken” ( .
Gebruikvanhetextrabakje4 sluit het voorwassen uit.
Voorbereiden van het wasgoed
•Verdeelhetwasgoedvolgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
•Leegdezakkenencontroleerdeknopen.
•Overschrijdhetaangegevengewicht,berekendvoor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechtestoffen:max4kg
Synthetischestoffen:max1,8kg
Fijnestoffen:max1,5kg
Wol:max1kg
Zijde:max1kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met
het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten
dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1
kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 8.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 9.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.
1
2
3
4
57
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
•Ditapparaatisuitsluitendontworpenvoorhuishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
•Hetapparaatmagnietwordengebruiktdoorperso-
nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
•Dewasautomaatmagalleendoorvolwassenenworden
gebruikt en volgens de instructies in deze handleiding.
•Raakdemachinenietaanalsublootsvoetsbentofmet
natte of vochtige handen of voeten.
•Trekdestekkernooituithetstopcontactdooraanhet
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
•Openhetwasmiddelbakjenietterwijldemachinein
werking is.
•Raakhetafvoerwaternietaanaangezienhetzeerheet
kan zijn.
•Forceerdedeurnooit:hetveiligheidsmechanismedat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
•Probeeringevalvanstoringennooitzelfdeinterneme-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
•Zorgervoordatkleinekinderenniettedichtbijdemachi-
ne komen als deze in werking is.
•Dedeurkantijdenshetwassenzeerheetworden.
•Alsdemachineverplaatstmoetworden,doeditdanmet
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
•Voordatuhetwasgoedindeautomaatlaadt,moetu
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
•Hetwegdoenvanhetverpakkingsmateriaal:houdtuaan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
•DeEuropeseRichtlijn2002/96/ECoverVernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat
oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom.
Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om
zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima-
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het
milieu te reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis rdoor” herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van ver-
nietiging van hun oude apparaat.
58
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
•Sluitnaiederewasbeurtdekraanaf.Hiermeebeperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
•Sluitaltijdeerstdestroomafvoordatudewasautoma-
at gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswer-
kzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met
een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt.
Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje door
het op te lichten en naar
voren te trekken (zie afbe-
elding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelma-
tig doen.
Onderhoud van deur en trommel
•Laatdedeuraltijdopeenkierstaanomnareluchtjes
te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp
en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder-
kant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de
stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpa-
neel aan de voorkant van
de wasautomaat met
behulp van een schroeven-
draaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
Controleren van de buis van de water-
toevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
59
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst
(zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgen-
de lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (het controlelampje van de
eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de “Fun-
cties” en het controlelampje
“START/PAUSE” gaan knipperen,
en een van de controlelampjes van
de “lopende fase” en van “deur ge-
blokkeerd” blijven vast aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
•Destekkerzitnietinhetstopcontactofnietvergenoegomcontacttemaken.
•Hethelehuiszitzonderstroom.
•Dedeurzitnietgoeddicht.
•DeON/OFFtoetsisnietingedrukt.
•DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
•Dewaterkraanisnietopen.
•Deuitgesteldestartisingesteld(zie “Persoonlijke Instellingen”).
•Dewatertoevoerbuisisnietaangeslotenopdekraan.
•Debuisisgebogen.
•Dewaterkraanisnietopen.
•Hethelehuiszitzonderwater.
•Erisonvoldoendedruk.
•DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
•Deafvoerbuisisnietop65tot100cmafstandvandegrondafgeïnstalleerd
(zie “Installatie”).
•Hetuiteindevandeafvoerbuisligtonderwater(zie “Installatie”).
•Deafvoerindemuurheeftgeenontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
•Hetprogrammavoorzietgeenafvoer:bijenkeleprogramma’smoetditmetde
hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”).
•Deafvoerbuisisgebogen(zie “Installatie”).
•Deafvoerleidingisverstopt.
•Detrommelisbijhetinstallerennietopdejuistewijzegedeblokkeerd(zie “In-
stallatie”).
•Dewasautomaatstaatnietgoedrecht(zie “Installatie”).
•Dewasautomaatstaattekraptussenmeubelsenmuur(zie “Installatie”).
•Debuisvandewatertoevoerisnietgoedaangeschroefd(zie “Installatie”).
•Hetwasmiddelbakjeisverstopt(voorreinigingzie “Onderhoud en verzorging”).
•Deafvoerbuisisnietgoedaangesloten(zie “Installatie”).
•Doedewasautomaatuitenhaaldestekkeruithetstopcontact.Wachtcirca1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
•Hetwasmiddelisnietbedoeldvoorwasautomaten(ermoet“voorwasautoma-
at”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
•Uheeftteveelwasmiddelgebruikt.
60
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
•Controleereerstofuhetprobleemzelfkuntoplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
•Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenofdestoringisverholpen;
•AlsditniethetgevalismoetucontactopnemenmetdeerkendeTechnischeServicedienstviahettelefoonnummerdat
op het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
•hettypestoring;
•hetmodelvandemachine(Mod.);
•hetserienummer(S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
/