20
4. Kies een iFit-oefening.
Druk in de iFit-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het hoofdmenu
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het hoofdmenu of de
trainingsbibliotheek wilt selecteren, drukt u een-
voudigweg op de gewenste training-toets op het
scherm. Veeg of tik met uw vinger over het scherm
om omhoog of omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. Start de training.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFit-coach u
begeleiden tijdens een videotraining. Druk op de
geluidstoets (muzieknoten-symbool) om muziek-,
trainerstem- en volume-opties voor de training te
selecteren.
Als het weerstandsniveau voor het huidige seg-
ment van de training te hoog of te laag is, kunt
u de instelling handmatig veranderen door te
drukken op de toetsen Resistance (weerstand)
op het bedieningspaneel. BELANGRIJK: Als het
huidige segment eindigt, wordt de weerstand
automatisch aangepast aan de voorgeprogram-
meerde weerstandsinstelling van het volgende
segment.
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt. Het daadwerkelijke aantal calorieën
dat u verbrandt hangt af van verschillende fac-
toren, waaronder uw gewicht. Als u bovendien
tijdens de training het weerstandsniveau hand-
matig wijzigt, heeft dat invloed op het aantal
calorieën dat u verbrandt.
Druk eenvoudigweg op het scherm of stop met
fi etsen om de training te pauzeren. Begin weer te
fi etsen om door te gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema of de
training toevoegen aan uw lijst met favorieten. Druk
dan op Save Workout (training opslaan) om terug
te keren naar het hoofdmenu.
6. Uw smart-toestel ontkoppelen van het
bedieningspaneel.
Om uw smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit-app te selecteren. Houd vervolgens de
iFit Sync toets op het bedieningspaneel ingedrukt
tot de LED-verlichting op het bedieningspaneel
continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
pauzeert het bedieningspaneel en knippert de tijd
op het display. Begin weer te fi etsen om de training
te hervatten.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt en
niet op de toetsen drukt, dan schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
Let op: Het bedieningspaneel heeft een demo-in-
stelling, die ontwikkeld is voor als de trainingsfi ets
in een winkel uitgestald wordt. Als de demo-
stand aan staat, geeft het bedieningspaneel
een vooraf ingestelde presentatie weer. Zie DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN op bladzijde 21 om de demomodus uit
te zetten.