Boss TU-3 de handleiding

Type
de handleiding
Nederlands
Gebruikershandleiding
Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat
gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (bijgeleverd op een apart blad). Bewaar na het lezen
het document (de documenten) op een direct toegankelijke plaats.
Een batterij wordt bij het apparaat geleverd. De levensduur van deze
batterij kan echter beperkt zijn aangezien ze hoofdzakelijk voor
testdoeleinden werd gebruikt.
Belangrijkste functies
7 De High Brightness-modus verbetert de leesbaarheid van de
meter buiten.
7 De Accu-Pitch Sign-functie gebruikt de beweging van de
meterlampjes om aan te tonen wanneer het stemmen voltooid is.
7 Met de Gitaar/Bas-modus kunt u op snaarnummer stemmen, met
ondersteuning voor 7-snarige gitaren en 6-snarige bassen.
7 Flat tuning is mogelijk met de Guitar Flat-modus, die toelaat om
tot zes semitonen onder” de standaardtoonhoogte te stemmen.
7 Door het stemapparaat in te schakelen, wordt het uitgangssignaal
automatisch gedempt, waardoor u kunt stemmen zonder dat er
geluid wordt uitgestuurd.
Het stemapparaat gebruiken
1. Sluit de gitaar of bas die u wilt stemmen aan op de INPUT-
aansluiting.
Dit schakelt het apparaat in.
2. Druk op het pedaal om het stemapparaat in te schakelen.
Het CHECK-lampje licht op.
3. Speel een enkele noot op uw gitaar of bas en stem de snaar.
De nootnaam of het snaarnummer dat het dichtst staat bij de
toon die wordt gespeeld, wordt op het scherm weergegeven.
Stem het apparaat zodat de stemlampjes branden en het midden
van de meter groen gaat branden. (Centweergave)
De meter brandt meer naar links als de toon te laag wordt of
meer naar rechts als de toon te hoog wordt.
* Als de Accu-Pitch Sign-functie is ingeschakeld, bewegen de meterlampjes
naar het midden van het scherm wanneer een stabiele stemming aan de
juiste toonhoogte is bereikt.
* Het metergedrag dat hier wordt omschreven is van toepassing bij de
CENT-weergave (standaardinstelling). De meter reageert anders als u de
STREAM-weergave selecteert.
* Het signaal van de OUTPUT-connector wordt uitgeschakeld wanneer het
stemapparaat aan staat.
Handige functies
De meter het einde van het stemproces laten aanduiden
(functie Aanduiding nauwkeurige stemming)
Als de Accu-Pitch Sign-functie is ingeschakeld, bewegen de
meterlampjes naar het midden van het scherm wanneer een stabiele
stemming aan de juiste toonhoogte is bereikt.
1. Schakel het apparaat in terwijl u de STREAM/CENT-knop
ingedrukt houdt (steek een stekker in de INPUT-aansluiting).
2. Druk op de STREAM/CENT-knop om de Accu-Pitch Sign-functie
in/uit te schakelen.
Aan:
De lampjes van de meter bewegen van links en rechts naar het
midden.
Uit: De lampjes links en rechts op de meter gaan branden.
* De TU-3 werkt weer normaal als er enkele seconden zijn gepasseerd zonder
dat er op de STREAM/CENT-knop is gedrukt.
* Deze instelling blijft ook opgeslagen als het apparaat wordt uitgeschakeld.
De referentietoonhoogte wijzigen
U kunt de referentietoonhoogte wijzigen in een bereik van 436-445
Hz. (440 Hz is de standaardwaarde.)
1. Druk gelijktijdig op de MODE-knop en de STREAM/CENT-knop.
Het laagste cijfer van de huidige referentietoonhoogte (bv.
“0” indien ingesteld op 440 Hz) knippert in de Nootnaam/
Snaaraanduiding.
2. Druk op de MODE-knop of STREAM/CENT-knop om de
referentietoonhoogte te wijzigen.
MODE-knop: verhoogt de referentietoonhoogte met 1 Hz.
STREAM/CENT-knop: verlaagt de referentietoonhoogte met 1 Hz.
* Als u enkele seconden laat voorbijgaan zonder op de MODE-knop of
STREAM/CENT-knop te drukken zal de TU-3 weer normaal werken.
* Als u het apparaat inschakelt wordt de huidige referentietoonhoogte enkele
seconden weergegeven.
* Deze instelling blijft ook opgeslagen als het apparaat wordt uitgeschakeld.
De helderheid van de meter wijzigen (High Brightness-modus)
Door de meter op de High Brightness-modus in te stellen kunt u de
zichtbaarheid verhogen als u buiten optreedt.
Druk de STREAM/CENT-knop gedurende twee seconden of langer in
om de High Brightness-modus te activeren.
Druk de STREAM/CENT-knop opnieuw twee seconden of langer in
om terug naar normale helderheid te gaan.
Paneelbeschrijvingen
Gitaarversterker
Elektrische gitaar
(Elektrische bas)
Netstroomadapter
(PSA-reeks:optioneel)
Naar apparaten die compatibel zijn
met PSA-adapter zoals compacte
eectprocessors
Parallel DC-snoer (PCS-20A: Optioneel)
1
2
3
8
9
10
11
4
5
6
7
12 13
1. CHECK-lampje
Het lampje geeft aan of het eect in- of uitgeschakeld is en dient
ook als controlelampje voor de batterij.
* Als een batterij voor de stroomvoorziening zorgt en het CHECK-lampje
verzwakt - of helemaal niet brandt - wanneer u het eect probeert in te
schakelen, dan is de batterij bijna leeg en dient deze te worden vervangen.
Raadpleeg “De batterij vervangen” voor instructies om de batterij te
vervangen.
2. Stemgids
Geeft aan of de juiste stemming is bereikt.
Toonhoogte is te laag Toonhoogte is juist Toonhoogte is te hoog
3. Meter
Geeft de stemming weer van de toonhoogte van het ingevoerde
geluid.
4. STREAM/CENT-knop
Schakelt tussen de weergavepatronen van de meter.
* Deze instelling blijft ook opgeslagen als het apparaat wordt uitgeschakeld.
CENT-weergave
De meter brandt meer naar links als de toon te laag wordt of
meer naar rechts als de toon te hoog wordt.
Als de toonhoogte juist is, brandt het midden van de meter
groen.
* Het midden van de meter en de stemgids blijven enkele seconden branden
nadat u deze instelling hebt geselecteerd.
STREAM-weergave
De meter brand naar links als de ingevoerde toonhoogte te laag
is, naar rechts als de ingevoerde toonhoogte te hoog is.
De lampjes bewegen trager als het verschil in toonhoogte kleiner
wordt en stoppen als de toonhoogte klopt.
* De meterlampjes bewegen enkele seconden naar links als u deze instelling
hebt gekozen.
5. Nootnaam/Snaarnummer-aanduiding
Toont de nootnaam, snaarnummer of referentietoonhoogte.
Noot-aanduiding
(Led-punt brandt)
6. MODE-knop
De stemmodus verandert telkens u op de MODE-knop drukt
De meter gaat branden op de plaats van de huidige
geselecteerde modus.
* Als u het apparaat inschakelt wordt de huidige stemmodus enkele
seconden weergegeven.
* Deze instelling blijft ook opgeslagen als het apparaat wordt uitgeschakeld.
In dit voorbeeld is de stemmodus op GUITAR ingesteld.
Gitaar
Chromatisch laag
( , 2)
Chromatisch
Bas laag
( –3)
Bas
Gitaar laag
( –6)
Modus Verklaring Status lampje
Chromatisch
Laat u toe om te stemmen
in de twaalf chromatische
stappen van het octaaf.
De nootnaam wordt
weergegeven.
Chromatisch
laag
Laat u toe om een halve toon
lager (
²
) of twee halve tonen
lager (2) te stemmen.
Gitaar
Laat u stemmen op de
gitaarsnaarnummers.
Het gitaarsnaarnummer
wordt weergegeven.
(7e snaar wordt
weergegeven als “7”.)
Gitaar laag
Laat u toe om een halve toon
lager (
²
) of twee tot zes halve
tonen lager (2–6) te stemmen.
Bas
Laat u stemmen op de
bassnaarnummers.
Het bassnaarnummer
wordt weergegeven.
(Hoge C-snaar wordt
weergegeven als “C”, lage
B-snaar als “b.”)
Bas laag
Laat u toe om een halve toon
lager (
²
), twee halve tonen
lager (2) of drie halve tonen
lager (3) te stemmen.
7. INPUT-connector
Sluit de gitaar of bas die moet worden gestemd hier aan.
* De INPUT-connector dient ook als stroomschakelaar. De stroomvoorziening
wordt ingeschakeld wanneer u een kabel op de INPUT-connector aansluit;
de stroomvoorziening wordt uitgeschakeld wanneer de kabel wordt
losgekoppeld.
8. OUTPUT-connector
Hierop kunt u een eectenprocessor, gitaarversterker, of
soortgelijke apparaten aansluiten.
De output wordt uitgeschakeld wanneer het stemapparaat aan
staat.
9. BYPASS-aansluiting
Hierop kunt u een eectprocessor, gitaarversterker, of
soortgelijke apparaten aansluiten.
Deze connector stuurt altijd het signaal uit van het instrument
dat aangesloten is op de input-connector.
Gebruik deze aansluiting als u het geluid wil horen terwijl u
stemt.
10.
Voetschakelaar
Met deze schakelaar schakelt u het eect in/uit.
11.
Duimschroef
Wanneer deze schroef wordt losgedraaid, opent het pedaal en
kunt u de batterij vervangen.
Raadpleeg “De batterij vervangen” voor instructies om de batterij
te vervangen.
12.
DC OUT-uitgang
Sluit een PCS-20A parallel DC-snoer (optioneel) aan om
eectprocessors en andere apparaten die compatibel zijn met de
PSA-adapter aan te sluiten.
* Stroom kan niet worden geleverd via de DC OUT-aansluiting als de TU-3 op
batterijen werkt.
* De PSA-reeks bestaat uit twee verschillende adaptertypes: het ene type
heeft een maximaal uitgangsvermogen van 200 mA (0,2 A) en het andere
van 500 mA (0,5 A). Als u de PCS-20A gebruikt om apparaten die compatibel
zijn met PSA-adapters van stroom te voorzien, zorg ervoor dat het totale
stroomverbruik van alle apparaten (inclusief de TU-3) niet hoger is dan het
maximale uitgangsvermogen van het gebruikte apparaat uit de PSA-reeks.
Het maximale uitgangsvermogen vindt u terug in het veld OUTPUT op het
label dat aan de adapter is bevestigd.
13.
Aansluiting voor netstroomadapter
Hierop kunt u een netstroomadapter (PSA-reeks: optioneel)
aansluiten. Met behulp van een netstroomadapter kunt u spelen
zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over het resterende
batterijvermogen.
* Gebruik alleen de opgegeven netstroomadaptor (PSA-reeks) en sluit het
aan op een stopcontact met de juiste spanning. Gebruik geen andere
netstroomadaptor. Dit kan tot storingen leiden.
* We bevelen aan dat u de batterijen in het apparaat laat, zelfs als u de
netadapter gebruikt. Op die manier kunt u blijven spelen, zelfs als het snoer
van de netadapter per ongeluk losgekoppeld wordt van het apparaat.
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
7 Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u
aansluitingen maakt om defecten en/of schade aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen.
7 Sommige kabels bevatten weerstanden. Als verbindingskabels
met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsvolume zeer
laag of zelfs onhoorbaar zijn. Contacteer de fabrikant van de kabel
voor informatie over kabelspecicaties.
7 Als u de TU-3 gedurende een langere periode wilt gebruiken,
raden we u aan een netstroomadapter te gebruiken.
7 Schakel de stroom naar uw verschillende apparaten in de
aangegeven volgorde in zodra de aansluitingen voltooid zijn. Als u
de apparaten in de verkeerde volgorde inschakelt, kunt u defecten
en/of schade veroorzaken aan luidsprekers en andere apparaten.
Bij het inschakelen: Schakel de gitaarversterker als laatste in.
Al apagar: Schakel eerst de gitaarversterker uit.
7 Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt
even (enkele seconden) na het opstarten voordat het apparaat
normaal werkt.
7 Als de stroomvoorziening alleen met behulp van een batterij
gebeurt, verzwakt het lampje van het toestel als de batterij leeg
raakt. Vervang de batterij zo snel mogelijk.
De batterij vervangen
Wanneer het lampje verzwakt of niet meer oplicht terwijl het eect is
ingeschakeld, dient u de batterij te vervangen.
Vervang de batterij volgens de onderstaande stappen.
* Lees het aparte infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” voor meer
informatie over het hanteren van batterijen.
1. Houd het pedaal
ingedrukt, draai
de duimschroef
los en open het
pedaal naar
boven toe.
* Het pedaal kan
worden geopend
zonder dat u
de duimschroef
volledig hoeft los te
draaien.
2. Verwijder de
oude batterij uit de batterijbehuizing en verwijder de kabel
met drukknoop die eraan bevestigd is.
3. Verbind de kabel met drukknoop met de nieuwe batterij en
plaats de batterij in de batterijbehuizing.
* Houd rekening met de polariteit van de batterij (+ versus -).
4. Schuif de schroefveer over de veerbasis aan de achterkant van
het pedaal en sluit vervolgens het pedaal.
* Let op dat de kabel met drukknoop niet klem komt te zitten tussen het
pedaal, de schroefveer en de batterijbehuizing.
5. Steek ten slotte de duimschroef in het gat van de geleidebus
en draai ze stevig vast.
Demoweergave
1. Schakel het apparaat in terwijl u de STREAM/CENT-knopen
pedaalschakelaar ingedrukt houdt (steek een stekker in de
INPUT-aansluiting).
De demoweergave verschijnt op het scherm.
De demoweergave blijft actief totdat u de TU-3 uitschakelt en
opnieuw inschakelt, of totdat u op de pedaalschakelaar drukt.
Specicaties
Stembereik C0 (16,35 Hz)–C8 (4186 Hz)
Referentietoonhoogte A4=436–445 Hz (stappen van 1 Hz)
Stemnauwkeurigheid ± 1 cent
Voeding
DC 9 V: Droge batterij 6F22 (9 V) type (koolstof),
Droge batterij 6LR61 (9 V) type (alkaline),
AC Adaptor (PSA-reeks: optioneel)
Stroomverbruik
20 mA (CC 9 V)
80 mA (CC 9 V, in High Brightness-modus)
Afmetingen 73 (B) x 129 (D) x 59 (H) mm
Gewicht 390 g (inclusief batterij)
Accessoires
Gebruikershandleiding, infoblad (“HET APPARAAT
VEILIG GEBRUIKEN”, “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” en
“Informatie”), droge batterij/type 9 V (6F22)
Opties
Netstroomadapter: PSA-reeks
Parallel DC-snoer: PCS-20A
* Duur van voortdurend gebruik bij werking met batterij:
Deze waarden variëren afhankelijk van de werkelijke gebruiksomstandigheden.
Batterij
Wannneer het stemapparaat
continu aan staat
Wanneer het stemapparaat één minuut
aan staat en drie minuten uit staat
High Brightness-
modus uit
High Brightness-
modus aan
High Brightness-
modus uit
High Brightness-
modus aan
Koolstof 3,5 uur 0,5 uur 5 uur 1,5 uur
Alkaline 10,5 uur 3 uur 21 uur 9,5 uur
* Als u het apparaat gebruikt terwijl de “High Brightness”-modus (hoge helderheid)
is ingeschakeld, raden we u aan een alkalinebatterij tegebruiken.
* De batterij die bij het apparaat werd geleverd, is voor tijdelijk gebruik omdat ze
hoofdzakelijk voor het testen van het apparaat werd gebruikt.
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd op het
moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de Roland-website
voor de meest recente informatie.
Duimschroef
Pedaal
Veerbasis
Schroefveer
Gat van de
geleidebus
Batterijbehuizing
Kabel met
drukknoop
Drukknoopaansluiting
voor batterij
Batterij
van 9 V
© 2009 Roland Corporation
  • Page 1 1

Boss TU-3 de handleiding

Type
de handleiding