V-ZUG 894 Handleiding

Type
Handleiding
   
Bedieningshandleiding
Vaatwasmachine
Adorina 45 volledig geïntegreerd
V-ZUG AG
nl
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 4. . . . . . . .
Kennismaking met het apparaat 6.
Wateronthardingsinstallatie 7. . . . .
Onthardingszout toevoegen 8. . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 9. . . .
Niet geschikt voor de afwasautomaat 10
Serviesgoed sorteren 11. . . . . . . . . .
Afwasmiddelen 14. . . . . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 17. . . . . . . . . .
Afwassen 18. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 20. . . .
Opsporing van storingen 22. . . . . . . .
Inschakelen van de Servicedienst 24
Aanwijzingen 25. . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie 25. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat 27. . . . . . .
nl
4
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de
verpakking en de afwasautomaat
tijdens het transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat niet in
gebruik nemen maar contact opnemen
met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de
bestaande milieuvoorschriften (laten)
afvoeren:
D
Het karton bestaat voornamelijk uit
oudpapier.
D
Het opvulmateriaal is van CFK-vrij
geschuimd styropor.
D
Het foliemateriaal van polyetheen
(PE) bestaat voor een deel uit
secundaire grondstoffen.
D
Het hout (indien aanwezig) is van
afvalhout en onbehandeld.
D
De banden (indien aanwezig) zijn
van polypropeen (PP).
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen en
aansluiten.
Tijdens het installeren mag de
afwasautomaat niet op het lichtnet
zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings-
systeem van de elektrische
huisinstallatie volgens de geldende
elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van
de afwasautomaat.
Als de afwasautomaat in een hoge kast
moet worden ingebouwd, dan moet hij
volgens de voorschriften en bovendien
aan de achterwand bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare of
onderbouwapparaten alleen onder een
doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen:
Het kunststof huis aan de water-
aansluiting bevat een elektrisch
ventiel. In de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen. De slang
niet doorsnijden en het kunststof huis
niet in water onderdompelen.
Waarschuwing
Als het toestel niet in een nis staat en
daardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar
voor verwondingen).
De afdekkingen krijgt u als extra
toebehoren bij de klantendienst of uw
dealer.
Dagelijks gebruik
Waarschuwing
Messen en andere voorwerpen met
scherpe punten met de punten naar
beneden inruimen of plat in de servieskorf
leggen.
De afwasautomaat alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor
het aangegeven doel: het afwassen
van huishoudelijk serviesgoed.
Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten
dat het apparaat naar voren kan kiepen
bij te vol geladen servieskorven.
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater.
nl
5
Doe geen oplosmiddel in de
spoelruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen. Er kan
water uit het apparaat spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen
te voorkomen: de afwasautomaat
tijdens het in- en uitladen zo kort
mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften resp.
de aanwijzingen op de verpakking van
het afwa- en glansspoelmiddel.
Bij kinderen in het huishouden
Kleine kinderen mogen niet met de
afwasautomaat spelen of deze
bedienen.
Kleine kinderen uit de buurt van
afwasmiddel of glansspoelmiddel
houden. Deze kunnen irritaties
in mond, keel en ogen veroorzaken
of tot verstikking leiden.
Kleine kinderen uit de buurt van de
geopende afwasautomaat houden.
Er kunnen nog resten afwasmiddel in
het apparaat zijn achtergebleven.
Bij een hoog ingebouwd apparaat bij
het openen en sluiten van de deur erop
letten dat kinderen zich niet tussen de
deur van het apparaat en de kastdeur
eronder wringen en/of bekneld raken.
Bij schade
Reparaties mogen alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Bij reparaties mag het apparaat niet op
het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen. Alleen
aan de stekker trekken, niet aan de
aansluitkabel. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het
apparaat
Afgedankte apparaten onmiddellijk
onbruikbaar maken waardoor
ongevallen worden voorkomen. Stekker
uit het stopcontact trekken,
aansluitkabel doorknippen en de
deursluiting onklaar maken.
Het apparaat volgens de bestaande
milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Waarschuwing
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten
raken (verstikkingsgevaar) of in andere
situaties terechtkomen.
Daarom: Stekker uittrekken, netkabel
afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig
kapot maken dat de deur niet meer sluit.
nl
6
Kennismaking met het
apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en van de binnenruimte
van het apparaat vindt u vooraan in
de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningspaneel
1
Hoofdschakelaar
2
Handgreep voor het openen van de
deur
3
Toets mono-afwassysteem *
(alleen bovenste servieskorf)
4
Indicatie einde van het programma
5 Indicatie Watertoevoer controleren
6
Indicatie zout bijvullen
7
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
8
Programmatoetsen
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf met etagère
21
Extra bestekkorf voor de bovenste
servieskorf *
22
Bovenste sproeiarm
23
Onderste sproeiarm
24
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
25
Zeven
26
Bestekkorf
27
Onderste servieskorf
28
Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
29
Reservoir voor glansspoelmiddel
met bijvulindicatie
30
Afwasmiddelbakje
31
Typeplaatje
* niet bij alle modellen
Inkopen voordat u het apparaat
voor het eerst in gebruik neemt:
zout
– afwasmiddel
– glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn
voor de vaatwasmachine.
nl
7
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de
afwasautomaat zacht water, d.w.z. water
met weinig kalk nodig. Anders zetten zich
witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik in de
afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt
worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie van de
afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de
hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water
bij het waterleidingbedrijf of bij de
Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
Programmatoets B ingedrukt houden
en de hoofdschakelaar
1
inschakelen. Daarna de toetsen
loslaten.
De indicatie
6
knippert en de
lampjes bij de toetsen
A en B
branden.
(De instelwaarde van de hardheid werd
door de fabriek ingesteld op stand 2.)
Om de instelling te veranderen:
programmatoets
B indrukken. Bij
elke druk op de toets wordt de instelling
steeds met één stand verhoogd (0–3).
Als de lampjes boven de toetsen A ,
B en C branden, is de maximale
instelwaarde van de waterhardheid
bereikt.
Als de instelwaarde nu weer verhoogd
wordt, dan gaan de lampjes uit en staat
de instelwaarde van de hardheid weer
op stand 0 (geen enkel lampje boven
de toetsen brandt).
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen. De
ingestelde waarde is in het geheugen
opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren
is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt
het waterverbruik per afwasprogramma –
afhankelijk van de instelling voor de
waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
Tabel voor de waterhardheid
_dh _Clarke mmol/
l
_fH
A B C
0–6
17–21
7–16
22–35
0
2
1
3
Reset
0–11
30–37
12–29
38–62
0–8
21–26
9–20
27–44
0–1,1
3,0–3,7
1,2–2,9
3,8–6,2
nl
8
Onthardingszout toevoegen
De schroefdop van het
voorraadreservoir
24 eraf draaien.
Attentie
Voordat u het apparaat voor het eerst
in gebruik neemt: ca. 1 liter water in het
zoutreservoir gieten.
Hierna zoveel zou bijvullen (geen
tafelzout) tot het zoutreservoir vol
is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir
met zout vult, dan wordt het water
verdrongen en loopt weg.
Om corrosie te voorkomen moet het zout
altijd direct vóór het inschakelen van het
apparaat worden bijgevuld. Hierdoor wordt
de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk
verdund en uitgespoeld.
Verwijder vervolgens de zoutresten
rond de vulopening en schroef het
reservoir dicht zonder het deksel er
schuin op te draaien.
De indicatie zout bijvullen
6
op het
bedieningspaneel brandt eerst en gaat na
enige tijd uit als zich een voldoende
zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij instelling op ’0’ moet u geen
regenereerzout gebruiken
omdat er tijdens het afwassen
geen zout gebruikt wordt.
Bij instelling op ’1’ tot ’3’ moet
het zoutreservoir met zout
worden gevuld.
Het zoutreservoir nooit met
afwasmiddel vullen. Hierdoor
gaat de onthardingsinstallatie
kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra de indicatie zout bijvullen
6
in het
bedieningspaneel brandt, moet u zout
bijvullen.
Bij modellen zonder indicatie in het
bedieningspaneel moet zout worden
bijgevuld als de gekleurde punt in het
deksel van het zoutreservoir
24 niet
meer zichtbaar is.
Afhankelijk van het aantal
afwasbeurten en de instelling van
de wateronthardingsinstallatie kan
het meerdere maanden duren voordat
het zout bijgevuld dient te worden.
nl
9
Vullen met
glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor
streeploos gedroogd serviesgoed en
heldere glazen.
Gebruik alleen glansspoelmiddel voor
huishoudelijke afwasautomaten.
Deksel van het voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
29 openklappen.
Hiertoe op de markering (1
) op het
deksel drukken en tegelijkertijd het
deksel met het bedieningslipje (2
)
optillen.
Het reservoir voorzichtig tot net
onder de rand van de vulopening met
glansspoelmiddel vullen.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om
overmatige schuimontwikkeling bij
de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Instellen van de juiste dosering
van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid
glansspoelmiddel kan traploos worden
ingesteld. De instelknop is door de fabriek
op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop
voor glansspoelmiddel als er strepen
(draaien in richting –) of watervlekken
(draaien in richting +) op het serviesgoed
achterblijven.
29
Instelknop voor
glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen
Zodra de glansspoelmiddelindicatie
op het bedieningspaneel
7
brandt,
moet glansspoelmiddel worden bijgevuld.
nl
10
Niet geschikt voor
de afwasautomaat
In uw afwasautomaat mag u het
volgende niet afwassen:
Bestek en serviesgoed van hout of met
houten onderdelen. Ze logen uit en
worden lelijk; ook is de gebruikte lijm
niet bestand tegen de optredende
temperaturen.
Gevoelige, gedecoreerde glazen,
met de hand beschilderde vazen
en serviesgoed, speciaal antiek
of onvervangbaar serviesgoed.
De decoraties waren nog niet geschikt
voor de afwasautomaat.
Kunststof voorwerpen die gevoelig zijn
voor heet water.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Materiaal dat water absorbeert,
zoals sponzen of doeken.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen dof
worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Advies:
koop voortaan alleen serviesgoed waarop
staat aangegeven dat het geschikt is voor
de afwasmachine.
Schade aan glas en
serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas;
chemische samenstelling van het
afwasmiddel;
temperatuur van het water en
programmaduur van de
afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de
fabricant aangeduid wordt als geschikt
voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het
serviesgoed ontziet. U kunt dit
informeren bij de fabricant van het
afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag
mogelijke temperatuur en een korte
programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas
en bestek na afloop van het programma
zo snel mogelijk uit de afwasautomaat
halen.
Mono-afwassysteem (alleen de
bovenste servieskorf)
* niet bij alle modellen
Bij een kleine afwas vult u alleen de
bovenste servieskorf en schakelt u het
mono-afwassysteem in. Hiermee bespaart
u op stroom en water. Bij het mono-
afwassysteem moet de onderste servies-
korf leeg zijn. Om af te wassen iets minder
afwasmiddel gebruiken dan wordt aange-
raden bij een volle belading van de afwas-
automaat.
nl
11
Serviesgoed sorteren
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen.
Voorspoelen onder stromend water is
niet nodig.
Het serviesgoed als volgt inruimen:
D
alle soorten vaatwerk zoals kopjes,
glazen, pannen etc. met de opening
naar beneden zetten.
D
Serviesgoed met een ronding of
een holte schuin in de servieskorf
zetten zodat het water er vanaf kan
lopen.
D
Het serviesgoed moet stevig staan
en mag niet wankelen.
D
De twee sproeiarmen moeten
ongehinderd kunnen ronddraaien.
Heel kleine stukken kunnen niet in de
machine gewassen worden omdat ze
makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de
bovenste mand op het vaatwerk in de
onderste mand vallen, is het aan te raden
om eerst de onderste en dan de bovenste
mand te legen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf
20
* niet bij alle modellen
Pannen
Onderste servieskorf 27
nl
12
Bestek
Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak
naar beneden inruimen. Zo kan de
sproeistraal elk stuk bestek beter
bereiken.
Om verwondingen te voorkomen: lange,
puntige bestekdelen en messen op de
etagère (niet bij alle modellen) of op de
besteketagère (tegen meerprijs
verkrijgbaar) leggen.
Omklapbare bordensteunen *
* niet bij alle modellen
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen en schalen practischer
kunnen worden ingeruimd.
De etagère *
* niet bij alle modellen
Hoge glazen en glazen op een hoge voet
niet tegen het servies maar tegen de rand
van de etagère laten leunen.
Glazen, kopjes en schoteltjes op de
etagère zetten. U kunt de etagère naar
wens in- en uitklappen.
Houder voor kleingoed *
* niet bij alle modellen
Hier kunnen lichte voorwerpen van
kunststof zoals bekers, deksels enz.
vastgeklemd worden.
Verstellen van de korfhoogte *
* niet bij alle modellen
De bovenste servieskorf kan – indien
gewenst – op de bovenste of de onderste
rollen gebruikt worden om of in de
bovenste of in de onderste servieskorf
meer ruimte te maken voor hoger
serviesgoed.
Afhankelijk van de uitvoering van de
bovenste servieskorf in uw model
afwasautomaat kunt u kiezen uit een van
de volgende manieren om te werk te
gaan:
nl
13
bovenste servieskorf met boven
en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken.
De bovenste servieskorf eruit halen en
op de bovenste resp. onderste rollen
weer inhangen.
Bovenste servieskorf met
hendels aan de zijkant
(Rackmatic)
De bovenste servieskorf uittrekken.
Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de
buitenkant van de korf één voor één
naar binnen drukken. Hierbij altijd de
korf aan de zijkant met één hand aan
de bovenste rand vasthouden. Hiermee
voorkomt u dat de korf plotseling naar
beneden valt (waardoor het
serviesgoed beschadigd kan worden).
Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat
u hem weer in het apparaat schuift –
aan beide zijden op dezelfde hoogte
staat. Anders kan de deur van het
apparaat niet dicht en heeft de
bovenste sproeiarm geen verbinding
met het aansluitpunt van de
watertoevoer.
nl
14
Bakplaat-sproeikop *
* niet bij alle modellen
Grote bakplaten of roosters kunt u met
behulp van de bakplaat-sproeikop
reinigen. Hiertoe de bovenste servieskorf
eruit halen en de sproeikop zoals
afgebeeld erin zetten.
De bakplaten zoals afgebeeld inruimen
zodat de sproeistraal alle delen kan
bereiken
(maximaal 2 bakplaten en 2 roosters).
Afwasmiddelen
Attentie
U kunt in uw afwasautomaat de in de
handel verkrijgbare vloeibare of
poedervormige afwasmiddelen, resp.
tabletten gebruiken (geen hand-
afwasmiddel!).
Er zijn momenteel drie soorten
afwasmiddel verkrijgbaar:
1. met fosfaat en chloor
2. met fosfaat en zonder chloor
3. zonder fosfaat en zonder chloor
Bij gebruik van afwasmiddel zonder
fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder
witte aanslag op het serviesgoed en de
wanden van de spoelruimte ontstaan. U
kunt dit vermijden door een grotere hoe-
veelheid afwasmiddel te doseren.
Afwasmiddel zonder chloor heeft een
geringere bleekwerking. Dit kan leiden tot
een versterkte aanslag van thee of tot
verkleuringen op kunststof onderdelen.
De oplossing in dit geval:
D
het gebruik van een sterker
afwasprogramma of
D
het doseren van een grotere
hoeveelheid afwasmiddel of
D
het gebruik van een afwasmiddel
met chloor
Of een afwasmiddel geschikt is voor
zilveren voorwerpen vindt u op de
verpakking van het afwasmiddel.
Heeft u nog andere vragen, dan raden wij
u aan contact op te nemen met de
fabrikant van het afwasmiddel.
nl
15
Afwasmiddelbakje met
doseerhulp
De indeling in het afwasmiddelbakje biedt
hulp bij de juiste dosering van het
afwasmiddel.
Het afwasmiddelbakje bevat bij de
onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de
middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddel-
bakje bevat 40 ml afwasmiddel.
Als het afwasmiddelbakje 30 nog dicht
is: vergrendeling
28 bedienen om het
te openen.
Vul afwasmiddel
Bakje 30 met afwasmiddel vullen.
Neem voor een juiste dosering de
gegevens van de fabrikant op de
verpakking van het afwasmiddel in
acht.
Attentie!
Doordat de reinigingstabletten
van verschillend fabrikaat op een
verschillende manier oplossen, is het
mogelijk dat bij korte programma’s niet de
volle reinigingskracht wordt bereikt. Voor
deze programma’s is een reinigingsmiddel
in poedervorm beter geschikt.
Bij het programma „Intensief”
(niet bij alle modellen) ca. 10–15 ml
extra afwasmiddel op de deur van het
apparaat gieten. Bij gebruik van tabs
een extra tablet op de deur van het
apparaat leggen.
Besparingstip
Als het serviesgoed niet erg
vuil is, kunt u normalerwijze
volstaan met minder
afwasmiddel dan is
aangegeven.
Deksel van het afwasmiddelbakje
sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot
slot (2) licht erop drukken zodat de
sluiting hoorbaar vastklikt.
Bij gebruik van tabletten vindt u op de
verpakking waar u de tabletten moet
gebruiken (bijv. in de bestekkorf, het
afwasmiddelbakje etc.).
Let erop dat ook bij gebruik van
tabletten het deksel van het
afwasmiddelbakje gesloten is.
nl
16
ATTENTIE !
BELANGRIJKE
AANWIJZINGEN
BIJ HET GEBRUIK VAN
GECOMBINEERDE
REINIGINGSPRODUCTEN
Neem bij het gebruik van zogenaamde
gecombineerde reinigingsproducten die
het gebruik van bijv. glansspoelmiddel of
zout overbodig moeten maken, de
volgende belangrijke aanwijzingen in acht:
Sommige producten met geïntegreerd
glansspoelmiddel werken alleen in
bepaalde programma’s optimaal.
Bij apparaten met automatische
programma’s hebben dergelijke
producten meestal niet het gewenste
effect.
Producten die het gebruik van
regenereerzout overbodig maken,
kunnen alleen binnen een bepaald
waterhardheidsbereik gebruikt worden.
Als u deze gecombineerde producten
wilt gebruiken, lees dan de
gebruiksaanwijzing van deze producten
of eventuele aanwijzingen op de
verpakking nauwkeurig door!
Neem in geval van twijfel contact op met
de fabrikant van het reinigingsmiddel,
vooral als:
het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is.
er kalkaanslag ontstaat.
Bij klachten die direct verband houden met
het gebruik van deze producten, kunnen
wij niet aansprakelijk gesteld worden!
nl
17
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat
behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Soort serviesgoed
bijv. porcelein,
pannen,
bestek,
glazen,
etc.
Soort
etensresten
bijv. van
Hoeveelheid
etensresten
Toestand van
de etensresten
Afwas-
programma’s
Programma-
verloop
Onge-
voelig
Gemengd
Soep, soufflé, saus,
aardappelen,
deegwaren, rijst, eieren,
gebraden gerechten
Soep, aardappelen
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
Koffie, gebak,
melk, worst,
koude dranken,
salade
veel
weinig
heel weinig
erg aangekoekt
weinig aangekoekt
Normaal
65°
Intensief
70°
Eco
50°
Snel
35°
Voor-
spoelen
Drogen
Naspoelen
70°
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Reinigen
65°
Voorspoelen
Tussen-
spoelen
Naspoelen
55°
Reinigen
35°
Afspoelen
als het
serviesgoed
enkele
dagen tot
de afwas in
het
apparaat
bewaard
wordt.
Voorspoelen
Naspoelen
70°
Drogen
Drogen
Tussen-
spoelen
Naspoelen
65°
Reinigen
50°
Voorspoelen
Tussen-
spoelen
Voorspoelen
50°
Reinigen
70°
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de
hoeveelheid serviesgoed, resp. van de
etensresten kunt u in het programma-
overzicht het juiste door u in te stellen
programma vinden.
De bijbehorende programmagegevens
vindt u in de korte handleiding.
nl
18
Afwassen
Besparingstip
Bij een niet vol beladen
machine kunt u meestal
gebruik maken van een minder
sterk programma.
Programmagegevens
De programmagegevens vindt u
in de korte handleiding. Ze hebben
betrekking op normale omstandigheden.
Door:
verschillen in de hoeveelheid
serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde
water
de druk in de waterleiding
de omgevingstemperatuur
toleranties in de netspanning
en de toleranties in het apparaat (bijv.
temperatuur, hoeveelheid water,...)
kunnen grotere afwijkingen optreden.
De waarden van het waterverbruik
hebben betrekking op instelwaarde
2 van de waterhardheid.
Inschakelen van het apparaat
Kraan opendraaien.
Hoofdschakelaar
1
inschakelen.
De indicaties van het laatst gekozen
programma branden.
Dit programma begint als u geen
andere programmatoets
8
hebt
ingedrukt.
Bij apparaten met mono-afwassysteem:
als u alleen de bovenste servieskorf
hebt ingeruimd, dan drukt u de toets
mono-afwassysteem
3
in.
Deur sluiten.
Het programmaverloop start
automatisch.
Optische indicatie tijdens
het programmaverloop *
* niet bij alle modellen
Terwijl het afwasprogramma loopt,
verschijnt op de vloer onder de deur van
het apparaat een lichtpunt. Deur van de
afwasautomaat pas openen als de
lichtpunt op de vloer niet meer zichtbaar is.
Bij inbouw in een hoge kast met een
volledig aansluitende meubeldeur is
de lichtpunt niet zichtbaar.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als de
indicatie einde van het programma
4
en
de indicatie van het afgelopen programma
branden.
Bovendien wordt het einde van het
programma akoestisch aangegeven
door een zoemtoon.
Deze functie kan als volgt veranderd
worden:
functietoets C ingedrukt houden en
de hoofdschakelaar
1
inschakelen.
. De functietoets
C knippert.
Bij elke druk op functietoets C wordt
de geluidssterkte van de zoemtoon
veranderd (van uit tot luid).
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
. De instelling is in het geheugen
opgeslagen.
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het
programma:
Na afloop van het programma de deur
openen.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing op apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
nl
19
Onderbreking van het
programma
Deur voorzichtig op een kier zetten.
De kans bestaat namelijk dat er water
naar buiten spuit. De deur pas
helemaal openen als de sproeiarm niet
meer ronddraait.
Als het programma zich al in de fase
„Drogen” bevindt, geeft een akoestisch
signaal aan de deur weer te sluiten of
het programma af te breken.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
Het lampje van de indicatie gaat uit.
Het programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
Bij aansluiting op warm water of als het
water in de machine al is opgewarmd en
de deur van het apparaat geopend werd:
de deur eerst een paar minuten op een
kier zetten en daarna dichtdoen.
Anders kan door expansie de deur van het
apparaat openspringen.
Om het programma door te laten gaan:
hoofdschakelaar weer inschakelen en
de deur sluiten.
Programma afbreken (Reset)
Alleen als de hoofdschakelaar is
ingeschakeld:
Programmatoetsen
A en C
gedurende ca. 3 sec. tegelijkertijd
indrukken.
Het programmaverloop duurt ca. 1 min.
De indicatie einde van het programma
en de indicatie van het afgelopen
programma gaan branden.
Hoofdschakelaar
1
na afloop van het
programma uitschakelen.
Afwasmiddelbakje
30
sluiten.
Om een nieuw programma te starten de
hoofdschakelaar
1
weer inschakelen
en het gewenste programma kiezen.
Wijzigen van het programma
Nadat u het apparaat hebt ingeschakeld,
kunt u tot het sluiten van de deur van het
apparaat een ander programma instellen.
Als het programma hierna gewijzigd moet
worden, dan worden eerst de al gestarte
programma-onderdelen (bijv. reinigen)
afgewerkt.
nl
20
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Daarom moet u af en toe de
afwasautomaat goed controleren.
Algemene toestand
van de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen om vet en
etensresten te verwijderen.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig met
water en een beetje afwasmiddel
schoonmaken. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen met
schuurmiddelen. Dit kan krassen op
de oppervlakken veroorzaken.
Attentie!
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten!
Ze kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid!
Speciaal zout
Controleer de indicatie zout bijvullen
6
. Indien nodig zout bijvullen.
Glansspoelmiddel
Zodra de glansspoelmiddelindicatie
op het bedieningspaneel
7
brandt,
moet glansspoelmiddel worden
bijgevuld.
Zeven
De zeven
25 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
pomp terechtkomen. Door de etensresten
kunnen de zeven verstopt raken.
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren en eventueel
schoonmaken.
Na het losdraaien van de grove/
microzeef kunt u tevens de fijne zeef
eruit halen. Etensresten verwijderen
en de zeven onder stromend water
schoonmaken.
De zeven er weer in zetten en de
grove/microzeef vastschroeven.
Grove/microzeef
nl
21
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het spoelwater
kunnen de sproei-openingen en de lagers
van de sproeiarmen
22 en 23
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping door etensresten con-
troleren.
Eventueel de onderste sproeiarm 23
naar boven eraf trekken.
Bovenste sproeiarm 22 eraf
schroeven.
Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
Afvoerpomp *
* niet bij alle modellen
Grove etensresten in het spoelwater die
niet door de zeven worden tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater wordt dan niet afgepompt en
blijft boven de zeef staan.
In dit geval:
De stekker van het apparaat altijd eerst
uit het stopcontact trekken of de
trekschakelaar uitschakelen.
eventueel water eruit scheppen.
Zeven 25 eruit halen.
Schroef uit de afdekking schroeven
(torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte controleren op vreemde
voorwerpen en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer aanbrengen en
vastschroeven.
Zeven er weer in zetten en
vastschroeven.
Torx T20
2
1
nl
22
Opsporing van storingen
Kleine storingen zelf verhelpen
De meest voorkomende storingen in het
dagelijks gebruik van het apparaat kunt u
zelf verhelpen zonder de hulp van de
Servicedienst in te roepen. Hiermee
bespaart u kosten en bent u ervan zeker
dat u het apparaat weer snel kunt
gebruiken. Het volgende overzicht kan u
erbij helpen de oorzaken van de ontstane
storingen vinden.
Storingen
Attentie
Denk eraan: reparaties mogen
alleen door een vakkundig monteur
worden uitgevoerd. Mocht het
uitwisselen van een onderdeel
noodzakelijk zijn, let er dan op
dat alleen originele onderdelen
gebruikt worden. Ondeskundige
reparatie of gebruik van
niet-originele onderdelen kan
aanzienlijke schade en gevaar
voor de gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
De zekering van de huisinstallatie
is niet in orde.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
De kraan is niet open.
De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef
schoonmaken die zich aan de
aansluiting van de toevoerslang
bevindt. Tenslotte het apparaat
weer op het elektriciteitsnet
aansluiten, kraan opendraaien en
het apparaat inschakelen.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait
moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of
etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol.
Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Controlelampjes gaan na de afwas
niet uit
Hoofdschakelaar nog
ingeschakeld.
De indicatie „Watertoevoer
controleren”
5
brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Zeef aan de kraan verstopt.
Watertoevoerslang geknikt.
Er kleven na de afwas resten
afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen
vochtig, alleen een droog reservoir
met afwasmiddel vullen.
nl
23
Na afloop van het programma blijft
er water in het apparaat staan.
De afvoerslang is verstopt of
geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd.
De zeven zijn verstopt.
Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van
het programma (de indicatie einde
programma
4
brandt).
De functie „Afbreken van het
programma“ uitvoeren.
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Gemorst spoelmiddel kan bij de
volgende spoelbeurt tot
overmatige schuimvorming leiden,
daarom moet u het gemorste
spoelmiddel met een doek
verwijderen.
Het programma stopt tijdens de
afwas
Stroomtoevoer onderbroken.
Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden tijdens de
afwas
Sproeiarm slaat tegen
serviesgoed.
Kletterende geluiden tijdens de
afwas
Serviesgoed niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de
vul-ventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding en heeft geen
invloed op het functioneren van de
machine. Deze geluiden kunnen
niet verholpen worden.
... aan het serviesgoed
Er blijven gedeeltelijk etensresten
aan het serviesgoed plakken
Het serviesgoed was niet goed
ingeruimd, de waterstralen konden
het oppervlak niet bereiken.
De servieskorf was te vol.
Het serviesgoed ligt tegen elkaar
aan.
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Een te zwak programma gekozen.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien doordat
een stuk serviesgoed in de weg
stond.
Sproeiers van de sproeiarmen zijn
door etensresten verstopt.
De zeven zijn verstopt.
Zeven verkeerd ingezet.
Afvoerpomp geblokkeerd.
Er ontstaan verkleuringen op
kunststof onderdelen
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Er blijven gedeeltelijk witte vlekken
op het serviesgoed achter, de
glazen blijven melkkleurig
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Ondanks een hoge
hardheidsgraad van het
leidingwater geen zout
toegevoegd.
Onthardingsinstallatie te laag
ingesteld.
Het deksel van het zoutreservoir is
niet goed vastgedraaid.
Als u afwasmiddel zonder fosfaat
hebt gebruikt, probeer dan eens
afwasmiddel met fosfaat ter
vergelijking.
nl
24
Het serviesgoed wordt niet droog
Programma zonder drogen
gekozen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Serviesgoed te snel uit het
apparaat gehaald.
De glazen zien er dof uit
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Resten thee of lippenstift zijn
achtergebleven
Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking.
Een te lage afwastemperatuur
gekozen.
Roestsporen op het bestek
Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Het zoutgehalte in het afwaswater
is te hoog.
Deksel van het zoutreservoir
niet goed vastgedraaid.
Tijdens het navullen te veel
zout toegevoegd.
De glazen worden dof en
verkleuren, de aanslag kan niet
worden afgewreven
Een ongeschikt afwasmiddel
gebruikt.
De glazen zijn niet geschikt voor
een afwasautomaat.
Op glazen en bestek blijven strepen
achter, de glazen zien er
metaalachtig uit.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
hoog ingesteld.
Inschakelen van de
Servicedienst
Als het u niet lukt de fout te verhelpen,
schakel dan de Servicedienst in. Het
dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst
vindt u in het telefoonboek of in de
meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef aan de
Servicedienst het typenummer (1) en het
FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens
op het typeplaatje
31
op de deur van het
apparaat.
FD
1
2
Opgelet
We willen er u op wijzen dat
een bezoek van een technicus
van onze klantendienst naar
aanleiding van een de
beschreven storingen ook
tijdens de garantieperiode niet
kostenloos is.
nl
25
Aanwijzingen
Aanwijzingen voor
vergelijkende tests
De voorwaarden voor de vergelijkende
tests vindt u op het extra blad
“Aanwijzingen voor vergelijkende tests”.
De verbruikswaarden voor de betreffende
programma’s vindt u in de korte
handleiding.
Algemeen
Geïntegreerde en onderbouwapparaten
die achteraf als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de muur of door
inbouw onder een doorlopend werkblad
dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van de
watertoevoer en -afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste
criteria overeenkomen zoals deze in de
volgende alinea’s resp. in het
montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de
handelingen aanhouden:
– bij aflevering controleren
– plaatsen
– aansluiten op de waterafvoer
– aansluiten op de watertoevoer
– elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek
zorgvuldig getest op functioneren
waardoor kleine watervlekken zijn
achtergebleven. Deze verdwijnen na de
eerste afwas.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat met
behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het apparaat
stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in
het montagevoorschrift. Eventueel een
sifon met aansluitnippel monteren.
Afvoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de
aansluitnippel van de sifon aansluiten.
Let erop dat de afvoerslang niet geknikt,
platgedrukt of ineengestrengeld is. (Let er
ook op dat de stop niet in de wasbak zit
zodat het water ongehinderd kan
weglopen!)
nl
26
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift.
Toevoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de kraan
aansluiten.
Let erop dat de watertoevoerslang niet
geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld
is. Bij vervanging van het apparaat moet
ook de watertoevoerslang voor de
aansluiting op de kraan vervangen
worden. De oude toevoerslang mag niet
meer gebruikt worden.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar).
Bij hogere druk een reduceerventiel
aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag
maximaal een temperatuur van 60 °C
hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 230 volt wisselstroom
aansluiten.
Zie het typeplaatje
31
voor de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt van
de afwasautomaat bevinden en
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen
alleen door een deskundig monteur
worden uitgevoerd.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze
aardlekschakelaar voldoet aan de
nu geldende voorschriften.
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook
hier van belang: altijd eerst het apparaat
van het elektriciteitsnet loskoppelen.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien.
Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer
loskoppelen.
Bevestigingsschroeven onder het
werkblad eruit draaien. De plint – indien
aanwezig – demonteren.
Apparaat eruit halen en daarbij de slang
voorzichtig naar voren trekken.
Transport
De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse
onderdelen vastzetten. Het apparaat
alleen rechtop vervoeren
Als het apparaat niet rechtop wordt
vervoerd, dan kan er resterend water in
het besturingsmechanisme
terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd
programmaverloop leiden.
Het apparaat laten leeglopen op de
volgende wijze:
Kraan opendraaien.
Hoofdschakelaar inschakelen.
Programma A kiezen.
Ca. 4 minuten wachten.
Programma beëindigen door de
toetsen
A en C tegelijkertijd
in te drukken.
Na één minuut het apparaat
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije
ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje),
dan moet u het apparaat helemaal laten
leeglopen (zie transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
nl
27
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Een oud apparaat is geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen na
bewerking opnieuw gebruikt worden.
Bij afgedankte apparaten de stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitkabel
doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
Deurslot en kinderbeveiliging (indien
aanwezig) onklaar maken. Hiermee
voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens
het spelen in het apparaat opsluiten en
in levensgevaar geraken.
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het
transport naar u door de verpakking
beschermd. Voor de verpakking wordt
gebruik gemaakt van materialen die het
milieu kan verdragen en die geschikt zijn
voor hergebruik. Help daarom mee en
zorg ervoor dat de verpakking
milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle
kunststofdelen van het apparaat zijn
gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen
bij de verwerking van het apparaat voor
een milieubewuste recycling gescheiden
worden.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren.
Afvoeren van de verpakking
Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de
geldende voorschriften afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen.
Kans op stikken door vouwdozen en
folie.
D
Het karton bestaat overwegend
uit oud papier.
D
Het CFK-vrije opvulmateriaal is
gemaakt van geschuimd
polystyreen.
D
Het foliemateriaal is gemaakt van
polyetheen (PE) en bestaat voor
een deel uit secundaire
grondstoffen.
D
Het hout (indien aanwezig)
is niet chemisch behandeld.
D
De banden (indien aanwezig) zijn
gemaakt van polypropeen (PP).
Afvoeren van uw oude apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
nl
28
Attentie
Kinderen kunnen zichzelf tijdens
het spelen in het apparaat opsluiten
(kans op stikken) of in een andere
gevaarlijke situatie geraken.
Trek daarom de stekker uit het
stopcontact. Aansluitkabel doorknippen
en verwijderen. Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2002/96/EG
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (waste electrical
and electronic equipment – WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in
de EU geldige terugneming en verwerking
van oude apparaten.
nl
29
nl Wijziging voorbehouden
    

V-ZUG Ltd
Industriestrasse 66, CH–6301 Zug
[email protected], www.vzug.com
Met behulp van het hoofdstuk ’Storingen zelf verhelpen’ kunt u kleine bedrijfs–
storingen zelf verhelpen.
U bespaart zich het bestellen van een servicemonteur en de daarbij onstaan–
de kosten.
Reparatieservice
Wanneer u op grond van een bedrijfsstoring of een bestelling contact met ons opneemt,
vermeld dan altijd het serienummer (SN) en de benaming van uw toestel. Schrijf deze
gegevens hier op, alsmede op de bij het toestel geleverde servicesticker. Plak deze op
een goed zichtbare plaats of in uw telefoonagenda.
SN Toestel
Deze gegevens vindt u op het garantiecertificaat, de originele rekening en op het ser–
viceplaatje van uw toestel.
Open de toesteldeur.
Het serviceplaatje bevindt zich aan de binnenkant boven aan de toesteldeur.
Het SN-plaatje bevindt zich aan de binnenkant rechts aan de toesteldeur.
J894.356-0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

V-ZUG 894 Handleiding

Type
Handleiding