Aeg-Electrolux LAV46210 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
LAVAMAT 46210
Gebruiksaanwijzing Wasautomaat
2
Geachte mevrouw, heer
Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft
een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel
design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en
bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in
het energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn
dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen
perfect en zeer efficiënt kunnen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens
iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
3
Inhoud
Waarschuwingen 5
Gebruik 5
Voorzorgsmaatregelen tegen bevriezing 6
Beschrijving van het apparaat 7
Wasmiddelbakje 7
Bedieningspaneel 8
Display 8
Aanpassing aan uw eigen wensen 9
Kinderbeveiliging 9
Geluidssignaal 9
Hoe een was te doen 10
Het laden van het wasgoed 10
Dosering van wasmiddelen 10
Programmakeuze 10
Keuze van de centrifugesnelheid 11
Keuze van de opties 11
Voorwas 12
Vlekken 12
Behoedzaam 12
Spoelen + 12
Keuze van een uitgestelde start 12
Programma starten 13
Verloop van het programma 13
Wasgoed kan tijdens de eerste 10 minuten worden toegevoegd 13
Wijziging van een lopend programma 14
Een programma annuleren 14
Einde van het programma 14
Waakstand 14
Wasgids 15
Het wasgoed scheiden en voorbereiden 15
Ladingen wasgoed naar type weefsel 15
Wasmiddelen en aanvullende producten 16
Internationale symbolen 17
Programmatabel 18
Verbruik 20
Technische kenmerken 21
Onderhoud en reiniging 22
Inhoud
4
Ontkalking van het apparaat 22
De behuizing 22
Wasmiddelbakje 22
Het filter van de afvoer 24
De filters van de watertoevoer 25
In geval van een storing 26
Waarschuwingen 29
Installatie 30
Uitpakken 30
Transportbeveiligingen verwijderen 32
Watertoevoer 34
Waterafvoer 35
Elektrische aansluiting 36
Plaatsing 36
Milieu 38
Afdanken 38
Bescherming van het milieu 38
Garantie/serviceafdeling 39
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt :
Belangrijke informatie met betrekking tot uw veiligheid en informatie die u
in staat stelt schade aan het apparaat te voorkomen.
Algemene informatie.
Informatie over het milieu.
Waarschuwingen
5
Waarschuwingen
Bewaar deze gebruiksaanwijzing bij uw apparaat. Zorg ervoor dat de
gebruiksaanwijzing bij het apparaat blijft als u het aan iemand verkoopt of
geeft. De nieuwe gebruiker is dan ook op de hoogte van de werking van de
wasmachine en van de hierbij horende waarschuwingen.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw veiligheid en die van anderen. Wij
verzoeken u deze aandachtig te lezen voordat u uw apparaat installeert en in
gebruik neemt. Wij danken u voor uw aandacht.
Gebruik
• Pak het apparaat onmiddellijk uit, of laat het uitpakken zodra u het heeft
ontvangen. Controleer het apparaat helemaal. Maak eventueel
aantekeningen op de afleverbon en behoud hiervan een kopie voor uzelf.
• Uw machine is ontworpen voor gebruik door volwassenen. Zorg ervoor dat
kinderen het apparaat niet aanraken of ermee gaan spelen.
Breng geen wijzigingen aan de kenmerken van dit apparaat aan. Dit kan een
gevaar voor u opleveren.
Uw apparaat is bedoeld voor normaal huishoudelijk gebruik. Gebruik hem
niet voor commerciële of industriële toepassingen of andere doeleinden
dan waarvoor de machine ontworpen is: wassen, spoelen en centrifugeren.
Haal na gebruik van het apparaat de stekker uit het stopcontact en draai de
waterkraan dicht.
Was alleen artikelen in de machine die daar geschikt voor zijn. Lees de
aanwijzingen op de etiketten in de kledingstukken.
Was geen kledingstukken met baleinen, ongezoomde of gescheurde lappen
stof in de wasmachine.
• Verwijder munten, veiligheidsspelden, broches, spijkers, enz. voor elke was.
Deze kunnen ernstige schade toebrengen als zij in het wasgoed blijven
zitten.
Stop geen artikelen in de wasmachine die bewerkt zijn met benzine,
alcohol, of trichloorethyleen, e.d. Als u gebruik maakt van dergelijke
vlekkenverwijderaars, wacht dan tot deze verdampt zijn voordat u de
artikelen in de trommel legt.
Stop kleine artikelen, zoals sokken, ceintuurs, enz. in een waszakje of een
kussensloop.
Gebruik de in de paragraaf “Dosering van wasmiddelen” aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de wasmachine
schoonmaakt of er onderhoud aan verricht.
Waarschuwingen
6
Voorzorgsmaatregelen tegen bevriezing
Als uw apparaat wordt blootgesteld aan een temperatuur onder de 0°C, neem
dan de volgende voorzorgsmaatregelen :
• Draai de kraan dicht en koppel de wateraanvoerslang los.
Plaats het uiteinde van deze slang en dat van de waterafvoerslang in een
bak op de grond.
• Selecteer het programma Water afvoeren en laat het helemaal aflopen.
Schakel het apparaat uit door de programmakeuzeknop op de stand “Stop”
te zetten.
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Sluit de wateraanvoerslang weer aan en zet de waterafvoerslang terug op
zijn plaats.
Op die manier zal het in de slangen resterende water worden afgevoerd en
wordt beschadiging van uw machine door bevriezing voorkomen.
Controleer, voordat u de machine weer laat werken, of de temperatuur in de
ruimte waar hij geïnstalleerd is boven de 0°C ligt.
Beschrijving van het apparaat
7
Beschrijving van het apparaat
Wasmiddelbakje
Voorwas
Hoofdwas
Wasverzachter (het MAX-teken niet
overschrijden )
M
Handgreep om het
deksel te openen
Deurtje van het filter
Verstelbare pootjes
Hefboom voor de
verplaatsing van het
apparaat
Deksel
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
8
Bedieningspaneel
Display
Kinderbe
veiliging
Duur van de
cyclus of aftelling
uitgestelde start
Uitgestelde
start
Programmakeuzeknop
Display
Toets
Start/Pauze
Toetsen en hun
functies
Toets
Starttijdkeuze
Controle-
lampjes
Beschrijving van het apparaat
9
Aanpassing aan uw eigen wensen
Kinderbeveiliging
Deze optie maakt twee soorten vergrendeling mogelijk :
- als deze optie ná de start van de cyclus is gekozen, kunnen de opties of het
programma niet meer gewijzigd worden.
De cyclus wordt afgemaakt en u moet de optie uitschakelen om een nieuwe
cyclus te kunnen starten.
- als de optie vóór de start van de cyclus is gekozen, kan de machine niet
gestart worden.
Om de kinderbeveiliging in te schakelen,
moet u :
1.Het apparaat inschakelen.
2.Op de toetsen VLEKKEN en BEHOEDZAAM
drukken tot de bevestiging door het sym-
bool op het display verschijnt.
De keuze van de optie is opgeslagen in het
geheugen.
Om de kinderbeveiliging uit te schakelen, dezelfde handeling herhalen.
Geluidssignaal
Het einde van het programma en storingen in de werking worden aangegeven
door piepjes. Als u deze geluidssignalen uit wilt schakelen, gaat u als volgt te
werk :
1.Het apparaat inschakelen.
2.Tegelijkertijd op de toetsen VOORWAS en
VLEKKEN drukken tot u een bevestigings-
piep hoort.
3.Het geluidssignaal is uitgeschakeld.
Het signaal blijft alleen actief als er sprake
is van een alarmsituatie.
Als u het geluidssignaal weer wilt activeren, herhaalt u dezelfde procedure.
Hoe een was te doen
10
Hoe een was te doen
Voordat u uw eerste was in uw wasmachine gaat doen, adviseren wij u een
voorbereidende was te doen op 95°C, zonder wasgoed maar met wasmiddel,
om de kuip te reinigen.
Het laden van het wasgoed
• Doe het deksel van de machine open.
Maak de trommel open door op de vergrendelingsknop A te drukken: de
twee klepjes gaan automatisch open.
Leg het wasgoed in de trommel, doe de trommel dicht en sluit het deksel
van de wasmachine.
Let op : Voordat u het deksel van de machine
sluit, controleren of de deur van de trommel goed
gesloten is :
•de twee klepjes vergrendeld zijn,
de vergendelingsknop A weer naar boven staat.
Dosering van wasmiddelen
Uw wasmachine is zodanig ontworpen dat u minder water en wasmiddelen
hoeft te gebruiken, verminder dus de door de wasmiddelenfabrikanten aan-
bevolen hoeveelheden.
Strooi het waspoeder in de vakjes hoofdwas en voorwas als u een pro-
gramma met voorwas gekozen heeft. Giet eventueel wasverzachter in het
vakje .
Als u een ander soort wasmiddel gebruikt, raadpleeg dan de paragraaf “was-
middelen en aanvullende producten” van de wasgids.
Programmakeuze
Draai de programmakeuzeknop op het
gewenste wasprogramma overeen-
komstig de soort en de vervuilingsgraad
van het wasgoed (zie Programmatabel).
Het rode lampje van de toets START/
PAUZE knippert. De duur van het geko-
zen programma wordt weergegeven op
het display.
A
Hoe een was te doen
11
De stand UIT onderbreekt de spanning naar de wasmachine (op alle andere
standen staat er spanning op de machine). De programmakeuzeknop kan
zowel naar rechts als naar links gedraaid worden.
Als er aan de programmakeuzeknop gedraaid wordt terwijl de wasmachine
een wascyclus uitvoert, verschijnt de foutcode «Err» op het display en knip-
pert het gele lampje van de toets START/PAUZE gedurende enkele seconden.
Het programma verloopt dan zonder rekening te houden met de nieuwe
stand van de keuzeknop. Om het probleem op te lossen, de keuzeknop in zijn
oorspronkelijke stand zetten. Het aftellen verschijnt opnieuw op het display.
Keuze van de centrifugesnelheid
Druk op de toets TPM totdat de gewens-
te centrifugesnelheid wordt weergege-
ven. U kunt ook kiezen voor NIET
CENTRIFUGEREN*, SPOELSTOP
*
of
NACHT EXTRA STIL*.
De maximale snelheid is 1200 tpm voor
alle programma’s.
Na afloop van het programma, als u gekozen heeft voor de optie SPOELSTOP
of NACHT EXTRA STIL, moet u wel een prgramma CENTRIFUGEREN of POMPEN
kiezen om de cyclus te beëindigen.
SPOELSTOP
Het laatste spoelwater wordt niet afgevoerd aan het einde van het gekozen
programma, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt als het niet direct uit
de trommel wordt genomen.
Keuze van de opties
Er kunnen opties aan een eerder geko-
zen wasprogramma worden toegevoe-
gd. Druk op de toets van de gewenste
optie. Het bijbehorende rode lampje
gaat branden.
Om een optie uit te schakelen, op dezel-
fde wijze te werk gaan. Het bijbehoren-
de rode lampje gaat uit.
* afhankelijk van het model
Hoe een was te doen
12
Voorwas
Voorwassen op ongeveer 30°C voordat de hoofdwascyclus vervolgens auto-
matisch start.
Vlekken
Voor erg vuil wasgoed of wasgoed met vlekken. Vlekkenzout kan in het vakje
voorwas van het wasmiddelbakje gedoseerd worden.
Behoedzaam
Extra spoelgang met tegelijkertijd minder beweging van de trommel (bes-
cherming van de weefsels). Ideaal in geval van frequente wasbeurten, bijvoor-
beeld, in geval van grote gevoeligheid van de huid (niet te combineren met
de optie Spoelen +).
Tijdbesparing
Met deze functie kunt u de tijdsduur al naar gelang het soort progamma
verkorten.
Spoelen +
Met deze optie kunt u een of meer spoelgangen toevoegen aan de program-
ma’s Witte/bonte was, Synthetisch en Fijne was (niet te combineren met de
optie Behoedzaam).
U kunt deze mogelijkheid permanent inschakelen door als volgt te werk te
gaan :
Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de toetsen TPM en
VOORWAS. Het lampje SPOELEN + gaat branden. De optie blijft permanent
actief zelfs als u de stroomtoevoer naar de machine onderbreekt.
Om de optie permanent uit te schakelen, dezelfde handeling herhalen.
Als de optie niet mogelijk is, verschijnt “Err” op het display en gaat het gele
lampje van de toets START/PAUZE knipperen.
Keuze van een uitgestelde start
Met deze optie kunt u de start van een
wasprogramma met 30, 60, 90 minuten,
2 uur tot 20 uur uitstellen.
Druk een of meer keer op de toets
STARTUITSTEL totdat op het display het
tijdstip verschijnt waarop u wilt dat het programma begint (0’ betekent dat
de machine onmiddellijk start). Het bijbehorende symbool wordt
weergegeven op het display.
Hoe een was te doen
13
U kunt de uitgestelde start te allen tijde wijzigen of annuleren, voordat u de
toets START/PAUZE ingedrukt hebt, door opnieuw op de toets STARTUITSTEL
te drukken.
Als u al op de toets START/PAUZE gedrukt heeft en u de uitgestelde start toch
wilt wijzigen of annuleren, ga dan als volgt te werk :
Om de uitgestelde start te annuleren en de cyclus onmiddellijk te laten
beginnen, drukt u op de toets START/PAUZE en meteen daarna op de toets
STARTUITSTEL. Druk op START/PAUZE om de cyclus te starten.
• Om de uitgestelde start te wijzigen, moet u eerst de toets UIT indrukken
en de cyclus opnieuw programmeren.
Het deksel zal vergrendeld blijven tijdens de duur van de uitgestelde start. Als
u het deksel toch wilt openen, moet u de wasmachine eerst op Pauze zetten
door op de toets START/PAUZE te drukken. Nadat u het deksel weer gesloten
heeft, op de toets START/PAUZE drukken.
Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel voor een wascyclus met uitge-
stelde start, gebruik dan een doseerbol die u rechtstreeks in de trommel
plaatst en kies een programma zonder voorwas. Als u zowel een voorwas wilt
doen en gebruik wilt maken van een uitgestelde start, gebruik dan een was-
middel in poedervorm.
Programma starten
1.Controleer of de kraan van de watertoevoer open staat.
2.Druk op de toets START/PAUZE. Het bijbehorende rode lampje
gaat branden. Het lampje DEKSEL gaat branden (deur ver-
grendeld).
Het is normaal dat de programmakeuzeknop tijdens de cyclus niet meedraait.
Bij een uitgestelde start, wordt de aftelling op het display weergegeven (per
uur, vervolgens 90 minuten en vanaf 60 minuten, per minuut).
Verloop van het programma
Het lampje HOOFDWAS brandt als het apparaat in
werking is.
Wasgoed kan tijdens de eerste 10 minuten worden
toegevoegd
1.Druk op de toets START/PAUZE. Het bijbehorende rode lampje knippert.
2.Het moment dat het deksel geopend kan worden wordt aangegeven door een
hoorbare dubbele “klik” van de vergrendeling. Het lampje DEKSEL gaat uit.
Hoe een was te doen
14
3.Leg het wasgoed in de trommel en sluit het deksel.
4.Druk opnieuw op de toets START/PAUZE om de cyclus te voort te zetten.
Wijziging van een lopend programma
Voordat u een wijziging aan kunt brengen in een lopend programma, moet u
eerst de wasmachine op pauze zetten door op de toets START/PAUZE te
drukken. Als het niet mogelijk is om iets te wijzigen gaat «Err» op het display
knipperen en het gele lampje van de toets START/PAUZE knippert een paar
seconden. Als u het programma toch wilt wijzigen, dan moet u het lopende
programma annuleren (zie hieronder).
Een programma annuleren
Als u een programma wilt annuleren, de programmakeuzeknop op de stand
UIT draaien.
Einde van het programma
De wasmachine stopt automatisch ; het lampje van de toets START/PAUZE
gaat uit en op het display knippert “0”. Het moment dat het deksel geopend
kan worden wordt aangegeven door een hoorbare dubbele “klik” van de ver-
grendeling. Het lampje DEKSEL gaat uit.
1.Zet de programmakeuzeknop op de stand UIT : de wasmachine is uitges-
chakeld.
2.Haal het wasgoed uit de trommel.
3.Trek de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
4.Controleer of de trommel helemaal leeg is : eventueel in de wasmachine ach-
tergebleven kledingstukken kunnen beschadigd raken (krimpen) bij de vol-
gende wasbeurt of kleur afgeven op ander wasgoed.
Wij adviseren u het deksel en de trommel na gebruik open te laten staan om
de kuip te laten luchten.
Waakstand
Als het apparaat van stroom is voorzien en er 10 minuten niets gebeurt voor
de start van een cyclus of na afloop van een cyclus, dan treedt er een
waakstand in werking. De verlichting van het display gaat uit en het lampje
van de toets START/PAUZE knippert langzaam.
Om dit te onderbreken hoeft u alleen maar een toets in te drukken of aan de
programmakeuzeknop te draaien.
Wasgids
15
Wasgids
Het wasgoed scheiden en voorbereiden
• Verdeel het wasgoed naar soort en onderhoudssymbool (zie hoofdstuk In-
ternationale symbolen, hierna) : normaal wassen voor wasgoed dat besten-
dig is tegen krachtig wassen en centrifugeren; behoedzaam wassen voor
fijne was die voorzichtig behandeld moet worden. Voor gemengde ladin-
gen, ladingen die uit verschillende soorten artikelen en stoffen bestaan,
kunt het best een programma en temperatuur kiezen die geschikt is voor
het meest kwetsbare weefsel.
• Was witte was en bont wasgoed gescheiden. Anders kan uw witte was ve-
rkleuren of grauw worden.
Nieuwe gekleurde kledingstukken bevatten vaak extra veel kleurstof. Was
dergelijke stukken liever de eerste keer apart. Houd u aan de onderhoud-
saanwijzingen “apart wassen” en “meermaals apart wassen”.
• Maak de zakken leeg en schud het wasgoed uit.
• Verwijder loszittende knopen, spelden en haakjes. Doe ritssluitingen dicht,
maak veters en riemen vast.
Draai kledingstukken en stoffen met meerdere textiellagen (slaapzakken,
anoraks, e.d.) binnenstebuiten, evenals gekleurde gebreide, geweven of
wollen kledingstukken en stoffen met applicaties.
• Was kleine, kwetsbare stukken (kousen, panties, BH’s, e.d.) in een waszakje.
Neem speciale voorzorgsmaatregelen bij gordijnen. Verwijder de gordijnha-
ken en stop vitrage in een waszak of kussensloop.
Ladingen wasgoed naar type weefsel
De hoeveelheid wasgoed in de trommel mag de maximale capaciteit van de
wasmachine niet overschrijden. Die capaciteit hangt af van het soort textiel.
Verminder de hoeveelheid wasgoed als dit erg vervuild is of als de stof veel
water opneemt.
Verschillende textielsoorten hebben niet hetzelfde volume of hetzelfde ver-
mogen om water vast te houden. Daarom kan, in het algemeen gesproken, de
trommel als volgt worden gevuld :
helemaal, maar zonder katoen, linnen of gemengd wasgoed aan te drukken,
• voor de helft voor behandelde katoenen kleding en synthetische stoffen,
voor een derde voor erg kwetsbare artikelen zoals vitrage en wollen kle-
dingstukken.
Voor een gemengde lading, de trommel vullen rekening houdend met de
meest kwetsbare vezels.
Wasgids
16
Wasmiddelen en aanvullende producten
Gebruik alleen wasmiddelen en aanvullende producten die geschikt zijn voor
gebruik in een wasmachine. Raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant en
houd u aan de paragrafen De wasmiddellade en Dosering van wasmiddelen.
Wij raden u af tegelijkertijd verschillende wasmiddelen te gebruiken, uw was-
goed kan hierdoor beschadigd raken.
De hoeveelheid te gebruiken wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed
die u wilt wassen, de hardheid van het water en de vervuilingsgraad van het
wasgoed.
Als het water zacht is, gebruik dan iets minder wasmiddel. Als het water kalk-
rijk is (het gebruik van een ontkalkingsmiddel wordt aanbevolen) of als het
wasgoed erg vuil is of veel vlekken heeft, verhoog de dosering dan enigszins.
U kunt de waterhardheidsgraad te weten komen door contact op te nemen
met uw regionale waterleidingbedrijf of met elke andere deskundige instan-
tie.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder voorbehoud gebruikt worden.
Vloeibare wasmiddelen niet gebruiken als u een voorwasprogramma heeft
gekozen. Voor alle cycli zonder voorwas, kan het wasmiddel òf in een wasbol
gegoten worden en direct in de trommel geplaatst worden, of in de wasmid-
dellade, in beide gevallen moet u de wascyclus wel onmiddellijk starten.
Wasmiddelen in tabletten of in doseringen moeten in het hoofdwasmiddel-
vakje van de wasmiddellade van uw wasmachine geplaatst worden.
Voor de behandeling van vlekken voordat u de wascyclus start, dient u zich
te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het betreffende pro-
duct. Als u een wasproduct gebruikt om vlekken te verwijderen, moet u de
wascyclus onmiddellijk starten.
Wasgids
17
Internationale symbolen
HOOFDWAS
NORMAAL
Wassen op
95°C
Wassen op
60°C
Wassen op
40°C
Wassen op
30°C Behoedzaam
met de hand
wassen
Niet wassen
FIJNE
WAS
BLEKEN Bleken met chloor (bleekwater) toegestaan
(alleen koud en met een verdunde oplossing)
Bleken met chloor (bleekmiddel) verboden
STRIJKEN
Hoge temperatuur
(max 200°C)
Gemiddelde tempera-
tuur (max 150°C)
Lage temperatuur
(max 100°C)
Niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
Chemisch reinigen (alle
gebruikelijke oplosmid-
delen)
Chemisch reinigen (alle
oplosmiddelen behalve
trichloorethyleen)
Chemisch reinigen (uits-
luitend oplosmiddelen op
basis van aardolie en
R113)
Niet chemisch reinigen
Hoge
temperatuur
Gemiddelde
temperatuur
DROGEN Vlakliggend drogen Opgehangen
drogen
Drogen op
kleerhanger
Drogen in droog-
trommel toeges-
taan
Niet in de droog-
trommel drogen
Programmatabel
18
Programmatabel
Niet alle mogelijkheden worden hierna genoemd, maar alleen de in het
dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Programma / Soort wasgoed Max.
hoeveelheid
wasgoed
(droog
gewicht)
Mogelijke
opties
Katoen : Wit of bont, bijv., normaal bevuilde
werkkleding, beddengoed, tafelkleden, ondergoed,
handdoeken.
5,5 kg Voorwas
Vlekken
*
Behoedzaam
Tijdbesparing
Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
40-60 Mix : Op 40°C maakt dit programma het
mogelijk, net als bij katoen op 60°C, de beste
wasresultaten te verkrijgen bij mengweefsels.
5,5 kg Voorwas
Vlekken*
Behoedzaam
Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
Synthetica : Synthetische stoffen, ondergoed,
gekleurde stoffen, strijkvrije overhemden, blouses.
2,5 kg Voorwas
Vlekken*
Behoedzaam
Tijdbesparing
Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
Strijkvrij plus : Beperkt het kreuken van het wasgoed
en maakt het strijken makkelijker.
1,0 kg Voorwas
Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
Fijne was : Voor alle fijne was, bijvoorbeeld, gordijnen. 2,5 kg Voorwas
Vlekken*
Tijdbesparing
Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
Wol plus / Zijde / : In de machine wasbare wol,
voorzien van het merk «zuiver scheerwol, machine
wasbaar, krimpvrij».
1,0 kg Spoelstop
Startuitstel
Programmatabel
19
Spoelen : Wasgoed dat met de hand is gewassen kan
met dit programma worden uitgespoeld.
5,5 kg Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
Pompen : Het water afvoeren na een spoelstop (of
Nacht Extra Stil).
5,5 kg
Centrifugeren : Centrifugeren op 400 tot 1200 toeren/
min na een spoelstop (of Nacht Extra Stil).
5,5 kg Startuitstel
30 min : Ideaal om wasgoed alleen op te frissen. 2,5 kg Startuitstel
Eco
**
: Wit of bont, bijv., normaal bevuilde
werkkleding, beddengoed, tafelkleden, ondergoed,
handdoeken.
5,5 kg Voorwas
Vlekken*
Behoedzaam
Spoelen +
Spoelstop
Startuitstel
* Niet te combineren met programma's met temperaturen beneden 40°C.
** Referentieprogramma voor tests volgens de IEC 456 norm.
Verbruik
20
Verbruik
Gegevens bij benadering die kunnen variëren op basis van de gebruiksom-
standigheden. Het aangegeven verbruik komt overeen met de maximumtem-
peratuur voor elk programma.
Programma Temperatuur Waterverbru
ik in liters
Energieverbr
uik in kWh
Tijdsduur in
minuten
Katoen 95 63 2,10
Zie display
Katoen 60 58 1,20
40 - 60 Mix 40 46 0,80
Katoen 40 58 0,70
Katoen 30 58 0,50
Synthetica 60 45 0,80
Synthetica 50 45 0,65
Synthetica 40 45 0,60
Synthetica 30 45 0,50
Strijkvrij plus 40 55 0,50
Fijne was 40 50 0,50
Fijne was 30 50 0,30
Wol plus / Zijde / 40 45 0,45
Wol plus / Zijde / 30 45 0,40
Wol plus / Zijde / koud 45 0,35
Spoelen - 32 0,05
Pompen - - 0,002
Centrifugeren - - 0,015
30 min 30 40 0,30
Eco
*
* Referentieprogramma voor tests volgens de IEC 456 norm (Ecoprogramma 60°) :
46 L / 0,93 kWh / 140 min
60 46 0,93
Technische kenmerken
21
Technische kenmerken
AFMETINGEN Hoogte
Breedte
Diepte
850 mm
400 mm
600 mm
SPANNING / FREQUENTIE
TOTAAL VERMOGEN
230 V / 50 Hz
2300 W
WATERDRUK
Aansluiting op de waterleiding
Minimum
Maximum
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bar)
Type 20x27
Dit apparaat is in overeenstemming met de Richtlijn EEG 89-336 met betrekking
tot de beperking van radio-elektrische storingen en de richtlijn EEG 73-23 met
betrekking tot de elektrische veiligheid.
Onderhoud en reiniging
22
Onderhoud en reiniging
Maak de machine pas schoon nadat u de stekker uit het stopcontact heeft ge-
trokken.
Ontkalking van het apparaat
In het algemeen is het niet nodig om het apparaat te ontkalken als het was-
middel goed gedoseerd wordt.
Als de machine toch ontkalkt moet worden, gebruik dan een specifiek niet-
bijtend product dat speciaal ontwikkeld is voor wasmachines en in de handel
verkrijgbaar is. Houd u aan de dosering en frequentie van het ontkalken die
aangegeven is op de verpakking.
De behuizing
Maak de behuizing van de wasmachine schoon met lauw water en een zacht
reinigingsmiddel. Gebruik nooit alcohol, oplosmiddelen of soortgelijke pro-
ducten.
Wasmiddelbakje
Van tijd tot tijd moet u het wasmiddelbakje schoonmaken om eventuele res-
ten wasmiddel te verwijderen en zo een storing in de werking te voorkomen.
2. Haal de twee helften van het
wasmiddelbakje uit elkaar.
1. Verwijder het wasmiddelbakje
door het op te tillen en naar bui-
ten te trekken.
Onderhoud en reiniging
23
3. Maak de beide delen schoon onder stromend water.
4. Zet de twee helften van het
wasmiddelbakje weer in elkaar.
5. Zet het wasmiddelbakje weer
op zijn plaats.
Onderhoud en reiniging
24
Het filter van de afvoer
Maak het filter dat zich onderaan het apparaat bevindt regelmatig schoon :
1. Maak het deurtje open met
bijvoorbeeld een schroeven-
draaier.
2. Zet er een opvangbak onder.
Draai de dop tegen de wijzers van
de klok in totdat deze verticaal
staat en het restwater afgevoerd
kan worden.
3. Draai de dop helemaal los en
verwijder hem.
4. Maak hem zorgvuldig schoon
onder stromend water.
Onderhoud en reiniging
25
De filters van de watertoevoer
5. Zet het geheel weer op zijn plaats. 6. Draai de dop dicht.
7. Doe het deurtje weer dicht.
Schroef de uiteinden van de watertoevoerslang los en maak de filters schoon.
In geval van een storing
26
In geval van een storing
Bij de fabricage van uw apparaat is het grondig gecontroleerd. Indien u
echter een storing constateert, raadpleeg dan eerst de onderstaande
paragrafen voordat u de klantenservice belt.
Probleem Oorzaken
De wasmachine start niet of
wordt niet met water gevuld :
•het apparaat is niet goed aangesloten, de elektrische
aansluiting werkt niet,
•het deksel van uw wasmachine en de kleppen van de
trommel zijn niet goed gesloten,
•de start van het programma is niet goed aangegeven,
•er is een stroomonderbreking,
•er is een onderbreking in de watertoevoer,
•de kraan is dicht,
•de watertoevoerfilters zijn vervuild,
•er verschijnt een rode stip op de watertoevoerleiding.
De wasmachine wordt wel
gevuld met water, maar loopt
meteen leeg :
•het gebogen uiteinde van de afvoerslang is te laag
aangesloten (zie paragraaf “Installatie”).
De wasmachine centrifugeert
niet of het water loopt niet
weg:
•de afvoerslang is verstopt of geknikt,
•het afvoerfilter is verstopt,
•de waterstopvoorziening is in werking getreden: het
wasgoed is niet goed in de trommel verdeeld,
•het programma “Water afvoeren” of de optie “Nacht
Extra Stil” is geselecteerd,
•het gebogen uiteinde van de afvoerslang hangt niet op
de goede hoogte.
Er ligt water op de grond rond
de wasmachine :
•een teveel aan wasmiddel heeft schuim doen
overlopen,
•het wasmiddel is niet geschikt voor gebruik in een
wasmachine,
•het gebogen uiteinde van de waterafvoerslang is niet
correct opgehangen,
•het filter van de waterafvoer is niet op zijn plaats
teruggezet,
•de watertoevoerleiding is niet waterdicht.
De wasresultaten zijn niet
bevredigend :
•het wasmiddel is niet geschikt voor gebruik in een
wasmachine,
•er zit te veel wasgoed in de trommel,
•het gekozen wasprogramma is niet geschikt,
•er is te weinig wasmiddel gebruikt.
In geval van een storing
27
De machine trilt, maakt lawaai : •de verpakking van het apparaat is niet volledig
verwijderd (zie paragraaf uitpakken),
•het apparaat staat niet waterpas en is niet goed
bevestigd,
•het apparaat staat te dicht bij de muur of andere
meubels,
•het wasgoed is niet goed verdeeld in de trommel,
•er zit niet genoeg was in de trommel.
De wascyclus duurt veel te
lang:
•de watertoevoerfilters zijn vervuild,
•er is een onderbreking in de stroom- of watertoevoer,
•de thermische beveiliging van de motor is in werking
gesteld,
•de temperatuur van het aanvoerwater is lager dan
normaal,
•het veiligheidssysteem voor schuimdetectie is in
werking getreden (te veel wasmiddel) en de
wasmachine is begonnen met het afvoeren van het
schuim,
•de waterstopvoorziening is in werking getreden: er is
een extra fase toegevoegd om het wasgoed beter in de
trommel te verdelen.
De wasmachine stopt tijdens
een wascyclus :
•de water- of stroomtoevoer is defect,
•er is een spoelstop geprogrammeerd,
•de kleppen van de trommel staan open.
Het deksel gaat niet open na
afloop van de cyclus :
•het lampje “deksel vrijgegeven”
*
is uit,
•de temperatuur van het water voor inweken is veel te
hoog,
•het deksel wordt 1 à 2 minuten na afloop van het
programma ontgrendeld*.
Het waarschuwingslampje
“trommel in verkeerde stand
gestopt” is na afloop van de
cyclus niet gaan branden :
•de trommel is er niet in geslaagd de juiste stand te
gaan staan vanwege een voortdurende onbalans; draai
de trommel met de hand.
De foutcode E40 verschijnt op
het display
**
en het gele lampje
van de toets START/PAUZE
knippert
***
:
•het deksel is niet goed gesloten.
De foutcode E20 verschijnt op
het display** en het gele lampje
van de toets START/PAUZE
knippert*** :
•het filter van de afvoer is verstopt,
•de afvoerslang is verstopt of geknikt,
•de afvoerslang zit te hoog (zie “Installatie”),
•de afvoerpomp is verstopt,
•de installatiesifon is verstopt.
Probleem Oorzaken
In geval van een storing
28
De foutcode E10 verschijnt op
het display** en het gele lampje
van de toets START/PAUZE
knippert*** :
•de kraan is dicht,
•er is een onderbreking in de waterleiding,
De foutcode EF0 verschijnt op
het display** en het gele lampje
van de toets START/PAUZE
knippert*** :
•het filter van de afvoer is verstopt,
•de beveiliging tegen overstroming (waterstop) is in
werking getreden, ga als volgt te werk :
- sluit de kraan van de watertoevoer,
- laat het apparaat gedurende 2 minuten leeeglopen
voordat u de stekker uit het stopcontact trekt,
- bel de Klantenservice.
De waterafvoerpomp van de
wasmachine blijft werken, ook
als het apparaat uitgeschakeld
is :
•de beveiliging tegen overstroming (waterstop) is in
werking getreden, ga als volgt te werk :
- sluit de kraan van de watertoevoer,
- laat het apparaat gedurende 2 minuten leeeglopen
voordat u de stekker uit het stopcontact trekt,
- bel de Klantenservice.
De wasverzachter loopt direct
in de trommel zodra het bakje
gevuld wordt :
•het MAX-streepje is overschreden.
* Afhankelijk van het model.
** Bij bepaalde modellen kunnen er geluidssignalen in werking treden.
*** Nadat u de eventuele oorzaken van de storing heeft opgelost, op de toets START/PAUZE
drukken om het onderbroken programma opnieuw te starten.
Probleem Oorzaken
Waarschuwingen
29
Waarschuwingen
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het verplaatst.
Voordat u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, moeten beslist de
transportbeveiligingen verwijderd worden. Onvolledige verwijdering van
transportbeveiligingen kan schade aan het apparaat en meubels die er
naast staan veroorzaken. De stekker van het apparaat mag op het moment
dat u de transportbeveiliging verwijdert, niet in het stopcontact zitten.
• Laat werkzaamheden met betrekking tot de aansluiting op de waterleiding
uitsluitend verrichten door een gekwalificeerde loodgieter.
• Het apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Als de elektrische installatie in uw woning moet worden aangepast om de
wasmachine aan te kunnen sluiten, laat dit dan doen door een
gekwalificeerde elektricien.
Lees, voordat u overgaat tot de aansluiting van uw machine, eerst
aandachtig de instructies in hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
Controleer of het apparaat, nadat het geïnstalleerd is, niet op de
voedingskabel staat.
Als de machine geïnstalleerd is op vloerbedekking, moet u controleren of
het tapijt de ventilatieopeningen, aan de onderkant van de machine, niet
blokkeert.
De voedingskabel mag uitsluitend vervangen worden door de
Klantenservice.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die het
gevolg is van een onjuiste installatie.
Installatie
30
Installatie
Verwijder alle onderdelen die bedoeld zijn om de machine tijdens het trans-
port te beschermen, voordat u de machine voor de eerste keer in gebruik
neemt. Bewaar deze onderdelen voor eventueel toekomstig transport: het
vervoeren van een apparaat zonder transportbeveiligingen kan de interne
componenten beschadigen en lekkages en storingen veroorzaken, bovendien
kunnen er vervormingen optreden door schokken.
Uitpakken
1. Kantel het apparaat schuin
achterover.
2. Draai het een kwart slag op een
van de hoeken om de transportso-
kkel te verwijderen.
4. Verwijder de plastic folie.3. Doe het deksel van het appa-
raat open en verwijder de rode
wig.
Installatie
31
5. Verwijder het wasmiddelbakje
door het naar boven te tillen.
6. Verwijder de wig waarmee de
trommel is geblokkeerd.
7. Zet het wasmiddelbakje weer
op zijn plaats.
Installatie
32
Transportbeveiligingen verwijderen
5
1
4
3
2
1
2
Handeling 1. Handeling 2.
Handeling 3. Handeling 4.
Installatie
33
3
4
Handeling 5. Handeling 6.
Handeling 7. Handeling 8.
Handeling 9.
Installatie
34
Als u uw wasmachine op één lijn wilt houden met aangrenzend meubilair, ga
dan als volgt te werk :
Watertoevoer
Ga als volgt te werk om de bij het apparaat geleverde watertoevoerleiding
aan te sluiten op de achterkant van uw wasmachine (Gebruik een oude buis
niet opnieuw) :
5
Handeling 1. Handeling 2.
Handeling 1. Handeling 2.
Installatie
35
Draai de kraan van de watertoevoer open.
Controleer of er ergens een lekkage is.
De watertoevoerleiding kan niet verlengd worden. Als de leiding te kort is,
neem dan contact op met de Klantenservice.
Waterafvoer
Het dopje op het uiteinde van de flexibele slang past op alle gangbare soorten
sifons.
Handeling 4.Handeling 3.
1.Maak het dopje vast aan de si-
fon met behulp van de bij het ap-
paraat geleverde klembeugel
*
.
* afhankelijk van het model
2.Monteer het gebogen uiteinde
op de afvoerslang. Plaats het ge-
heel in een afvoerpijp (of in een
wastafel) op een hoogte tussen 70
en 100 cm. Let er op dat de slang
er niet uit kan vallen.
Installatie
36
Het is absoluut noodzakelijk om te zorgen voor luchttoevoer aan het uiteinde
van de afvoerslang, om eventueel overlopen te voorkomen.
In geen geval de afvoerslang verlengen. Als de afvoerslang te kort is, raad-
pleeg dan een technicus.
Elektrische aansluiting
Deze wasmachine mag uitsluitend worden aangesloten op 230 V monofase.
Controleer het vermogen van de zekering : 10 A en 230 V.
Het apparaat mag niet aangesloten worden met behulp van een verlengsnoer
of een verdeelstekker.
Controleer of de aarding in overeenstemming is met de geldende voorschrif-
ten.
Plaatsing
Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond in een geventileerde ruimte.
Controleer of het apparaat niet tegen de muur of andere meubels in de rui-
mte staat.
Als u het apparaat wilt verplaatsen, ga dan als volgt te werk :
1.Om uw wasmachine te verplaat-
sen, hoeft u hem alleen maar op
de wieltjes te zetten door de hen-
del aan de onderkant van het ap-
paraat helemaal van rechts naar
links te draaien. Als het apparaat
eenmaal op zijn plaats staat, de
hendel weer in zijn oorspronkelij-
ke stand zetten.
2.Door het apparaat goed water-
pas te zetten voorkomt u dat het
gaat trillen, lawaai gaat maken en
tijdens de werking van zijn plaats
komt.
Zet het apparaat waterpas door
aan het te korte pootje te draaien.
Draai zowel aan het pootje als aan
de flens (til het apparaat indien
nodig een stukje op).
Installatie
37
3.Wanneer het apparaat stabiel
staat het pootje op de vloer
zetten en de flens helemaal
vastdraaien.
Milieu
38
Milieu
Afdanken
Alle materialen voorzien van het symbool kunnen gerecycled worden.
Breng ze naar een afvalinzamelpunt (informeer bij de reinigingsdienst van uw
gemeente) zodat ze teruggewonnen en gerecycled kunnen worden.
Maak, voordat u het apparaat afdankt, alle onderdelen die gevaar op zouden
kunnen leveren onbruikbaar: snijd de voedingskabel zo dicht mogelijk bij het
apparaat af.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden
afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Bescherming van het milieu
Teneinde water en energie te kunnen besparen en dus bij te dragen aan de
bescherming van het milieu, raden wij u aan de volgende aanwijzingen op te
volgen :
Gebruik het apparaat zo veel mogelijk met volledige lading in plaats van
gedeeltelijke ladingen.
• Gebruik de functie Voorwas of Inweken alleen voor erg vervuild wasgoed.
Pas de hoeveelheid wasmiddel aan, niet alleen aan de hardheid van het
water (zie paragraaf “Dosering van de wasmiddelen”) maar ook aan de
hoeveelheid en de vervuilingsgraad van het wasgoed.
Garantie/serviceafdeling
39
Garantie/serviceafdeling
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geprodu-
ceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze ser-
vicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG
en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onver-
let.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden :
1.Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met
15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf
de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor
tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2.De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht
in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3.Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te
voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee
maanden na vaststelling is gemeld.
4.Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of le-
veringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander over-
tuigend bewijs te worden overlegd.
5.De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig ge-
bruik.
6.De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwa-
liteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7.De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door :
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8.De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die bui-
ten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of
montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen
van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9.Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door hers-
Garantie/serviceafdeling
40
telling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden ove-
rhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of
geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan
30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de ge-
bruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uit-
bouw komt ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect he-
rhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval
van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te reke-
nen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn
noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op het-
zelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade onts-
taan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid
niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van
het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in
gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt
gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst :
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Garantie/serviceafdeling
41
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan
*
.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk
direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag
het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen
zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek
uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de
hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting
maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-
kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden
vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op
verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het
aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de
kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis
van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat :
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal
overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting
worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het
in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden
uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede
bezoek noodzakelijk is, zal :
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-
organisatie of door de technicus met de consument de datum voor een
tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding
plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in
rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan
de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding
van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose,
* Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
Garantie/serviceafdeling
42
toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte
omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening
dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van
een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk
gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven.
Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie.
Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12
maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op
verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de
technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect
bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6
bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het
opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk
worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de
consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een
gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een
toestel daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op
grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden,
danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit
houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele
en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde onderdelen.
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
tel. 0172-468 300
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
tel. 0172-468 172
www.aeg.nl
Garantie/serviceafdeling
43
Europese Garantie
Voor dit apparaat geldt een garantie van Electrolux in elk van de landen in
het hierbij gevoegde document (European Address Services) voor de aangege-
ven garantieperiode of, standaard, volgens de geldende wetgeving. Als u van
een van deze landen verhuist naar een ander van de hieronder genoemde lan-
den, verhuist de garantie op het apparaat met u mee. De volgende beperkin-
gen zijn hierop van toepassing :
•De garantie op het apparaat begint op de datum van eerste aankoop van het
apparaat. Deze datum dient te worden aangetoond door overlegging van een
geldig, door de verkoper van het apparaat afgegeven aankoopbewijs.
•De garantie op het apparaat geldt voor dezelfde periode en in dezelfde mate
voor arbeidsloon en onderdelen als van toepassing in uw nieuwe land van
vestiging op dit specifieke model of deze specifieke serie apparaten.
•De garantie op het apparaat is persoonlijk, geldt dus voor de oorspronkelijke
koper van het apparaat en kan niet worden overgedragen op een andere ge-
bruiker.
•Het apparaat wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de
door Electrolux afgegeven instructies en wordt alleen in huis gebruikt, dat wil
zeggen, het apparaat wordt niet gebruikt voor commerciële doeleinden.
•Het apparaat wordt geïnstalleerd in overeenstemming met alle relevante
voorschriften die in uw nieuwe land van vestiging van kracht zijn.
De voorwaarden van deze Europese garantie tasten geen van de aan u bij de
wet verleende rechten aan.
www.electrolux.com
www.aeg-electrolux.nl
108 3092 00 - 06/07
1 / 1