Zanussi TDS463E Handleiding

Type
Handleiding
GEBRAUCHSANWEISUNG NOTICE D'UTILISATION
GEBRUIKSAANWIJZING
WÄSCHETROCKNER
SECHE-LINGE
TROMMELDROGER
TDS 463 E
AUTOREVERSE
20
TECHNISCHE GEGEVENS
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen.................Blz. 21
Installatie ...........................Blz. 22
Plaatsen...........................Blz. 22
Afvoer van de vochtige lucht .....................Blz. 22
Aanbrengen van een luchtafvoerslang ..................Blz. 22
Elektrische aansluiting.......................Blz. 23
Wijzigen van de deurdraairichting ...................Blz. 23
Bediening ..........................Blz. 24
Bedieningspaneel ........................Blz. 24
Droogprogramma’s .......................Blz. 25
Praktische tips .........................Blz. 26
Gebruik ...........................Blz. 27
Onderhoud ..........................Blz. 28
De buitenkant .........................Blz. 28
De vuldeur ..........................Blz. 28
Het filter ...........................Blz. 28
Eenvoudige storingen .......................Blz. 28
AFMETINGEN hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 57 cm
NETSPANNING/FREQUENTIE 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE 2600 W
ZEKEREN MET MINIMAAL 16 A
CAPACITEIT katoen en linnen 5 kg
synthetica 2 kg
VERBRUIKSWAARDEN katoen en linnen 3,5 kWh (5 kg kastdroog)
katoen en linnen 2,7 kWh (5 kg strijkdroog)
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset leveren, waarmee u de droger veilig op uw wasautomaat kunt
plaatsen. Dat bespaart u aanzienlijk ruimte.
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
21
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gele-
zen te hebben, alvorens u het apparaat instal-
leert en/of in gebruik neemt.
INSTALLATIE
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installa-
tie van dit apparaat, mag uitsluitend door een
daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het ver-
plaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Bij luchtafvoerdrogers is afvoer naar buiten via een
tegen regen- en windinslag beschermde doorvoer
(door venster of muur) naar buiten de beste
afvoermethode.
GEBRUIK
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
steker uit het stopcontact te nemen of de badka-
mertrekschakelaar op de UIT-stand te schakelen.
Laat de droger z’n werk zo economisch mogelijk
doen. Hoe hoger de centrifugeersnelheid van uw
wasautomaat, hoe sneller de droger klaar is en
hoe lager het energieverbruik.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, ter-
pentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen
niet in de trommeldroger.
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet wor-
den. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat
zolang het in werking is.
Als u de deur tijdens het drogen moet openen, dan
moet u ervoor zorgen dat u de binnenkant van de
deur niet aanraakt, daar deze zeer heet is.
Laat de deur op een kier staan indien het apparaat
niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubber-
manchet.
Het stoffilter dient na elke droogbeurt gereinigd te
worden.
Het apparaat nooit gebruiken als het stoffilter
beschadigd is. Dit kan gevaar voor brand opleveren.
SERVICE-REPARATIES
Tracht in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/of
herstelwerkzaamheden uitvoeren door de service-
dienst van de fabrikant of door een door de fabri-
kant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS onder-
delen plaatsen.
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel lei-
den. Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
VEILIGHEID
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te verande-
ren.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is voor een klein kind niet onmogelijk om in de
trommel te kruipen. Kleine huisdieren maken daar
zelfs een gewoonte van. Hebt u een klein kind of
een huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna
pas de vuldeur.
MILIEUBESCHERMING
Alle met het symbool gemerkte materialen
kunnen hergebruikt worden. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet. Wij adviseren
u, het karton in een container voor oud papier te
deponeren.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezor-
gen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat
zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
22
INSTALLATIE
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd
vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige
lucht produceert.
De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen
zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het roos-
ter aan de achterkant niet door obstakels in z’n venti-
latiefunctie belemmerd kan worden.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel moge-
lijk stofvrij gehouden worden.
De droger moet zo goed mogelijk horizontaal
staan. Daartoe kunt u de stelvoeten aan de voorkant
verdraaien. Hoe beter uitgericht, hoe minder geluid.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor
kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt, bij-
voorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat de
machine schade toe kan brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de
droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet
overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de
achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten afgesloten wor-
den.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is een
afvoer naar buiten. Daarvoor gebruikt u een flexibele
afvoerslang van 100 mm ø, welke u door middel van
de meegeleverde adapter op één van de afvoerope-
ningen aansluit. De afvoerslang is met de machine
meegeleverd.
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe
groter de kans is dat in de slang vocht tot water con-
denseert. U kunt voorkomen dat het water zich
ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug in
de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het laagste
punt van de slang en zet of hang er een bakje onder
(zie figuur punt “A”).
P0751
A
Om de afvoerslang aan te brengen trekt u de adapter-
ring uit de afvoeropening aan de achterkant van de
machine en schroeft u deze ring op de afvoerslang.
Druk de adapter-ring in de afvoeropening tot hij goed
vastzit.
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater binnen de slang.
Sluit de afvoerslang niet op een bestaand
kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een muur-
of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er geen
regenwater in kan lopen; dus overkappen of naar bui-
ten toe omlaag richten.
Beveiligingen tegen regen- en windinslag in doorvoe-
ren bestaan meestal uit beweegbare klepjes of lamel-
letjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan, of na ver-
loop van tijd niet meer open gaan (roest, vuil). Dan
hebt u een afvoerprobleem, let daar dus op.
Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging aange-
sloten, dan kan die afzuiging problemen veroorzaken.
Is de benodigde droogtijd veel te lang, schakel de
afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster af tijdens
het in werking zijn van de droger.
Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u
zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan
raken.
Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de
benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het
energieverbruik.
Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een interne
beveiliging tegen oververhitting het verwarmproces
automatisch uit.
P0330
23
NEDERLANDS
Wijzigen van de deurdraairichting
Het kan wenselijk zijn om de draairichting van de deur
om te keren. Bijvoorbeeld omdat de wasdroger op of
naast de wasautomaat staat.
Deze wijziging mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Verwijder de deur, compleet met scharnier, door
de beide schroeven (1) los te draaien. Fig. A.
Druk de twee vleugeltjes van de schakelstift (2)
naar elkaar toe en trek de schakelstift uit de deur
(fig. A). Doe hetzelfde met de dummy (3).
Breng nu de schakelstift (2) en de dummy (3) op
de tegenover gestelde plaats, weer aan (fig. B).
Overtuig u ervan dat de vleugeltjes klikken.
Verwijder de kunststof afdekplaat (4), door middel
van de beide schroeven (fig. A). Monteer de plaat
op de tegenovergestelde plaats (fig. B).
Monteer de deur. Draai de schroeven (1) goed
vast (fig. B).
Elektrische aansluiting
De machine is gebouwd voor 220-230 V/50 Hz en
voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker
met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcon-
tact met (aangesloten en functionerende) aardcontac-
ten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat door uw installateur dan
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zoge-
heten “vaste aansluiting” gemaakt worden; raadpleeg
uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan boven-
staande veiligheidsvoorschriften.
P0283
A
2
3
4
1
P0748
B
1
4
2
3
24
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 Programmakaart
Op deze kaart vindt u richtlijnen voor de in te stellen
droogtijden resp. droogprogramma’s.
2 Toets “lage temperatuur”
Druk deze toets voortijds in als u synthetica met het
op tijd drogen programma gaat drogen.
3 Toets “zoemer uit”
Druk deze toets voortijds in als u niet wilt dat de
machine tijdens de antikreukfase een zoemtoon laat
horen.
4 Toets “start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets voor enige seconden om het programma te star-
ten.
Als de deur tijdens het in bedrijf zijn geopend wordt,
moet na het weer sluiten van de deur deze toets nog-
maals ingedrukt worden om het programma verder te
lopen.
5 Controlelampje “drogen”
Dit GROENE lampje geeft aan dat de machine in de
droogfase is.
6 Controlelampje “afkoelen”
Dit GROENE lampje geeft aan dat de machine in de
afkoelfase is. Deze duurt 9 minuten.
7 Controlelampje “filter reinigen”
Dit RODE lampje brandt na het beëindigen van de
droogfase en blijft branden tot u de deur opent. Het
herinnert u eraan dat u na afloop het filter schoon
moet maken.
8 Controlelampje “deur is open”
Dit RODE lampje knippert als de deur open is.
9 Controlelampje “AAN/UIT”
Dit lampje brandt bij het instellen van het programma
en gaat uit als de programmaknop op «0» gedraaid
wordt.
10 Programmaknop
De programmaknop is gemerkt met letters voor de
automatische programma’s en met minuten voor het
op tijd drogen of nadrogen.
Automatisch drogen
De machine werkt in deze programma’s met vocht-
sensoren. Alles wat u te doen hebt is programma A,
B, C, of D te kiezen, al naar gelang de gewenste
droogtegraad.
Op tijd drogen
U kunt een tijdsduur tot maximum 90 minuten instel-
len.
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er rekening
mee houden dat de machine de laatste 9 minuten met
koude lucht werkt. Daarmee worden zowel wasgoed als
machine afgekoeld.
Op tijd drogen is gewenst voor:
Het nadrogen van wasgoed dat u met de strijkwas
meegedroogd hebt, maar niet strijkt.
Het drogen van een enkel natgeworden kinderjack.
Om een programma te annuleren draait u de pro-
grammaknop op «0».
Na het drogen moet de programmaknop op «0»
gedraaid worden.
D S
6
E
4
T
3
AUTOREVERSE
BAUMWOLLE UND LEINEN
KATOEN EN LINNEN
PFLEGELEICHTE GEWEBE
SYNTHETIKA
ZEITEINSTELLUNG
OP TIJD DROGEN
SIEHE BEDIENUNGSANLEITUNG
FÜR TROCKENZEITEN
SIEHE BEDIENUNGSANLEITUNG
VOIR NOTICE D'UTILISATION
POUR TEMPS DE SECHAGE
ZIE GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR DROOGTIJDEN
10987654321
PRET A REPASSER
COTON ET LIN
5 kg
A
PRET A RANGER
B
TRES SEC
C
SYNTHETIQUES SECHAGE CHRONOMETRIQUE
2 kg
EXTRATROCKEN
KASTDROOG
SCHRANKTROCKEN
BÜGELTROCKEN
STRIJKDROOG
EXTRA DROOG
D
PRET A RANGER
SCHRANKTROCKEN
KASTDROOG
25
NEDERLANDS
Automatische droogprogramma’s
Belading in kg
Soort textiel drooggewogen Programma-
en behandelingssymbool Droogtegraad wasgoed keuze
Extra droog 5 A
Katoen en linnen Kastdroog 5 B (*)
Strijkdroog 5 C (*)
Synthetica Kastdroog 2 D (*)
(*) Programma’s volgens CEI 1121.
Op tijd drogen
Katoen en linnen
Centrifugeertoerental Belading in kg
Droogtegraad per minuut drooggewogen Tijdsduur in
en behandelingssymbool van wasautomaat wasgoed min
800 - 1000
5 75 - 90
2 60 - 75
Kastdroog
1000 - 1200
5 60 - 75
2 45 - 60
800 - 1000
5 60 - 75
2 45 - 60
Strijkdroog
1000 - 1200
5 45 - 60
2 30 - 45
Synthetica: druk de toets
Centrifugeertoerental Belading in kg
Droogtegraad per minuut drooggewogen Tijdsduur in
en behandelingssymbool van wasautomaat wasgoed min
2 45 - 60 min.
Kastdroog 650 1 30 - 45 min.
0,5 20 min.
De droogduur hangt af van verschillende faktoren:
- soort wasgoed
- vulgewicht
- centrifugetoerental.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel:
katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
synthetica: halfvolle belading
fijne was: éénderde van de trommel
26
Praktische tips
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de vulgewich-
ten houdt, die in de programmatabel vermeld
staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder eco-
nomisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij hel-
pen:
badjas 1200 g
beddelaken 500 g
blouse 100 g
dekbedovertrek 700 g
handdoek 200 g
herenoverhemd 200 g
kussensloop 200 g
nachthemd/pyjama 200-500 g
ondergoed 250 g
tafellaken 200-300 g
theedoek 100 g
werkjas 300-600 g
Belangrijk:
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van synthe-
tische vezels, wol, zijde, textiel met metalen versie-
ringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals anor-
aks, doorgestikte dekens, slaapzakken en dekbed-
den mogen niet in de machine gedroogd worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel bij-
voorbeeld, de rubberachtige rug van een kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen krim-
pen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem deze
artikelen niet in de trommeldroger te drogen.
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen
daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken,
anders verzamelen zich hierin kleinere wasstuk-
ken. Ritssluitingen en haak-oogsluitingen dicht-
doen, losse banden en ceintuurs samenknopen.
Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren.
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en droog-
tegraad.
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de droogtijd, zo verkrijgt u de gewenste droog-
tegraad. Te droog wasgoed laat zich minder goed
strijken.
Om het statisch worden (knetteren en kleven) van
synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij
u in de wasautomaat een wasverzachter te gebrui-
ken.
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet over-
drogen. Bij de aanschaf rekening houden met het
feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit,
krimpt.
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog
vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met
name het geval bij dikke kragen, manchetten en
zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen,
hierbij de machine op minstens 20 minuten
instellen.
27
NEDERLANDS
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele lichtvochtige, schone doeken te
vullen en de machine circa 20 minuten te laten wer-
ken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige
restanten van het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
Het toestel aansluiten.
Het wasgoed in de machine doen.
Deur sluiten.
Een droogprogramma of een tijdsduur kiezen.
De toets eventueel indrukken.
Indien synthetica op tijd gedroogd moet worden,
toets indrukken.
Start-toets indrukken: het programma start.
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 9 minuten vóór
beëindiging van het programma automatisch de af-
koelfase ingeschakeld. Het betreffende lampje licht op.
Als u, na het beëindigen van het programma, de was
niet direkt uit de machine neemt, zal de antikreukfa-
se beginnen.
Deze duurt 30 minuten max. De machine stopt auto-
matisch aan het einde van de antikreukfase. Het con-
trolelampje «AAN/UIT» blijft ingeschakeld.
Om de was tijdens de antikreukfase uit de machine te
kunnen nemen, schakelt u eerst de machine uit door
de programmaknop op «0» te draaien.
Na het drogen
De programmaknop op «0» draaien, het controle-
lampje «AAN/UIT» gaat uit.
Toestel uitschakelen.
Het stoffilter reinigen (zie blz. 28)
28
EENVOUDIGE STORINGEN
ONDERHOUD
Neem de steker uit het stopcontact of trek, indien
van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal huis-
houdschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmid-
delen drogen doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en der-
gelijke oplosmiddelen.
De vuldeur
Verwijder regelmatig
eventueel pluis dat zich
aan de binnenkant van
de vuldeur en de spon-
ning gehecht heeft.
P032
Het filter
Vóór u een nieuwe lading
wasgoed gaat drogen,
moet het filter beslist
schoon zijn. Verwijder
het viltachtige stof met
een vochtige doek.
Het filter kan niet uitge-
trokken worden.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit
pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het
gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind weg-
geblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn droogt
en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u binnens-
huis droogt.
P076
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst
belt, even de volgende punten te controleren:
De droger start niet
De vuldeur is niet goed gesloten.
De groepzekering is defect of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de was-
automaat ook (op dezelfde groep) AAN staat? Dat
kan doorgaans pas zodra de wasautomaat aan het
spoelen toe is.
De START-toets is niet ingeschakeld.
De was wordt niet goed droog
Het filter is verstopt.
De droogtijd is te krap ingesteld.
Het ingestelde programma is niet geschikt voor het
wasgoed.
De trommel is te vol.
De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het
betreffende hoofdstuk.
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
belt u dan de servicedienst.
Houd het modelnummer
en het productnummer
bij de hand; de service-
dienst zal u erom vragen.
P030
Mod. ... Prod.
No. ........
Ser. No. ............
125996230 ETEOS
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Zanussi TDS463E Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren