START HET APPARAAT
Dagelijks gebruik
1. Open de waterkraan en sluit de netstekker aan op het
stopcontact.
2. Druk op de Aan/Uit-toets om het apparaat te activeren.
3. Plaats het wasgoed één voor één in de trommel. Zorg ervoor
dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen.
4. Sluit de vuldeur.
5. Doe het wasmiddel en de nabehandelingsmiddelen in het
juiste vakje van de lade.
6. Draai aan de programmaknop om een programma in te
stellen. Het programmalampje gaat branden.
7. Het display toont de standaard temperatuur en de maximale
centrifugeersnelheid. Druk op de bijbehorende toetsen om de
standaardwaarden te wijzigen of om functies in te stellen.
8. Stel indien nodig de uitgestelde-startfunctie in. Druk
herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
9. Druk op de Start/Pauze-toets om het wasprogramma te
starten. Als u de Startuitstel instelt, start het aftelproces van de
wasmachine.
10. Aan het einde van het programma toont het display een
nul
, het symbool van de laatste wasfase is aan. De
indicator van de Start/Pauze-toets en het symbool van de
deurvergrendeling gaan uit. Als de functie Spoelstop is
ingesteld, raadpleeg dan het hoofdstuk ‘Aan het einde van het
programma’ in de gebruikershandleiding.
11. Neem de stekker van het apparaat uit het stopcontact en draai
de waterkraan dicht.
Nadat het programma start
Startuitstel annuleren
1. Druk op de Start/Pauze-toets.
2. Druk op de toets Startuitstel totdat het display een nul toont.
3. Druk op de Start/Pauze-toets. Het programma wordt gestart.
Een programma onderbreken en/of een functie wijzigen
1. Druk op de Start/Pauze-toets. Nu kunt u de ingestelde functie
wijzigen. De functie Tijd besparen kan in dit geval niet worden
ingesteld.
2. Druk op de Start/Pauze-toets. Het wasprogramma gaat verder.
Onderhoud en reiniging
Reinig de fi lters in het
apparaat regelmatig.
Raadpleeg het
hoofdstuk ‘Onderhoud
en reiniging’ in de
gebruikershandleiding.