Aeg-Electrolux AU86055-5I, AU86055-4I, AU86055-6I Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Aeg-Electrolux AU86055-5I Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
30
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koe-
lapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een vei-
lig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kunnen
lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen
in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die
op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die be-
langrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het appa-
raat. Hier absoluut op letten.
1. Dit symbool leidt u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. ....
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Verklaringen van vaktermen die in de gebruiksaanwijzing gebruikt worden,
vindt u aan het eind in het hoofdstuk "Vaktermen".
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aan-
wijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze service- afdeling u te
allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
31
Inhoud
Veiligheid 32
Toepassing volgens de voorschriften Voordat het apparaat voor
de eerste keer in gebruik genomen wordtrant / Koelmiddelen
Veiligheid van kinderen 32
In het dagelijks gebruik / Bij storing 33
Weggooien / Informatie over de verpakking van het apparaat
Weggooien van oude apparaten 34
Transportbescherming verwijderen 35
Opstellen 35
Opstelplaats 35
Elektrische aansluiting 36
Voor het in werking stellen / Besturingspaneel
Besturingspaneel / In werking stellen 37
Instellen van de temperatuur / Snel invriezenSnel invriezen 38
Waarschuwingslampje / Vrieskalender 39
Inrichting 39
Ijsblokjes 39
Laden 40
Adviezen / Besparing van energie 40
Invriezen en goedhouden 41
Onderhoud
Ontdooien / Schoonmaken / Tijdelijk buiten gebruik stellen 43
Wat te doen als .. 44
Hulp bij storingen 44
Geluiden tijdens de werking / Bepalingen,
normen, richtlijnen 46
Vaktermen 47
Voorbereiding van het ventilatierooster 48
Porta reversível 49
Omzetten van de deur van het vriesvak 50
Inbouw onder een werkblad 51
Montage van het sokkelpaneel 58
32
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Neder-
landse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Toepassing volgens de voorschriften
Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het koelen van levensmiddelen. Als het apparaat voor andere doe-
leinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen
voor eventuele schade.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het
koelen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor
van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd apparaat
in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leveran-
cier.
Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aan-
sluitsnoer staat. Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vak-
mensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de
fabrikant of onze service-afdeling.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobutaan (R600a), een
natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
Waarschuwing - Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit bescha-
digd worden.
Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen ge-
vaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aan-
wezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties te-
recht komen.
Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke appa-
raten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het nodige toe-
zicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
In het dagelijks gebruik
Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek
raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen
of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, navullingen voor
aanstekers etc. in het koelapparaat.
Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsma-
chines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te
beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het
inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd.
Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uit-
schakelen.
De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwij-
zingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan het
apparaat uitvoeren.
Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden.
Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend
u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling.
33
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg.
Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen
hergebruikt worden!
De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden
en hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnenin.
>PS< voor schuimpolystyreen, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen
CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer
in een container voor oud papier gedeponeerd worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld
te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact
trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten
verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende
kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in
andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat
dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve ge-
volgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehan-
deling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt
u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
34
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het transport be-
schermd.
1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom:
niet aan directe straling van de zon blootstellen;
niet bij radiator en, naast een fornuis of andere warmtebronnen plaatsen;
alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontwor-
pen. De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de
binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse behoort:
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN + 10 tot 32°C
N + 16 tot 32°C
ST + 18 tot 38°C
T
+ 18 tot 43°C
Montage direct onder een kookplaat is niet toegestaan. De tempera-
turen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen
het apparaat beschadigen. Indien een kookplaat in de buurt van het
apparaat geïnstalleerd wordt, dienen de betreffende montage- en vei-
ligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. Gezien de veelzijdi-
gheid van de mogelijke inbouwsituaties is het onmogelijk hier
gedetailleerde informatie te verschaffen.Men dient te voorkomen dat
de koelkast warm wordt, door voldoende afstand van de warmtebron
aan te houden en door middel van het gebruik van een geschikte iso-
latieplaat. Een correcte ventilatie van het apparaat dient gegarandeerd
te worden.
35
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde vereist. Het stopcontact
moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit het
stopcontact kan worden getrokken.
Het voor de aansluiting van het apparaat benodigde stopcontact
moet zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden.
De elektrische zekering dient minstens 10/16 ampère te zijn. In-
dien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toe-
gankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er
voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden af-
gesloten (bijv. zekering,
beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een
contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat con-
troleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met
de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat
komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het
apparaat.
36
Voor het in werking stellen
Laat de apparatuur minstens 2 uur in vertical positie staan alvorens
het in werking te stellen zodat alle olie terug in de compressor kan
lopen.
Reinig voor het eerste gebruik en het aansluiten van de elektriciteit
alle interne onderdelen met lauw water en neutrale zeep om de typi-
sche nieuwe geur te verwijderen, en droog ze zorgvuldig.
Geen schuurmiddel gebruiken aangezien die de afwerking kan be-
schadigen.
Verwijder het plakband en afstandhouders die gebruikt zijn voor het
vervoer.
Besturingspaneel
1 Functioneringslampje groen
2 Thermostaat
3 Controlelampje geel voor snel invriezen
4 Schakelaar voor snel invriezen
5 Waarschuwingslampje rood
In werking stellen
Steek de stekker in het stopcontact en draai de thermostaatknop (2)
naar rechts voorbij de positie «-16°C». De thermostaatknop bevindt
zich op het besturingspaneel van de vriezer.
De lampjes (1), (3) en (5) gaan aan.
Na de in werking stelling schakelt de elektriciteit van het apparaat zich
na 5 uur snel invriezen (gele lampje) automatisch uit.
Het apparaat kan uitgezet worden door de knop (2) op positie «•» te zetten.
37
Instellen van de temperatuur
De temperatuur van de vriezer wordt automatisch geregeld voor het
goed houden van het voedsel.
Zet de regelknop (2) hoger voor koudere temperaturen.
Zet de thermostaat op de gewenste temperatuur.
Voor het bewaren van bevroren voedsel dient de temperatuur van de
vriezer gelijk of lager te zijn dan -18°C. Het is dus raadzaam de knop
(2) op positie «-18°C» te zetten.
Bij het kiezen van de juiste positie dient rekening gehouden te worden
met het feit dat de interne temperatuur af hangt van de volgende fac-
toren:
omgevingstemperatuur;
hoe vaak deur geopend wordt;
hoeveelheid voedsel
plaats van het apparaat.
Snel invriezen
Houd de schakelaar (4) ongeveer 1 sec. Ingedrukt . Het lampje (3) gaat
branden (functie SUPER ingeschakeld). De SUPERfunctie of snel in-
vriezen kan op elk gewenst moment uitgeschakeld worden door op-
nieuw knop (4) in te drukken. Het lampje (3) gaat uit. Als de
SUPERfunctie niet handmatig wordt uitgezet, wordt hij automatisch
door het apparaat uitgezet na 48 uur .
38
Waarschuwingslampje
Het waarschuwingslamoje (5) heeft als doel aan te geven als de tem-
peratuur binnen in de vriezer boven het niveau is gekomen waardoor
het goedhouden van het voedsel niet gegarandeerd kan worden (war-
mer dan -12°C).
Als het apparaat aan wordt gezet of als er voedsel wordt ingelegd, blijft
dit lampje branden totdat de temperatuur een waarde heeft bereikt
dat het voedsel veilig bewaard kan worden.
Vrieskalender
De symbolen op de laden/deurtjes geven de soorten producten aan die
ingevroren kunnen worden.
De cijfers geven aan hoeveel maanden een bepaald product ingevroren
kan worden. Als er op de verpakking een langere of kortere periode
wordt aangegeven, hangt dit af van de kwaliteit van de voedingsmid-
delen en van de voorbehandeling voor het invriezen.
Inrichting
Ijsblokjes
Het apparaat is uitgerust met een of meerdere bakjes voor het maken
van ijsblokjes. Deze bakjes dienen met water gevuld te worden en in de
vriezer gezet te worden.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de bakjes los te maken.
39
Laden
De laden kunnen niet kantelen
en blokkeren als ze helemaal
uitgetrokken zijn.
Hierdoor kunnen de ingevroren
producten goed bewaard en
gemakkelijk eruit gehaald wor-
den.
Om de laden te verwijderen, ga
als volgt te werk: Trek de lade
helemaal uit totdat hij niet
meer kan en kantel hem dan
naar boven (zie afbeelding).
Adviezen
Besparing van energie
Zet het apparaat niet in de buurt van een keuken, verwarming of an-
dere warmtebronnen. Als de omgevingstemperatuur hoog is, werkt de
compressor vaker en langer. Zie het hoofdstuk “Installatie”.
Houd de deur alleen zolang open als strikt noodzakelijk is.
Zet nooit nog warm voedsel in het apparaat. Laat het eerst afkoelen.
Zet voedsel dat u wilt ontdooien in de koelkast. Op deze manier komt
de kou van het bevroren voedsel ten goede aan het koelen van de ko-
elkast zelf.
maak de condensator en de compressormotor bevestigd aan de achter-
wand van het apparaat schoon met een borstel of een stofzuiger.
40
Invriezen en goedhouden
Om voedsel snel in te vriezen als het apparaat niet aanstaat, moet hij
minstens drie uur van te voren aangezet worden en hem voorbereiden
op snel invriezen voordat er voedsel ingezet kan worden.
In het geval dat het apparaat wel aanstaat, dient hij op minstens 24 uur
van te voren worden ingesteld op snel invriezen.
Als het voedsel er eenmaal in staat, kan ervan uitgegaan worden dat
het invriezen na 24 uur klaar is. Na deze periode dient het apparaat in-
gesteld te worden op “bewaren”.
Zet het in te vriezen voedsel in de onderste laden van het apparaat.
De maximale hoeveelheid voedsel dat in 24 uur ingevroren kan worden
staat op het “registratieplaatje”.
Met NO FROST is het ontdooiingsproces veel sneller. Hierdoor behoudt
het ontdooide voedsel zijn oorspronkelijke kenmerken, vitaminen en
smaak.
Verdeel alles in kleine porties zodat het sneller ingevroren kan worden
en alleen de benodigde hoeveelheid ontdooid hoeft te worden.
Wikkel het voedsel in aluminium- of plasticfolie. Dit dient geschikt te
zijn voor het voedsel en goed afgesloten kunnen worden.
Niet in een keer grotere hoeveelheden voedsel invriezen dan
aangegeven wordt op het registratieplaatje van het apparaat.
Voeg tijdens het invriezen geen nieuw voedsel toe en open de deur
niet.
Zorg dat in te vriezen voedsel niet in contact komt met reeds in-
gevroren voedsel. Hierdoor kan de temperatuur van deze laatste onn-
odig stijgen.
Door het stijgen van de temperatuur van ingevroren voedsel tijdens
ontdooien verkort de bewaartijd.
De waterijsjes die uit de vriezer komen niet direct eten omdat ze brand-
wonden door de kou kunnen veroorzaken.
41
Het is raadzaam om op de verpakking de invriesdatum te vermelden om
zo de bewaartijd in de gaten te houden.
Doe geen koolzuurhoudende dranken in de vriezer: zij kunnen ex-
ploderen.
Gebruik voor het beste resultaat van deze apparaat alle laden en
vakken.
Zorg ervoor dat bij het kopen van ingevroren producten de duur van
het vervoer naar het apparaat zo kort mogelijk is.
De deur van de vriezer niet te vaak openen en niet langer dan nodig
open laten staan.
De deur van de vriezer niet te vaak openen en niet langer dan nodig
open laten staan.
Als het voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het in korte tijd en kunnen
niet opnieuw ingevroren worden.
Leg voor een correcte werking van de vriezer geen ingevroren
voedsel direct tegen de ventilator aan die in de achterwand van
de vriezer zit.
42
Onderhoud
Neem voor iedere handeling altijd eerst de stekker uit het stop-
contact.
Belangrijk!
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het koelcircuit; onder-
houd en bijvulling dient daarom uitsluitend door door de fa-
brikant bevoegd personeel uitgevoerd te worden.
Ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer
dat de compressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerka-
naaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant van
het apparaat boven de compressor bevindt. Hier verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon
te maken, om te voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het
gaatje bevindt.
Schoonmaken
Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Nooit metalen voor-
werpen gebruiken om het apparaat schoon te maken; dit zou het ap-
paraat kunnen beschadigen. Naar behoefte kunt u de buitenkant
van de kast lappen met lauwwarm water en een neutraal hui-
shoudschoonmaakmiddel, daarna afnemen met schoon water. Het
verdient aanbeveling de buitenkant af en toe in de witte (auto-) was
te zetten. Opdat de koelkast zo goed mogelijk werkt, ..n keer per jaar
het rooster van het voetstuk verwijderen en de ventilatiekanalen
schoonmaken met een borstel of stofzuiger met borstel. Stof belem-
mert de warmte-afgifte en verhoogt zodoende het energieverbruik.
Tijdelijk buiten gebruik stellen
T rek de stekker uit het stopcontact, verwijder dan alle resterende
levensmiddelen en maak de binnenkant goed schoon (zie “voor in-
gebruikname”).
Laat de deur op een kier staan.utilisation.
43
44
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere
werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen
niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen
grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd
tot onze service-afdeling.
Apparaat werkt, het groene
lichtje knippert
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Apparaat werkt niet, geen
enkel controlelampje
brandt.
Apparaat is niet aan-
gezet.
Stekker zit niet in het
stopcontact of zit los.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering controleren,
eventueel vernieuwen.
Storingen in het lichtnet door
uw elektrovakman laten ver-
helpen.
technisch probleem
Klantendienst informeren.
Groene lampje brandt niet,
gele lampje brandt bij inge-
schakelde snelvriesfunctie.
Groene lampje defect.
Contact opnemen met
onze service-afdeling.
Het apparaat koelt te
sterk.
Temperatuur is te
koud ingesteld.
Temperatuurregelaar
tijdelijk op warmere
instelling draaien.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvrie-
sfunctie, apparaat werkt.
Gele lampje defect.
Contact opnemen met
onze service-afdeling.
De temperatuur in de
vriesruimte is niet voldo-
ende, rode lampje knip-
pert, akoestisch
temperatuursisgnaal
klinkt.
Temperatuur is niet
juist ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-
name”.
Deur heeft te lang
opengestaan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is. snel-
vriesschakelaar indrukken..
45
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet
recht.
Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat komt egen
de muur of tegen
andere voorwerpen
aan.
Apparaat iets wegtrekken
De temperatuur in de
vriesruimte is niet voldo-
ende, rode lampje knip-
pert, akoestisch
temperatuursisgnaal
klinkt.
In de laatste 24 uur zijn
groter e hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Snelvriesschakelaar in-
drukken.
Het apparaat staat
naast een warmte-
bron.
Zie hoofdstuk “Opstelpla-
ats”.
Storing aan het ap-
paraat.
Snelvriesschakelaar in-
drukken.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Deurafdichting is on-
dicht (eventueel na het
overzetten van het
deurscharnier).
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voorzi-
chtig met een haardroger
verwarmen (niet heter dan
ca. 50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting
met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer hele-
maal sluit.
Een onderdeel, bijv . een
leiding, aan de achter-
kant van het apparaat
komt tegen een ander
onderdeel van het ap-
paraat aan of tegen de
muur .
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling
start de compressor niet
direct.
Dit is normaal, het
betreft geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuurcontrole-
lampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
46
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik.
Zoemen
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
Borrelen/klotsen
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een
borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de
compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Bepalingen, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met ina-
chtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse
voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties
(VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrote-
chnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn
89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering
96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energieef-
ficiëntie
van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en de betref-
fende combinaties.
47
Vaktermen
Koelmiddel
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, wor-
den koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsge-
wijs een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige
levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel
tot verdampen kan brengen.
Koelmiddelkringloop
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De
koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compres-
sor, condensor en leidingen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof,
heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze
warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelappa-
raat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper in de
binnenruimte geplaatst of gelijk direct de binnenwand ingeschuimd
en daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven
door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant
van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het
dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en
vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de conden-
sor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, ge-
condenseerd.
Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de condensor
aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is daarom
aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat,
aangebracht.
Voor België: U kan onderdelen, toebehoren en verbruiksprodukten on-
line bestellen op adres http://www.aeg.be
Voor het online bestellen van onderdelen en accessoires, kijk op
http://www.aeg.nl
Voorbereiding van het ventilatierooster
Neem het rooster uit de onderste verpakkingsschaal.
Deuropening links:
- Het linker paneel (A) van het
rooster vanaf de achterzijde af-
snijden.
Deuropening rechts:
- Het rechter paneel (B) van het
rooster vanaf de achterzijde af-
snijden.
Om het rooster op het apparaat
te plaatsen, drukt u het op de
haken (a) tot het vastklikt.
Het rooster met de montageha-
ken in de nis bevestigen, daarna
het rooster monteren.
48
Porta reversível
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd)
naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Attentie!
Bij een lage omgevingstemperatuur
(bijv. in de winter) kan het voorko-
men dat de deurafdichting niet
perfect aan de kast hecht. De afdi-
chting wordt na een bepaalde tijd
vanzelf in vorm getrokken. Als u dit
proces wilt bespoedigen, is het vol-
doende om de afdichting m.b.v. een
haardroger te verwarmen.
49
Omzetten van de deur van het vriesvak
(niet bij alle modellen)
1. Deur van het vriesvak iets openen.
2. M. b. v. een kleine schroevendraa-
ier de veer in de uitsparing van het
onderste deurscharnier iets naar
boven drukken en deurscharnier
samen met de deur van het vriesvak
uitnemen.
3. Afdekkap (M) omzetten.
4. Deur van het vriesvak 180°C draa-
ien en onderste deurscharnier op de
onderste scharnierbus van de deur
van het vriesvak zetten.
5. Deur van het vriesvak iets optillen,
in bovenste deurscharnier links zet-
ten en tegelijk onderste deurschar-
nier in het vierkante gat zetten.
Regelmatig op en neer bewegen van
de deur van het vriesvak vergemak-
kelijkt het inzetten.
50
Inbouw onder een werkblad
De afmetingen van de nis moeten
overeenkomen met de afmetin-
gen uit de tekening.
Meegeleverde
montage-onderdelen
51
1. De bijgeleverde hoeken aan de kast bevestigen (zie afb.).
2. Apparaat naar binnen
schuiven. Het stopcontact
met randaarde dat het ap-
paraat voor aansluiting
nodig heeft, moet zodanig
geïnstalleerd zijn dat het
niet door het apparaat
wordt bedekt.
3. Het apparaat is voor-
zien van verstelbare voe-
ten; u brengt het
apparaat op de gewenste
hoogte (max. 890 mm)
door de voeten in de vier
onderhoeken te verstel-
len.
52
Links
Rechts
4. Voegafdekprofiel (B) op het ap-
paraat plakken (zie afb.).
5. Apparaat vastschroeven
53
Montage van het sokkelpaneel
Belangrijk!
Het originele ventilatierooster dient
gebruikt te worden opdat de functio-
naliteit van het apparaat niet belem-
merd wordt.
Bij een binnenwerkse inbouwhoogte
maat A=820 mm en een sokkelpane-
elhoogte maat a=100 mm kan het
sokkelpaneel ongewijzigd worden
gemonteerd. Dat is ook zo bij een
binnenwerkseinbouwhoogte maat
B=890 mm en een sokkelpaneelho-
ogte maat b=170 mm.
Bij sokkelpaneelhoogten boven
a=100 mm, b=170 mm, moet het
sokkelpaneel centrisch 580 mm
breed op een resterende hoogte van
a=100 mm, b=170 mm worden uit-
gesneden.
Het sokkelpaneel aan het keukenblok
bevestigen.
Belangrijk! Het sokkelpaneel moet op een afstand van tenminste 25 mm
van de deur geplaatst worden.
58
1/58