ZANKER KBA14411SB Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Montage 5
Bediening 5
Dagelijks gebruik 6
Aanwijzingen en tips
7
Onderhoud en reiniging 8
Probleemoplossing 9
Technische gegevens 12
Wijzigingen voorbehouden.
Veiligheidsinformatie
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van
het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade
veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en
door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het
apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3 en 8 jaar
oud en personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk
zijn geïnstrueerd.
• Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht
staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
• Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op
gepaste wijze.
Algemene veiligheid
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke
toepassingen, zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen
2
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
• WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
• WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit
apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veiligheidsvoorschriften
Installatie
WAARSCHUWING! Alleen een erkende
installatietechnicus mag het apparaat
installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want
het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen
en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de
deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de
olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het
omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Stel het apparaat niet bloot aan regen.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct
zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig
of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar voor brand
en elektrische schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij het
plaatsen van het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of wordt
beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
3
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met elektrische
vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
stopcontact.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker,
kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact
met de erkende servicedienst of een elektricien om
de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau
van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan
(R600a), een aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat
isobutaan bevat, niet beschadigt.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er
dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de
ruimte indien dit gebeurt.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van
het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in
het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze
zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op
de verpakking.
• Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal
voor voedsel alvorens het in het vriesvak te
plaatsen.
Binnenverlichting
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
• De soort lamp die in dit apparaat gebruikt wordt, is
uitsluitend geschikt voor huishoudelijke apparaten.
Gebruik deze niet voor andere doeleinden.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel
of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen
de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en
reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is,
zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
Servicedienst
• Neem contact op met een erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel
of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
4
Montage
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Locatie
Raadpleeg de montage-instructies voor
de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het
apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren,
boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor dat lucht vrij
aan de achterkant van het apparaat kan circuleren.
Plaatsing
Installeer het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het
apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er
functionele problemen ontstaan als deze
temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste werking van het
apparaat kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar het
apparaat te installeren, raadpleeg dan de
verkoper, de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Elektrische aansluiting
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en
de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met
de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien
van een contact voor dit doel. Als het stopcontact
niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de
geldende regels. Raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien.
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende
zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
Let op! Raadpleeg de montage-
instructies voor de installatie.
Bediening
Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een
gemiddelde stand.
Uitschakelen
Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het
apparaat uit te schakelen.
Temperatuurregelaar
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
5
1. Draai de thermostaatknop op een lagere stand om
de minimale koude te verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een hogere stand om
de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter worden
gekozen rekening houdend met het feit
dat de temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die wordt
bewaard
• de plaats van het apparaat
Let op! Als de omgevingstemperatuur
hoog is of als het apparaat volledig
gevuld is en de thermostaatknop op de
koudste instelling staat, kan het apparaat
continu werken, waardoor er ijs op de
achterwand gevormd wordt. In dat geval
moet de knop op een hogere
temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing mogelijk te
maken en zodoende het energieverbruik
te beperken.
Dagelijks gebruik
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Invriezen van vers voedsel
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde
instelling veranderd worden.
Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u de
thermostaatknop echter op een hogere stand instellen
om de maximale kou te verkrijgen.
Let op! In deze conditie komt de
temperatuur in het koelkastgedeelte
mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval
is, stelt u de thermostaatknop weer in op
een warmere instelling.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat
het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat
minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken
voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing,
bijvoorbeeld als de stroom langer is
uitgevallen dan de duur die op de kaart
met technische kenmerken onder
"maximale bewaartijd bij stroomuitval" is
vermeld, moet het ontdooide voedsel
snel geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden en dan weer
worden ingevroren (nadat het afgekoeld
is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het
gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur
laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die
hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat
geval zal de bereiding iets langer duren.
Het plaatsen van de deurplateaus
Om het bewaren van voedselverpakkingen van
verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de
schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
6
Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste
plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
Indicatielampje voor temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast
uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op
de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van
de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), plaatst u het verse
voedsel in het gedeelte dat wordt aangegeven door het
symbool. Zo niet (B) past u de temperatuurregelaar aan
naar een koudere stand en wacht u 12 uur voordat u het
temperatuurlampje weer controleert.
OK
OK
A
B
Het is normaal dat de indicator geen OK
aanduidt nadat u voedsel in het apparaat
geplaatst hebt of na herhaaldelijk
openen van de deur. Wacht minstens 12
uur voordat u de temperatuurregelaar
opnieuw aanpast.
Aanwijzingen en tips
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van
het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig
fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de
compressor aan of uit gaat.
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan
strikt noodzakelijk.
Tips voor het koelen van vers voedsel
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen
in de koelkast.
• Dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als
het een sterke geur heeft.
• Plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk
omheen kan circuleren.
Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en
op het glazen schap leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude gerechten: bedekken
en op een schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in een speciale
lade leggen. Bananen, aardappelen, uien en
knoflook moeten als deze niet verpakt zijn niet in de
koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes leggen
of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om
zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek.
Tips voor het invriezen
• Vries alleen verse en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het
voedsel in kleine porties.
• Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic. Zorg
ervoor dat de verpakking luchtdicht is.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van al
ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel
hier niet direct naast te plaatsen.
• Smalle pakjes zijn makkelijker te bewaren dan
dikke. Zout maakt voedsel minder lang houdbaar.
7
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet
meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten.
Gevaar voor bevriezing.
• Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje
te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al
bewaard is.
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
• Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de winkelier
werden bewaard.
• Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo
snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en
kan het niet opnieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Algemene waarschuwingen
Let op! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en hervullen
mag alleen uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te worden.
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,
wast u de binnenkant en de interne accessoires met
lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product weg te nemen.
Droog daarna grondig af.
Let op! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
Periodieke reiniging
Let op! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van het
apparaat en verplaats of beschadig ze
niet.
Let op! Let op dat u het koelsysteem
niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met
lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze
schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en
vrij van resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de
compressor aan de achterkant van het apparaat
schoon met een borstel.
Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren en
het elektriciteitsverbruik reduceren.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens
normale werking stopt, automatisch van de verdamper
van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een
gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant
van het apparaat, boven de compressormotor, waar het
verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater
in het midden van het koelvak regelmatig schoon te
maken om te voorkomen dat het water overloopt en op
het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
8
De vriezer ontdooien
Let op! Gebruik nooit scherpe metalen
hulpmiddelen om de rijp van de
verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Gebruik geen
mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen. Een temperatuurstijging
tijdens het ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat
ontdooien een lagere temperatuur in om
voldoende koudereserve op te bouwen
voor de onderbreking tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de
schappen van de vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van
ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het
apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in
een paar lagen krantenpapier en leg het op een
koele plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met natte
handen aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak
warm water in het vriesvak zetten. Verwijder
bovendien stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant
grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel terug
in het vriesvak.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat (indien nodig).
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
5. Laat de deur/deuren open staan om onaangename
luchtjes te voorkomen.
Let op! Als u uw apparaat ingeschakeld
wilt laten, vraag dan iemand om het zo
nu en dan te controleren, om te
voorkomen dat het bewaarde voedsel
bederft, als de stroom uitvalt.
Probleemoplossing
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in het stop-
contact.
Steek de stekker goed in het stop-
contact.
Er staat geen spanning op het stop-
contact.
Sluit een ander elektrisch apparaat
op het stopcontact aan. Neem con-
tact op met een gekwalificeerd elek-
tricien.
9
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel
geplaatst.
Controleer of het apparaat stabiel
staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand stand-
by.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu. De temperatuur is niet goed inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedie-
ning'.
Er zijn grote hoeveelheden voedsel
tegelijk in de vriezer geplaatst.
Wacht een paar uur en controleer
dan nogmaals de temperatuur.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Zie het typeplaatje voor de klimaat-
klasse.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot kamer-
temperatuur voordat u het opslaat.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct gesloten of
de deurpakking is vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer bevindt
zich niet op de juiste plaats.
Plaats de dop voor de waterafvoer
op de juiste manier.
De producten zijn niet op de juiste
wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is niet goed inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedie-
ning'.
Er loopt water over de achterkant
van de koelkast.
Tijdens het automatische ontdooi-
proces, ontdooit de rijp tegen de
achterwand.
Dit is juist.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat het wa-
ter in de wateropvangbak loopt.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aange-
sloten op de verdamperbak boven
de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de
verdamperbak.
De temperatuur in het apparaat is te
laag/hoog.
De temperatuurknop is niet goed in-
gesteld.
Stel een hogere/lagere temperatuur
in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het voedsel is
te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het con-
serveert.
Er worden veel producten tegelijk
bewaard.
Conserveer minder producten tege-
lijk.
10
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De dikte van de rijp is meer dan 4-5
mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig
is.
Er bevindt zich teveel condenswater
op de achterwand van de koelkast.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig
is.
De deur is niet volledig gesloten. Zorg ervoor dat de deur volledig ge-
sloten is.
Het bewaarde voedsel was niet in-
gepakt.
Verpak voedsel in geschikte materi-
aal voordat u het in het apparaat
plaatst.
Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het sluiten
meteen weer te openen.
Wacht een paar seconden tussen
het sluiten en weer openen van de
deur.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een LED-
binnenlampje dat een lange levensduur
heeft.
Het wordt ten zeerste aanbevolen
uitsluitend originele reserveonderdelen
te gebruiken.
Gebruik uitsluitend ledlampen (E14-
basis). Het maximale vermogen wordt
getoond op de lampunit.
Let op! Trek de stekker uit het
stopcontact.
1. Spreid met uw vingers beide kanten van de
transparente deksel om deze los te maken en
neem de deksel af door in de richting van de pijlen
te trekken.
1
2
1
2. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje
met dezelfde kenmerken dat specifiek bedoeld is
voor huishoudelijke apparaten.
3. Plaats de afdekking van het lampje terug.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Open de deur.
Controleer of het lampje gaat branden.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de
montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen.
Neem contact op met de erkende servicedienst.
11
Technische gegevens
Productinformatieblad
Handelsmerk Zanker
Model KBA14411SB
Categorie 7. Koel-vrieskast
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik in kWh per jaar, gebaseerd op de resultaten van
standaardtests gedurende 24 uur. Het feitelijke energieverbruik is
afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt en de
plaats waar het zich bevindt
186
Opslagvolume in liter, koelkast 109
Opslagvolume in liter, ster 14
Opslagvolume in liter, kelderzone -
Opslagvolume in liter, wijn -
Opslagvolume in liter, totaal 123
Opslagvolume in liter, diepvries -
Opslagvolume in liter, koeler -
Opslagvolume in liter, andere ruimten -
Sterclassificatie van het vriesvak met het hoogste opslagvolume (l) ****
De ontwerptemperatuur van andere ruimten > 14 °C (°C), indien
van toepassing
-
Vorstvrij (J/N), koelkast Nee
Vorstvrij (J/N), vriezer Nee
conserveringsduur bij stroomuitval in h 12
Vriesvermogen in kg/24h 2
Klimaatklasse SN-N-ST
Laagste omgevingstemperatuur waarbij dit apparaat bedoeld is om
te gebruiken, in °C
10
Hoogste omgevingstemperatuur waarbij dit apparaat bedoeld is om
te gebruiken, in °C
38
Geluidsemissie dB(A) re1 pW 38
Ingebouwde apparatuur J/N Ja
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het bewaren van wijn J/N Nee
12
Aanvullende technische gegevens
Afmetingen van de inbouw
Hoogte 873 mm
Breedte 540 mm
Diepte 550 mm
Spanning (Voltage) 230 - 240 V
Frequentie 50 Hz
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan
de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het
energielabel.
Milieubescherming
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de
verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het
te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd
met het symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het milieustation bij u in
de buurt of neem contact op met de gemeente.
13

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Montage Bediening Dagelijks gebruik 2 3 5 5 6 Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Technische gegevens 7 8 9 12 Wijzigingen voorbehouden. Veiligheidsinformatie Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. Algemene veiligheid • 2 Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – • • • • • • • • Veiligheidsvoorschriften Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert. Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). • • • • • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. 3 • • • • • • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • • • • • • • • • 4 De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen. Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • De soort lamp die in dit apparaat gebruikt wordt, is uitsluitend geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Gebruik • • • • • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Servicedienst • • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. Montage WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Elektrische aansluiting • Locatie Raadpleeg de montage-instructies voor de installatie. Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat kan circuleren. • • Plaatsing Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen. Ventilatievereisten De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 5 cm min. 200 cm2 min. 200 cm2 Let op! Raadpleeg de montageinstructies voor de installatie. Bediening Inschakelen Uitschakelen 1. 2. Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen. Steek dan de stekker in het stopcontact. Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand. Temperatuurregelaar De temperatuur wordt automatisch geregeld. 5 1. 2. Draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen. Draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • de kamertemperatuur • hoe vaak de deur geopend wordt • de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard • de plaats van het apparaat Let op! Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de thermostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken, waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken. Dagelijks gebruik WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Invriezen van vers voedsel Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale kou te verkrijgen. Let op! In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling. Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst. In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). 6 Ontdooien Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. Het plaatsen van de deurplateaus Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 1. 2. Trek het schap enigszins omhoog totdat het loskomt. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. Verplaatsbare legrekken De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van de koelkast aan. Als OK wordt weergegeven (A), plaatst u het verse voedsel in het gedeelte dat wordt aangegeven door het symbool. Zo niet (B) past u de temperatuurregelaar aan naar een koudere stand en wacht u 12 uur voordat u het temperatuurlampje weer controleert. Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen. A OK B OK Het is normaal dat de indicator geen OK aanduidt nadat u voedsel in het apparaat geplaatst hebt of na herhaaldelijk openen van de deur. Wacht minstens 12 uur voordat u de temperatuurregelaar opnieuw aanpast. Indicatielampje voor temperatuur Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op Aanwijzingen en tips Normale bedrijfsgeluiden: • De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking: • • • • Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt. Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat. Tips voor energiebesparing • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. Tips voor het koelen van vers voedsel • • • Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast. Dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft. Plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren. Tips voor het koelen • • • • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen. Gekookte etenswaren, koude gerechten: bedekken en op een schap leggen. Fruit en groeten: goed wassen en in een speciale lade leggen. Bananen, aardappelen, uien en knoflook moeten als deze niet verpakt zijn niet in de koelkast worden bewaard. Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek. Tips voor het invriezen • • • • • Vries alleen verse en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in. Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic. Zorg ervoor dat de verpakking luchtdicht is. Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Smalle pakjes zijn makkelijker te bewaren dan dikke. Zout maakt voedsel minder lang houdbaar. Nuttige tips: 7 • • IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. • • • Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel • Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden. Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren. Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de winkelier werden bewaard. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Algemene waarschuwingen Let op! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. Let op! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. Periodieke reiniging Let op! Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van het apparaat en verplaats of beschadig ze niet. Let op! Let op dat u het koelsysteem niet beschadigt. 8 Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. 2. 3. 4. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. Spoel ze af en maak ze grondig droog. Maak indien toegankelijk de condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik reduceren. Het ontdooien van de koelkast Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. De vriezer ontdooien 3. Let op! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking. Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. 2. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. WAARSCHUWING! Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen. Laat de deur open staan. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. 4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. 5. Zet het apparaat aan. Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak. Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. 2. 3. 4. 5. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder al het voedsel Ontdooi het apparaat (indien nodig). Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. Let op! Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt. Probleemoplossing WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Problemen oplossen Probleem Het apparaat werkt niet. Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. 9 Probleem Oplossing Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand standby. Sluit en open de deur. Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'. De temperatuur is niet goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er zijn grote hoeveelheden voedsel tegelijk in de vriezer geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet correct gesloten of de deurpakking is vervormd/vies. Zie 'De deur sluiten'. De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats. Plaats de dop voor de waterafvoer op de juiste manier. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is niet goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er loopt water over de achterkant van de koelkast. Tijdens het automatische ontdooiproces, ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dit is juist. Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Producten verhinderen dat het water in de wateropvangbak loopt. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamperbak boven de compressor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De compressor werkt continu. Er is te veel rijp en ijs. 10 Mogelijke oorzaak De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder producten tegelijk. Probleem Er bevindt zich teveel condenswater op de achterwand van de koelkast. Deur gaat niet makkelijk open. Mogelijke oorzaak Oplossing De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De deur is niet volledig gesloten. Zorg ervoor dat de deur volledig gesloten is. Het bewaarde voedsel was niet ingepakt. Verpak voedsel in geschikte materiaal voordat u het in het apparaat plaatst. U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te openen. Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. 1 Het lampje vervangen 2 Het apparaat is uitgerust met een LEDbinnenlampje dat een lange levensduur heeft. 1 Het wordt ten zeerste aanbevolen uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken. Gebruik uitsluitend ledlampen (E14basis). Het maximale vermogen wordt getoond op de lampunit. Let op! Trek de stekker uit het stopcontact. 1. Spreid met uw vingers beide kanten van de transparente deksel om deze los te maken en neem de deksel af door in de richting van de pijlen te trekken. 2. 3. 4. 5. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met dezelfde kenmerken dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. Plaats de afdekking van het lampje terug. Steek de stekker in het stopcontact. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. De deur sluiten 1. 2. 3. Maak de afdichtingen van de deur schoon. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de montageaanwijzingen. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de erkende servicedienst. 11 Technische gegevens Productinformatieblad 12 Handelsmerk Zanker Model KBA14411SB Categorie 7. Koel-vrieskast Energie-efficiëntieklasse A+ Energieverbruik in kWh per jaar, gebaseerd op de resultaten van standaardtests gedurende 24 uur. Het feitelijke energieverbruik is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt en de plaats waar het zich bevindt 186 Opslagvolume in liter, koelkast 109 Opslagvolume in liter, ster 14 Opslagvolume in liter, kelderzone - Opslagvolume in liter, wijn - Opslagvolume in liter, totaal 123 Opslagvolume in liter, diepvries - Opslagvolume in liter, koeler - Opslagvolume in liter, andere ruimten - Sterclassificatie van het vriesvak met het hoogste opslagvolume (l) **** De ontwerptemperatuur van andere ruimten > 14 °C (°C), indien van toepassing - Vorstvrij (J/N), koelkast Nee Vorstvrij (J/N), vriezer Nee conserveringsduur bij stroomuitval in h 12 Vriesvermogen in kg/24h 2 Klimaatklasse SN-N-ST Laagste omgevingstemperatuur waarbij dit apparaat bedoeld is om te gebruiken, in °C 10 Hoogste omgevingstemperatuur waarbij dit apparaat bedoeld is om te gebruiken, in °C 38 Geluidsemissie dB(A) re1 pW 38 Ingebouwde apparatuur J/N Ja Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het bewaren van wijn J/N Nee Aanvullende technische gegevens Afmetingen van de inbouw Hoogte 873 mm Breedte 540 mm Diepte 550 mm Spanning (Voltage) 230 - 240 V Frequentie 50 Hz De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. Milieubescherming Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

ZANKER KBA14411SB Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding

Gerelateerde papieren