• U kunt de deur openen.
• Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
• Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
Marche/Arrêt
om het apparaat uit te
schakelen.
• Draai de waterkraan dicht.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
• Het indicatielampje
knippert om u eraan te
herinneren het water af te voeren.
• Het deurvergrendelingssymbool Deur/Porte
brandt. Het indicatielampje van de knop
knippert. De deur blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
• Druk op toets . Het apparaat pompt het
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
• Of, druk op de toets om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
dan op toets
. Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
Marche/Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO-UIT-OPTIE
De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om het energieverbruik te beperken.
Alle indicatielampjes en het display doven als:
• U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten
na het aanraken van de toets .
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display.
Druk op de toets Programme/Programma als u
een nieuwe cyclus wenst in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met een
speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
13