NL
3
Een nieuwe oven kan geuren afgeven die tijdens het
productieproces zijn achtergebleven: dit is volkomen
normaal.
Voordat u begint met het bereiden van voedsel, raden
we daarom aan om de lege oven te verwarmen, om
alle mogelijke geuren te verwijderen.
Verwijder alle beschermende karton of transparante
film uit de oven en verwijder eventuele accessoires
aan de binnenkant.
Verwarm de oven tot 250 °C gedurende ongeveer een
uur met de functie "Convectiebakken". De oven moet
leeg zijn gedurende deze tijd.
Volg de instructies voor de correcte instelling van de
functie.
Let op: Het is raadzaam de ruimte te luchten na het eerste
gebruik van het apparaat.
HET APPARAAT VOOR HET EERST GEBRUIKEN
1. SELECTEREN VAN EEN FUNCTIE
Om een functie te selecteren, draai de keuzeknop op
het symbool van de gewenste functie.
2. EEN FUNCTIE INSCHAKELEN
Om de geselecteerde functie te starten, draai de
thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Om de functie te onderbreken, zet de oven uit, draai de
keuzeknop en de thermostaatknop op
en .
3. VOORVERWARMEN
Eens de functie geactiveerd is, brandt de LED van de
thermostaat om aan te geven dat het voorverwarmen
begonnen is.
Na afloop van dit proces gaat de LED van de
thermostaat uit om aan te geven dat de oven de
ingestelde temperatuur bereikt heeft: plaats het
voedsel in de oven en ga verder met het bereiden.
Let op: Het voedsel in de oven plaatsen vooraleer de fase
van de voorverwarming afgelopen is zal een negatief effect
hebben op het uiteindelijk resultaat van de bereiding.
• BEDIENING KOOKPLAAT
(raadpleeg de aanwijzingen die met de kookplaat zijn
geleverd)
Draai de bedieningsknop van de betreffende
kookzone naar rechts op de gewenste stand.
Op het bedieningspaneel bevinden zich 4 knoppen
voor de bediening van de kookplaat. Op de knoppen
worden de verschillende stroomstanden met
nummers aangegeven en de verschillende functies
met symbolen.
GEMATIGD VERWARMEN
Deze functie is geschikt voor het laten rijzen
van deeg, om koude boter zacht te laten worden,
babyzuigflessen of pap warm te houden, om
yoghurt te maken, chocolade te smelten, etc. Is
alleen beschikbaar als het restwarmtelampje brandt.
Controleer eerst of het restwarmtelampje van de
betreffende kookzone brandt. Draai vervolgens de
knop op
. De functie wordt uitgeschakeld door de
stand van de knop te wijzigen.
WARMHOUDEN
Zorgt voor een constante temperatuur van 60
°C tot het einde van de bereidingstijd. Draai de knop
naar
om deze functie te selecteren.
SNELKOKEN
Deze functie zorgt ervoor dat water snel aan de
kook wordt gebracht; de functie blijft een vaste tijd
ingeschakeld. Als de tijd om is, schakelt de kookzone
automatisch terug naar de maximale stroomstand. De
snelkookfunctie kan ook geactiveerd worden nadat
u al op de betreffende kookzone met koken bent
begonnen.
Belangrijk: Zorg er alvorens deze functie te selecteren
voor dat de pan op de geselecteerde kookzone is
geplaatst om beschadiging van de kookplaat te
voorkomen. De gespecificeerde prestatiewaarden
voor deze functie worden gegarandeerd voor alle
glaskeramische kookplaten. Om deze functie in te
schakelen zet u de pan eerst op de geselecteerde
kookzone en draait u de knop vervolgens op
. De
functie wordt uitgeschakeld door de stand van de
knop te wijzigen.
MULTIZONE
Is beschikbaar voor de kookzones linksvoor
en linksachter. Breidt het verwarmde gebied van de
kookplaat uit, zodat u grote, ovale of rechthoekige
pannen kunt gebruiken. Om deze functie in te
schakelen: draai de knop op
en wacht tot het
restwarmtelampje van de betreffende kookzone gaat
knipperen. Wacht totdat het lampje sneller begint te
knipperen om de driedubbele zone (indien aanwezig)
in te schakelen. Kies de gewenste stand door de
knop naar links te draaien. Het restwarmtelampje
blijft branden om aan te geven dat de kookplaat is
ingeschakeld. Draai de knop naar
om de functie uit
te schakelen.
Let op: De multizone-functie werkt alleen bij de dubbele en
drievoudige kookzones.
DAGELIJKS GEBRUIK