4
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheidsvoorschriften
3
Neem deze aanwijzingen in acht, omdat an-
ders bij eventuele schade het recht op garan-
tie vervalt.
5 Dit apparaat is in overeenstemming met de
volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclu-
sief aangepaste richtlijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
Gebruik volgens de voorschriften
• Dit apparaat mag alleen in het huishouden worden
gebruikt voor het koken, braden en bakken van le-
vensmiddelen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werk-
blad of aanrecht.
• Het is niet toegestaan het appaat om te bouwen of
te veranderen.
• Brandbare vloeistoffen, licht ontvlambare materia-
len of smeltbare voorwerpen (bijv. folie, kunststof,
aluminium) niet op het apparaat of in de direct om-
geving daarvan plaatsen of opbergen.
Veiligheid voor kinderen
• Houd kleine kinderen altijd uit de buurt van het ap-
paraat.
• Grotere kinderen mogen alleen onder begeleiding
en toezicht met het apparaat werken.
• Om onbedoeld inschakelen door kleine kinderen of
huisdieren te voorkomen, is het aan te bevelen de
kinderbeveiliging te activeren.
Algemene veiligheid
• Het apparaat mag alleen worden gemonteerd en
aangesloten door een erkend elektro-installateur.
• Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt
nadat deze zijn ingebouwd in voorgeschreven,
passende inbouwkasten en werkbladen.
• Bij storingen aan het apparaat of beschadiging van
het glaskeramiek (breuken, sprongen resp. scheu-
ren) moet het apparaat worden uitgeschakeld en
worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet, om
gevaar op elektrische schokken te voorkomen.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen worden
uitgevoerd door vakmensen.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Verwijder stickers en folies van het glaskeramiek.
• Wanneer u onoplettend bent tijdens het werken
met het apparaat, bestaat er risico op verbranding.
• De snoeren van elektrische apparaten mogen niet
tegen het hete apparaatoppervlak resp. hete pan-
nen aankomen.
• Oververhit vet en olie is licht ontvlambaar. Laat het
apparaat niet zonder toezicht achter wanneer u
kookt met vet of olie (bijv. patat bakken).
• De kookzones moeten na ieder gebruik worden uit-
geschakeld.
• Gebruikers met geïmplanteerde pacemakers die-
nen met het bovenlichaam een afstand van ten
minste 30 cm van de ingeschakelde inductie-kook-
zones aan te houden.
• Gevaar voor verbranding! Materialen van metaal,
zoals bijv. messen, vorken, lepels en pannendek-
sels niet op de kookzone leggen, omdat deze heet
kunnen worden.
Veiligheid bij het schoonmaken
• Voor het schoonmaken moet het apparaat zijn uit-
geschakeld en afgekoeld.
• Uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan
het apparaat met een stoom- of een hogedrukreini-
ger schoon te maken.
Voorkoming van beschadiging van
het apparaat
• Het glaskeramiek kan worden beschadigd door
vallende voorwerpen.
• Door stoten met pannen kan de rand van het glas-
keramiek beschadigd raken.
• Pannen van gietijzer of gietaluminium of pannen
met een beschadigde bodem kunnen bij het ver-
schuiven het glaskeramiek bekrassen.
• Voorwerpen die kunnen smelten en gerechten die
kunnen overkoken, kunnen inbranden op het glas-
keramiek en moeten direct worden verwijderd.
• De kookzones mogen niet worden gebruikt als er
geen pan of een lege pan op staat.
• Het droogkoken van pannen moet worden voorko-
men. Hierdoor kan het kookgerei of glaskeramiek
worden beschadigd.
• De luchtopening van 5 mm tussen de werkplaat en
het daaronder liggende meubelfront mag niet niet
worden afgedekt.