Documenttranscriptie
Handleiding
Inhoud
Voor u begint
Veiligheidsinstructies
Juiste houding tijdens computergebruik
Overzicht
De computer aan- en uitzetten
98
Wat is Microsoft Windows 8?
Overzicht van het scherm
Het menu Charms gebruiken
Apps gebruiken
Windows-sneltoetsfuncties
Het aanraakscherm gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Hoofdstuk 3. Werken met de computer
55
59
63
65
68
73
75
76
80
82
Toetsenbord
Aanraakvlak
Cd-station (ODD, optioneel)
Multicardsleuf (optioneel)
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
Het volume instellen
Helderheidsinstelling LCD-scherm
Bedraad netwerk
Draadloos netwerk (optioneel)
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
BIOS-instellingen
Een opstartwachtwoord instellen
De opstartprioriteit wijzigen
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
Oplaadbare batterij
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
115
122
126
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
Samsung Software Update
Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen
De beveiligingssleuf gebruiken
Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade
100
103
106
107
110
Hoofdstuk 2. Windows 8 gebruiken
38
39
41
43
46
47
92
96
97
Hoofdstuk 1. Aan de slag
3
6
23
26
35
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Windows opnieuw installeren (optioneel)
V&A
Hoofdstuk 6. Aanhangsel
132
134
136
152
153
154
156
160
Belangrijke veiligheidsinformatie
Vervangende onderdelen en accessoires
Verklaringen betreffende de naleving
van voorschriften
Informatie Over Het WEEE-Merk
Gecertificeerd voor TCO
Productspecificaties
Woordenlijst
Index
1
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Voor u begint
3
Veiligheidsinstructies
6
Juiste houding tijdens computergebruik
23
Overzicht
26
De computer aan- en uitzetten
35
Voor u begint
Voordat u de handleiding gaat lezen, moet u de volgende
informatie doornemen.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
De software gebruiken
•• Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
•• Optionele items, bepaalde apparaten en software waarnaar
in deze handleiding wordt verwezen, worden mogelijk niet
of in een bijgewerkte versie meegeleverd.
Houd er rekening mee dat de computeromgeving
waarnaar in deze handleiding wordt verwezen kan
afwijken van uw eigen omgeving.
•• De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. Dit model
kan enigszins afwijken van het uiterlijk van het product dat
u hebt aangeschaft.
•• In deze handleiding worden de procedures beschreven
voor zowel de muis als het aanraakvlak.
•• Deze handleiding is geschreven voor Windows 8.
De beschrijvingen en afbeeldingen kunnen verschillen,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
•• De handleiding die bij de computer wordt geleverd kan
per model verschillen.
willekeurig gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op het gewenste programma.
U kunt hetzelfde ook doen door Quick Starter te starten.
•• U kunt Quick Starter installeren vanaf SW Update.
3
Voor u begint
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanduidingen met betrekking tot de veiligheid
4
Copyright
© 2012 Samsung Electronics Co., Ltd.
Pictogram
Aanduiding
Beschrijving
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
Waarschuwing symbool resulteren in persoonlijk
letsel en zelfs fatale gevolgen
hebben.
Attentie
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte
verwondingen of schade aan uw
eigendommen.
Samsung Electronics Co., Ltd. is eigenaar van het auteursrecht met
betrekking tot deze handleiding.
Geen enkel gedeelte van deze handleiding mag worden
gereproduceerd of uitgezonden in welke vorm of op welke wijze,
elektronisch of mechanisch, dan ook, zonder de toestemming van
Samsung Electronics Co., Ltd.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd in het kader van de verbetering
van de prestaties van het product.
Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies
van gegevens. Ga zorgvuldig te werk om te voorkomen dat
u belangrijke gegevens verliest en maak een back-up van uw
gegevens om dergelijk gegevensverlies te voorkomen.
Besturingssysteem en softwareondersteuning
Tekstaanduidingen
Pictogram
Aanduiding
Attentie
Opmerking
Beschrijving
In dit gedeelte vindt u informatie
die u nodig hebt voor een functie.
In dit gedeelte vindt u nuttige
informatie over het gebruik van een
functie.
Als u het besturingssysteem dat af fabriek wordt meegeleverd,
vervangt door een ander besturingssysteem of als u software
installeert die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem
wordt ondersteund, hebt u geen recht op technische
ondersteuning, een vervangend product of een vergoeding. In
dat geval worden er servicekosten in rekening gebracht.
Gebruik uw computer met het oorspronkelijke besturingssysteem
dat af fabriek wordt meegeleverd. Als u een ander
besturingssysteem installeert, is het mogelijk dat er gegevens
worden verwijderd of dat de computer niet start.
Voor u begint
Over de standaard voor de weergave van de
capaciteit van het product
Informatie over de capaciteitsweergave van de opslag
Bij de berekening van de capaciteit van een opslagapparaat (HDD,
SSD) door de fabrikant wordt uitgegaan van de aanname dan 1 KB
gelijk is aan 1000 bytes.
Het besturingssysteem (Windows) berekent de opslagcapaciteit
echter op basis van de aanname dat 1 KB gelijk is aan 1024 bytes.
Als gevolg van dit verschil in berekening wordt voor de capaciteit
van de vaste schijf in Windows een lagere waarde vermeld dan
door de fabrikant is opgegeven.
(Bijvoorbeeld, in het geval van een vaste schijf van 80 GB vermeldt
Windows de capaciteit als 74,5 GB, 80 x 1000 x 1000 x 1000 byte/
(1024 x 1024 x 1024) byte = 74,505 GB)
De capaciteit die in Windows wordt vermeld kan zelfs nog lager
uitvallen doordat bepaalde programma’s, zoals Recovery, zich op
een verborgen gedeelte van de vaste schijf bevinden.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
5
De weergave van de geheugencapaciteit
De geheugencapaciteit die is vermeld in Windows is lager dan de
werkelijke geheugencapaciteit.
Dit wordt veroorzaakt doordat het BIOS of de videokaart een
gedeelte van het geheugen gebruikt of reserveert voor eigen
gebruik.
(Bijvoorbeeld, als 1 GB (=1024 MB) aan geheugen is geïnstalleerd,
wordt in Windows mogelijk een capaciteit van 1022 MB of minder
vermeld.)
Veiligheidsinstructies
Lees de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door om uw
veiligheid te waarborgen en schade te voorkomen.
Dit gedeelte wordt gebruikt door diverse Samsungcomputers. Als gevolg hiervan kunnen de afbeeldingen
afwijken van wat u in werkelijkheid te zien krijgt.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Installeer het product niet op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan een hoge
vochtigheidsgraad, zoals in een badkamer.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik het product uitsluitend in de
bedrijfsomstandigheden die worden vermeld
in deze handleiding van de fabrikant.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
6
Houd de plastic zakken buiten het bereik
van kinderen.
Er bestaat verstikkingsgevaar.
Bewaar een afstand van tenminste 15 cm
tussen de computer en de wand en plaats
geen objecten tussen de computer en de
wand.
Dit kan leiden tot een hogere temperatuur
in de computer en kan verwondingen
veroorzaken.
Plaats de computer niet op een schuin
aflopende plaats of een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan trillingen, of
vermijd tenminste de computer langere tijd
op een dergelijke plaats te gebruiken.
Dit verhoogt het risico op storingen of schade
aan het product.
Ver 3.2
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Let erop dat mensen niet te lang worden
blootgesteld aan de ventilator, adapter
enz. van de computer, aangezien lange
tijd deze warmte genereren als uw pc is
ingeschakeld.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de voeding
De afbeeldingen van de stekker en het stopcontact
kunnen afwijken, afhankelijk van het in het land gebruikte
systeem en het model van het product.
Raak de stekker en de voedingskabel niet
met natte handen aan.
Het gedurende langere tijd blootstellen
van een lichaamsdeel aan de warme lucht
uit de luchtopening of de warmte van de
netspanningsadapter kan brandwonden
veroorzaken.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Voorkom dat de luchtinlaat aan de
onderkant van de computer wordt
geblokkeerd, wanneer u de computer op
een bed of kussen plaatst.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Als de luchtinlaat wordt geblokkeerd, bestaat
gevaar voor beschadiging van de computer
of oververhitting van het binnenwerk van de
computer.
Overschrijd niet de standaardcapaciteit
(spanning/stroom) van een verdeeldoos
of een verlengkabel die u eventueel in
combinatie met het product gebruikt.
G
Als de voedingskabel of het stopcontact
geluid maakt, moet u de stekker uit het
stopcontact halen en contact opnemen met
het servicecentrum.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
7
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Gebruik geen beschadigde voedingskabels
of beschadigde of loszittende stekkers of
stopcontacten.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Sluit de voedingskabel stevig aan op het
stopcontact en de AC-adapter.
Anders kan er brandgevaar ontstaan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact
door aan de kabel te trekken.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken.
Buig de voedingskabel niet overmatig
en plaats geen zware objecten op de
voedingskabel. Het is uiterst belangrijk de
voedingskabel buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren te houden.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken of brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
8
Sluit de voedingskabel aan op een
stopcontact of op een verlengsnoer met een
geaarde terminal.
Wanneer u dit niet doet, kan dit elektrische
schokken veroorzaken.
Als de voeding niet geaard is, kan er lekstroom
ontstaan die leidt tot elektrische schokken.
Als water of een andere substantie
binnendringt in de voedingsingang,
AC-adapter of de computer, moet u
de voedingskabel loshalen en contact
opnemen met het servicecentrum.
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
Schade aan het binnenwerk van de computer
kan elektrische schokken en brandgevaar
opleveren.
Houd de voedingskabel en het stopcontact
schoon, zodat deze niet met stof bedekt
raken.
Wanneer u dit niet doet, kan dit brand
veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Let op bij het gebruik van de
wisselstroomadapter
Sluit het netsnoer stevig aan op de
wisselstroomadapter.
Als het contact niet goed wordt gemaakt,
bestaat gevaar voor brand.
Gebruik uitsluitend de wisselstroomadapter
die bij het product is geleverd.
Als u een andere adapter gebruikt, kan het
scherm gaan flikkeren.
Plaats geen zware objecten en stap niet op
het netsnoer of de wisselstroomadapter,
om beschadiging van het netsnoer of de
wisselstroomadapter te vermijden.
Als het snoer is beschadigd, bestaat gevaar
voor elektrische schokken en brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
9
Trek de netvoedingsadapter voor
wandmontage (adapter met ingebouwde
stekker) aan de stekker uit het stopcontact
en trek deze in de richting van de pijl.
Als u de adapter loskoppelt door de kabel beet
te pakken en hieraan te trekken, kan de adapter
beschadigd raken en kunt u een elektrische
schok krijgen, klinkt er mogelijk een explosief
geluid of kan er vonkvorming optreden.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Laad de accu volledig op voordat u de computer voor
de eerste keer gebruikt.
Houd de oplaadbare accu buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren, zodat ze
deze niet in de mond kunnen nemen.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken en
verstikking.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
10
Gebruik uitsluitend een goedgekeurde accu
en wisselstroomadapter.
Gebruik uitsluitend accu’s en adapters
die zijn goedgekeurd door Samsung
Electronics.
Niet goedgekeurde accu’s en adapters voldoen
mogelijk niet aan de juiste veiligheidsvereisten
en kunnen problemen en storingen
veroorzaken die resulteren in ontploffing of
brand.
Gebruik de computer niet op een plaats die
onvoldoende ventilatie biedt, zoals op een
bed of een kussen, en gebruik de computer
niet op een vloer met vloerverwarming. De
computer zou dan oververhit kunnen raken.
Zorg er met name in deze omgevingen voor
dat de ventilatieopeningen (aan de zijkant) niet
zijn geblokkeerd. Als de ventilatieopeningen
zijn geblokkeerd, kan de computer oververhit
raken, hetgeen kan leiden tot problemen met
de computer of zelfs ontploffing.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Gebruik de computer niet op een vochtige
plaats, zoals in een badkamer of sauna.
Anders werkt de computer mogelijk niet goed
en bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik de computer altijd binnen
het aanbevolen temperatuur- en
luchtvochtigheidbereik (10-32ºC, 20-80% RV).
Sluit het LCD-scherm niet en doe de
computer niet in de tas wanneer deze nog
aan staat.
Als u de computer in de tas doet zonder deze
uit te schakelen, kan de computer oververhit
raken en is er gevaar voor brand. Sluit de
computer naar behoren af voordat u deze
verplaatst.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
11
U mag dit product (of de batterij) nooit
verhitten of in het vuur werpen. Bewaar
of gebruik het product (of de batterij) niet
op een hete plaats, zoals in een sauna,
in een voertuig blootgesteld aan de zon,
enzovoort.
Er is gevaar voor ontploffing of brand.
Zorg ervoor dat metalen voorwerpen, zoals
een sleutel of paperclip, de aansluitpunten
van de accu (metalen onderdelen) niet
kunnen raken.
Als een metalen voorwerp de aansluitpunten
van de accu raakt, kan kortsluiting ontstaan
die de accu kan beschadigen of brand kan
veroorzaken.
Als vloeistof uit het product (of de batterij)
lekt of een vreemde geur uit het product (of
de batterij) komt, verwijdert u het product
(of de batterij) en neemt u contact op met
het servicecentrum.
Er is gevaar voor ontploffing of brand.
Vervang een kapotte of versleten accu om
veiligheidsredenen altijd door een nieuw
goedgekeurd exemplaar.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
De stroomtoevoer naar de interne batterij onderbreken
(uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
In het geval van overstroming, blikseminslag of
explosies onderbreekt u de batterijstroom, sluit u
de netvoedingsadapter niet opnieuw aan en neemt
u onmiddellijk contact op met Samsung Electronics
zodat gepaste tegenmaatregelen kunnen worden
genomen.
•• Daarna werkt de batterijvoeding weer als u de
netvoedingsadapter aansluit.
•• Onderbreek de batterijstroom niet onder normale
omstandigheden.
•• Dit kan leiden tot een gegevensverlies of
productstoringen.
•• Klanten kunnen de batterij niet verwijderen bij producten met
ingebouwde batterijen.
•• In het geval van overstroming, blikseminslag of explosies
kunt u de batterijstroom onderbreken door een voorwerp,
bijvoorbeeld een paperclip, in de [noodopening] aan de
onderkant van de computer steken.
•• Koppel de netvoedingsadapter los en steek een voorwerp,
bijvoorbeeld een paperclip, in de opening aan de onderkant
van de computer om de batterijstroom te onderbreken.
De positie van de noodopening kan afhankelijk van het
model afwijken.
12
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Als de computer is gebarsten of gevallen,
moet u de voedingskabel loshalen en
contact opnemen met het servicecentrum
om een veiligheidscontrole uit te voeren.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
13
Haal alle op de computer aangesloten
kabels los voordat u deze reinigt. Als
uw notebook over een externe en
verwijderbare batterij beschikt, verwijdert
u de externe batterij.
Het gebruik van een kapotte computer kan
leiden tot elektrische schokken en brandgevaar.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
beschadiging van het product.
Er bestaat gevaar voor brand. De computer kan
oververhit raken of ten prooi vallen aan dieven.
Sluit op het modem geen telefoonlijn aan
die is verbonden met een digitale telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken,
brand of beschadiging van het product.
Plaats geen voorwerpen gevuld met water
of chemicaliën boven of in de buurt van de
computer.
Als water of chemicaliën in de computer
binnendringen, kan dit brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Vermijd direct zonlicht wanneer de
computer zich bevindt in een ruimte zonder
ventilatie, zoals in een voertuig.
Gebruik uw notebook-pc niet lang wanneer
een lichaamsdeel in contact met de
notebook-pc staat. De temperatuur van het
product kan tijdens normaal functioneren
stijgen.
Dit kan leiden tot het beschadigen of het
verbranden van uw huid.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Haal de voedingseenheid of de AC-adapter
in geen geval uit elkaar.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Als u de accu van de ingebouwde klok
verwijdert, houd deze dan buiten het
bereik van kinderen zodat ze deze niet
kunnen aanraken en/of inslikken.
Er bestaat verstikkingsgevaar. Als een kind de accu
inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde
onderdelen (verdeeldoos, accu en geheugen)
en haal geen onderdelen uit elkaar.
Er bestaat gevaar voor beschadiging van het
product, elektrische schokken of brand.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
14
Schakel de computer uit en haal alle kabels
los voordat u de computer uit elkaar haalt.
Als een modem wordt gebruikt, moet u
de telefoonlijn loshalen. Als uw notebook
over een externe en verwijderbare batterij
beschikt, verwijdert u de externe batterij.
Anders kan er gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Aanwijzingen met betrekking tot beheer en
verplaatsing
Volg de aanwijzingen voor de locatie waar
u zich bevindt (bijvoorbeeld vliegtuig,
ziekenhuis, enzovoort) op als u gebruik
maakt van draadloze communicatie (Wifi,
Bluetooth, enzovoort).
Vermijd om een station bloot te stellen aan
magnetische velden. Beveiligingsapparaten
met magnetische velden zijn onder
andere detectiepoorten op luchthavens en
draagbare detectoren.
Bij beveiligingsapparaten op luchthavens
waarmee handbagage wordt gecontroleerd
zoals transportbanden, wordt gebruik
gemaakt van röntgenstraling in plaats van
magnetisme. Hierdoor wordt een station
niet beschadigd.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Als u de notebookcomputer meedraagt
met andere voorwerpen, zoals de
adapter, muis, boeken, enzovoort, moet
u ervoor zorgen dat niets tegen de
notebookcomputer aandrukt.
Als een zwaar object tegen de
notebookcomputer wordt gedrukt, kan een
witte plek of een vlek op het lcd-scherm
verschijnen. Let daarom goed op dat u geen
druk uitoefent op de notebook.
Plaats de notebookcomputer in dat geval in
een afzonderlijk compartiment, apart van
andere objecten.
15
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Zorg ervoor dat u de ventilatie- en andere openingen in het
product niet blokkeert, en steek geen voorwerpen in de
openingen.
Schade aan een onderdeel in de computer kan elektrische
schokken en brand veroorzaken.
Als u de computer gebruikt terwijl deze op zijn zijde ligt,
moet u deze dusdanig plaatsen dat de ventilatieopeningen
zich aan de bovenzijde bevinden.
Als u dat niet doet, kan de temperatuur binnen in de computer
stijgen, hetgeen tot storingen en uitvallen van de computer kan
leiden.
Plaats geen zware voorwerpen op het product.
Dit kan problemen met de computer veroorzaken. Bovendien
kan het voorwerp vallen en verwondingen of schade aan de
computer veroorzaken.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
16
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Voer verbruikte oplaadbare batterijen op verantwoorde
wijze af.
•• Er is gevaar voor brand en ontploffing.
•• De wijze waarop verbruikte oplaadbare batterijen worden
verwerkt kan verschillen per land of regio. Voer de verbruikte
oplaadbare accu op een verantwoorde wijze af.
Smijt niet met de oplaadbare accu, haal hem niet uit elkaar
en gooi hem niet in water.
Dit kan leiden tot verwondingen, brand of ontploffing.
Gebruik alleen oplaadbare batterijen die zijn goedgekeurd
door Samsung Electronics.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ontploffing.
Vermijd contact met metalen voorwerpen, zoals autosleutels
en clips, tijdens het vasthouden of dragen van een
oplaadbare accu.
Contact met metaal kan leiden tot kortsluiting en een hoge
temperatuur en kan leiden tot schade aan de oplaadbare accu of
kan brand veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Vervang de oplaadbare accu in overeenstemming met de
instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Laat het product na reparatie testen door een
veiligheidstechnicus.
Geautoriseerde Samsung-servicecentra voeren na de reparatie
een veiligheidscontrole uit. Als u een gerepareerd product
gebruikt zonder het op veiligheid te testen, kan dit leiden tot
elektrische schokken of brand.
Als u dat niet doet, kan dit leiden tot ontploffing of brand als
gevolg van schade aan het product.
Schakel bij bliksem het systeem onmiddellijk uit, haal de
stekker uit het stopcontact en gebruik geen modem of
telefoon.
U mag het product (of de batterij) niet verwarmen of
blootstellen aan hitte (bijvoorbeeld in een voertuig tijdens
de zomer).
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand.
Er is gevaar voor ontploffing of brand.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Plaats geen kaars, brandende sigaret, enzovoort boven of
op het product.
Er bestaat gevaar voor brand.
Gebruik een stopcontact of verdeeldoos met randaarde.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
17
Gebruik de computer en de AC-adapter niet op schoot of op
een zacht oppervlak.
Als de temperatuur van de computer oploopt, zou u zich kunnen
branden.
Sluit alleen toegestane apparaten aan op de aansluitingen
of poorten van de computer.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand
ontstaan.
Sluit het LCD-scherm pas nadat u hebt gecontroleerd dat de
notebookcomputer is uitgeschakeld.
De temperatuur kan oplopen, waardoor het product oververhit
en vervormd kan worden.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Druk niet op de uitwerptoets op het moment dat het cdrom-station in bedrijf is.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
18
Gebruik geen beschadigde of aangepaste cd.
Dit zou kunnen leiden tot schade aan het product of persoonlijk
letsel.
Steek uw vingers niet in de PC Card-sleuf.
Dit zou kunnen leiden tot letsel of elektrische schokken.
U kunt gegevens kwijtraken of de schijf kan plotseling worden
uitgeworpen, hetgeen letsel kan veroorzaken.
Gebruik altijd een aanbevolen computerreinigingsmiddel
voor het reinigen van het product en gebruik de computer
pas wanneer deze weer helemaal droog is.
Pas op dat u het product niet laat vallen tijdens het gebruik.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan.
Dit kan leiden tot persoonlijk letsel of verlies van gegevens.
Breng de antenne niet in contact met een voedingsbron,
zoals een stopcontact.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Volg bij het omgaan met computeronderdelen de aanwijzigen
uit de handleiding de bij de onderdelen werd geleverd op.
De noodmethode voor het uitwerpen van een schijf met
behulp van een paperclip mag niet worden gebruikt
op het moment dat de schijf in beweging is. Gebruik de
noodvoorziening voor het uitwerpen van schijven alleen als
de optische schijf tot stilstand is gekomen.
Er is gevaar voor verwondingen.
Anders kan schade aan het product ontstaan.
Houd uw gezicht uit de buurt van de lade van de optische
schijf op het moment dat deze in bedrijf is.
Als er rook uit de computer komt of u een brandlucht
ruikt, trekt u de stekker uit het stopcontact en neemt u
onmiddellijk contact op met een servicecentrum.
Als uw notebook over een externe en verwijderbare batterij
beschikt, verwijdert u de externe batterij.
U zou gewond kunnen raken als de schijf onverhoopt plotseling
wordt uitgeworpen.
Er bestaat gevaar voor brand.
Het station zou beschadigd kunnen worden en de gebruiker zou
gewond kunnen raken.
Controleer cd’s voor gebruik op barsten en andere
beschadigingen.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Wees voorzichtig bij het aanraken van het product of
onderdelen ervan.
Het apparaat zou beschadigd kunnen raken of u zou gewond
kunnen raken.
Smijt niet met de computer of onderdelen ervan en pas op
dat u deze niet laat vallen.
U zou gewond kunnen raken of het product zou beschadigd
kunnen raken.
Sluit na het in elkaar zetten van de computer de behuizing
van de computer voordat u de stroomtoevoer aansluit.
U zou een elektrische schok kunnen krijgen als u een onderdeel
in het binnenste van de computer aanraakt.
Gebruik alleen onderdelen die zijn goedgekeurd door
Samsung Electronics.
Anders zou brand of schade aan het product kunnen ontstaan.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
19
Haal het product nooit uit elkaar en probeer het product
niet zelf te repareren.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand.
Als u een apparaat wilt aansluiten dat niet is gemaakt of
goedgekeurd door Samsung Electronics, moet u vooraf
contact opnemen met het servicecentrum.
Het product zou beschadigd kunnen raken.
Aanwijzingen met betrekking tot beheer en
verplaatsing
Schakel voordat u het product verplaatst de stroomtoevoer
uit en haal alle aangesloten kabels los.
Het product zou beschadigd kunnen raken en gebruikers zouden
over de kabels kunnen vallen.
Als u de notebookcomputer langere tijd niet gebruikt, moet
u de oplaadbare accu ontladen en los van de computer
bewaren. (Voor typen met een externe en verwijderbare
batterij)
De oplaadbare accu blijft dan in zo goed mogelijke conditie.
Bedien of bekijk de computer niet tijdens het besturen van
een voertuig.
U zou betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval. Houd uw
aandacht op het verkeer.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Adviezen ter voorkoming van
gegevensverlies (vasteschijfbeheer)
Ga met zorg te werk om beschadiging van de gegevens op
de vaste schijf te voorkomen.
•• Een vasteschijfstation is dermate gevoelig dat stoten van
buiten kunnen leiden tot verlies van gegevens op het
schijfoppervlak.
•• Wees uiterst voorzichtig, want verplaatsing van de computer
of aanstoten van de computer terwijl deze aan staat kan leiden
tot beschadiging van de gegevens op het vasteschijfstation.
•• Het bedrijf is niet aansprakelijk voor het verlies van gegevens
op de vaste schijf.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
20
Oorzaken die schade aan de gegevens op de vaste schijf of
aan de vaste schijf zelf zouden kunnen veroorzaken.
•• De gegevens kunnen verloren gaan wanneer stoten van buiten
worden aangebracht op de schijf tijdens het uit elkaar halen of
in elkaar zetten van de computer.
•• De gegevens kunnen verloren gaan als de computer wordt
uitgeschakeld of gereset als gevolg van een stroomstoring
terwijl de vaste schijf in bedrijf is.
•• Gegevens kunnen onherstelbaar verloren gaan als gevolg van
een virusinfectie.
•• Gegevens kunnen verloren gaan als de stroomtoevoer wordt
uitgeschakeld terwijl een programma wordt uitgevoerd.
•• Als u de computer verplaatst of aanstoot terwijl de vaste
schijf in bedrijf is, kunnen bestanden beschadigd worden of
beschadigde sectoren ontstaan op de vaste schijf.
Maak regelmatig back-ups van uw gegevens om
gegevensverlies als gevolg van beschadiging van de vaste
schijf te voorkomen.
Veiligheidsinstructies
Het gebruik van de voeding in een vliegtuig
Aangezien het type stopcontact kan verschillen afhankelijk van
het type vliegtuig, sluit u het stroomsnoer op de vereiste wijze
aan.
Aangezien er voor de voedingskabel en autoadapter
representatieve afbeeldingen worden gebruikt, kunnen
deze afwijken van de daadwerkelijke onderdelen.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
21
Wanneer u een AC-stekker gebruikt
Plaats de pinnen van de stekker recht in het midden van het
stopcontact.
•• Als de pinnen van de stekker niet in het midden van de
gaten worden geplaatst, kan de stekker slechts half in het
stopcontact worden gedrukt. In dat geval steekt u de stekker
opnieuw in het stopcontact.
•• U moet de stekker in het stopcontact steken wanneer de
stroomindicator (LED) van het stopcontact groen brandt.
Wanneer de stekker op de juiste manier is aangesloten, blijft
de stroomindicator (LED) groen branden.
Anders wordt de stroomindicator (LED) uitgeschakeld. In dat
geval trekt u de stekker uit het stopcontact en controleert u of
de stroomindicator (LED) groen brandt. Vervolgens steekt u de
stekker weer in het stopcontact.
Stroomindicator (LED)
Center
Holes
Stopcontact van
220 V
Goed
Stopcontact van
110 V
Fout
Veiligheidsinstructies
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Wanneer u de autoadapter gebruikt
In het geval van een aanstekercontact moet u de autoadapter
gebruiken (optioneel). Steek stekker van de autoadapter in de
aanstekerhouder en sluit de DC-stekker van de autoadapter aan
op de voedingsaansluiting op de computer.
Wanneer u de oplaadconverter in het vliegtuig
gebruikt
Mogelijk moet u, afhankelijk van het vliegtuig, de autoadapter
en oplaadconverter gebruiken. Sluit de oplaadconverter in het
vliegtuig (optioneel) aan op de autoadapter (optioneel) en steek
de vliegtuigstekker in het stopcontact.
Oplaadconverter
dit eind aan op
1 Sluit
de autoadapter.
Autoadapter
DC-stekker
Aanstekeraansluiting
Aanstekerhouder
22
Steek de vliegtuigaansluiting in
het stopcontact van het vliegtuig.
2
Juiste houding tijdens computergebruik
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
23
Het bewaren van de juiste houding tijdens computergebruik is
uiterst belangrijk om fysieke schade te voorkomen.
•• Gebruik de computer niet in een liggende houding, maar
alleen in een zittende houding.
De volgende instructies gaan over het aannemen van een goede
houding tijdens het werken met de computer, zoals bepaald door
middel van human engineering. Lees de instructies goed door en
volg deze op tijdens het werken met de computer.
•• Gebruik de computer niet op uw schoot. Als de temperatuur
van de computer oploopt, zou u zich kunnen branden.
Anders loopt u een verhoogd risico op blessures (RSI: Repetitive
Strain Injury) als gevolg van herhaalde handelingen, en kunt u te
maken krijgen met ernstig lichamelijk letsel.
•• De instructies in deze handleiding zijn zodanig
geformuleerd dat ze van toepassing zijn op de gemiddelde
gebruiker.
•• Als de instructies niet van toepassing zijn op een
gebruiker, moeten de aanbevelingen worden toegepast in
overeenstemming met de behoeften van de gebruiker.
Juiste houding
De hoogte van uw bureau en stoel instellen in
overeenstemming met uw lengte.
De hoogte moet zodanig worden ingesteld dat uw armen een
rechte hoek vormen wanneer u op uw stoel zit en uw handen op
het toetsenbord plaatst.
Stel de hoogte van de stoel zodanig in dat uw hielen comfortabel
op de grond staan.
•• Houd uw polsen tijdens het werken recht.
•• Gebruik een stoel met een comfortabele rug.
•• Laat uw zwaartepunt tijdens het zitten op de stoel niet rusten
op de stoel maar op uw voeten.
•• Gebruik een hoofdtelefoon als u de computer wilt gebruiken
terwijl u een telefoongesprek voert. Werken met de computer
met de telefoon op uw schouder is slecht voor uw houding.
•• Houd artikelen die u vaak gebruikt binnen handbereik.
Juiste houding tijdens computergebruik
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
24
Oogpositie
Handpositie
Bewaar een afstand van tenminste 50 cm tussen uw ogen en
het beeldscherm.
Houd uw arm onder een rechte hoek, zoals aangegeven in de
afbeelding.
•• Stel de hoogte van het beeldscherm zodanig in dat de
bovenkant van het scherm op gelijke hoogte met of lager dan
uw ogen licht.
•• Houd de lijn van uw elleboog naar uw hand recht.
•• Stel de helderheid van het beeldscherm niet te hoog in.
•• Houd het beeldscherm schoon.
•• Als u een bril draagt, maak deze dan schoon voordat u de
computer gebruikt.
•• Als u gegevens van een vel papier invoert op de computer,
gebruik dan een vaste documenthouder die het papier op
vrijwel gelijke hoogte met het beeldscherm houdt.
•• Plaats uw handpalm niet op het toetsenbord tijdens het typen.
•• Houd de muis niet krampachtig vast.
•• Druk niet krampachtig op het toetsenbord, aanraakvlak of de
muis.
•• Het is raadzaam een extern toetsenbord en een muis aan te
sluiten als u de computer langere tijd gebruikt.
Juiste houding tijdens computergebruik
Volumeregeling (hoofdtelefoon en luidsprekers)
Controleer het volume voordat u naar muziek gaat luisteren.
Controleer
het volume!
•• Controleer of het volume niet te luid is voordat u een
hoofdtelefoon gebruikt.
•• Het is niet raadzaam langdurig een hoofdtelefoon te
gebruiken.
•• Afwijkingen van de standaardinstelling van de equalizer
kunnen leiden tot gehoorschade.
•• De standaardinstellingen kunnen zonder uw tussenkomst
worden gewijzigd door updates van software en
stuurprogramma’s. Controleer de standaardinstellingen van de
equalizer voor het eerste gebruik.
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
25
Luister niet gedurende langere tijd op hoog volume om mogelijke
gehoorschade te voorkomen.
Werktijd (pauzes)
•• Als u langer dan een uur achter elkaar werkt, neem dan telkens
na 50 minuten een pauze van tenminste 10 minuten.
Verlichting
•• Gebruik de computer niet op een donkere plaats. De
verlichting bij het werken met de computer moet net zo sterk
zijn als bij het lezen van een boek.
•• Indirecte verlichting is het beste. Gebruik een gordijn om
weerspiegelingen in het LCD-scherm te voorkomen.
Werkomstandigheden
•• Gebruik de computer niet op een warme en vochtige plaats.
•• Gebruik de computer binnen de toegestane temperatuuren luchtvochtigheidswaarden die zijn vermeld in deze
handleiding.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Vooraanzicht
De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. De vormgeving
en kleur in de afbeeldingen kan enigszins afwijken van het
werkelijke product, afhankelijk van het model.
► Voor 17,3-inch modellen
1
2
3
4
5
6
7
1
Cameralens
(optioneel)
Met deze lens kunt u foto’s maken en
bewegende beelden opnemen.
U kunt een foto maken of een film
opnemen met Charms > Start > Camera.
2
Bedrijfsindicator
camera (optioneel)
Geeft de bedrijfsstatus van de camera aan.
LCD- of
3 aanraakscherm
(optioneel)
Hier wordt het beeld weergegeven.
Het werkt als een aanraakscherm bij
modellen die de aanraakschermfunctie
ondersteunen. (Optioneel)
4 Luidspreker
Hiermee wordt het geluid gegenereerd.
5 Statusindicatoren
Hier kunt u de bedrijfsstatus van de
computer zien.
Een brandend lampje geeft aan dat de
corresponderende functie actief is.
6 Aan/Uit-knop
Hiermee zet u de computer aan en uit.
7 Toetsenbord
Door het indrukken van de toetsen kunt u
gegevens invoeren.
8
8
10
26
Aanraakvlak en
knoppen
Het aanraakvlak en de knoppen bij het
aanraakvlak vervullen dezelfde functie als
een muis en de knoppen die zich daarop
bevinden.
9 Multicardsleuf
Een kaartsleuf ondersteunt meerdere
kaarten.
10 Microfoon
U kunt de ingebouwde microfoon
gebruiken.
9
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
► Voor 15,6-inch modellen
1 2 3
4
5
6
7
8
9
Bedrijfsindicator
1 camera
(optioneel)
2
Cameralens
(optioneel)
Deze sensor detecteert het omgevingslicht
van de computer.
Wanneer de hoeveelheid omgevingslicht
afneemt, wordt het LCD-scherm enigszins
Verlichtingssensor gedimd en wordt de achtergrondverlichting
3
van het toetsenbord ingeschakeld.
(optioneel)
Wanneer de hoeveelheid omgevingslicht
echter toeneemt, wordt het LCD-scherm
helderder en wordt de achtergrondverlichting
van het toetsenbord uitgeschakeld.
4 Microfoon
U kunt de ingebouwde microfoon gebruiken.
LCD- of
5 aanraakscherm
(optioneel)
Hier wordt het beeld weergegeven.
Het werkt als een aanraakscherm bij modellen
die de aanraakschermfunctie ondersteunen.
(Optioneel)
Hier kunt u de bedrijfsstatus van de computer
6 Statusindicatoren zien. Een brandend lampje geeft aan dat de
corresponderende functie actief is.
7 Aan/Uit-knop
Hiermee zet u de computer aan en uit.
8 Toetsenbord
Door het indrukken van de toetsen kunt u
gegevens invoeren.
Geeft de bedrijfsstatus van de camera aan.
Met deze lens kunt u foto’s maken en
bewegende beelden opnemen.
U kunt een foto maken of een film opnemen
met Charms > Start > Camera.
27
9
Aanraakvlak en
knoppen
Het aanraakvlak en de knoppen bij het
aanraakvlak vervullen dezelfde functie als
een muis en de knoppen die zich daarop
bevinden.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
28
Statusindicatoren
► Voor 17,3-inch modellen
1
2
Deze sensor detecteert het omgevingslicht
van de computer.
Wanneer de hoeveelheid omgevingslicht
afneemt, wordt het LCD-scherm enigszins
Verlichtingssensor gedimd en wordt de achtergrondverlichting
1
van het toetsenbord ingeschakeld.
(optioneel)
Wanneer de hoeveelheid omgevingslicht
echter toeneemt, wordt het LCD-scherm
helderder en wordt de achtergrondverlichting
van het toetsenbord uitgeschakeld.
3
4
2
Vaste schijf/ODD
Dit wordt ingeschakeld wanneer de vaste
schijf of ODD (Optical Disk Drive) wordt
geopend.
3 Oplaadstatus
Geeft de voedingsbron en de status van de
oplaadbare batterij aan.
Groen: de oplaadbare batterij is volledig
opgeladen of is niet aanwezig.
/ Rood of oranje: de oplaadbare batterij
wordt opgeladen.
Uit: de computer draait op de oplaadbare
batterij en is niet aangesloten op het
lichtnet.
4 Aan/Uit
Geeft de bedrijfsstatus van de computer aan.
Aan: de computer is in bedrijf.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
29
Statusindicatoren
► Voor 15,6-inch modellen-A
Geeft de bedrijfsstatus van de computer aan.
1 Aan/Uit
Aan: de computer is in bedrijf.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
Geeft de voedingsbron en de status van de
oplaadbare batterij aan.
2
1
Oplaadstatus
2
roen: de oplaadbare batterij is volledig
G
opgeladen of is niet aanwezig.
/ Rood of oranje: de oplaadbare batterij
wordt opgeladen.
it: de computer draait op de oplaadbare
U
batterij en is niet aangesloten op het lichtnet.
► Voor 15,6-inch modellen-B
3 Caps Lock
Gaat branden wanneer u op de toets Caps Lock
drukt om hoofdletters te kunnen typen zonder
de toets Shift ingedrukt te houden.
Aan: hoofdletters typen
Uit: kleine letters typen
Deze indicator geeft de Aan/Uit-status van de
functie Fn Lock aan.
4 Fn Lock
1
2
3
4
Aan: U kunt sneltoetsen gebruiken zonder de
Fn-toets ingedrukt te houden.
Uit: U moet de Fn-toets ingedrukt houden
voordat u een sneltoets kunt gebruiken.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
30
Rechter aanzicht
► Voor 17,3-inch modellen
1 USB 2.0-poort
Cd-station
2 (optische schijf)
(optioneel)
1
2
Op de USB-poort kunt u USB-apparaten
aansluiten, zoals een toetsenbord/muis,
digitale camera, enzovoort.
Hiermee kunt u cd’s en dvd’s afspelen.
De optische schijf is optioneel. Welk
type station is geïnstalleerd, hangt af
van het computermodel.
► Voor 15,6-inch modellen
1
2
3
1 Multicardsleuf
Een kaartsleuf ondersteunt meerdere
kaarten.
2 USB 2.0-poort
Op de USB-poort kunt u USB-apparaten
aansluiten, zoals een toetsenbord/muis,
digitale camera, enzovoort.
3
Beveiligingssleuf
U kunt de computer beveiligen
door een slot en een kabel aan de
Beveiligingssleuf te bevestigen.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Linker aanzicht
2
3
4
1
2
3
4
U kunt de computer beveiligen
door een slot en een kabel aan de
Beveiligingssleuf te bevestigen.
Aansluiting voor de
Voedingsaansluiting
wisselstroomadapter voor de
stroomvoorziening van de computer.
Poort voor het aansluiten van een
Netwerkpoort
Ethernet-kabel.
Poort voor het aansluiten van een
Monitorpoort
monitor, tv of projector door middel
van een 15-pins D-SUB-aansluiting.
Poort voor het aansluiten van een
Digitale audio-/videopoort
HDMI-kabel. Met behulp van deze
Port (HDMI)
poort kunt u genieten van digitaal
(optioneel)
beeld en geluid op het scherm.
De pc beschikt zowel over USBpoorten waarop u USB-apparaten kunt
aansluiten als USB-oplaadpoorten.
Via de USB-oplaadpoort hebt u niet
USB 3.0-poort
alleen toegang tot een USB-apparaat, u
of
kunt het apparaat ook opladen.
oplaadbare USB 3.0U kunt de poort herkennen door
poort
de
afbeelding (
of
) die
(optioneel)
op de poort van het product is
gedrukt.
Voor Windows XP kan USB 3.0
beperkt zijn.
Een poort die wordt gebruikt om een
Mini DisplayPort-kabel aan te sluiten.
Mini DisplayPort
U kunt digitale video’s bekijken door
(Mini DP)
verbinding te maken met een tv of
beeldscherm met een Mini DisplayPort.
Hoofdtelefoon-/
Hier kunt een oor- of hoofdtelefoon
microfoonaansluiting
aansluiten.
1 Beveiligingssleuf
► Voor 17,3-inch modellen
5
6
7 8
Wat is een USB-oplaadpoort?
•• De functies voor toegang tot en het opladen van USBapparaten worden ondersteund.
•• De USB-laadfunctie wordt altijd ondersteund, ongeacht of
de computer is in- of uitgeschakeld.
•• Het opladen van een apparaat via een USB-oplaadpoort
duurt niet langer dan met een gewone oplader.
•• Als u de USB-oplaadfunctie gebruikt wanneer de computer
op de oplaadbare batterij werkt, wordt de gebruiksduur
van de batterij verkort.
•• De gebruiker kan de oplaadstatus van het USB-apparaat
niet controleren vanaf de computer.
•• Deze functie wordt mogelijk niet voor alle USB-apparaten
ondersteund.
•• U kunt de functie voor het opladen via USB in- en
uitschakelen (ON/OFF) door achtereenvolgens Settings
> Energiebeheer > Opladen via USB e selecteren.
(Optioneel)
5
6
7
8
31
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Linker aanzicht
1 Voedingsaansluiting
Aansluiting voor de
wisselstroomadapter voor de
stroomvoorziening van de computer.
2 Netwerkpoort
Poort voor het aansluiten van een
Ethernet-kabel.
3 Monitorpoort
Poort voor het aansluiten van een
monitor, tv of projector door middel
van een 15-pins D-SUB-aansluiting.
► Voor 15,6-inch modellen
1
2
3
4
5
6
Wat is een USB-oplaadpoort?
•• De functies voor toegang tot en het opladen van USBapparaten worden ondersteund.
•• De USB-laadfunctie wordt altijd ondersteund, ongeacht of
de computer is in- of uitgeschakeld.
•• Het opladen van een apparaat via een USB-oplaadpoort
duurt niet langer dan met een gewone oplader.
•• Als u de USB-oplaadfunctie gebruikt wanneer de computer
op de oplaadbare batterij werkt, wordt de gebruiksduur
van de batterij verkort.
•• De gebruiker kan de oplaadstatus van het USB-apparaat
niet controleren vanaf de computer.
•• Deze functie wordt mogelijk niet voor alle USB-apparaten
ondersteund.
•• U kunt de functie voor het opladen via USB in- en
uitschakelen (ON/OFF) door achtereenvolgens Settings
> Energiebeheer > Opladen via USB e selecteren.
(Optioneel)
32
Poort voor het aansluiten van een
Digitale audio-/videopoort
HDMI-kabel. Met behulp van deze
4 Port (HDMI)
poort kunt u genieten van digitaal
(optioneel)
beeld en geluid op het scherm.
USB 3.0-poort
of
5 oplaadbare USB 3.0poort
(optioneel)
6
Hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
De pc beschikt zowel over
USB-poorten waarop u USBapparaten kunt aansluiten als USBoplaadpoorten.
Via de USB-oplaadpoort hebt u niet
alleen toegang tot een USB-apparaat,
u kunt het apparaat ook opladen.
U kunt de poort herkennen door
de afbeelding (
of
) die
op de poort van het product is
gedrukt.
Voor Windows XP kan USB 3.0
beperkt zijn.
Hier kunt een oor- of hoofdtelefoon
aansluiten.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Onderaanzicht
Deze opening is bedoeld om de
stroomtoevoer naar de accu te
onderbreken. Steek het uiteinde van
een uitgevouwen paperclip in de
opening om de stroomtoevoer naar
de accu te onderbreken.
► Voor 17,3-inch modellen
3 Noodopening accu
1
2
3
Luidspreker met sub1
woofer (optioneel)
2
33
Een apparaat dat ervoor zorgt dat
tonen van gemiddelde en lage
frequentie luider klinken.
Deksel van het
Onder het deksel bevinden zich de
geheugencompartiment geheugenmodules.
Raadpleeg Over de functie voor het
onderbreken van de stroomtoevoer
naar de interne accu in de
Veiligheidsinstructies voor meer
informatie.
e positie van de noodopening
D
kan afhankelijk van het model
afwijken.
•• Als u de onderkant van het product vervangt, is het
product niet meer voorzien van modelnaam, serienummer
en bepaalde logo’s die zich aan de onderkant van het
product bevinden.
Voor meer informatie kunt u hulp vragen bij het
servicecentrum.
•• Als u hardware wilt vervangen, zoals harde schijf,
geheugen, batterijen, enz., neemt u contact op met het
Samsung Service Center voor assistente.
In dat geval worden mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
Overzicht
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Onderaanzicht
Deze opening is bedoeld om de
stroomtoevoer naar de accu te
onderbreken. Steek het uiteinde van
een uitgevouwen paperclip in de
opening om de stroomtoevoer naar de
accu te onderbreken.
► Voor 15,6-inch modellen
2 Noodopening accu
1
3
Deksel van het
Onder het deksel bevinden zich de
geheugencompartiment geheugenmodules.
Raadpleeg Over de functie
voor het onderbreken van de
stroomtoevoer naar de interne accu
in de Veiligheidsinstructies voor meer
informatie.
e positie van de noodopening
D
kan afhankelijk van het model
afwijken.
2
1
34
3 Luidspreker
Hiermee wordt het geluid gegenereerd.
•• Als u de onderkant van het product vervangt, is het
product niet meer voorzien van modelnaam, serienummer
en bepaalde logo’s die zich aan de onderkant van het
product bevinden.
Voor meer informatie kunt u hulp vragen bij het
servicecentrum.
•• Als u hardware wilt vervangen, zoals harde schijf,
geheugen, batterijen, enz., neemt u contact op met het
Samsung Service Center voor assistente.
In dat geval worden mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
35
De computer aanzetten
1
2 Klap het LCD-scherm omhoog.
3 Druk op de Aan/Uit-knop om de computer aan te zetten.
Sluit de AC-adapter aan.
Over het activeren van Windows
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
activeringsvenster van Windows.
Volg de instructies op het scherm voor de procedures om de
computer te gebruiken.
De helderheid van het scherm aanpassen
Wanneer de computer op batterijvoeding werkt, wordt
automatisch de helderheid van het LCD-scherm gereduceerd.
Druk op de toetsencombinatie
+
om de helderheid van
het scherm te verhogen.
Als de stroom wordt ingeschakeld, gaat het LED-lampje
4 Power
branden.
áᔪ
Het menu Charms wordt weergegeven wanneer u de
1 muisaanwijzer
aan de rand aan de bovenkant van het scherm
Ŗᮁ
of rechts onderin plaatst. U kunt in plaats daarvan ook uw
᯲
vinger aan de rechterrand van het aanraakvlak plaatsen en
uw vinger naar het midden slepen. Ook dan wordt het menu
Charms weergegeven.
ᰆ⊹
2
U maakt de balk groter door te drukken op Instellingen
> Helderheid
.
ᖅᱶ
De computer aan- en uitzetten
De computer uitzetten
•• Aangezien de procedures voor het uitschakelen van de
áᔪ
computer per besturingssysteem
kunnen verschillen, dient
u de computer uit te schakelen volgens de procedures van
uw besturingssysteem.
•• Sla al uw gegevensŖᮁ
op alvorens op Afsluiten te klikken.
Het menu Charms wordt weergegeven wanneer u de
1 muisaanwijzer
aan de rand aan de bovenkant van het scherm
᯲
of rechts onderin plaatst.
ᰆ⊹
2 Klik op Instellingen
> Aan/Uit
ᖅᱶ
> Afsluiten.
⦽
Als u uw computer wilt uitschakelen wanneer u bent
afgemeld, ontgrendelt u het scherm en klikt u op Aan/Uit
> Afsluiten.
⦽
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
36
Hoofdstuk 2.
Windows 8 gebruiken
Wat is Microsoft Windows 8?
38
Overzicht van het scherm
39
Het menu Charms gebruiken
41
Apps gebruiken
43
Windows-sneltoetsfuncties
46
Het aanraakscherm gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
47
Wat is Microsoft Windows 8?
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
38
Microsoft Windows 8 (hierna Windows genoemd) is een
besturingssysteem dat nodig is voor de besturing van een
computer.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw computer, moet
u weten hoe u het besturingssysteem goed gebruikt. Meer
informatie over het gebruik van Windows vindt u in de Help en
ondersteuningsprogramma's van Windows.
In de Help
zoeken
•• Het scherm kan enigszins afwijken, afhankelijk van het
computermodel en het besturingssysteem.
•• Aangezien deze handleiding is gebaseerd op Windows
8, kunnen bepaalde instructies, afhankelijk van de versie,
enigszins afwijken. De handleiding kan ook worden
gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.

De Help weergeven
Druk tegelijkertijd op de toetsen F1 van het toetsenbord om de
Help weer te geven.
Aan de slag
U kunt eenvoudige instructies bekijken voor
het gebruik van uw computer, inclusief nieuwe
functies van het Windows-besturingssysteem.
U kunt ook de muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm plaatsen om het menu
Charms weer te geven.
Nadat u verbinding met het netwerk hebt
Internet en netwerken gemaakt, kunt u het Help-gedeelte voor het
gebruik van internet raadplegen.
Klik op het menu Charms > Instellingen > Help.
Beveiliging, privacy en U kunt de Help raadplegen voor de
bescherming van uw computer en
accounts
persoonlijke gegevens.
Als u verbinding met internet hebt, kunt u de meest recente
online Help weergeven.
Overzicht van het scherm
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Windows 8 bevat zowel de nieuwe startschermmodus als de
bureaubladmodusvan het bestaande besturingssysteem.
Startscherm
1 Startscherm
Verwijst naar het standaard Startscherm
van Windows 8.
2 App
Verwijst naar de apps die momenteel zijn
geïnstalleerd.
Bureaublad
3
Het menu Charms
weergeven
Startscherm
Wanneer u de computer inschakelt, wordt het Startscherm
weergegeven. In dit scherm kunt u de applicaties (toepassing, app,
hierna App) op dezelfde locatie gebruiken.
1
2
3
4
5
6
7
3
39
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm. Plaats
uw muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm om
het menu Charms weer te geven.
Of plaats uw vinger aan de rechterzijde
van de touchpad en sleep uw vinger naar
het midden. Het Charms-menu wordt
weergegeven.
Deze term verwijst naar de
4 Gebruikersaccount gebruikersaccount die momenteel wordt
gebruikt.
5 Charms
Verwijst naar het menu waarmee
u functies als Zoeken, Delen, Start,
Apparaten en Instellingen kunt uitvoeren.
6 Bureaublad
Hiermee schakelt u naar de
bureaubladmodus.
7 Camera
Hiermee kunt u foto's of een film maken.
Overzicht van het scherm
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Bureaublad
Documenten en bestanden weergeven
Hier vindt u soortgelijke functies als op het bureaublad van
eerdere versies van Windows.
1
2
3
2
4

1
Bureaublad
Verwijst naar het bureaublad.
2
Het menu
Charms
weergeven
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm. Plaats
uw muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm om het
menu Charms weer te geven.
3
Charms
4
Naar het
Startscherm
schakelen
Verwijst naar het menu waarmee u functies als
Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen
kunt uitvoeren.
Klik in de linkerbenedenhoek van het scherm
om het Startscherm weer te geven.
Klik in de taakbalk van het bureaublad op Windows Verkenner
om documenten en bestanden te zoeken.
40
Het menu Charms gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Het menu Charms is een nieuw soort. Het is een combinatie
van het menu Start en het Configuratiescherm van bestaande
Windows-systemen.
Met het menu Charms kunt u snel apparaten instellen die op
uw computer zijn aangesloten, naar apps/bestanden zoeken, de
functies voor delen gebruiken, enz.
Search
Zoeken
Search
Search
Search
Search
Share
Share
Delen
Share
Share
De charms activeren
Als u de muisaanwijzer in de rechterbeneden- of
rechterbovenhoek van het scherm plaatst, wordt het menu
Charms weergegeven.

Het menu
Charms
weergeven
Charms
Het menu
Charms
weergeven
Share
Start
Start
Start
Start
Start
Start
Device
Device
Device
Device
Apparaten
Device
Settings
Settings
Settings
Settings
41
Als u een programma of bestand wilt zoeken in de
apps/instellingen/bestanden, geeft u een zoekwoord
in de charm Zoeken op en klikt u op Zoeken.
U kunt ook in een app of op internet zoeken.
U kunt dit menu gebruiken om een afbeelding of
bestand naar een andere gebruiker te sturen. U kunt
eenvoudig afbeeldingen of bestanden met anderen
delen door meerdere apps aan de charm Delen te
koppelen.
U kunt naar het Startscherm gaan.
Zodoende kunt u rechtstreeks naar het gewenste
apparaat gaan, taken uitvoeren, zoals het importeren
van afbeeldingen van een digitale camera, een video
naar uw tv streamen of bestanden overdragen naar
een apparaat op het huidige scherm.
Met de charm Instellingen kunt u standaardtaken
uitvoeren, zoals het aanpassen van het volume,
het uitschakelen van de pc, enz. Als u de charm
Instellingen selecteert terwijl er een bepaalde app
Settings
Instellingen
wordt uitgevoerd, worden de instellingen voor de
desbetreffende app weergegeven.
Het menu Charms gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
42
De instellingen wijzigen
Veelgebruikte Windows-menu's worden verzameld.
Pictogram
Naam
Functiebeschrijving
Draadloos
netwerk
U kunt verbinding maken
met een draadloos netwerk.
Selecteer het draadloze netwerk
waarmee u verbinding wilt
maken.
Het volume
instellen
U kunt het volume instellen of
het geluid dempen.
Schermhelderheid
U kunt de helderheid van het
scherm aanpassen.
Opmerking
U kunt een interval instellen
waarmee de app meldingen
verzendt.
Klik op Charms > Instellingen.
⦽
⦽
⦽
Aan/uit
⦽
⦽
ENG
Taal
Pc-instellingen wijzigen
U kunt meer instellingen wijzigen.
U kunt de computer
uitschakelen of de Power
Options (Energiebeheer)
selecteren.
U kunt de taal instellen.
Apps gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
De term app verwijst naar een programma (hierna app genoemd).
In bredere zin verwijst de term naar alle softwareprogramma's die
op het besturingssysteem zijn geïnstalleerd.
Windows 8 bevat eenvoudige apps voor veelgebruikte taken.
Een app starten/afsluiten
Klik op een app in het Startscherm om de desbetreffende app te
activeren.
De app afsluiten:
Plaats uw muisaanwijzer boven aan het scherm.
1 Uw
muisaanwijzer verandert in een handje.
Klik en houd de muisknop ingedrukt en sleep het handje
2 naar
de onderkant van het scherm. De app wordt omlaag
Apps gebruiken
De apps weergeven die momenteel worden uitgevoerd
Plaats de muisaanwijzer in de linkerbovenhoek van het
1 scherm
om laatst uitgevoerde app weer te geven.
Beweeg uw muisaanwijzer vervolgens omlaag om een lijst
2 weer
te geven met de apps (op volgorde) die momenteel
worden uitgevoerd.
Klik op een app in de lijst of sleep de app naar het midden
3 van
het scherm. Nu kunt u de app die momenteel wordt
uitgevoerd, controleren.
Klik met de rechtermuisknop op de app n de lijst en klik op
Sluiten om de app af te sluiten.
verplaatst en verdwijnt. De app is nu afgesloten.
1
1
2

2
43

Apps gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
44
Twee apps tegelijkertijd uitvoeren
Een app aan het Startscherm toevoegen of verwijderen
1
Verplaats uw muisaanwijzer naar de bovenkant van het
2 scherm.
Uw muisaanwijzer verandert in een handje.
u met de muisknop klikt en deze ingedrukt houdt en
3 deAlsmuisaanwijzer
naar links of rechts beweegt, kunt u het
Klik op Startscherm > klik met de rechtermuisknop.
Klik onder aan het scherm op Alle apps
om alle apps weer te
geven die momenteel zijn geïnstalleerd.
Selecteer de apps in het Startscherm.
Als u met de rechtermuisknop op de app klikt die u wilt
1 toevoegen,
wordt onder aan het scherm het bijbehorende
menu geactiveerd.
scherm splitsen en meerdere apps weergeven.
Verplaats de splitsbalk om de splitsverhouding van het
4 scherm
te wijzigen.
Ondersteunde schermsplitsverhoudingen zijn 3:7 of 7:3.

App
Schermsplitsbalk
Weather
App Store
2
Klik op Aan Start vastmaken
of Van Start losmaken
.
1
Voorbeeld) Als u de app Weather en Store tegelijkertijd
uitvoert

2
Voorbeeld) Wanneer u een app uit het Startscherm
verwijdert
Apps gebruiken
De Windows Store gebruiken
Als u de App Store uitvoert in het Startscherm, worden de apps in
de Windows Store weergegeven.
U hebt echter een Microsoft-account nodig om apps in de
Windows Store te kunnen kopen.
Ga door nadat u uw Microsoft-account in de Charms hebt
geregistreerd.
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
45
Uw Microsoft-account configureren
Met een Microsoft-account kunt u online uw instellingen
synchroniseren met andere apparaten waarop Windows 8 wordt
uitgevoerd, zodat u bestanden of instellingen kunt delen.
U moet een Microsoft-account registreren om apps via de Store te
kunnen downloaden of kopen.
Open het menu Charms en klik op Instellingen > Pc1 instellingen
wijzigen.
Klik op Gebruiker > Uw account > Overschakelen naar een
2 Microsoft-account.
3 Registreer uw account via de volgende relevante procedures.
1
Samsung kan ikke løse problemer, der opstår med andre
apps installeret fra Windows Store. Tag direkte kontakt til
kundesupport for app’en.

2
Windows-sneltoetsfuncties
U kunt de volgende handige sneltoetsen in Windows 8 gebruiken.
Functie
Sneltoetsen
Functiebeschrijving
Het Startscherm
weergeven
Windows-toets
Hiermee schakelt u naar de
startmodus.
Het bureaublad
weergeven
Windows-toets Hiermee schakelt u naar de
+D
bureaubladmodus.
Het menu Charms
openen
Het scherm vergrendelen
Windows-toets Hiermee activeert u de
+C
charms.
Windows-toets Hiermee vergrendelt u het
+L
scherm.
Hiermee opent u de conHet Ease of Access Center
figuratie-instellingen voor
Windows-toets
(Toegankelijkheidscenhet Ease of Access Center
+U
trum) openen
(Toegankelijkheidscentrum).
Hiermee opent u het menu
De instellingen voor het Windows-toets External Monitor Settings
tweede scherm openen
+P
(Instellingen externe
monitor).
Hiemee opent u het
Het hulpprogramma
Advanced Management Windows-toets hulpprogramma
(Geavanceerd beheer)
+X
Advanced Management
openen
(Geavanceerd beheer).
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Functie
App afsluiten
Sneltoetsen
Alt + F4
46
Functiebeschrijving
Hiermee sluit u de app
die momenteel wordt
uitgevoerd, af.
Het aanraakscherm gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
47
U kunt de computer gebruiken met alleen het aanraakscherm, zonder het toetsenbord en de muis.
De aanraakschermfunctie wordt alleen ondersteund door modellen waarbij de functie standaard af fabriek is geïnstalleerd.
•• Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u beter een toetsenbord en muis gebruiken.
•• Zorg ervoor dat u het aanraakscherm bedient met uw vinger. Als u uw aanraakscherm met een hard voorwerp bedient, werkt het
niet.
•• Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoffen, zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren.
Het aanraakscherm gebruiken
•• Deze functie is beschikbaar voor Windows 8-modellen met een aanraakscherm en werkt alleen voor bepaalde toepassingen.
•• Houd er bovendien rekening mee dat het van de toepassing afhankelijk is welke functies worden ondersteund.
Elementair gebruik van het aanraakscherm
U kunt op eenvoudige wijze ontdekken hoe u probleemloos het aanraakscherm kunt gebruiken.
Aanraking
Functiebeschrijving
Slepen vanaf de rechterrand naar Hiermee wordt het menu Charms weergegeven dat verborgen is aan
het midden
de rechterkant van het scherm.
Het aanraakscherm gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Aanraking
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Functiebeschrijving
Slepen vanaf de linkerrand naar
het midden
Slepen vanaf de benedenrand
omhoog
of
vanaf de bovenrand omlaag
Hiermee wordt de als laatste uitgevoerde app weergegeven.
Hiermee worden de opties voor de huidige actieve toepassing
weergegeven.
Druk zachtjes met uw vinger om een optie te selecteren.
Licht aanraken
(klikken)
Tweemaal aanraken
(dubbelklikken)
Aanraken en slepen
(Als u zachtjes een specifiek menu of toepassingspictogram of een
specifieke optie aanraakt op het scherm, wordt de bijbehorende
functie geactiveerd.)
Druk zachtjes tweemaal met uw vinger om een optie te selecteren.
Hiermee wordt het geselecteerde doel verplaatst of gaat u naar de
volgende pagina.
U kunt een afbeelding tekenen of enkele letters schrijven met deze
bewerking.
48
Het aanraakscherm gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Aanraking
Draaien met meer dan 2 vingers
2 vingers uitspreiden
of
naar elkaar toe bewegen
49
Functiebeschrijving
Hiermee draait u het geselecteerde doel.
Hiermee zoomt u in of uit op het doel.
Hiermee beschikt u over dezelfde functie als bij met de
rechtermuisknop klikken.
Aanraken en enige tijd
vasthouden
Hiermee worden de extra opties weergegeven die kunnen worden
(met de rechtermuisknop klikken) ingesteld voor het geselecteerd doel of wordt meer gedetailleerde
informatie verstrekt.
Met 2 vingers aanraken en
omhoog/omlaag of naar links/
rechts slepen
(bladeren)
Hiermee gaat u omhoog/omlaag of naar links/rechts. Biedt dezelfde
functie als scrollen met de muis.
Het aanraakscherm gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Schermkalibratie
Als u het aanraakscherm voor het eerst gebruikt of als de
áᔪ
aanwijzer op het scherm niet precies overeenkomt met het
aangeraakte punt, kalibreert u het aanraakscherm via het menu
Instellingen
voor Tablet PC.
Ŗᮁ
Het kalibratieproces voor het aanraakscherm kan per
besturingssysteem variëren en is mogelijk niet beschikbaar
᯲
voor alle
besturingssystemen. De volgende beschrijvingen zijn
gebaseerd op het besturingssysteem Windows 8.
1
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
50
Selecteer het type scherm dat u wilt kalibreren. Als het
2 scherm
Kalibratie wordt weergegeven, raakt u het punt aan
dat wordt weergegeven door het plusteken (+) en verwijdert
u vervolgens uw vinger.
Het plusteken (+) wordt achtereenvolgens van de
linkerbovenhoek naar de rechterbenedenhoek van het
scherm weergegeven.
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
ᖅᱶ
Instellingen
voor Tablet PC > Kalibreren.
Wanneer het bericht Wilt u de kalibratiegegevens opslaan?
3 wordt
weergegeven, klikt u op Ja.
De invoerpunten op het aanraakscherm zijn gekalibreerd.
Het aanraakscherm gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Tekens invoeren
U kunt tekens invoeren via het toetsenbord en het invoerscherm
van de Tablet PC.
op het bureaublad op de
aan de rechterkant van
3 deDruktaakbalk
om het invoerscherm van de Tablet PC weer te
geven.
Het invoeren van tekens kan variëren, afhankelijk van het
besturingssysteem, en wordt door bepaalde besturingssystemen
mogelijk niet ondersteund.
Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u
beter het toetsenbord gebruiken.
Het invoeren van tekens wordt uitgelegd aan de hand van een
voorbeeld met Kladblok.
Schermtoetsenbord
(geeft het numerieke toetsenblok
in het midden weer.)
Het invoerscherm van de Tablet PC gebruiken
Het invoerscherm van de Tablet PC is een schermtoetsenbord
dat beschikbaar wordt gesteld door Windows.
Schermtoetsenbord
Handschriftmodus
Volg de beschrijvingen en afbeeldingen over het gebruik van het
schermtoetsenbord en de handschriftmodus.
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
1 willekeurig
gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op Kladblok.
Plaats uw hand op het scherm van Kladblok om de cursor
2 weer
te geven.
51
[Invoermodus]
Het aanraakscherm gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
52
Tekens invoeren via het schermtoetsenbord
Tekens invoeren in de handschriftmodus
Het schermtoetsenbord heeft de standaard toetsenbordindeling
die u in staat stelt om toetsen te selecteren om tekens in te
voeren.
U kunt tekens invoeren door deze te schrijven op het
invoerscherm voor de handschriftmodus op het aanraakscherm.
Druk op het pictogram Schermtoetsenbord
1 invoerscherm
van de Tablet PC.
2 Druk op de toetsen om uw tekens in te voeren.
op het
De handschriftmodus is mogelijk niet beschikbaar in
bepaalde landen.
Druk op het pictogram van de handschriftmodus
1 het
invoerscherm van de Tablet PC.
op
tekens in het invoervak van het invoerscherm voor
2 deSchrijf
handschriftmodus op het aanraakscherm.
3 Druk op de knop Invoegen om tekens in te voeren.
Het aanraakscherm gebruiken
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
(alleen voor modellen met een aanraakscherm)
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van het
aanraakscherm
•• Gebruik het aanraakscherm met schone en droge handen. In
een vochtige omgeving verwijdert u het vocht van uw handen
en het aanraakscherm voordat u het scherm gebruikt.
•• Sproei geen reinigingsmiddelen rechtstreeks op het scherm.
De vloeistof kan het aanraakscherm binnendringen via de
onderzijde.
Wanneer u een vloeibaar reinigingsmiddel gebruikt, bevochtigt
u een doek met het reinigingsmiddel en reinigt u het scherm
met het doek (een reinigingsmiddel of een doek met een
schurende werking kan het aanraakscherm beschadigen.)
•• Druk niet te hard of met een scherp voorwerp op het scherm,
zoals een balpen. Het scherm kan zodoende beschadigd raken.
•• Als u vinger het scherm slechts licht aanraakt, wordt de
aanraking mogelijk niet herkend.
•• Als u het aanraakscherm indrukt, moet u precies op het
gewenste item drukken en niet op andere items.
•• De sensoren van het aanraakscherm zijn geïnstalleerd langs de
randen van het aanraakscherm.
Als u beschermingsmateriaal of accessoires installeert, moet u
voorzichtig zijn dat u de randen van het aanraakscherm niet
afdekt.
53
•• Zorg ervoor dat u de randen van het aanraakscherm niet
beschadigt.
Als de randen van het aanraakscherm worden beschadigd,
werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed meer.
•• Als er zich een vreemde substantie op aanraakscherm bevindt,
zoals een insect of water, werkt het aanraakscherm niet naar
behoren. Gebruik uw aanraakscherm pas nadat u alle vuil of
vloeistoffen hebt verwijderd.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Toetsenbord
55
Aanraakvlak
59
Cd-station (ODD, optioneel)
63
Multicardsleuf (optioneel)
65
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel) 68
Het volume instellen
73
Helderheidsinstelling LCD-scherm
75
Bedraad netwerk
76
Draadloos netwerk (optioneel)
80
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) 82
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
92
Samsung Software Update
96
Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen
97
De beveiligingssleuf gebruiken
98
Toetsenbord
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Sneltoetsfuncties en -procedures worden in de volgende gedeelten behandeld.
•• Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het werkelijke toetsenbord.
•• Het toetsenbord kan afwijken, afhankelijk van uw land. Hieronder worden voornamelijk de sneltoetsen beschreven.
Sneltoetsen
Druk de Fn-toets en de sneltoets gelijktijdig in.
U kunt ook op de toets Fn Lock drukken en op een sneltoets om de functies van de sneltoetsen gemakkelijker te kunnen gebruiken.
► Methode 1
+
Sneltoetsen
► Methode 2
1
Fn Lock On: De blauwe LED wordt ingeschakeld
2
Sneltoetsen
55
Toetsenbord
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
56
► Type A
+
► Type B
+
Sneltoetsen
Naam
Settings
,
Helderheid instellen
LCD-scherm/
externe monitor
Aanraakvlak
Functie
Het Samsung-programma voor het beheren van de software, Settings, wordt gestart.
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
Schakelen tussen weergave van het beeld op het LCD-scherm of het externe beeldscherm,
als een externe monitor (of TV) is aangesloten op de computer.
De werking van het aanraakvlak in- en uitschakelen.
Als u een externe muis gebruikt, kunt u de werking van het aanraakvlak uitschakelen.
Druk op deze knop om het geluid in of uit te schakelen.
of
Dempen
Als de audio is uitgeschakeld, is de LED op de knop ingeschakeld (uitsluitend voor
beschikbare modellen, optioneel).
Toetsenbord
Sneltoetsen
,
,
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Naam
Volumeregeling
Functie
Het volume instellen.
Helderheid
achtergrondverlichting Hiermee past u de helderheid van de achtergrondverlichting van het toetsenbord aan. Deze
toetsenbord instellen functie is alleen beschikbaar voor modellen met de functie voor toetsenbordverlichting.
(optioneel)
Stille modus
of
57
Vliegtuigmodus
Reduceert het geluid van de ventilator, zodat de gebruiker de computer kan gebruiken
zonder hinderlijke geluiden.
Hiermee worden alle draadloze netwerkapparaten in- of uitgeschakeld.
(Alleen voor modellen met een draadloos netwerkapparaat.)
Toetsenbord
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Overige functietoetsen (optioneel)
De cd (dvd) uitwerpen.
+
Delete
Functie van de rechtermuisknop (aanraakvlak).
+
Wanneer u op de toets Fn Lock drukt, kunt u de sneltoetsen
gebruiken zonder dat u de toets Fn hoeft in te drukken.
of
58
Als u op de toets Num Lock drukt, kunt u de numerieke toetsen
gebruiken.
Num
Lock
Als de sneltoetsen niet naar behoren werken, moet u
Settings installeren.
Aanraakvlak
Her aanraakvlak biedt dezelfde functionaliteit als de muis.
De linker- en rechterknop van het aanraakvlak vervullen dezelfde
rol als de linker- en rechtermuisknop.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
59
Klikken
Plaats uw vinger op het aanraakvlak en klik één keer op een item.
U kunt ook één keer snel op de linkerknop drukken.
•• Raak het aanraakvlak alleen met uw vingers aan. Andere
voorwerpen dan uw vingers, zoals een balpen, worden
niet door het aanraakvlak herkend.
Tik
of
Klik
•• Als u het aanraakvlak aanraakt of de knoppen van het
aanraakvlak indrukt tijdens het opstarten van de computer,
kan het opstarten van Windows meer tijd in beslag nemen.
Dubbelklikken
Basisfuncties van het aanraakvlak
Plaats uw vinger op het aanraakvlak en tik tweemaal kort achter
elkaar op het vlak terwijl de cursor op het gewenste object staat.
De cursor over het scherm verplaatsen
U kunt ook tweemaal kort achter elkaar op de linkerknop van het
aanraakvlak drukken.
Wrijf uw vinger lichtjes over het aanraakvlak.
De muisaanwijzer volgt de beweging van uw vinger. Schuif uw
vinger in de richting waarin u de cursor wilt verplaatsen.
TikTik
of
KlikKlik
Aanraakvlak
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Rechtsklikken
De speciale functies van het aanraakvlak (optioneel)
De rechterknop van het aanraakvlak correspondeert met de
rechtermuisknop. Druk eenmaal op de rechterknop van het
aanraakvlak. Het corresponderende pop-upmenu wordt geopend.
Klik
De speciale aanraakfuncties zijn mogelijk niet beschikbaar
en de versie of functies kunnen afwijken afhankelijk van
áᔪ
het model. Sommige
gebruiksprocedures kunnen afwijken,
afhankelijk van de versie.
Ŗᮁ
De speciale functies van het aanraakvlak configureren
Sommige gebarenfuncties
zijn mogelijk niet geconfigureerd.
᯲
In dat geval kunt u deze configureren via het volgende pad.
Slepen
Slepen is het verplaatsen van een object nadat u het hebt
geselecteerd.
Zet de cursor op het object dat u wilt verslepen en druk de
linkerknop van het aanraakvlak in. Houd de rechterknop ingedrukt
en sleep het object naar de gewenste plaats door uw vinger over
het aanraakvlak te schuiven.
De linkerknop van het
aanraakvlak ingedrukt
houden
60
Verplaatsen
1
ᰆ⊹
Op het bureaublad klikt u op het menu Charms >
Instellingen
> Configuratiescherm > Hardware en
ᖅᱶ
geluiden > Touchpad.
Wanneer de instellingen voor het aanraakvlak worden
2 weergegeven,
klikt u op het bijbehorende items in de
instelling Selecteer een item om te configureren om het
selectievakje te selecteren voor het desbetreffende item.
Als u de gebarenfunctie ongedaan door het selectievakje
voor het desbetreffende item uit te schakelen in het venster
voor de aanraakvlakinstellingen.
Aanraakvlak
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Scrollen
Functie voor het activeren van het menu Charms
Deze functie werkt hetzelfde als de scrollstrook van het
aanraakvlak.
Als u uw vinger op de rechterrand van uw touchpad plaatst
en uw vinger naar het midden sleept, wordt het menu Charms
weergegeven.
Plaats twee vingers op het aanraakvlak en beweeg ze omhoog,
omlaag, naar links of naar rechts om omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts te scrollen.
61
of
In- en uitzoomen van beeld en tekst
Als u twee vingers op het aanraakvlak zet en deze naar elkaar of
van elkaar weg schuift, wordt in- of uitgezoomd op het beeld of
de tekst.
Inzoomen
Uitzoomen
of
Aanvullende Menu’s van een momenteel actieve
applicatie weergeven
Als u uw vinger op de bovenrand van uw touchpad plaatst en de
vinger naar het midden sleept, wordt er een menu weergegeven
met de apps die op dat moment worden uitgevoerd.
Aanraakvlak
Functie Laatst uitgevoerde venster openen
Plaats uw vinger op de linkerrand van uw touchpad en sleep uw
vinger naar het midden om een eerder gebruikt programma te
openen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
62
Aanraakvlak aan/uit
Vergrendelen met sneltoetsen
Als u een muis gebruikt, kunt u desgewenst het aanraakvlak
uitschakelen.
U kunt het aanraakvlak vergrendelen met de toetsencombinatie
+
.
U kunt het touchpad en de knoppen van het touchpad
instellen op de tabbladen die verschijnen wanneer u
achtereenvolgens op het menu Charms > Instellingen >
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Touchpad
klikt.
Automatisch vergrendelen wanneer er een USB-muis
wordt aangesloten
Als een externe USB-aanwijsapparaat wordt aangesloten
in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen >
Configuratiescherm > Hardware en Geluiden > Muis >
Aanraakvlak, schakelt u Uitgeschakeld in de aanraakvlakfunctie
uit te schakelen wanneer de USB-muis wordt aangesloten.
Niet alle modellen zijn voorzien van deze automatische
vergrendelfunctie.
Cd-station (ODD, optioneel)
Het optische schijfstation is optioneel en kan per model verschillen.
Raadpleeg de catalogus voor gedetailleerde specificaties.
•• Plaats geen disc met barsten of krassen in het station.
De disc zou kunnen breken en het optische station
beschadigen wanneer dat deze op hoge snelheid wordt
rondgedraaid.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een disc inleggen en uitnemen
Plaats de schijf met de bovenkant naar boven in het cd1 station.
Wanneer 90% van de schijf in het station is geplaatst,
wordt de schijf automatisch geladen.
•• Reinig een cd of dvd door deze met een zachte doek van
binnen naar buiten schoon te wrijven.
•• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
•• Het gebruik van een cd die niet rond van vorm is wordt
niet aanbevolen.
•• De Slot-load ODD biedt geen ondersteuning voor
minidiscs (8 cm).
63
Cd-station
•• Niet aan de cd trekken of erop duwen wanneer de schijf
automatisch wordt uitgeworpen of geplaatst. Dit kan
leiden tot problemen bij het uitwerpen of plaatsen van
een schijf.
•• Om een schijf te plaatsen, duwt u de schijf met gepaste
druk in het midden van het station.
Als u een schijf plaatst en te veel kracht uitoefent op een
kant van de lade, kan dat leiden tot problemen.
Cd-station (ODD, optioneel)
2
Druk op
+
Delete
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
als u de schijf wilt uitwerpen.
U kunt ook op Starten > Computer > cd-station, klikken,
met de rechtermuisknop op de het cd-station klikken en
Uitwerpen in het snelmenu selecteren.
De bewerking wordt dan afgebroken en de schijf wordt uit
het cd-station geworpen.
•• De
Delete
-toets is optioneel.
•• De toetsencombinatie
+
Delete
werkt bij Windows. De
toetsencombinatie werkt echter niet tijdens, of net na het
opstarten of voordat Settings wordt gestart in Windows.
•• Als de toetsencombinatie niet werkt dubbelklikt u op
Mijn computer, klikt u met de rechtermuisknop op Cdromstation en selecteert u Uitwerpen in het menu om een
cd uit te werpen.
•• De lees- en schijfsnelheid van het cd-station kan variëren,
afhankelijk van de conditie en het type van de media.
64
Multicardsleuf (optioneel)
U kunt de multicardsleuf gebruiken om gegevens te lezen van of
te schrijven naar gegevenskaarten.
U kunt de geheugenkaart gebruiken als verwijderbare schijf voor
gegevensuitwisseling met digitale apparaten, zoals een digitale
fotocamera, digitale camcorder, mp3-speler, enzovoort.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De kaart gebruiken
1 Plaats de kaart in de aangegeven richting in de multicardsleuf.
► Voor 17,3-inch modellen
•• Ondersteunde kaarten: SD Card, SDHC Card, SDXC Card.
•• U dient zelf een geheugenkaart met de benodigde
capaciteit aan te schaffen, in overeenstemming met uw
behoeften.
•• U kunt een geheugenkaart op dezelfde wijze gebruiken als
elk ander opslagapparaat.
Er is geen functie voor auteursrechtbescherming.
•• Bewaar de kaart apart om te voorkomen dat u de kaart
verliest wanneer u de computer verplaatst.
•• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
Voorbeeld) SD Card
► Voor 15,6-inch modellen
•• Als er een dummykaart ter bescherming van de sleuf in
de computer is geplaatst, verwijdert u de dummykaart
voordat u de computer gebruikt.
•• Deze beschrijvingen zijn gebaseerd op Windows 8,
het nieuwste besturingssysteem. Daarom kunnen
sommige beschrijvingen en getallen verschillen van uw
besturingssysteem. Aangezien het gebruik echter gelijk is
aan dat van andere Windows-besturingssystemen, kunt u
deze beschrijvingen ter referentie gebruiken.
65
Voorbeeld) SD Card
Multicardsleuf (optioneel)
Het volgende bericht wordt rechts bovenin weergegeven:
2 Klik
om de map te openen en klik op Bestanden weergeven.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
66
Een Mini SD gebruiken
Aangezien de bovengenoemde kaarten te klein zijn, kunt u deze
niet rechtstreeks in de sleuf plaatsen.
Plaats de kaart in de speciale adapter (verkrijgbaar in de meeste
elektronicawinkels) en plaats de adapter in de multicardsleuf.
Als een venster wordt weergegeven waarin u op een
probleem wordt gewezen, klikt u op het bijbehorende
venster > Doorgaan zonder scannen. U kunt het volgende
proces uitvoeren dat in nr. 3 wordt beschreven.
Verkenner wordt op het bureaublad uitgevoerd.
3 UWindows
kunt gegevens opslaan, verplaatsen en verwijderen op het
corresponderende station.
Een geheugenkaart verwijderen
Verwijder de kaart als volgt, afhankelijk van het model.
Druk de kaart naar binnen om deze uit te werpen. Pak vervolgens
het uiteinde van de kaart beet en trek deze naar buiten.
U kunt ook simpelweg het uiteinde van de kaart vastpakken en de
kaart verwijderen.
Multicardsleuf (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een geheugenkaart formatteren
Voordat u de geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze
formatteren.
Tijdens het formatteren worden alle op de kaart aanwezige
gegevens gewist. Als de kaart gegevens bevat, maak dan
hiervan een back-up voordat u de kaart formatteert.
Klik op het pictogram Windows Verkenner
1 taakbalk
op het bureaublad.
in de
Rechtsklik op het kaartstation met het aanraakvlak en kies
2 Formatteren.
3 Klik op Start om het formatteren te starten.
67
•• Als u de kaart wilt gebruiken voor het uitwisselen van
gegevens met een digitaal apparaat, zoals een digitale
fotocamera, is het raadzaam de kaart te formatteren met
behulp van het digitale apparaat.
•• Als u probeert een kaart die in de computer is
geformatteerd te gebruiken in een ander digitaal apparaat,
kan het zijn dat u de kaart nogmaals moet formatteren.
•• U kunt een SD, of SDHC met schrijfbeveiliging
niet formatteren, beschrijven of wissen als het
schrijfbeveiligingsschuifje in de stand Lock (vergrendeld)
staat.
•• Herhaaldelijk insteken en verwijderen van een
geheugenkaart kan leiden tot beschadiging van de
geheugenkaart.
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
Als u een extern weergaveapparaat aansluit, zoals een monitor, tv,
projector, enzovoort, kunt u de afbeelding op het bredere scherm
van het externe apparaat weergeven wanneer u een presentatie
geeft of video bekijkt.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
. Over de verbindingskabel
Gebruikers moeten zelf de benodigde verbindingskabels
aanschaffen.
Ondersteunde poorten zijn analoge beeldschermpoorten (D-SUB),
digitale video/audiopoorten (HDMI) en Mini DisplayPorts (Mini
DP).
De beeldkwaliteit neemt toe op volgorde van poortaansluiting:
HDMI = Mini DP > D-SUB. Gebruik de poort die de beste
beeldkwaliteit ondersteunt als meerdere poorten beschikbaar zijn.
Voordat u start, controleert u de poort en kabel van het
externe weergaveapparaat en sluit u het apparaat aan op de
computer.
Kabel voor een analoge monitor
(D-SUB)
HDMI-kabel
Mini DisplayPort (Mini DP)-kabel
68
Ŗᮁ
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
69
᯲
Aansluiten op de monitorpoort
U kunt op de monitorpoort een monitor, tv of projector op de
computer aansluiten en de beelden weergeven op een breder
scherm.
U kunt betere presentaties geven door de computer aan te sluiten
op een projector.
1
Gebruik de monitorkabel (15-pins) om de D-SUB-poort van
de computer aan te sluiten op de monitor of tv.
Externe
monitor
Tv:
Projector
Selecteer menu Charms > Apparaten
3 scherm.
3&ִփ
> Tweede
ᰆ⊹
Selecteer de gewenste
monitormodus.
3&ִփ
3&ִփ
ᖅᱶ
Alleen
De3&ִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op de pcࢿـ
monitor (huidig apparaat).
ࢿـ
Dupliceren
Deࢿـ
inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven
op het externe apparaat.
ࢿـ
ࢠ
Uitbreiden
ࢠ
Het
scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid
naar het externe apparaat.
ࢠ
Alleen
ࢠ tweede scherm
Deѿءधִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op het
scherm
van het externe apparaat.
ѿءधִփ
ѿءधִփ
Twee monitoren instellen:
Steek de voedingskabel van de aangesloten monitor, tv of
2 projector
in het stopcontact en schakel het apparaat in.
Wijzig uw tv naar de modus voor extern apparaat wanneer u
verbinding maakt met de tv.
ѿءधִփ
Open in het Configuratiescherm
de Weergave-instellingen,
selecteer Monitor 2 en schakel vervolgens het selectievakje
Het bureaublad naar dit beeldscherm uitbreiden in voor
twee monitoren. Zie de online Help van Windows voor meer
informatie.
Ŗᮁ
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
70
᯲
Door de computer via een HDMI-poort aan te sluiten op een
computer, geniet u van zowel een hoge beeldkwaliteit als een
hoge geluidskwaliteit.
Nadat u de tv via HDMI hebt aangesloten, moet u het beeld en
het geluid configureren.
1
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de tv.
Externe
monitor
Selecteer menu Charms > Apparaten
2 scherm.
> Tweede
3&ִփ
Aansluiten via de HDMI-poort (optioneel)
Tv:
Projector
ᰆ⊹
3&ִփ
Selecteer de gewenste monitormodus.
3&ִփ
Alleen
ᖅᱶ
ࢿـ
De3&ִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op de pcmonitor (huidig apparaat).
ࢿـ
Dupliceren
Deࢿـ
inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven op het externe apparaat.
ࢠ
ࢿـ
Uitbreiden
ࢠ
Het
scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid naar het externe apparaat.
ࢠ
Alleen tweede scherm
Deѿءधִփ
inhoud wordt alleen weergegeven op het
ࢠ
scherm van het externe apparaat.
ѿءधִփ
•• Een tv-scherm wordt alleen ondersteund op modellen met
een tv-uitgang (HDMI).
•• Als de tv is voorzien van meer dan één HDMI-poort, sluit u
de computer aan op de poort DVI IN.
•• Als u de computer aansluit op een tv, moet u de externe
ingang van de tv in de modus HDMI zetten.
ѿءधִփ
•• Weergave van
het DOS-opdrachtpromptvenster op de
externe monitor/ tv wordt niet ondersteund.
ѿءधִփ
•• Gelijktijdige weergave op alle drie (LCD + CRT + HDMI)
wordt niet ondersteund.
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
Effectief gebruikmaken van AMD Graphics
(optioneel)
PowerXpress is een switchable graphics-technologie waarmee
u of de interne of de externe grafische chipset inschakelt om
de levensduur van de accu te verlengen zonder afname van de
grafische prestaties.
Deze technologie maakt standaard gebruik van de interne
grafische chipset om de consumptie van het accuvermogen
te verminderen, en schakelt naar de externe grafische chipset
wanneer de gebruiker bepaalde functies van een programma
gebruikt die hogere grafische prestaties vereisen, zoals een game
of het afspelen van een video.
•• Deze beschrijving is uitsluitend voor Windows 8 en de
modellen waarop AMD PowerXpress-technologie is
toegepast.
•• Deze functie wordt niet ondersteund voor Windows 7
Starter.
•• Als Windows XP is geïnstalleerd, kunt u alleen de interne
grafische chipset gebruiken.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
71
► Programma’s voor grafische PowerXpress-technologie
Als u bepaalde functies van een programma met de externe
grafische chipset wilt uitvoeren, moet u het programma
registreren.
Bepaalde programma’s zijn al geregistreerd. Als u meer
programma’s wilt registreren, voert u de volgende stappen uit.
•• Niet-geregistreerde programma’s worden uitgevoerd met
gebruik van de interne grafische chipset.
•• U kunt alleen uitvoerbare bestanden (EXE) registreren.
de rechtermuisknop op het Bureaublad en selecteer
1 inKlikhetmetpop-upmenu
Verwisselbare afbeeldingen configureren.
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
op de knop Bladeren, registreer de software en klik op
2 deKlikknop
Toepassen.
z
x
Van nu af aan worden sommige van de functies van het
3 geregistreerde
programma die hoge grafische prestaties
vereisen, zonder aanvullende configuratie uitgevoerd met de
externe grafische chipset.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
72
Het volume instellen
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt het volume instellen met behulp van het toetsenbord en
met het programma Volumeregeling.
Het volume instellen met behulp van het
toetsenbord
+
of
Druk op de toetsencombinatie
in of uit te schakelen.
+áᔪ
+ Ŗᮁ
om het volume
73
Werken met de geluidsrecorder
De procedures voor het opnemen van geluid met Geluidsrecorder
worden hieronder beschreven.
aan op de microfoonaansluiting.
1 USluitkunteenookmicrofoon
de interne MIC gebruiken.
Rechtsklik op het pictogram Volume
2 kies
Opnameapparaat.
op de taakbalk en
Controleer of de microfoon is ingesteld als het standaard
3 opnameapparaat.
᯲
áᔪ
Als dit het geval is, is het al ingesteld als standaardapparaat.
Zo niet, rechtsklik op de microfoon en selecteer Als
standaard instellen.
Het volume regelen met het programma
Volumeregeling
ᰆ⊹
Ŗᮁ
Klik op het menu Charms > Instellingen
controlebalk bij te stellen.
>
om de
ᖅᱶ
Dempen
4
Klik rechts op het menu Charms > Start
om te klikken
᯲
op Alle apps
> Geluidsrecorder. Druk dan op Opname
starten om op te nemen.
ᰆ⊹
⦽
ᖅᱶ
Het volume instellen
SoundAlive gebruiken (optioneel)
Met de functie SoundAlive kunt u genieten van een rijker
stereogeluid via uw stereoluidsprekers.
•• SoundAlive wordt alleen ondersteund in Windows 8.
áᔪ
•• De leverancier van de software
kan afhankelijk van het
model computer variëren.
•• Daarnaast kunnen sommige afbeeldingen afwijken van het
Ŗᮁ
werkelijke product, afhankelijk
van het computermodel en
de softwareversie.
᯲
op Volume op de taakbalk op het bureaublad
1 enKlikklikrechts
op Afspeelapparaten.
ᰆ⊹
(U kunt ook op het menu Charms klikken op het
bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm >
ᖅᱶ
Hardware en Geluid > Geluid.)
Klik met de rechtermuisknop op Speakers en selecteer
2 Eigenschappen.
Selecteer het tabblad SoundAlive en selecteer een van de
3 modi.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
74
Helderheidsinstelling LCD-scherm
De helderheid van het scherm wordt automatisch ingesteld
áᔪ op netstroom
op het hoogste niveau wanneer de computer
is aangesloten en de helderheid wordt automatisch gedimd
wanneer de computer op de accu loopt, zodat deze minder
Ŗᮁ
snel leeg raakt.
᯲
De helderheid instellen met het toetsenbord
ᰆ⊹
1 Klik op. het menu Charms > Instellingen
> Helderheid
ᖅᱶ
2 Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid.
⦽
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
75
•• Batterijverbruik besparen
Vermindert de helderheid van de LCD wanneer
de computer op de oplaadbare batterij draait om
batterijverbruik te besparen.
•• Principe slechte LCD-pixels van laptop
Beschrijving: Samsung houdt zich aan de specificaties
van strikte kwaliteit en betrouwbaarheid van LCD. Het is
desondanks onvermijdelijk dat er een kans op een klein
aantal slechte pixels is. Een groot aantal slechte pixels kan
weergaveproblemen veroorzaken, maar een klein aantal
slechte pixels heeft geen invloed op de prestaties van de
computer.
Daarom gelden bij Samsung de volgende principes:
- Heldere dot: 2 of minder
- Zwarte dot: 4 of minder
- Combinatie van helder en donker: 4 of minder
Aanwijzingen voor het reinigen van de LCD
Reinig het LCD-scherm met een zachte doek, licht bevochtigd
met een reinigingsmiddel voor computer, bewegend in één
richting.
Overmatige druk op het LCD-scherm tijdens het reinigen
ervan kan het LCD-scherm beschadigen.
Bedraad netwerk
Een bedraad netwerk (LAN) is een netwerkomgeving zoals wordt
gebruikt voor een bedrijfsnetwerk en voor een breedband
internetverbinding thuis.
•• Deze beschrijvingen zijn geschreven op basis van het
nieuwste besturingssysteem, Windows 8, en daardoor
kunnen bepaalde zaken en afbeeldingen verschillen van
het besturingssysteem dat u gebruikt. Aangezien de
procedures voor andere Windows-besturingssystemen
overeenkomen, gebruikt u de computer volgens deze
beschrijvingen.
᯲
2
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Netwerk en internet >
ᖅᱶ
Netwerkcentrum
en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
•• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
Verbinding met bedraad LAN
1 Sluit de LAN-kabel aan op de bedrade LAN-poort.
76
Selecteer Ethernet en klik op de rechterknop van het
3 touchpad
en selecteer Eigenschappen.
Bedraad netwerk
De naam van het LAN-apparaat kan afwijken, afhankelijk van
het netwerkapparaat van uw computer.
Selecteer Internet Protocol versie 4(TCP/IPv4) in de lijst
4 met
netwerkcomponenten en klik op Eigenschappen.
•• De naam van de netwerkcomponent kan afwijken,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
•• Als u een netwerkcomponent wilt toevoegen, klikt u in
het scherm in de bovenstaande afbeelding op Install
(Installeren). U kunt clients, services en protocollen
toevoegen.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
77
Configureer de IP-instellingen.
5 Wanneer
u DHCP gebruikt, selecteert u Automatisch een
IP-adres laten toewijzen. Als u een statisch IP-adres wilt
gebruiken, selecteert u Het volgende IP-adres gebruiken
en stelt u het IP-adres handmatig in.
Als DHCP niet wordt gebruikt, moet u contact opnemen met
de netwerkbeheerder voor het IP-adres.
Wanneer u de instellingen hebt voltooid, klikt u op de knop
6 OK.
Uw netwerkinstellingen zijn voltooid.
Bedraad netwerk
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
áᔪ
Ŗᮁ
De WOL-functie
(Wake On LAN) gebruiken
<Wake On LAN> is een functie die het systeem uit de slaapstand
haalt ᯲
wanneer een signaal (bijvoorbeeld een ping of magic packet
opdracht) aankomt via het bekabelde netwerk (LAN).
1
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Netwerk en internet >
ᖅᱶ
Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
rechtermuisknop op de lokale netwerkverbinding
2 enKlikklikmetopdeEigenschappen.
78
op Configureren > Energiebeheer. Dit apparaat mag
3 deKlikcomputer
uit slaapstand halen en klik op OK. Start het
systeem opnieuw op.
- Als het systeem uit de slaapstand wordt gehaald terwijl
geen signaal wordt ontvangen, moet u de functie <Wake
On LAN> uitschakelen.
- Het LAN LED (LAN-lampje) gaat mogelijk niet uit als het
systeem wordt afgesloten zonder de WOL-optie <Wake On
LAN> uit te schakelen.
- Als u een bekabeld netwerk aansluit terwijl u een draadloos
netwerk gebruikt, kan het zijn dat de functie <Wake On
LAN> niet wordt geactiveerd. Stel het draadloze netwerk
in op Uitgeschakeld als u de functie <Wake On LAN> wilt
gebruiken.
- De functie <Wake On LAN> (Wake On LAN) werkt mogelijk
niet wanneer u de hybride energiebesparingsfunctie
gebruikt. De hybride slaapstand kan worden
uitgeschakeld Power Options (Energiebeheer) in het
Configuratiescherm.
In Windows 8 wordt Wake On LAN niet ondersteund door
Ping.
Bedraad netwerk
Als de computer is aangesloten op een 100Mbps/1Gbps
bekabeld netwerk en uit de slaapstand/sluimerstand komt,
meldt deze echter een verbinding met een 10Mbps/100Mbps
bekabeld netwerk. Dit gebeurt omdat het ongeveer 3
seconden duurt voordat de netwerkfunctionaliteit is hersteld
wanneer de computer terugkeert uit de stand stand-by- of
slaapstand. Zodra de netwerkfunctionaliteit is hersteld, werkt
deze met 100Mbps/1Gbps.
Wanneer de batterijvoeding wordt gebruikt en er een LANkabel wordt aangesloten, duurt het soms een paar seconden
voordat er verbinding met internet is. Dit symptoom is gevolg
van de energiebesparingsfunctie om het energieverbruik van
de batterij te reduceren.
Wanneer het systeem op batterijvoeding werkt, wordt de
snelheid van het bekabelde LAN automatisch verlaagd om
het energieverbruik van de batterij te reduceren.
In dat geval werkt een 1Gbps /100Mbps LAN met een
snelheid van 100Mbps/10Mbps.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
79
Draadloos netwerk (optioneel)
Een draadloze netwerkomgeving (WLAN) is een
netwerkomgeving, thuis of in een klein kantoor, waarbinnen
meerdere computers onderling kunnen communiceren door
middel van draadloze netwerkapparatuur.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
80
•• De schermafbeelding en terminologie kan afhankelijk van
het model enigszins afwijken.
•• Het is afhankelijk van het model mogelijk dat bepaalde
functies niet beschikbaar zijn of dat er andere functies
beschikbaar zijn.
•• De onderstaande beschrijvingen zijn van toepassing op
computermodellen met een draadloze netwerkkaart of
-module. Een draadloze netwerkmodule is optioneel.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van
wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van
uw draadloze netwerkmodule.
Wat is een toegangspunt?
Een toegangspunt, ook wel Access Point of AP genoemd,
is een netwerkapparaat dat een brug vormt tussen het
bekabelde netwerk en het draadloze netwerk en fungeert als
een draadloos schakelpunt binnen een netwerk met kabels.
U kunt meerdere draadloze netwerkapparaten een
verbinding laten maken via één toegangspunt.
Draadloos netwerk (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
áᔪ
Ŗᮁ
Een verbinding maken met een draadloos netwerk
᯲
Als er een toegangspunt aanwezig is, kunt u via dat
toegangspunt
een verbinding met internet maken via de draadloze
netwerkverbindingsmethode die wordt geboden door Windows.
ᰆ⊹
81
Klik op Verbinding maken.
2 Als
er een netwerksleutel voor het toegangspunt is ingesteld,
voert u de netwerksleutel in en klikt u op OK.
Vraag uw netwerkbeheerder om de netwerksleutel.
1
Als u op het menu Charms > Instellingen
>
ᖅᱶ
Netwerkverbindingen
klikt, verschijnt er
een lijst met
beschikbare toegangspunten.
Als u een toegangspunt selecteert, wordt de knop Verbinden
weergegeven.
Lijst met
toegangspunten


Wanneer een AP-aansluiting is voltooid, wordt naast het
3 bijbehorende
AP ‘Verbonden’ weergegeven. U kunt nu het
draadloze netwerk nu gebruiken.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Een TPM-beveiligingsapparaat (Trusted Platform Module) is een
beveiligingsapparaat dat de persoonlijke informatie en gegevens
van gebruikers beschermt door de gebruikersverificatiegegevens
op te slaan op de TPM-chip die op de computer is geïnstalleerd.
Als u het TPM-beveiligingsapparaat wilt gebruiken, moet u
de TPM-chip via de BIOS-instellingen initialiseren, het TPMprogramma initialiseren en de gebruiker registreren.
•• Deze functie wordt alleen ondersteund door modellen die
zijn voorzien van TPM (beveiligingschip).
•• Raadpleeg de online Help van het programma voor meer
informatie.
•• De programmaversie die in deze handleiding
wordt beschreven, kan worden gewijzigd en de
schermafbeeldingen en termen in de handleiding kunnen
afwijken van de schermafbeeldingen en termen die in uw
versie worden gebruikt.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
82
De TPM instellen
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, moet u de volgende
stappen uitvoeren.
TPM-chip initialiseren
1 De
De verificatiegegevens die op de TPM-chip zijn opgeslagen,
initialiseren.
TPM-programma installeren
2 Het
Hiermee installeert u het TPM-programma.
TPM-programma registreren
3 Het
Met deze stap registreert u het TPM-programma registreren.
Zodra u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, kunt u de
TPM-functie gebruiken.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
De TPM-chip initialiseren
Wanneer u de TPM-functie voor de eerste keer gebruikt of als
u de gebruiker opnieuw wilt registreren, moet u de TPM-chip
initialiseren.
•• Wanneer de TPM-chip wordt geïnitialiseerd, worden alle
verificatiegegevens op de TPM-chip gewist. Denk dus goed
na voordat u besluit om te initialiseren.
•• Als u de TPM-chip opnieuw wilt initialiseren terwijl de
TPM-functie wordt gebruikt, moet u eerst de bestaande
bestanden en mappen die met de TPM-functie zijn
gecodeerd, decoderen. Anders kunt u de bestanden
en mappen niet openen nadat deze opnieuw zijn
geïnitialiseerd.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
83
Als het BIOS-scherm verschijnt, selecteert u Security > TPM
2 Configuration
en drukt u op Enter.
SysInfo
Aptio Setup Utility
Advanced
Security
Supervisor Password
User Password
HDD Password
Clear
Clear
Clear
Set Supervisor Password
Set User Password
Set HDD Password
[Enter]
[Enter]
[Enter]
Password on Boot
[Enabled]
Boot
Exit
▶ TPM Configuration
Selecteer voor TPM Support de optie Enabled en selecteer
3 voor
Change TPM Status de optie Clear.
Start de computer opnieuw op. Wanneer het Samsung-logo
1 verschijnt,
drukt u herhaaldelijk op de toets F2.
Aptio Setup Utility
Security
TPM Configuration
TPM Support
Change TPM Status
Security Chip State
[Enabled]
[No Change]
Disabled and Deactivated
No Change
Clear
Enable and Activate
Disable and Deactivate
4 Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
84
Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
5 overeenkomstige
10
toets(en) door de instructies op het scherm
De computer wordt automatisch opnieuw opgestart.
te volgen.
de computer automatisch opnieuw is opgestart
6 enWanneer
het Samsung-logo verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de
Initialisatie van de TPM-chip is voltooid. Installeer nu het
TPMprogramma en registreer het.
toets F2.
7
Selecteer Security > TPM Configuration > Change TPM
Status en stel de optie Enable and Activate in.
Het TPM-programma installeren
U kunt het TPM-programma als volgt installeren. Installeer het
programma overeenkomstig de onderstaande procedures.
Aptio Setup Utility
Security
TPM Configuration
TPM Support
Change TPM Status
Security Chip State
[Enabled]
[No Change]
Disabled and Deactivated
No Change
Clear
Enable and Activate
Disable and Deactivate
8 Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de
9 overeenkomstige
toets(en) door de instructies op het scherm
te volgen.
Dit programma wordt alleen geleverd bij modellen met
Recovery en de TPM-functie.
Methode 1
Voer Recovery uit en klik op System Software
1 (Systeemsoftware).
- Als uw computer niet wordt opgestart of als niet System
Software (Systeemsoftware) wordt weergegeven in het
programma Recovery, gebruikt u Methode 2 om het TPMprogramma te installeren.
Klik op System Software Installation (Systeemsoftware
2 installeren).
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Het programma SW Update wordt nu gestart.
3 Selecteer
TPM Host SW (TMP-hostprogramma) en klik op
Install Now (Nu installeren).
Als de systeemsoftwaremedia bij het product is geleverd, kunt
u het programma installeren via de systeemsoftwaremedia
(alleen wanneer deze bij het product is geleverd).
4
Als u na de installatie op OK klikt, wordt de computer
opnieuw opgestart.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
85
4 Maak verbinding met het netwerk.
5 Selecteer TPM-host SW en klik op Install (Installeren).
Klik, nadat het programma volledig is geïnstalleerd, op Close
6 (Sluiten).
Sluit het venster SW Update en start de computer opnieuw
7 op.
Methode 2
de computer aan en druk direct verschillende keren op
1 deZettoets
F4.
Na enige tijd wordt het programma Recovery uitgevoerd.
2 Klik
op System Software (Systeemsoftware).
Als een pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt
3 gevraagd
om het systeem opnieuw op te starten, klikt u op
Yes (Ja).
Het systeem wordt opnieuw opgestart. Na enige tijd wordt
automatisch het programma SW Update uitgevoerd.
Het TPM-programma registreren
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
1 willekeurig
gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op Infineon Security Platform Solution
> Security Platform Management > User Settings
(Gebruikersinstellingen). (met beheerdersrechten)
U kunt eventueel ook op het pictogram
op de taakbalk
klikken en de initialisatie met beheerdersrechten uitvoeren.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
86
verificatie-instellingen voor de beveiliging beginnen met
Voltooi de registratie aan de hand van de instructies.
2 deDe Initialization
4
Wizard (Wizard Initialisatie). Zodra de
initialisatiewizard verschijnt, klikt u op Next (Volgende).
registratie van de gebruiker van het TPM-programma
5 isDevoltooid.
U kunt bestanden en mappen coderen via het
bestandssysteem voor decoderen en de bestanden en
mappen gebruiken die moeten worden gecodeerd door op
het virtuele station te maken of ze hier naartoe te kopiëren.
THet virtuele station wordt gemaakt op de volgende locatie.
Als het bericht status not initialized (status niet
geïnitialiseerd) verschijnt, klikt u op Yes (Ja).
Als u de instructies in de initialisatiewizard volgt om een
back-up van het noodherstelbestand op te slaan naar een
extern apparaat, kunt u het TPM-beveiligingsapparaat veiliger
gebruiken.
Selecteer een Security Platform Feature
3 (Beveiligingsplatformfunctie)
en geef het Basic user
password (Basisgebruikerswachtwoord) op.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Het TPM-programma gebruiken
Raadpleeg de online Help van het TPM-programma voor
meer informatie over het gebruik van het programma.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
87
Als het venster Confirm Attribute Changes window
2 (Wijzigingen
van kenmerken bevestigen) wordt
weergegeven, selecteert u het bereik waarop u de codering
wilt toepassen. Klik vervolgens op OK. (Dit dialoogvenster
wordt alleen weergegeven wanneer de map is gecodeerd.)
Een bestand (map) coderen
Deze functie stelt u in staat om bestanden en mappen te coderen.
U kunt documenten beveiligen via EFS (Encrypt File System).
De EFS-functie (Encrypt File System) wordt ondersteund door
de volgende besturingssystemen.
•• Windows 7 Professional / Enterprise / Ultimate
•• Windows 8 Pro / Enterprise
Klik met de rechtermuisknop op de map (bestand) die u
1 wilt
coderen en selecteer in het pop-upmenu Encrypt
(Versleutelen).
Als u Windows 8/7 gebruikt, wordt het venster voor
gebruikersaccountbeheer weergegeven. Klik in dat geval op
Continue (Doorgaan).
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Als het venster User authentication (Gebruikersverificatie)
3 wordt
weergegeven geeft u het Basic user password
(Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij
het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
88
Een gecodeerde map (bestand) openen
1 Dubbelklik op de gecodeerde map (bestand).
gebruikersverificatievenster wordt weergegeven, geeft
2 uAlshethetBasic
user password (Basisgebruikerswachtwoord)
op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker.
Klik vervolgens op OK.
3 De map (bestand) wordt geopend.
U zult zien dat de kleur van de naam van de map (het
4 bestand)
in de gecodeerde map is gewijzigd in groen.
Een gecodeerde map (bestand) decoderen
Klik met de rechtermuisknop op een gecodeerde map
1 (bestand)
en selecteer in het pop-upmenu de optie Decrypt
(Decoderen).
gebruikersverificatievenster wordt weergegeven, geeft
2 uAlshethetBasic
user password (Basisgebruikerswachtwoord)
op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker.
Klik vervolgens op OK.
3 De map (bestand) is gedecodeerd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Het virtuele station
(Personal Secure Drive: PSD) gebruiken
Het virtuele station (PSD) is een virtuele ruimte voor het opslaan
en beheren van vertrouwelijke gegevens. U kunt op het virtuele
station (PSD) dat u hebt gemaakt, net als op een normaal station
(bijvoorbeeld station C:) gewoon bestanden en mappen maken.
Daarnaast kun u de vertrouwelijke gegevens gebruiken die u op
een ander station hebt opgeslagen, door de gegevens naar het
virtuele station (PSD) te kopiëren.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
89
Als het virtuele station (PSD) niet wordt weergegeven
U kunt het virtuele station (PSD) alleen gebruiken wanneer u
tijdens de registratie van het programma de optie Personal Secure
Drive (Persoonlijke beveiligd station) (PSD) hebt geselecteerd. Als
u bij het registreren deze optie niet hebt geselecteerd, voltooit u
de volgende stappen.
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
1 willekeurig
gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op Infineon Security Platform Solution
> Security Platform Management > User Settings
(Gebruikersinstellingen) > Configure Security Platform
Features (Security Platform-functies configureren).
Wanneer de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
2 wordt
weergegeven, selecteert u Personal Secure Drive
(PSD) (Persoonlijk beveililgd station) en geeft u het
gebruikerswachtwoord op.
Klik een paar maal op Next (Volgende), overeenkomstig de
3 instructies
in de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
om de wizard te voltooien.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Als het virtuele station (PSD) niet wordt geladen
Als u het virtuele station (PSD) wilt gebruiken, moet het virtuele
station (PSD) eerst worden geladen. Als het station niet wordt
geladen, kunt u de onderstaande procedure gebruiken om het
station te laden.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Security
1 Platform
(Beveiligingsplatform)
in het systeemvak
van de taakbalk en selecteer in het pop-upmenu Personal
Secure Drive (Persoonlijk beveiligd station) > Load
(Laden).
2 enGeefklikinophetOK.laadvenster het basisgebruikerswachtwoord op
Als u op Start > Computer klikt, zult u zien dat het
3 persoonlijk
beveiligd station wordt gemaakt.
Houd er rekening mee dat wanneer u vertrouwelijke
gegevens naar de PSD hebt gekopieerd, de oorspronkelijke
gegevensbestanden niet worden gecodeerd.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
90
Als u nogmaals moet registeren (om de
verificatiegegevens op de TPM-chip te wissen)
Als u opnieuw wilt registreren, moet u de bestaande
verificatiegegevens die op TPM-chip zijn opgeslagen, wissen en
moet u de TPM-chip initialiseren.
Registreer de gebruiker volgens de onderstaande stappen.
1 Verwijder het virtuele station.
Verwijder de bestaande verificatiegegevens die zijn
2 opgeslagen
op de TPM-chip.
Het virtuele station verwijderen
Als er een virtueel station is gemaakt, moet u dit verwijderen
voordat u de bestaande verificatiegegevens verwijdert die zijn
opgeslagen op de -chip.
Klik met de rechtermuisknop op
>
en klik op
1 Persoonlijk
beveiligd station > Maken/beheren.
2 Klik op Volgende.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
91
Voer het wachtwoord in dat u hebt ingevoerd bij registratie
3 van
het TPM-programma en klik op Volgende.
het bericht Infineon Security Platform verschijnt, klikt u
3 opAls No
(Nee).
Selecteer ‘Geselecteerde PSD verwijderen’ en klik op
4 Volgende.
Klik op het pictogram Windows Verkenner
4 taakbalk
op het bureaublad.
Selecteer ‘Ik wil mijn PSD verwijderen zonder een niet5 versleutelde
kopie van de inhoud op te slaan’ en klik op
Selecteer in View (Beeld) > Options (Opties) > Folder
5 Options
(Mapopties) > View (Weergave) > Hidden files
Volgende.
6 Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.
7 Het virtuele station is nu verwijderd.
De bestaande verificatiegegevens verwijderen die zijn
opgeslagen op de TPM-chip.
Selecteer op het bureaublad het menu Charms >
1 Instellingen
> Control Panel (Configuratiescherm)
> Programs (Programma’s) > Uninstall a program
(Programma verwijderen) > Infineon TPM Professional
Package. Klik vervolgens op Uninstall (Verwijderen).
Als er een berichtvenster verschijnt, klikt u op Yes (Ja) om het
2 programma
te verwijderen.
in de
and folders (Verborgen bestanden en mappen) de
optie Show hidden files, folders, and drives (Verborgen
bestanden, mappen en stations weergeven) en klik op OK.
Klik op Start > Computer >Drive C: (Station C:) >
6 ProgramData
en verwijder de map Infineon.
Het TPM-programma is nu verwijderd.
7 Als
u de TPM-functie wilt gebruiken, herhaalt u de procedures
van het TPM-initialisatieproces.
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
U kunt genieten van foto-, video- en muziekbestanden met de
apps S Camera, S Gallery en S Player.
S Camera
U kunt foto’s maken en video’s opnemen met de app
S Camera en deze direct in deze app bekijken.
S Gallery
Alleen foto’s of video’s die zijn opgenomen met de
app S Camera kunnen worden bekeken met de app S
Camera.
S Player
U kunt de foto-, video- en muziekbestanden bekijken
die zijn opgeslagen op de computer.
Afhankelijk van de versie van het programma is het mogelijk
dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat er andere
functies beschikbaar zijn.
Services de zijn gerelateerd aan software van derden
•• Voor een beschrijving van en voor serviceverzoeken
voor software van derden, neemt u contact op met de
desbetreffende producent.
•• Sommige probleemopsporingsacties als reactie op
serviceaanvragen werken mogelijk niet, afhankelijk van de
softwareproducent.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt een app starten op het startscherm.
92
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
93
áᔪ
Maak een foto door de balk voor de cameramodus in de
2 stand
Foto
te schuiven.
De app S Camera gebruiken
Ŗᮁ
1
Tik op menu Charm > Start
Maak een video-opname door de balk voor de cameramodus
in de stand Video
te schuiven.
> S Camera.
᯲
Cameramodus (Foto,
, Video
)
ᰆ⊹
3
Tik op Foto maken/Video opnemen
om een foto te
maken of een video op te nemen.
foto of video bekijken met de app Fotovoorbeeld
4 U kuntof SdeGallery.
ᖅᱶ
De app S Camera is niet beschikbaar in de bureaubladmodus.
Voorzorgsmaatregelen bij het maken van een foto of het
opnemen van een video
In-/uitzoomen
Foto-instellingen
Een foto maken/
Een video opnemen
Fotovoorbeeld
•• Maak geen foto en neem geen video op van anderen
zonder hun toestemming.
•• Maak geen foto en neem geen video op op plaatsen waar
dit niet is toegestaan.
•• Maak geen foto en neem geen video op op plaatsen waar
u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van anderen of
waar vertrouwelijke informatie openbaar kan worden
gemaakt.
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
áᔪ
Een foto bewerken
De app S Gallery gebruiken
Ŗᮁ
1
de foto's en video's weergeven die zijn gemaakt met
2 deU kunt
app S Camera.
Tik op menu Charm > Start
> S Gallery.
᯲
ᰆ⊹
Bovendien kunt u speciale effecten toepassen op de foto's
met behulp van de fotobewerkingsfunctie.
ᖅᱶ
U kunt een foto maken in de app S Gallery door op het
pictogram Camera te tikken.
Select Fotovoorbeeld.
1 Sleep
het enigszins omhoog vanuit het midden onderaan.
Als het optiemenu wordt weergegeven, selecteert u
Bewerken
.
94
De multimedia-app gebruiken (optioneel)
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
áᔪ
2 Selecteer een effect dat u wilt toepassen op de foto.
De app S Player gebruiken
Ŗᮁ
Als u bijv. Tekenen selecteert
Lijnvoorbeeld
1
Tik op menu Charm > Start
Kleur
Ongedaan maken
> S Player.
᯲
Mijn muziek
ᰆ⊹
Mijn video's
Mijn foto's
ᖅᱶ
Wissen/Tekenen Lijndikte
Opslaan
Sluiten
Frame
Afspeellijst muziek
Tekenen
Selecteer een menu om met foto-, video- en
2 muziekbestanden
te werken.
Stempel
Diashow
Mij fotolijst
Sommige bestanden worden mogelijk niet afgespeeld,
afhankelijk van hun indeling.
95
Samsung Software Update
SW Update is een softwareprogramma dat naar de software en
stuurprogramma's van Samsung zoekt die al bij aankoop van uw
computer waren geïnstalleerd, om deze stuurprogramma's of
programma's bij te werken.
•• U kunt de updatebestanden alleen controleren voordat u
bijwerkt, wanneer u verbinding met internet hebt.
•• SW Update levert geen updates voor
apparaatstuurprogramma's of softwareprogramma's die
achteraf door de gebruiker zijn geïnstalleerd.
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
1 willekeurig
gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op SW Update.
Als het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd,
2 wordt
de gebruikersovereenkomst voor het gebruik van
persoonlijke gegevens weergegeven.
Klik op Agree (Akkoord).
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het programma SW Update wordt uitgevoerd.
3 Selecteer
de items die u wilt bijwerken voordat u doorgaat
met het updateproces.
Softwarelijst
Softwareupdate
96
Een diagnose van de status van de computer maken
en problemen oplossen
Met programma Support Center, oftewel de handleiding van
Samsung voor het oplossen van problemen, kunt u een diagnose
maken van het systeem en beschikt u over een FAQ voor
veelvoorkomende problemen.
Het is mogelijk dat Support Center niet beschikbaar is of
dat er een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk
van het model.
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
1 willekeurig
gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op Support Center.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
97
Support Center wordt geactiveerd en maakt een diagnose
2 van
uw computer.
Nadat de diagnose is voltooid, wordt in het menu System
Status (Systeemstatus) een lijst met huidige problemen
weergegeven die moeten worden opgelost overeenkomstig
de instructies.
Een
diagnose van de
computer maken
en problemen
oplossen
FAQ voor de
belangrijkste
problemen met
de computer
Problemen met de
computer zoeken
U kunt een probleem oplossingen door op de knop
3 Troubleshoot
(Oplossen) voor het probleem te klikken.
De beveiligingssleuf gebruiken
U kunt de computer beveiligen door een slot en een kabel aan de
beveiligingssleuf te bevestigen.
Om van deze mogelijkheid gebruik te maken, moet u apart een
kabel en slot aanschaffen.
Raadpleeg de producthandleiding voor meer informatie over het
gebruik van een slot en kabel.
Bevestig het slot en de kabel aan een vast object en bevestig het
andere uiteinde van de kabel aan de beveiligingssleuf.
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
98
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
BIOS-instellingen
100
Een opstartwachtwoord instellen
103
De opstartprioriteit wijzigen
106
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
107
Oplaadbare batterij
110
BIOS-instellingen
In de BIOS-instellingen kunt u de hardware van de computer
instellen in overeenstemming met uw behoeften.
•• U kunt de BIOS-instellingen gebruiken om een wachtwoord
voor het opstarten in te stellen, de opstartvolgorde te
wijzigen of een nieuw apparaat toe te voegen.
•• Aangezien onjuiste instellingen kunnen leiden tot
storingen en het vastlopen van het systeem, moet u
zorgvuldig te werk gaan bij het configureren van het BIOS.
•• De functies van de BIOS-instellingen kunnen worden
gewijzigd in het kader van productverbetering.
•• De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
Turbo Control (uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Met deze technologie worden automatisch de
processorprestaties bepaalt om de warmtegeneratie te
minimaliseren wanneer de processortemperatuur een
vooraf ingestelde niveau overschrijdt. Door de automatische
controle van de processorprestaties kunnen de verwachte
prestaties minder zijn.
Als u Turbo Control-technologie niet wilt gebruiken, opent u
de BIOS-setup en u selecteert Advanced > Turbo Control in
het menu en stelt deze in op Disabled.
In dit geval kan de temperatuur van de buitenkant van
product oplopen. (Als u het menuonderdeel in het BIOSsetupmenu niet kunt vinden, downloadt u de nieuwste versie
van de BIOS van het SW Update waarna u deze installeert.)
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
De BIOS-instellingen openen
Schakel de computer in.
1 Druk
meteen enkele malen op toets F2.
Na enige tijd verschijnt het BIOS-instellingenscherm.
2 De
items in het BIOS-instellingenscherm kunnen afwijken,
afhankelijk van het product.
100
BIOS-instellingen
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het BIOS-instellingenscherm
Instellingenmenu
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
SysInfo
Advanced
Instellingenmenu
Help
Help-informatie voor
de geselecteerde
optie verschijnt
automatisch.
Instellingsopties
Security
101
Beschrijving
Dit is een beschrijving van de
basisspecificaties van de computer.
Met dit menu kunt u de belangrijkste
chipsets en aanvullende functies instellen.
Instellen van beveiligingsfunctionaliteit, met
inbegrip van wachtwoorden.
Boot
In dit menu kunt u instellingen voor
randapparaten en het opstarten opgeven,
zoals de opstartprioriteit.
Exit
Afsluiten van de BIOS-instellingen, al dan
niet met behoud van de wijzigingen.
BIOS-instellingen
Toetsen in het BIOS-instellingenscherm
In het BIOS-instellingenscherm moet u het toetsenbord gebruiken.
F1
De Help-informatie weergeven.
Omhoog en
omlaag
Naar boven en naar beneden gaan.
F5/F6
De waarde van een optie wijzigen.
F9
De standaardinstellingen herstellen.
ESC
Terugkeren naar het vorige menu of
naar het afsluitmenu.
Links en
rechts
Enter
F10
Naar een ander menu stappen.
Een menuoptie selecteren of een
submenu openen.
De wijzigingen opslaan en de BIOSinstellingen afsluiten.
Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het
werkelijke toetsenbord.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
102
Een opstartwachtwoord instellen
Als u een wachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord invoeren als
u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen wilt openen.
Door een wachtwoord in te stellen kunt u de toegang tot het
systeem beperken tot bevoegde gebruikers en de gegevens en
bestanden die op de computer zijn opgeslagen beschermen.
•• De wachtwoordinstelling biedt de volgende 3 submenu’s.
(Supervisor Password (Supervisorwachtwoord), Use
Password (Gebruikerswachtwoord) en HDD Password
(HDD-wachtwoord))
•• Vergeet of verlies uw wachtwoord niet.
•• Zorg dat anderen niet achter uw wachtwoord komen.
•• Als u het supervisorwachtwoord of HDD-wachtwoord
vergeet, moet u om assistentie vragen bij het
servicecentrum. In dat geval zullen kosten in rekening
worden gebracht.
•• Als u het gebruikerswachtwoord vergeet, kunt
u het supervisorwachtwoord uitschakelen. Het
gebruikerswachtwoord wordt dan automatisch
uitgeschakeld.
•• De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
103
Een Supervisor-wachtwoord instellen
Als u een supervisorwachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord
invoeren als u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen
wilt openen.
Het is niet erg veilig om alleen het supervisorwachtwoord en het
gebruikerswachtwoord in te stellen.
U kunt het HDD-wachtwoord eveneens gebruiken om de
beveiliging te versterken.
1 Selecteer het menu Security in de BIOS-instellingen.
de cursor op de optie Set Supervisor Password en druk
2 opZet<Enter>.
XXXXXXXX
Een opstartwachtwoord instellen
Voer een wachtwoord in, druk op <Enter>, voer het
3 wachtwoord
ter bevestiging nogmaals in, en druk nogmaals
op <Enter>.
Het wachtwoord mag maximaal 8 alfanumerieke tekens lang
zijn. Speciale tekens zijn niet toegestaan.
Het Supervisor-wachtwoord is ingesteld.
4 Het
Supervisor-wachtwoord is vereist voor het inschakelen
van de computer en het openen van de BIOS-instellingen.
voor sommige modellen geldt dat als in het venster Setup
Notice een bericht wordt weergegeven dat een wachtwoord
is opgegeven, de instellingen niet zijn voltooid totdat u op
Enter drukt.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
104
Een gebruikerswachtwoord instellen
Met behulp van het gebruikerswachtwoord kunt u de computer
inschakelen, maar kunt u geen belangrijke opties in de BIOSinstellingen wijzigen omdat u geen toegang hebt tot de BIOSinstellingen.
Dit helpt onbevoegde toegang tot de belangrijkste instellingen
van het menu BIOS Setup (BIOS-instellingen) te voorkomen.
Voordat u een gebruikerswachtwoord configureert moet u
een Supervisor-wachtwoord configureren. Op het moment
dat u het Supervisor-wachtwoord uitschakelt, wordt ook het
gebruikerswachtwoord uitgeschakeld.
Zet de cursor op Set User Password, druk op <Enter> en voer
dezelfde procedure uit als bij het instellen van het Supervisorwachtwoord, vanaf stap 3.
Een opstartwachtwoord instellen
Voordat u een opstartwachtwoord kunt instellen, moet u een
beheerderswachtwoord (Supervisor-wachtwoord) instellen.
Stel de optie Password on boot in op Enabled. Als u een
opstartwachtwoord instelt, moet een wachtwoord worden
ingevoerd om de computer te kunnen opstarten.
Onthoud het wachtwoord voor later gebruik.
Een opstartwachtwoord instellen
Een wachtwoord instellen voor een vaste schijf
(optioneel)
Als u een wachtwoord instelt voor een vaste schijf, kan deze niet
worden geraadpleegd vanaf een andere computer. Zet de cursor
op Set HDD Password, druk op <Enter> en stel een wachtwoord
in op dezelfde wijze als bij het instellen van het Supervisorwachtwoord, vanaf stap 3.
•• De functie voor het instellen van een wachtwoord voor de
vaste schijf is mogelijk niet op alle modellen aanwezig.
•• Het wachtwoord voor de vaste schijf wijzigen
Om veiligheidsredenen kunt u het wachtwoord voor
de vaste schijf uitsluitend wijzigen nadat de computer
opnieuw is gestart door middel van het indrukken van de
knop Aan/Uit op de computer.
Als u het wachtwoord voor de vaste schijn niet kunt
wijzigen, of de melding HDD Password Frozen verschijnt
nadat u in de BIOS-instellingen Security > HDD Password
hebt geselecteerd, moet u de knop Aan/Uit op de
computer indrukken om de computer opnieuw in te
schakelen.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
105
Het wachtwoord opheffen
Zet de cursor op het wachtwoord dat moet worden
1 opgeheven
en druk op <Enter>. Als u bijvoorbeeld het
Supervisor-wachtwoord wilt opheffen, zet u de cursor op de
optie Set Supervisor Password en drukt u op <Enter>.
Voer in het vak Enter Current Password het huidig
2 ingestelde
wachtwoord in en druk op <Enter>.
3 Laat het veld Enter New Password leeg en druk op <Enter>.
Laat het veld Confirm New Password leeg en druk op
4 <Enter>.
Het wachtwoord is opgeheven.
voor sommige modellen wordt het wachtwoord alleen
geannuleerd wanneer u op Enter drukt in het venster Setup
Notice.
De opstartprioriteit wijzigen
Bij wijze van voorbeeld wordt hieronder de procedure beschreven
om het opstartapparaat met de hoogste prioriteit te wijzigen in
de vaste schijf.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
106
Druk op de toets omlaag (↓) om de optie SATA HDD te
3 selecteren
en druk op de toets F6 om deze naar boven te
verplaatsen.
Boot Menu
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
1 Selecteer het menu Boot in de BIOS-instellingen.
Druk op <Enter> nadat u de cursor hebt gezet op de optie
2 Boot
Device Priority.
[Boot Priority Order]
1. SATA CD
: XXXXXXXXXXXX
2. SATA HDD : XXXXXXXXXXXX
3. USB CD
: N/A
4. USB FDD
: N/A
5. USB HDD
: N/A
6. NETWORK : N/A
XXXXXXXX
0WO.QEM
'PCDNG-G[RCF
6QWEJ2CF/QWUG
=1HH?
=$[0WO.QEM?
='PCDNGF?
+PVGTPCN.#0
2:'1241/
='PCDNGF?
=&KUCDNGF?
5OCTV$CVVGT[%CNKDTCVKQP
Druk op de toets F10 om de instellingen op te slaan en de
4 BIOS-instellingen
af te sluiten.
De vaste schijf heeft nu de hoogste opstartprioriteit.
Als u moet opstarten naar DOS met een USB-apparaat, opent
u de BIOS-setup en u selecteert het menu Advanced en stelt
het onderdeel Fast BIOS Mode in op Disabled.
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
Deze beschrijvingen gelden voor modellen met een klep
voor het geheugencompartiment. Voor het vervangen of
upgraden van het geheugen bij modellen zonder klep voor
het geheugencompartiment vraagt u om assistentie bij het
servicecentrum.
Er is één geheugenslot waarvoor de gebruiker het bijbehorende
geheugen kan vervangen.
Vervang of installeer een geheugenmodule alleen nadat
de computer volledig is afgesloten en de AC-adapter is
losgekoppeld van de computer.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
107
Geheugenmodules verplaatsen
Haal de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt
1 uitgeschakeld.
Steek een voorwerp, bijvoorbeeld een paperclip, in de
2 noodopening
aan de onderkant van de computer om de
batterijstroom te onderbreken. Als de aan/uit-knop niet meer
werkt, betekent dit dat u de stroomtoevoer met succes hebt
onderbroken.
Als u doorgaat zonder op de noodopening te drukken, kunnen
het moederbord en de geheugenmodule beschadigd raken.
•• Het wordt aanbevolen geheugen toe te voegen met
dezelfde specificaties (dezelfde fabrikant en capaciteit) als
van het geïnstalleerde geheugen.
•• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
Noodopening
De locatie van de Noodopening accu kan per model
verschillen.
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
Verwijder de schroef in het afdekplaatje van het
3 geheugencompartiment
aan de onderkan van de computer
met een schroevendraaier.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
108
Als het geheugen is afgedekt met een
beschermingskapje
Draai de bevestigingschroef los om het beschermingskapje
te verwijderen en plaats de geheugenmodule.
Deksel van het
geheugencompartiment
Bevestigingsschroef
Steek de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van
4 ongeveer
30 graden in de modulesleuf, gelijk aan de hoek
van de modulesleuf.
Beschermingskapje voor geheugen
Duw de geheugenmodule omlaag totdat deze volledig vast
5 zit.
Als de geheugenmodule niet gemakkelijk past, moet u
de vergrendelingspalletjes naar buiten trekken terwijl u de
module omlaag duwt.
Geheugensleuf
Klepjes geheugenmodule
Het geheugen uitbreiden (optioneel)
het afsluitplaatje van het geheugencompartiment draai
6 deSluitschroef
vast.
Als uw computer is uitgerust met een beschermingskapje
voor het geheugen, brengt u dit beschermingskapje aan
voordat u het afdekplaatje van het geheugencompartiment
sluit.
Sluit de netvoedingsadapter aan en druk op de aan/uit-knop
7 om
de computer in te schakelen.
Als u de netvoedingsadapter niet aansluit, wordt de
computer niet ingeschakeld, ook al drukt u op de aan/uitknop.
Een geheugenmodule verwijderen
Trek de vergrendelingspalletjes van de geheugenmodule
naar buiten.
De geheugenmodule springt omhoog.
Verwijder de geheugenmodule onder een hoek van 30
graden.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
109
Oplaadbare batterij
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
110
Volg de onderstaande aanwijzingen op wanneer u de computer
gebruikt op de oplaadbare batterij, zonder te zijn aangesloten op
het lichtnet.
Deze computer is uitgerust met een interne accu.
Voorzorgsmaatregelen
•• Gebruikers kunnen de interne batterij niet verwijderen
of vervangen.
•• Maak gebruik van een geautoriseerd servicecentrum
om de batterij te laten verwijderen of vervangen zodat
het product en de gebruikers hiervan geen gevaar
lopen. U betaalt voor deze dienst.
•• Gebruik alleen de opladers die in deze handleiding worden
gespecificeerd.
•• De oplaadbare batterij nooit verhitten, in of bij vuur
leggen, of gebruiken bij een temperatuur van meer dan
60°C. Er zou brand kunnen ontstaan.
•• Sluit de aansluitingen op de batterij nooit kort en haal de
batterij niet uit elkaar.
•• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
•• Zorg ervoor dat u de AC-adapter aansluit en de accu
volledig oplaadt voordat u de computer voor het eerst
gebruikt.
•• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
De locatie van de
interne accu
De batterij opladen
een interne accu ingebouwd. Sluit de AC-adapter aan op
1 deEr isaansluiting
voor stroominvoer op de computer.
De accu begint met opladen.
2 Het oplaadlampje wordt groen zodra het opladen is voltooid.
Status
Oplaadlampje
Bezig met opladen
Rood of oranje
Opladen voltooid
Groen
Wisselstroomadapter
niet aangesloten
Uit
Oplaadbare batterij
De resterende capaciteit van de batterij meten
U kunt de resterende capaciteit van de batterij als volgt bekijken.
Het laadniveau van de batterij controleren op de
taakbalk
Koppel de netvoedingsadapter los en beweeg de muisaanwijzer
over het batterijpictogram in het systeemvak van de taakbalk om
de resterende batterijlading te bekijken.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
111
Informatie over de gebruiksduur van de oplaadbare
batterijen
Een oplaadbare batterij is een verbruiksartikel. Na verloop van tijd
loop de capaciteit en gebruiksduur van de batterij terug. Wanneer
de gebruiksduur van de batterij is teruggelopen tot minder dan
de helft van de oorspronkelijke gebruiksduur, raden we aan een
nieuwe batterij te kopen.
Als u de batterij gedurende langere tijd niet wilt gebruiken, slaat
u de batterij op nadat u deze hebt opgeladen tot 30-40% van de
capaciteit. Dit verlengt de levensduur van de batterij.
Oplaadbare batterij
áᔪ
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
áᔪ
Ŗᮁ
De gebruiksduur van de batterij verlengen
᯲
De helderheid van het LCD-scherm verlagen
ᰆ⊹
1 Klik op. het menu Charms > Instellingen
> Helderheid
ᖅᱶ
Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid
2 De
levensduur van de batterij wordt verlengd.
⦽
112
Het programma voor energiebeheer gebruiken
Ŗᮁ
Dit programma helpt u efficiënter gebruik te maken van de accu
en ondersteunt de energiemodus die is geoptimaliseerd voor de
bedrijfsomgeving.
᯲
1
ᰆ⊹
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
> Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
ᖅᱶ
Energiebeheer.
U kunt ook met de rechtermuisknop op het energiepictogram
in het systeemvak op de taakbalk klikken en Energiebeheer
selecteren.
Als het volgende scherm verschijnt, selecteert u een van de
2 modi.
Oplaadbare batterij
De batterij kalibreren
Nadat de batterij een aantal keren achter elkaar kort wordt
gebruikt en weer opgeladen, kan een verschil ontstaan tussen de
werkelijke en weergegeven resterende capaciteit.
In dat geval kunt u het verschil wegwerken door de batterij
volledig te ontladen met de kalibratiefunctie en vervolgens weer
op te laden.
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
113
Loop met behulp van de pijltoetsen naar de optie Boot >
3 Smart
Battery Calibration en druk op <Enter>.
XXXXXXXX
0WO.QEM
'PCDNG-G[RCF
6QWEJ2CF/QWUG
=1HH?
=$[0WO.QEM?
='PCDNGF?
+PVGTPCN.#0
2:'1241/
='PCDNGF?
=&KUCDNGF?
5OCTV$CVVGT[%CNKDTCVKQP
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
Haal de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt
1 uitgeschakeld.
Schakel de computer opnieuw in en druk op de toets F2 om
2 het
instellingenscherm te openen.
Selecteer Yes in het venster Battery Calibration
4 Confirmation
en druk op <Enter>.
De batterijkalibratiefunctie wordt geactiveerd en de batterij
wordt volledig ontladen. U kunt de bewerking afbreken door
op de toets <Esc> te drukken.
De bewerking duurt 3 tot 5 uur, afhankelijk van de totale
capaciteit van de batterij en de resterende capaciteit.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer (optioneel) 115
Windows opnieuw installeren (optioneel)
122
V&A
126
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, kunt u met
Recovery (herstelprogramma) de computer eenvoudig herstellen
naar de standaard (fabrieks)instellingen. U kunt eventueel ook een
back-up van uw computer maken, zodat u de computer op elk
moment naar de gewenst status kunt herstellen.
Functie
Recover
(Herstellen)
Back Up
(Back-up)
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
115
Beschrijving
Hiermee herstelt u het volledige Windowsstation.
U kunt een back-up van het volledige Windowsstation maken.
Inleiding tot Recovery
Herstellen
Back-up
•• Het is mogelijk dat Recovery niet beschikbaar is of dat er
een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk van het
model.
•• Voor modellen met een capaciteit van de harde schijf
of SSD van minder dan 64 GB, is het herstelprogramma
Recovery niet beschikbaar.
•• De instructies worden geleverd op basis van Recovery
versie 1.0. Afhankelijk van de versie kunnen bepaalde
functies enigszins afwijken of niet beschikbaar zijn.
Raadpleeg de Help van het programma voor meer
informatie.

Help
•• Een ODD (cd-/dvd-station enz.) wordt niet door Recovery
ondersteund.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Herstellen
Wanneer uw computer niet opstart, kunt u deze herstellen naar
de standaard (fabrieks)status.
1
- Als Windows niet kan worden gestart
Z
et uw computer aan en druk op toets F4.
Voer de herstelmodus uit.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
116
Als het beginscherm wordt weergegeven, klikt u op Recover
3 (Herstellen).
Selecteer een herstelpunt en klik op Recover (Herstellen).
Als u de optie User Data Maintenance (Gebruikersgegevens
behouden) instelt op ON (AAN), wordt de computer hersteld
en blijven de huidige gebruikersgegevens behouden.
- Als Windows wordt uitgevoerd
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek. Klik vervolgens op Recovery.
Als het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd,
2 moet
u akkoord gaan met de User Agreement
(Gebruikersovereenkomst).
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
4 instructies
op het scherm.
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gewoon gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Herstellen na een back-up
U kunt uw computer herstellen nadat u een back-up naar een
afzonderlijk station of een extern opslagapparaat hebt gemaakt.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
117
Klik op Backup (Back-up) in het startscherm van Recovery.
2 Selecteer
het station en klik op Backup (Back-up).
U kunt geen dvd-station selecteren.
Een back-up maken
Als u een back-up van uw computer naar een extern
1 opslagapparaat
wilt maken, sluit u het externe
opslagapparaat aan en selecteert u het desbetreffende
station.
Selecteer het
station waarnaar
u wilt opslaan.
Het back-upproces moet worden uitgevoerd op basis van de
3 instructies.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Herstellen
U kunt uw computer herstellen middels de bovenstaande backupprocedure.
Als de back-upimage is opgeslagen naar een extern
1 opslagapparaat,
sluit u het desbetreffende apparaat aan.
2 Start Recovery en klik op Recover (Herstellen).
Selecteer een herstellenoptieen klik op Recover
3 (Herstellen).
Selecteer het punt dat u wilt herstellen.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
4 instructies
op het scherm.
118
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
119
De schijf voor externe opslag kopiëren
Wanneer u een in uw computer ingebouwd opslagapparaat
als een HDD, SSD, enz. (hierna de vaste schijf genoemd) wilt
vervangen, kunt u uw bestaande gegevens eenvoudig en snel
overzetten naar het nieuwe opslagapparaat.
Het nieuwe opslagapparaat moet over voldoende capaciteit
voor de opslag van uw gegevens beschikken.
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
aanschaffen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
1 aanschaffen
om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
2 Start Recovery en klik op Disk copy (Schijfkopie).
Selecteer een optie in Disk recovery Point (Herstelpunt
3 van
schijf) en klik op Disk copy (Schijfkopie).
De gegevens op de huidige vaste schijf worden opgeslagen
4 naar
de nieuwe vaste schijf.
Zodra alle gegevens zijn opgeslagen, opent u de klep voor de
5 vaste
schijf aan de onderkant van uw computer en vervangt
u de bestaande vaste schijf door de nieuwe schijf.
Als u de klep aan de onderkant van de computer niet kunt
openen, neemt u contact op met het servicecentrum van
Samsung voor ondersteuning.
In dit geval worden er mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
is nu voorzien van een nieuwe vaste schijf.
6 UUwkuntcomputer
voor de grotere vaste schijf dezelfde configuratie
gebruiken als voor de oude schijf.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Functie Export Disk Image (Schijfimage exporteren)
Als u uw computer regelmatig herstelt naar de standaard (fabrieks)
instellingen, kunt u de computer eenvoudig herstellen door een
schijfimage van de standaard (fabrieks)status te exporteren naar
een extern opslagapparaat.
Sluit het externe opslagapparaat aan en selecteer het station
1 waarnaar
u de image wilt opslaan.
2 Klik op Run (Uitvoeren).
Voer de procedure uit door de instructies op te volgen voor
3 het
opslaan van een schijfimage van de standaard (fabrieks)
status naar het externe opslagapparaat.
Koppel het externe opslagapparaat met de schijfimage nu los
en bewaar het apparaat.
Als uw computer moet worden hersteld naar de standaard
4 (fabrieks)instellingen,
sluit u het externe opslagapparaat met
de opgeslagen image aan.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
120
Start Recovery en klik op Recover (Herstellen). Selecteer
5 Factory
Default Point (Standaard fabrieksinstellingen) en
klik op Recover (Herstellen). Het herstellenproces wordt
gestart.
Wanneer het herstellenproces is voltooid, kunt u de computer
gebruiken met de standaard (fabrieks)instellingen.
Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
Functie Computerherstel in Windows 8
Wanneer er een probleem optreedt met uw computer, kunt u de
computer met behulp van het herstelprogramma terugzetten op
de standaardinstellingen.
Voor modellen met een SSD van minder dan 64 GB gebruikt
u de Windows-functie Systeem herstellen in plaats van het
programma Recovery (Herstel).
1
Klik op het menu Charms > Instellingen > Pc-instellingen
wijzigen > Algemeen.
2
Klik op de knop Start voor Pc vernieuwen…. of Alles…..
Als uw pc niet naar behoren werkt, kunt
u deze herstellen met behoud van uw
Pc vernieuwen…. mediabestanden zoals foto-, videoen muziekbestanden, enz. en van uw
persoonlijke documenten.
Alles….
U kunt alle items in uw pc verwijderen en
Windows opnieuw installeren.S
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
121
Maak een back-up van de bestanden in de volgende
mappen voordat u de functie Pc-herstel gebruikt omdat
deze bestanden niet bewaard blijven.
\Windows, \Program files, \Program files(x86), \ProgramData,
OEM-map (bijv. c:\samsung), \User\<gebruikersnaam>\
AppData
Volg de instructies op het scherm om het herstelproces uit te
3 voeren.
Wanneer het herstel is voltooid, kunt u uw computer weer
normaal gebruiken.
U kunt vereiste Samsung-softwareprogramma's herstellen via
Alle apps
> SW Update.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
U kunt Windows opnieuw installeren met behulp van de SYSTEM
RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL) voor
Windows als Windows niet meer naar behoren werkt.
(Voor modellen geleverd met SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA
VOOR SYSTEEMHERSTEL).)
Op computermodellen die worden geleverd met de Samsung
Recovery Solution, kunt u Windows opnieuw installeren met de
Samsung Recovery Solution.
Deze beschrijvingen gelden alleen voor Windows 7/8 en Windows
Vista en voor ondersteunde modellen.
•• Afhankelijk van uw model computer is het mogelijk dat
er geen SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL) beschikbaar is.
•• Als u Windows niet kunt starten of alle bestaande
gegevens wilt verwijderen en Windows opnieuw wilt
installeren, kunt u Windows installeren volgens de
aanwijzingen in [Opnieuw installeren als Windows niet
kan worden gestart].
•• Bepaalde afbeeldingen kunnen afwijken van het
daadwerkelijke product.
•• Deze beschrijvingen kunnen afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem.
•• Wanneer u Windows opnieuw installeert, worden de
gegevens (bestanden en programma's) op de vaste schijf
mogelijk verwijderd.
•• Maak een back-up van alle belangrijke gegevens. Samsung
Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies van
gegevens.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
122
Opnieuw installeren binnen Windows
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
1 SYSTEEMHERSTEL)
in het dvd-station.
Als het venster Select Windows Installation (Windows2 installatie
selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren). Wanneer het venster Select Update (Update
selecteren) verschijnt, klikt u op het gewenste item.
•• Als u in het venster Select Update (Update selecteren) de
optie Go online to get the latest updates for installation
(Online gaan om de nieuwste updates te installeren)
selecteert, worden de nieuwste updates geïnstalleerd en
volgt stap 4. Tijdens deze bewerking moet de computer
verbonden zijn met internet.
•• Bij Windows 7/8 verschijnt mogelijk het scherm waarin
gevraagd wordt om het te installeren besturingssysteem.
Dit is afhankelijk van de versie. Als u op Next (Volgende)
klikt, verschijnt het scherm uit stap 3.
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
3 verschijnt,
selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Next (Volgende).
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven.
Dit is afhankelijk van de versie.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
Het volgende venster verschijnt. Selecteer een installatieoptie.
4 Als
u op Custom (Aangepast) klikt, worden de procedures
uit stap 5 achtereenvolgens weergegeven.
Als u op Upgrade (Upgrade) klikt, worden de procedures uit
stap 6 achtereenvolgens weergegeven.
•• Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet
weergegeven. Dit is afhankelijk van de versie.
•• Custom (Aangepast)
Selecteer deze optie om Windows opnieuw te
installeren. U moet alle benodigde stuurprogramma's en
programma's na de installatie opnieuw installeren. Het kan
zijn dat na de installatie onnodige mappen en bestanden
achterblijven op de vaste schijf (bijvoorbeeld C:\Windows.
old, enzovoort).
•• Upgrade (Upgrade)
Selecteer deze optie als u een Upgrade van Windows wilt
uitvoeren maar de huidige bestanden, configuraties en
programma's wilt behouden. Hoewel het niet nodig is alle
stuurprogramma's en programma's opnieuw te installeren,
werken sommige programma's misschien niet goed meer
na de upgrade.
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
5 selecteren
van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
123
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de backup die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht waarin met de tekst dat de mappen en bestanden
naar de map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop
OK.
De installatie van Windows wordt voortgezet.
6 De
computer wordt tijdens de installatie 3 keer opnieuw
opgestart. Druk niet op een toets als het bericht Press any
key to boot from CD or DVD... (Druk op een toets om op
te starten vanaf cd of dvd...) wordt weergegeven nadat de
computer opnieuw is opgestart.
Registreer een gebruiker aan de hand van de instructies in
7 het
Windows-scherm.
Wanneer de registratie is voltooid, verschijnt het Windows8 bureaublad.
Voor een goede werking van de computer verdient het
aanbeveling om de noodzakelijke software te installeren.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
Opnieuw installeren als Windows niet kan
worden gestart
Wanneer Windows niet kan worden gestart, start u de computer
op vanaf de media voor systeemherstel. U kunt Windows opnieuw
installeren vanaf deze media.
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
1 SYSTEEMHERSTEL
in het dvd-station en start de computer
opnieuw op.
Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord als het
2 bericht
Press any key to boot from CD or DVD... (Druk op
een toets om op te starten vanaf cd of dvd...) tijdens het
opstarten wordt weergegeven.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
124
Bij Windows 7/8 verschijnt mogelijk het scherm waarin
gevraagd wordt om het te installeren besturingssysteem. Dit
is afhankelijk van de versie. Als u op de knop Next (Volgende)
klikt, verschijnt het scherm uit stap 5.
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
5 verschijnt,
selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Volgende.
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven.
Dit is afhankelijk van de versie.
Wanneer er gevraagd wordt om het type installatie, klikt u op
6 Custom
(Aangepast).
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven.
Dit is afhankelijk van de versie.
Na enige tijd wordt het venster weergegeven met de opties
3 voor
de taal, de tijd, het toetsenbord, enz. Bevestig de
instellingen en klik op Volgende.
4
Als het venster Select Windows Installation (Windowsinstallatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren).
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
7 selecteren
van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de backup die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
Windows opnieuw installeren (optioneel)
•• Als u op Drive Options (Advanced) (Stationsopties
(geavanceerd)) klikt, kunt een partitie verwijderen,
formatteren, maken of uitbreiden. Klik op een functie en
volg verder de instructies op het scherm.
•• Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht met de tekst dat de mappen en bestanden naar de
map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop OK.
De volgende stappen zijn hetzelfde als die in stap 7 voor het
8 opnieuw
installeren in Windows.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
125
V&A
U kunt zoeken naar potentiële problemen met het systeem en
de relevante oplossingen voor het probleem bekijken. U kunt
ook de benodigde referenties zoeken voor de bediening van de
computer.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V2
Bij de berekening van de capaciteit van het opslagapparaat
(HDD) door de fabrikant wordt aangenomen dat 1 kB gelijk is
aan 1000 bytes. Het besturingssysteem (Windows) berekent
de opslagcapaciteit echter op basis van de aanname dat 1
kB gelijk is aan 1024 bytes. Als gevolg hiervan wordt voor de
capaciteit van het vasteschijfstation in Windows een lagere
waarde weergegeven dan de werkelijke capaciteit.
De weergegeven capaciteit in Windows is mogelijk kleiner
dan de werkelijke capaciteit omdat sommige programma's
een bepaald gedeelte van het vasteschijfstation buiten
Windows beslaan.
Voor modellen met Recovery wordt de capaciteit van
het vasteschijfstation in Windows mogelijk weergegeven
als kleiner dan de werkelijke capaciteit omdat Recovery
gebruikmaakt van een verborgen gebied van ongeveer
5-20 GB op het vasteschijfstation voor het opslaan van het
imagebestand voor herstel. Dit verborgen gebied wordt
niet meegerekend in de totale beschikbare capaciteit voor
Windows.
De grootte van Recovery verschilt per model, afhankelijk van
de grootte van de toegepaste programma's.
Wat is een herstelgebied?
A Een computer van Samsung beschikt over een extra partitie
voor het herstellen van computers of het opslaan van backupbestanden. (Alleen voor modellen met Recovery.)
Deze partitie wordt een herstelgebied genoemd en
bevat een herstelimage met het besturingssysteem en
toepassingen.
De weergegeven capaciteit van het
vasteschijfstation (HDD) in Windows verschilt van de
productspecificaties.
A
Met betrekking tot het herstel
V1
126
V&A
V3
A
V4
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Met betrekking tot Windows 8
Wat is een herstelimage?
Dit verwijst naar de status van de computer (inclusief
het besturingssysteem, bepaalde stuurprogramma's,
software, enz.). Deze status wordt geconverteerd naar een
gegevensimage. De image is nodig om uw computer te
herstellen en wordt opgeslagen op de vaste schijf van de
computer. Een dergelijke image is echter niet beschikbaar
wanneer de capaciteit van de vaste schijf kleiner is dan 64
GB.
Hoe kan ik een computer herstellen dat het Recoveryprogramma niet heeft?
A
U kunt de computer herstellen met de systeemherstelfunctie
van Windows.
Raadpleeg het onderdeel Functie herstellen in het Helpgedeelte voor meer informatie.
127
V1
Ik kan de knop Start niet vinden op het bureaublad.
A
De knop Start is niet beschikbaar in Windows 8.
U kunt het Configuratiescherm, de computermenu's , enz.
gebruiken door het menu Charms te activeren.
V2
Ik kan de knop voor het afsluiten van de computer
niet vinden.
A
Klik op het menu Charms > Instellingen > Aan/uit om het
menu Energiebeheer weer te geven.
Klik op Afsluiten.
V3
A
De app op het Startscherm is verdwenen.
Klik op het menu Charms > Zoeken om de geïnstalleerd
apps weer te geven. Klik met de rechtermuisknop op
de desbetreffende app om tegels in het Startscherm te
selecteren.
V&A
V4
A
Ik ben vertrouwd met Windows 7 en wil daarom dat
het bureaublad net zo wordt weergegeven als in
Windows 7.
Momenteel is er nog geen manier om het bureaublad
standaard weer te geven.
Druk gelijktijdig de toetsen Windows + D om het
bureaublad tevoorschijn te halen als het startscherm
verschijnt. Dit is op het moment de enige manier.
V5
A
V6
Hoe kan ik een printerstuurprogramma installeren?
Voer het installatiebestand van het stuurprogramma uit en
volg de bijbehorende instructies. U kunt het op dezelfde
manier installeren als het bestaande besturingssysteem.
Raadpleeg uw printerhandleiding voor gedetailleerde
instructies voor ieder model.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V7
Op het bureaublad klikt u op het menu Charms >
Instellingen > Configuratiescherm > Programma’s en
Onderdelen.
Klik op het programma. Klik dan op Verwijderen.
Hoe kan ik de scherminstellingen,
omgevingsinstellingen, type, kleur enzovoort
wijzigen?
A
Klik op het menu Charms > Instellingen > Pcinstellingen > Persoonlijke instellingen. U kunt de
besturingssysteeminstellingen zoals schermontwerp enz.
instellen.
Tom uw computer gedetailleerd te configureren klikt
in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen >
Configuratiescherm.
U kunt uw computer op dezelfde manier configureren als
bestaande Windowssystemen.
V8
A
Active X wordt niet uitgevoerd in Internet Explorer op
het startscherm.
Aangezien Internet Explorer op het startscherm de
HTML5 web-standaarden aanhoudt, wordt Active X
niet ondersteund. Internet Explorer op het bureaublad
ondersteunt Active X echter wel.
Hoe kan ik het stuurprogramma verwijderen?
A
128
► Active X activeren:
Klik rechts op Internet Explorer en het volgende venster
wordt weergegeven. Druk op de knop
en klik op Op het
bureaublad weergeven. Active X is nu ingeschakeld.
V&A
V9
Ik wil het vooraf geïnstalleerde Windows
8-besturingssysteem verwijderen en een ander
besturingssysteem installeren.
A
Als u een ander besturingssysteem op uw pc wilt installeren,
moet u eerst de BIOS-instellingen wijzigen.
Breng voor meer informatie een bezoek aan
http://www.samsung.com en ga naar Customer Support
(Klantondersteuning) > Troubleshooting (Problemen
oplossen). Zoek naar Windows 8 en neem de lijst met
zoekresultaten door voor het relevante probleem.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
129
Met betrekking tot het scherm
V1
A
Het bureaublad dat op de tv wordt weergegeven
nadat er via de HDMI-poort verbinding is gemaakt,
past niet op het scherm.
Ga naar het configuratievenster voor de grafische weergave
om de scherminstellingen aan te passen.
► Voor grafische kaarten van Intel
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en ga naar
Graphics Properties (Grafische eigenschappen > Display
(Beeldscherm) > General (Algemeen). Pas de instellingen
voor de Horizontal Ratio (Horizontale verhouding) en
Vertical Ratio (Verticale verhouding) aan op uw scherm
en klik op OK.
► Voor grafische kaarten van AMD
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad
en selecteer Graphics Properties (Grafische
eigenschappen) > Desktop and Display (Bureaublad
en beeldscherm) > My Digital Flat Panel (Mijn digitale
flatpanel) > Expansion Options (Digital Flat Panel)
(Uitbreidingsopties (digitale flatpanel)).
2. Pas de regelaar zodanig aan dat het beeld overeenkomt
met de grootte van uw tv en klik op Apply (Toepassen).
V&A
Met betrekking tot het geluid
V1
A
De tv geeft geen geluid weer nadat ik de computer via
de HDMI-poort heb aangesloten.
1. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk op het
bureaublad en klik op Play Device (Afspeelapparaat).
2. Wijzig de optie in Digital Audio (HDMI) (Digitale audio
(HDMI)), HDMI device (HDMI-apparaat), HDMI Output
(HDMI-uitvoer) of een andere optie en klik op Set as
Default (Als standaard instellen). Klik vervolgens op OK.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
130
Overige
V1
A
Ik kan mijn computer niet in DOS opstarten via een
USB-apparaat.
Als u uw computer in DOS wilt starten via een USB-apparaat,
stelt u Snelle BIOS modus in het menu Geavanceerd
in BIOS Setup op Uitgeschakeld voordat u deze functie
gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Belangrijke veiligheidsinformatie
132
Vervangende onderdelen en accessoires
134
Verklaringen betreffende de naleving
van voorschriften
136
Informatie Over Het WEEE-Merk
152
Gecertificeerd voor TCO
153
Productspecificaties
154
Woordenlijst
156
Index
160
Belangrijke veiligheidsinformatie
Veiligheidsvoorschriften
Dit systeem is ontworpen en getest in overeenstemming met
de meest recente veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur.
Om veilig gebruik van het product te waarborgen is het echter
belangrijk dat de veiligheidsinstructies die op het product en in de
documentatie zijn aangegeven worden nagevolgd.
Volg deze instructies altijd op om persoonlijk letsel en schade
aan het systeem te voorkomen.
Het systeem installeren
•• Lees alle instructies die zijn opgenomen op het product
en in de documentatie en volg deze op voordat u het
systeem in gebruik neemt. Bewaar alle veiligheids- en
bedieningsinstructies voor toekomstig gebruik.
•• Gebruik dit product niet in de buurt van water of een
warmtebron, zoals een radiator.
•• Installeer het systeem op een stabiel werkoppervlak.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
132
•• Als de computer is voorzien van een voltageschakelaar, moet
u controleren of deze schakelaar op de juiste stand staat, in
overeenstemming met het voltage dat op de betreffende
locatie in gebruik is.
•• In de computer zijn openingen aangebracht ten behoeve
van de ventilatie. Let op dat u deze openingen niet blokkeert
of afdekt. Zorg tijdens de installatie van het systeem voor
voldoende ruimte rond het systeem (tenminste 15 cm) ten
behoeve van de ventilatie. Steek nooit voorwerpen, van welke
aard dan ook, in de ventilatieopeningen van de computer.
•• Zie erop toe dat de ventilatieopeningen aan de onderkant van
de behuizing te allen tijde vrij zijn. Plaats de computer niet op
een zacht oppervlak. Anders zouden de ventilatieopeningen
aan de onderkant kunnen worden geblokkeerd.
•• Als u een verlengsnoer gebruikt voor het systeem, moet u
erop toezien dat het totale opgenomen vermogen van de
apparaten die op het verlengsnoer worden aangesloten niet
de opgegeven capaciteit van het verlengsnoer overschrijdt.
•• Bij notebooks met glanzend oppervlak kan de gebruiker de
notebook zo plaatsen dat deze geen hinderlijke weerspiegeling
van omgevend licht en heldere oppervlakken veroorzaakt.
•• Het product mag uitsluitend worden gebruikt met het type
voedingsbron dat op het classificatielabel is aangegeven.
•• Zorg ervoor dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het
voeden van de apparatuur vrij toegankelijk is, mocht zich
brand of kortsluiting voordoen.
NB Ver 3.1
Belangrijke veiligheidsinformatie
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
133
Voorzichtigheid tijdens gebruik
•• Stap niet op de voedingskabel en laat er geen voorwerpen op
rusten.
– Het systeem niet goed werkt, ondanks dat de aanwijzingen
voor gebruik worden nagevolgd.
– Het systeem is gevallen of de behuizing is beschadigd.
– De prestaties van het systeem plotseling veranderen.
•• Mors niets op het systeem. De beste manier om morsen te
voorkomen is niet te eten en drinken in de buurt van het
systeem.
•• Sommige producten zijn voorzien van een vervangbare
CMOS-accu op het moederbord. Onjuiste plaatsing van de
CMOS-accu kan leiden tot ontploffing. Vervang de accu door
hetzelfde of een gelijkwaardig type volgens de aanbevelingen
van de fabrikant.
Voer de gebruikte accu af volgens de aanwijzingen van de
fabrikant. Als de CMOS-accu moet worden vervangen, moet
u deze handeling laten uitvoeren door een gekwalificeerde
technicus.
•• Ook wanneer de computer is uitgeschakeld, stroomt nog een
kleine hoeveelheid elektriciteit door de computer.
Voorkom elektrische schokken door altijd alle kabels los te
halen, de oplaadbare accu te verwijderen en de modemkabels
uit het wandcontact te halen voordat u het systeem reinigt.
•• Haal de stekker van het systeem uit het stopcontact en laat het
onderhoud over aan gekwalificeerd personeel indien:
– De voedingskabel of stekker is beschadigd.
– Vloeistof is terechtgekomen in het systeem.
Instructies voor het veilig werken met een
notebookcomputer
1. Raadpleeg voor de installatie en het gebruik van apparaten de
veiligheidsvoorschriften in deze handleiding.
2. Een apparaat mag alleen worden gebruikt in combinatie met
de apparatuur die wordt gespecificeerd in de technische
specificaties van het apparaat.
3. Als een brandlucht of rook vanuit de computer wordt
waargenomen, moet het product onmiddellijk worden
uitgeschakeld en moet de oplaadbare accu worden verwijderd.
Laat het product nakijken door een gekwalificeerde technicus
voordat u het weer in gebruik neemt.
4. Onderhoud en reparatie aan apparaten dient te worden
uitgevoerd door een geautoriseerd service center.
5. Laat de draagbare computer tijdens het werken niet voor
langere tijd op uw blote huid rusten. De temperatuur van
de bodem loopt tijdens normaal gebruik op (met name bij
voeding vanaf het lichtnet). Langdurig contact met de huid
kan leiden tot een onprettig gevoel en uiteindelijk zelfs tot
brandwonden..
Vervangende onderdelen en accessoires
Gebruik uitsluitend vervangende onderdelen en accessoires die
worden aanbevolen door de fabrikant.
Gebruik uitsluitend telefoonkabel van het type No. 26 AWG
of groter om het risico op brand te verlagen.
Gebruik dit product niet op plaatsen die als gevaarlijk
worden beschouwd. Hierbij kunt u denken aan plaatsen
waar patiënten worden behandeld in medische of
tandheelkundige faciliteiten, omgevingen met een hoog
zuurstofgehalte en industriële werkterreinen.
Afvoeren van verbruikte batterijen
Doe oplaadbare batterijen of producten die worden gevoed
door niet-verwijderbare oplaadbare batterijen niet bij het
huishoudelijk afval.
Neem contact op met de Samsung Helplijn voor meer informatie
over het afvoeren van batterijen en oplaadbare batterijen die u
niet meer kunt gebruiken of opladen.
Houd u bij het afvoeren van oude batterijen en oplaadbare
batterijen aan alle plaatselijke voorschriften.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
134
ER BESTAAT KANS OP ONTPLOFFING ALS EEN ACCU WORDT
VERVANGEN DOOR EEN ACCU VAN EEN VERKEERD TYPE.
VOER VERBRUIKTE BATTERIJEN EN OPLAADBARE BATTERIJEN
AF VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
Veiligheid van de laser
Alle systemen die zijn voorzien van een cd- of dvd-station
voldoen aan de toepasselijke veiligheidsstandaards, met inbegrip
van IEC 60825-1. De lasercomponenten in deze apparaten zijn
geclassificeerd als “Class 1 Laser Products” volgens de Radiation
Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health
and Human Services (DHHS). Mocht ooit onderhoud aan het
apparaat nodig zijn, neem dan contact op met een geautoriseerde
servicevestiging.
•• Opmerking betreffende de veiligheid van de laser:
Gebruik van andere besturingselementen, aanpassingen
of procedures dan welke in deze handleiding worden
uiteengezet kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling. Maak de behuizing van het cd- of dvd-station niet
open, om blootstelling aan laserstralen te voorkomen.
Vervangende onderdelen en accessoires
•• Laserstraling van Class 1M indien de bedrijfsmodule is
geopend.
Niet rechtstreeks bekijken met optische instrumenten.
•• Onzichtbare laserstraling van Class 3B indien geopend.
Vermijd blootstelling aan de straal.
De wisselstroomadapter aan- en afsluiten
Gebruik een stopcontact dat zich in de buurt van de apparatuur
bevindt en eenvoudig toegankelijk is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te
trekken.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
135
Vereisten voor de voedingskabel
De voedingskabel (stekker, kabel en connector naar de ACadapter) die u bij de computer hebt ontvangen voldoet aan de
vereisten voor gebruik in het land waar u de apparatuur hebt
aangeschaft.
Wanneer u de computer in een ander land gebruikt, moet u een
voedingskabel gebruiken die voldoet aan de vereisten van het
betreffende land. Voor meer informatie over de vereisten voor
voedingskabels kunt u terecht bij uw geautoriseerde dealer,
wederverkoper of serviceprovider.
Algemene vereisten
De hieronder vermelde vereisten gelden voor alle landen:
•• Alle voedingskabels moeten zijn goedgekeurd door een hiertoe
bevoegde organisatie in het land waar de voedingskabel wordt
gebruikt.
•• De voedingskabel moet een vermogenscapaciteit hebben
van minimaal 7 A en een nominale spanningscapaciteit van
125 of 250 Volt AC, afhankelijk van het in het betreffende land
gebruikte elektriciteitssysteem. (ONLY USA)
•• De koppeling aan de apparaatzijde moet voldoen aan
de mechanische configuratie van een EN 60 320/IEC 320
Standard Sheet C7(of C5)-connector, voor koppeling aan de
apparaatingang op de computer.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Richtlijn voor draadloze communicatie
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band.
Het volgende gedeelte is een algemeen overzicht van de
overwegingen die gelden bij het gebruik van een draadloos
apparaat.
Aanvullende beperkingen en zaken waarmee u rekening dient
te houden in specifieke landen worden vermeld in de gedeelten
die aan deze specifieke landen (of groepen landen) zijn gewijd.
De draadloze componenten in uw systeem zijn uitsluitend
goedgekeurd voor de landen waarop het radiokeurmerk op het
systeemclassificatielabel van toepassing is. Als het land waarin
u de draadloze component gaat gebruiken niet wordt vermeld,
moet u contact opnemen met de betreffende instantie in uw
verblijfplaats om kennis te nemen van de vereisten. Het gebruik
van draadloze componenten is onderworpen aan strenge regels
en het gebruik ervan is mogelijk niet toegestaan.
De RF-veldsterkte van de draadloze component(en) die in uw
notebook zijn geïntegreerd valt ruim beneden alle internationale
limieten voor blootstelling aan RF-straling die op dit moment
bekend zijn. Aangezien de draadloze componenten (die mogelijk
in uw notebook zijn geïntegreerd) veel minder energie uitstralen
dan is toegestaan op grond van standaards en aanbevelingen op
het gebied van de veiligheid van radiostraling, gaat de fabrikant
ervan uit dat deze componenten veilig kunnen worden gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
136
Ongeacht het vermogensniveau dient u op te passen dat u de
componenten niet aanraakt tijdens normaal gebruik.
In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen op het
gebruik van draadloze apparaten. Hier onder worden enkele veel
voorkomen beperkingen vermeld:
• Draadloze RF-communicatie kan bepaalde apparatuur in
vliegtuigen beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften in de
luchtvaart vereisen op dit moment dat draadloze apparaten
worden uitgeschakeld tijdens het reizen in een vliegtuig.
Communicatieapparaten met 802.11ABGN- (ook bekend
als draadloze Ethernet of Wifi) en Bluetooth-connectiviteit
zijn voorbeelden van apparaten die gebruik maken van
draadloze communicatie.
• In omgevingen waar het risico op interferentie met andere
apparaten of diensten schadelijk is of als schadelijk wordt
beschouwd, kan het gebruik van draadloze apparaten aan
beperkingen onderworpen of verboden zijn. Luchthavens,
ziekenhuizen en ruimten waar met een hoog niveau van
zuurstof of ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden
van plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten
beperkt of verboden kan zijn. Wanneer u zich ergens
bevindt waar u niet zeker bent of het gebruik van
draadloze apparaten is toegestaan, moet u de betrokken
autoriteit om toestemming vragen voordat u het
draadloze apparaat inschakelt of gebruikt.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
• De beperkingen op het gebruik van draadloze apparaten
verschillen per land. Aangezien uw systeem is voorzien
van een draadloze component, dient u als u het systeem
meeneemt op reis naar een ander land voorafgaande aan
uw reis bij de betreffende autoriteiten te informeren naar
eventuele beperkingen op het gebruik van een draadloos
apparaat in het land van bestemming.
• Indien uw systeem is geleverd met een ingebouwd
geïntegreerde draadloze component, mag u de draadloze
component alleen gebruiken als alle afdekkingen en
afschermingen zijn aangebracht en het systeem volledig is
geassembleerd.
• Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan.
Modificaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem
contact op met de fabrikant voor reparaties.
• Gebruik uitsluitend stuurprogramma’s die zijn
goedgekeurd voor het land waarin het apparaat zal
worden gebruikt. Raadpleeg de System Restoration Kit
van de fabrikant of neem contact op met de technische
ondersteuning van de fabrikant voor meer informatie.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
137
Verenigde Staten
Veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen voor de VS
en Canada
Raak de antenne niet aan en beweeg de antenne niet tijdens het
uitzenden en ontvangen.
Houd componenten waarin de zender zich bevindt tijdens het
uitzenden niet zodanig vast dat de antenne zich zeer dichtbij het
lichaam bevindt of in contact komt met delen van het lichaam,
met name het gezicht en de ogen.
Gebruik de zender niet en probeer geen gegevens te verzenden
wanneer de antenne niet is aangesloten. Anders zou de zender
beschadigd kunnen raken.
Gebruik in specifieke omstandigheden:
Het gebruik van draadloze apparaten op locaties met een hoog
risico is onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door de
veiligheidsautoriteiten van de betreffende locaties.
Voor het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen gelden
de voorschriften van de Federal Aviation Administration (FAA).
Het gebruik van draadloze apparaten in ziekenhuizen is
onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door het
betreffende ziekenhuis.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Waarschuwing voor gebruik in de nabijheid van
explosieve materialen
Gebruik heen draagbare zenders (zoals een draadloos
netwerkapparaat) in de nabijheid van niet afgeschermde
ontstekingsmechanismen of in een explosieve omgeving,
tenzij het apparaat is aangepast en goedgekeurd voor
dergelijk gebruik.
Gebruik in vliegtuigen
De voorschriften van de FCC en FAA verbieden het gebruik
van draadloze RF-apparaten tijdens het vliegen omdat de
signalen invloed zouden kunnen uitoefenen op essentiële
vlieginstrumenten.
Overige draadloze apparaten
Veiligheidsinformatie betreffende andere apparaten in een
draadloos netwerk: Raadpleeg de documentatie die wordt
geleverd bij de draadloze Ethernet-adapters en andere apparaten
die binnen het draadloze netwerk worden gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
138
Onbedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Voor het gebruik
gelden de volgende twee voorwaarden:(1) het apparaat mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet
ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die
de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
limieten voor een digitaal apparaat van Class B ingevolge Part
15 van de FCC Rules. Deze limieten zijn ontworpen om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij
installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert
en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen.
Indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming
met de instructies kan de apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaken die zich niet in alle installaties zal voordoen. Indien
de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt met radioen televisieontvangst, hetgeen kan worden vatgesteld door
de apparatuur uit en weer aan te zetten, wordt de gebruiker
aangeraden de interferentie te verhelpen door een of meer
van de volgende maatregelen te nemen:
•• De ontvangstantenne verdraaien of verplaatsen.
Het Part 15-zendapparaat werkt op een noninterferentiebasis met andere apparaten die werken op deze
frequentie. Wijzigingen of modificaties aan het product die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Intel kunnen de
toestemming aan de gebruiker om het apparaat te gebruiken
laten vervallen.
•• De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
•• De apparatuur aansluiten op een stopcontact dat behoort
tot een andere groep dat het stopcontact waarop de
ontvanger is aangesloten.
•• Contact opnemen met de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus voor assistentie.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Zonodig dient de gebruiker de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus te raadplegen voor aanvullende suggesties. Het
volgende boekje bevat nuttige informatie: “Something About
Interference.”
Dit boekje is verkrijgbaar bij de regionale kantoren van de FCC.
Ons bedrijf is niet aansprakelijk voor interferentie met radio
of televisie die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde
aanpassingen aan deze apparatuur of de vervanging of aansluiting
van andere verbindingskabels en apparatuur dan welke door ons
bedrijf worden gespecificeerd. Het verhelpen van het probleem
zal in dat geval de verantwoordelijkheid van de gebruiker zijn.
Gebruik uitsluitend afgeschermde datakabels voor dit systeem.
Bedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in
de Verenigde Staten als een ID-nummer van de FCC op het
systeemlabel wordt vermeld.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
139
Dit apparaat kan alleen binnenshuis worden gebruikt omdat het
in het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door FCC
wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt omdat
het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op schadelijke
storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal
vermindert. Krachtige radars zijn als primaire gebruikers van de
5.25 tot 5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen.
Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het
beschadigen.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan.
Modificaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Informatie voor de gezondheid en veiligheid
Blootstelling aan radiofrequente straling
Informatie SAR-certificering
Dit product bevat een radiozender en -ontvanger. Het is
ontworpen en geproduceerd om de blootstellingslimieten
voor radiofrequente energie die door de Amerikaanse
overheidsinstantie FCC (Federal Communications Commission) is
ingesteld, niet te overschrijden. Deze FCC-blootstellingslimieten
zijn afgeleid van de aanbevelingen van twee deskundige
instanties: het NRCP (National Council on Radiation Protection and
Measurement) en het IEEE (Institute of Electrical and Electronics
Engineers). In beide gevallen zijn de aanbevelingen ontwikkeld
door wetenschappelijke en technische experts uit de branche, de
overheid en de academische wereld na uitvoerige lezing van de
wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de biologische
effecten van radiofrequente energie.
De blootstellingslimiet voor draadloze apparaten die is ingesteld
door de FCC, maakt gebruik van de meeteenheid SAR (Specific
Absorption Rate). De SAR is een meting van de absorptiesnelheid
van radiofrequente energie door het menselijk lichaam in
eenheden van watt per kilo (W/kg). De FCC vereist dat draadloze
apparaten voldoen aan een veiligheidslimiet van 1,6 watt per
kilogram. In de FCC-blootstellingslimiet is een aanzienlijke
veiligheidsmarge opgenomen voor aanvullende bescherming van
personen en om eventuele variaties in metingen op te vangen.
SAR-tests worden uitgevoerd met standaardposities die zijn
geaccepteerd door de FCC. Draadloze verzending wordt
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
140
uitgevoerd met het hoogst toegestane vermogensniveau bij
alle geteste frequentiebanden. De SAR wordt bepaald op het
hoogst toegestane vermogensniveau, maar het werkelijke SARniveau van het apparaat bij bediening is mogelijk ruim onder
de maximumwaarde. Dit is omdat het apparaat is ontworpen
voor werking op verschillende vermogensniveaus, zodat alleen
het vermogen wordt verbruikt dat vereist is om het netwerk te
bereiken. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij de
antenne van een draadloos basisstation bevindt, hoe lager de
vermogensuitvoer is.
Voordat een nieuw model beschikbaar wordt gemaakt voor
algemene verkoop, moet het worden getest en moet de FCC
garanderen dat het de blootstellingslimiet van de FCC niet
overschrijdt. Voor elk model worden tests uitgevoerd in posities
en op locaties (bijvoorbeeld onder aan het lichaam) zoals vereist
door de FCC.
Dit model is getest voor gebruik op het lichaam en voldoet aan
de FCC-richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequente straling
wanneer het wordt gebruikt met een Samsung-accessoire dat is
bestemd voor dit product. Wanneer niet wordt voldaan aan de
bovenstaande beperkingen, kan dit een overtreding van de FCCrichtlijnen voor blootstelling aan frequente straling veroorzaken.
SAR-gegevens op dit model en andere modellen vindt u online
op http://www.fcc.gov/oet/ea/fccid/. Op deze site wordt het FCCidentificatienummer aan de buitenkant van het product gebruikt.
Soms kan het nodig zijn om de batterij te verwijderen om het
nummer te vinden. Zodra u het FCC-identificatienummer voor
een bepaald product hebt gevonden, volgt u de instructies op
de website om de minimale of maximale SAR-waarde van het
product te vinden.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
FCC Part 68 (Indien uitgerust met een modemapparaat.)
Deze apparatuur voldoet aan Part 68 van de FCC Rules. Op de
achterzijde van de apparatuur bevindt zich een label dat onder
andere het FCC-registratienummer en Ringer Equivalence Number
(de aansluitfactor) voor deze apparatuur bevat. Deze informatie
moet desgevraagd worden verstrekt aan het telefoonbedrijf.
Op deze apparatuur worden de volgende USOC-aansluitingen
gebruikt: RJ11C
Bij deze apparatuur wordt een telefoonkabel en modulestekker
geleverd die voldoet aan de voorschriften van de FCC. Deze
apparatuur is ontworpen om te worden aangesloten op het
telefoonnetwerk of biedt bedrading via een compatibele
modulestekker die voldoet aan de voorschriften van Part 68. Zie
de aanwijzingen voor installatie voor meer details.
De aansluitfactor wordt gebruikt om te bepalen hoeveel apparaten op
de telefoonlijn kunnen worden aangesloten. Als de telefoonlijn te zwaar
wordt belast, kan het voorkomen dat de apparaten niet overgaan bij
een inkomend gesprek. In de meeste gevallen, maar niet overal, mag
de aansluitfactor van alle apparaten bij elkaar niet hoger zijn dan vijf
(5.0). Om zekerheid te verkrijgen over hoeveel apparaten op een lijn
mogen worden aangesloten, zoals bepaald op basis van de som van
de aansluitfactoren, moet u contact opnemen met het telefoonbedrijf
om te informeren naar de maximale aansluitfactor van uw telefoonlijn.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
141
Als de terminalapparatuur schade toebrengt aan het
telefoonnetwerk, zal het telefoonbedrijf u vooraf laten weten
dat tijdelijke opschorting van de telefoonservice noodzakelijk
kan zijn. Als een kennisgeving vooraf niet haalbaar is, zal het
telefoonbedrijf de klant zo snel mogelijk op de hoogte stellen.
Daarnaast wordt u op de hoogte gesteld van uw recht om een
klacht in te dienen bij de FCC als u denkt dat dit nodig is.
Het telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in haar
voorzieningen, apparatuur, activiteiten of procedures die gevolgen
kunnen hebben voor de werking van de apparatuur. Als dit
gebeurt, zal het telefoonbedrijf u een voorafgaande kennisgeving
sturen zodat u de benodigde aanpassingen kunt verrichten om
onderbrekingen te voorkomen.
Als u problemen ondervindt met deze apparatuur (modem), neem
dan contact op met de plaatselijke distributeur voor informatie
over reparaties en garantie. Als de apparatuur schade veroorzaakt
aan het telefoonnetwerk, kan het telefoonbedrijf u verzoeken de
apparatuur af te sluiten totdat het probleem is opgelost.
De gebruiker dient de accessoires en kabels te gebruiken die door
de fabrikant zijn meegeleverd om het product optimaal te laten
presteren.
Reparaties mogen niet door de klant worden uitgevoerd.
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt in combinatie met een
munttelefoon die door het telefoonbedrijf is geleverd. Op aansluiting
op de telefoonlijn zijn de geldende tarieven van toepassing.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
De Telephone Consumer Protection Act uit 1991 maakt het
strafbaar voor een persoon een melding te verzenden door
middel van een computer of ander elektronisch apparaat,
inclusief een faxmachine, tenzij de melding in de marge bovenof onderaan elke verzonden pagina of de eerste verzonden
pagina de datum en het tijdstip van verzending bevat, naast
een identificatie van het bedrijf, de entiteit of de persoon die de
melding verzendt en het telefoonnummer van de verzendende
machine, dan wel het bedrijf, de andere entiteit of de persoon.
(Het opgegeven telefoonnummer mag geen telefoonnummer
zijn waarvoor een hoger tarief geldt dan de normale lokale of
interlokale gesprekskosten.)
Raadpleeg de handleiding van uw communicatiesoftware voor
meer informatie over het instellen van deze gegevens op uw
faxmachine.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
142
Canada
Onbedoelde uitzendingen, volgens ICES-003
Dit digitale apparaat blijft binnen de limieten van Class B voor
afgifte van radiosignalen vanuit een digitaal apparaat zoals
bepaald in de voorschriften voor radio-interferentie van Industry
Canada.
Le présent appareil numérique n’émet pas de bruits
radioélectriques dépassant les limitesapplicables aux appareils
numériques de Classe B prescrites dans le règlement sur le
brouillage radioélectrique édicté par Industrie Canada.
Bedoelde uitzendingen, volgens RSS 210
Dit apparaat voldoet aan de RSS 210-norm van Industry Canada.
Er moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan:
(1) dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet alle ontvangen interferentie tolereren, inclusief de
interferentie die kan leiden tot ongewenste werking.
L‘ utilisation de ce dispositif est autorisée seulement aux
conditions suivantes : (1) il ne doit pas produire de brouillage et (2)
l’ utilisateur du dispositif doit étre prêt à accepter tout brouillage
radioélectrique reçu, même si ce brouillage est susceptible de
compromettre le fonctionnement du dispositif.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
De term ‘IC’, dat voor het certificeringsnummer van het
apparaat staat, geeft alleen aan dat het apparaat voldoet aan
de technische specificaties van Industry Canada. Om eventuele
radio-interferentie voor andere gebruikers te reduceren, moet er
een type antenne en gain worden gekozen waarbij de effectief
uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van
een isotrope straler (EIRP; Equivalent Isotropically Radiated Power)
niet meer is dan het vereiste vermogen voor een succesvolle
communicatie. Om interferentie met radiosignalen van
gelicentieerde zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat
bestemd om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van
het raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
Pour empecher que cet appareil cause du brouillage au service
faisant l’objet d’une licence, il doit etre utilize a l’interieur et devrait
etre place loin des fenetres afin de Fournier un ecram de blindage
maximal. Si le matriel (ou son antenne d’emission) est installe a
l’exterieur, il doit faire l’objet d’une licence.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
143
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in Canada
als een ID-nummer van Industry Canada op het systeemlabel
wordt vermeld.
Bij gebruik van het draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11a is dit
product alleen geschikt voor gebruik binnenshuis omdat het in
het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door Industry
Canada wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt
omdat het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op
schadelijke storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde
kanaal vermindert.
Krachtige radar is als primaire gebruiker van de 5.25 tot
5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen.
Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het
beschadigen.
De maximale toegestane antenneversterking voor gebruik van
dit apparaat is 6 Db(i) om te voldoen aan de EIRP-limiet voor het
frequentiebereik tussen 5.25 tot 5.35 en tussen 5.725 tot 5.85 GHz
tijdens werken met een point-to-pointverbinding.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder
de limieten voor blootstelling aan RF-straling die door Industry
Canada zijn gesteld.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Om interferentie met radiosignalen van gelicentieerde
zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat bestemd
om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van het
raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan.
Modificaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
144
Telecommunicatie volgens DOC-kennisgeving
(voor producten voorzien van een modem dat voldoet
aan de IC-voorschriften)
Goedgekeurde apparatuur is te herkennen aan het label van
Industry Canada. Dit label geeft aan dat de apparatuur voldoet
aan bepaalde vereisten op het gebied van bescherming van het
telecommunicatienetwerk, werking en veiligheid. Het vormt geen
garantie dat de apparatuur zal voldoen aan de behoeften van de
gebruiker.
Voordat de gebruiker deze apparatuur installeert, dient deze te
controleren of het is toegestaan de apparatuur aan te sluiten op
de voorzieningen van het plaatselijke telecommunicatiebedrijf.
De apparatuur moet worden geïnstalleerd door middel van een
acceptabele aansluitmethode. In sommige gevallen kan de interne
bedrading van een enkelvoudige telefoonaansluiting worden
uitgebreid door middel van een goedgekeurde verdeeldoos.
De klant dient zich ervan bewust te zijn dat de kwaliteit van de
telefoonverbinding in sommige omstandigheden kan afnemen,
zelfs wanneer aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
Reparaties aan goedgekeurde apparatuur dienen te worden
verricht door een door de leverancier aangewezen geautoriseerde
Canadese serviceafdeling. Reparaties en en aanpassingen die
door de gebruiker op deze apparatuur worden uitgevoerd
en storingen in de werking van de apparatuur kunnen het
telecommunicatiebedrijf aanleiding geven de gebruiker te vragen
de apparatuur af te sluiten.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
De gebruiker dient voor zijn eigen veiligheid erop toe te zien dat
de elektrische aardeaansluitingen van de stroomvoorziening,
telefoonlijnen en het interne metalen waterleidingsysteem, indien
aanwezig, zijn verbonden. Deze maatregel is met name belangrijk
in plattelandsgebieden.
Probeer niet zelf elektrische aardeaansluitingen aan te leggen,
om schokken en storingen in de apparatuur te voorkomen.
Neem contact op met de betreffende inspectiedienst of een
elektricien.
Het Ringer Equivalence Number (de aansluitfactor) van
het terminalapparaat geeft een indicatie van het maximum
aantal terminals dat mag worden aangesloten op een
telefoonaansluiting. Op elke aansluiting mag een willekeurige
combinatie van apparaten worden aangesloten, op voorwaarde
dat de som van de aansluitfactoren (REN-waarden) van alle
apparaten niet hoger is dan 5.
Este produto esta homologado pela ANATEL, de acordo com
os procedimentos regulamentados pela Resolucao 242/2000, e
atende aos requisitos tecnicos aplicados.
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não
tem direito a proteção contra interferência prejudicial, mesmo
de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a
sistemas operando em caráter primário.
145
Europese Unie
CE-merk van de Europese Unie en kennisgevingen met
betrekking tot naleving
Producten die bestemd zijn voor verkoop in de Europese Unie zijn
voorzien van een CE-merk (Conformité Européenne), dat aangeeft
dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke richtlijnen en
Europese standaards en amendementen die hieronder worden
vermeld. Daarnaast draagt deze apparatuur de aanduiding Class 2.
De volgende informatie is uitsluitend van toepassing op systemen
die zijn voorzien van het CE-merk
.
Europese richtlijnen
Deze IT-apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
volgende Europese richtlijnen:
•• EMC-richtlijn 2004/108/EC
Brazilië
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
•• Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC
•• R&TTE-richtlijn 1999/5/EC
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Informatie over de fabrikant
Samsung Electronics Co., Ltd.
416, Maetan-3Dong, Yeongtong-Gu, Suwon-City, Gyeonggi-Do,
443-742, Korea
Samsung Electronics Suzhou Computer Co., Ltd.
No. 198, Fangzhou Road, Suzhou Industrial Park, Jiangsu Province,
215021, China
Tel.: +86-512-6253-8988
Zie de garantie of neem contact op met de verkoper van het
product voor het internetadres of telefoonnummer van het
Samsung Service Centre.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
146
Informatie over Europese goedkeuring voor
zendapparatuur (voor producten die zijn uitgerust met
zendapparatuur die is goedgekeurd door de EU)
Dit product is een notebookcomputer; in dit notebooksysteem,
dat bestemd is voor gebruik thuis of op kantoor, kunnen draadloze
netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een
laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen
de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als
deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te
controleren of draadloze componenten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze componenten die zich in uw systeem
bevinden mogen alleen in de Europese Unie en aanverwante
gebieden worden gebruikt indien een CE-merk
met het
registratienummer van een aangemelde instantie en een
waarschuwingssymbool op het etiket zijn aangebracht.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder de
limieten voor blootstelling aan RF-straling die door de Europese
Commissie in de R&TTE-richtlijn zijn gesteld.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Zie de beperkingen voor 802.11b en 802.11g die gelden in
specifieke landen of regio’s binnen landen in het gedeelte
“Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte”
hieronder.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Verklaringen betreffende de naleving van de R&TT-richtlijn
van de EU
Česky
[Czech]
Samsung tímto prohlašuje, že tento Notebook
PC je ve shodě se základními požadavky a
dalšími příslušnými ustanoveními směrnice
1999/5/ES.
Dansk
[Danish]
Undertegnede Samsung erklærer herved, at
følgende udstyr Notebook PC overholder de
væsentlige krav og øvrige relevante krav i
direktiv 1999/5/EF.
Deutsch
[German]
Hiermit erklärt Samsung, dass sich das Gerät
Notebook PC in Übereinstimmung mit den
grundlegenden Anforderungen und den
übrigen einschlägigen Bestimmungen der
Richtlinie 1999/5/EG befindet.
Eesti
[Estonian]
Käesolevaga kinnitab Samsung seadme
Notebook PC vastavust direktiivi 1999/5/
EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist
tulenevatele teistele asjakohastele sätetele.
English
Hereby, Samsung, declares that this Notebook
PC is in compliance with the essential
requirements and other relevant provisions of
Directive 1999/5/EC.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
147
Español
[Spanish]
Por medio de la presente Samsung declara
que el Notebook PC cumple con los requisitos
esenciales y cualesquiera otras disposiciones
aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE.
Ελληνική
[Greek]
ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Samsung ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ
Notebook PC ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ
ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ
ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ.
Français
[French]
Par la présente Samsung déclare que l’appareil
Notebook PC est conforme aux exigences
essentielles et aux autres dispositions
pertinentes de la directive 1999/5/CE.
Italiano
[Italian]
Con la presente Samsung dichiara che questo
Notebook PC è conforme ai requisiti essenziali
ed alle altre disposizioni pertinenti stabilite
dalla direttiva 1999/5/CE.
Latviski
[Latvian]
Ar šo Samsung deklarē, ka Notebook PC atbilst
Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un
citiem ar to saistītajiem noteikumiem.
Šiuo Samsung deklaruoja, kad šis Notebook PC
Lietuvių
atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/
[Lithuanian]
EB Direktyvos nuostatas.
Nederlands
[Dutch]
Hierbij verklaart Samsung dat het toestel
Notebook PC in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Malti
[Maltese]
Hawnhekk, Samsung, jiddikjara li dan
Notebook PC jikkonforma mal-ħtiāijiet
essenzjali u ma provvedimenti oħrajn relevanti
li hemm fid-Dirrettiva 1999/5/EC.
Magyar
[Hungarian]
Alulírott, Samsung nyilatkozom, hogy a
Notebook PC megfelel a vonatkozó alapvetõ
követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv
egyéb elõírásainak.
Polski
[Polish]
Niniejszym Samsung oświadcza, Ŝe Notebook
PC jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz
pozostałymi stosownymi postanowieniami
Dyrektywy 1999/5/EC.
Samsung declara que este Notebook PC está
Português
conforme com os requisitos essenciais e outras
[Portuguese]
disposições da Directiva 1999/5/CE.
Slovensko
[Slovenian]
Samsung izjavlja, da je ta Notebook PC v skladu
z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi
določili direktive 1999/5/ES.
Slovensky
[Slovak]
Samsung týmto vyhlasuje, že Notebook PC
spĺňa základné požiadavky a všetky príslušné
ustanovenia Smernice 1999/5/ES.
Suomi
[Finnish]
Samsung vakuuttaa täten että Notebook
PC tyyppinen laite on direktiivin 1999/5/
EY oleellisten vaatimusten ja sitä koskevien
direktiivin muiden ehtojen mukainen.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
148
Svenska
[Swedish]
Härmed intygar Samsung att denna Notebook
PC står I överensstämmelse med de väsentliga
egenskapskrav och övriga relevanta
bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/
EG.
Íslenska
[Icelandic]
Hér með lýsir Samsung yfir því að Notebook PC
er í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur,
sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC.
Samsung erklærer herved at utstyret Notebook
Norsk
PC er i samsvar med de grunnleggende krav og
[Norwegian]
øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
Türkiye
[Türkçe]
Bu belge ile, Samsung bu Notebook PC’nin
1999/5/EC Yönetmeliğinin temel gerekliliklerine
ve ilgili hükümlerine uygun olduğunu beyan
eder.
Voor de EU-conformiteitsverklaring voor dit product (alleen
in het Engels) gaat u naar: http://www.samsung.com/uk/
support/download/supportDownMain.do en kunt u naar het
modelnummer van het product zoeken.
Indien de conformiteitsverklaring voor het model waarin u bent
geïnteresseerd niet beschikbaar is op onze website, kunt u contact
opnemen met uw leverancier.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte
Plaatselijke beperkingen op het gebruik van 802.11b/802.11g
zendapparatuur
[Opmerking aan de integrator: De volgende verklaringen
met betrekking tot plaatselijke beperkingen moeten worden
gepubliceerd in alle documentatie voor eindgebruikers die bij het
systeem of product wordt geleverd waarin het draadloze product
is opgenomen.]
In verband met het feit dat de frequenties die worden
gebruikt door draadloze netwerkapparatuur volgens de
standaard 802.11b/802.11g mogelijk nog niet voor alle landen
is geharmoniseerd, worden producten die werken volgens
de standaard 802.11b/802.11g ontworpen voor gebruik in
specifieke landen of regio’s en mogen deze niet worden
gebruikt in landen of regio’s buiten de landen/regio’s
waarvoor de producten bestemd zijn.
Als gebruiker van deze producten bent u ervoor
verantwoordelijk erop toe te zien dat de producten
uitsluitend worden gebruikt in de landen of regio’s waarvoor
ze bestemd zijn en te controleren dat ze zijn geconfigureerd
met de juiste frequenties en kanalen voor het land en
de regio waarin ze worden gebruikt. Afwijkingen van de
toegestane instellingen en beperkingen in het land of de
regio van gebruik kunnen een overtreding vormen van de
plaatselijke wetten en als zodanig worden bestraft.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
149
De Europese variant is bestemd voor gebruik binnen de volledige
Europese Economische Ruimte. De toetstemming voor het
gebruik in bepaalde landen of regio’s binnen landen is echter als
volgt verder beperkt:
Algemeen
Europese standaards schrijven een maximaal zendvermogen voor
van 100 mW effectief isotropisch uitgestraald vermogen, en een
frequentiebereik tussen 2400 en 2483,5 MHz.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
België
Het product mag buitenshuis worden gebruikt, maar voor
gegevensoverdracht over een afstand van 300 m of meer is een
vergunning van de BIPT vereist.
Deze beperking dient als volgt in deze handleiding te worden
vermeld:
Dans le cas d’une utilisation privée, à l’extérieur d’un bâtiment, audessus d’un espace public, aucun enregistrement n’est nécessaire
pour une distance de moins de 300m. Pour une distance
supérieure à 300m un enregistrement auprès de l’IBPT est requise.
Pour une utilisation publique à l’extérieur de bâtiments, une
licence de l’IBPT est requise. Pour les enregistrements et licences,
veuillez contacter l’IBPT.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
Frankrijk
Voor grootstedelijke departementen:
2,400 - 2,4835 GHz voor gebruik binnenshuis.
2,400 - 2,454 GHz (kanalen 1 tot 7) voor gebruik buitenshuis.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
150
CTR 21 - Aansluitvereisten voor Pan-Europese goedkeuring
voor de aansluiting op het analoge openbare telefoonnetwerk
(PSTN) van TE (met uitzondering van TE-ondersteunende
spraaktelefoondiensten) waarbij netwerkadressering, indien van
toepassing, geschiedt via toonkiezen (DTMF).
Voor Guadeloupe, Martinique, St Pierre et Miquelon, Mayotte:
2,400 - 2,4835 GHz voor gebruik binnen en buiten.
Voor Réunion, Guyane:
2,400 - 2,4835 GHz voor gebruik binnenshuis.
2,420 - 2,4835 GHz voor gebruik buitenshuis (kanalen 5 tot 13)
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Informatie over telecommunicatie in Europa
(voor producten die zijn uitgerust met een modem dat
is goedgekeurd door de EU)
Het symbool
geeft aan dat de apparatuur voldoet aan de
richtlijn voor zend- en telecommunicatieapparatuur 1999/5/EC. De
markering betekent dat de apparatuur tenminste voldoet aan de
volgende technische standaards:
Hoewel deze apparatuur zowel kan worden gebruikt
met pulskiezen als toonkiezen, gelden alleen wettelijke
voorschriften voor signalering door middel van toonkiezen.
Het is daarom sterk aan te bevelen de apparatuur in te
stellen voor toonkiezen voor het verkrijgen van toegang tot
openbare en particuliere noodhulpdiensten. Toonkiezen
maar ook sneller kiezen van nummers mogelijk.
Deze apparatuur is voldoet aan raadsbesluit 98/482/EEC - “CTR
21” voor Pan-Europese enkelvoudige aansluiting op het openbare
telefoonnetwerk (PSTN).
In verband met verschillen tussen de openbare telefoonnetwerken
in verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zich geen
onvoorwaardelijke garantie dat de apparatuur op elke PSTNaansluiting goed zal werken. Neem in geval van problemen
contact op met de technische ondersteuning van de fabrikant.
Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften
RTC CAUTION
CAUTION : Danger of explosion if battery is incorrectly replaced.
Replace only with the same or equivalent type recommended
by the manufacturer. Discard used batteries according to the
Manufacturer’s instruction.
Attention: Danger d’explosion si les piles sont mal palcées.
Remplacez les piles usagées uniquement par des piles de type
identique ou équivalent recommandees par is fabriquant. Otez les
piles usagées selon les instructions du fabriquant.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
151
Informatie Over Het WEEE-Merk
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Pb
152
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit
dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het
informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische
accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander
huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke
gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen,
moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een
verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van
materiaalbronnen wordt bevorderd.
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet
samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid.
De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het
kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de
referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte
accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de
winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier
en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen.
Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering
van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte
accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor
recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s
en batterijen in uw omgeving.
Gecertificeerd voor TCO (uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Gefeliciteerd!
Félicitations
!
Dit product is voorzien van een TCO-certificaat voor
gebruiksgemak en milieu
Het product dat u zojuist hebt gekocht, is
voorzien van de aanduiding TCO Certified. Dit
betekent dat uw computer is ontworpen,
geproduceerd en getest volgens een aantal van
de strengste prestatie- en milieu-eisen ter wereld. Dit topproduct
is ontworpen met het oog op de gebruiker en heeft een minimale
uitwerking op het klimaat en het milieu.
TCO Certified is een geverifieerd programma van een derde partij,
waarbij elk productmodel door onpartijdig, bevoegd personeel
wordt getest in een testlaboratorium. Alle criteria zijn ontwikkeld
door TCO Development in samenwerking met een internationaal
team van wetenschappers, productexperts, gebruikers en
fabrikanten.
Hier volgen een aantal van de eigenschappen die bij dit product
worden aangeboden:
Gebruiksgemak – Op maat gemaakt
•• Goede visuele ergonomie en beeldkwaliteit: gegarandeerde
topkwaliteit en lager risico op vermoeide ogen. Verschillende
vereisten op het gebied van belichting, contrast, resolutie en
kleur
•• Ingebouwde optie om een extern beeldscherm en toetsenbord
en een externe muis aan te sluiten (aanbevolen wanneer u
langere tijd met een notebook of netbook werkt)
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
153
•• Ergonomisch toetsenbordontwerp – voor verhoogd
gebruiksgemak en goede leesbaarheid
•• Volledig getest volgens zeer strenge veiligheidsnormen
•• Lage emissie van elektrische en magnetische velden. Lage
akoestische ruisniveaus
Milieu – Ontworpen voor de planeet
•• Het bedrijf dat het merk produceert, geeft blijk van sociale
verantwoordelijkheid en beschikt over een gewaarmerkt
milieubeheersysteem (EMAS of ISO 14001)
•• Zeer laag energieverbruik in inactieve modus en stand-by:
beperkte uitwerking op het klimaat
•• Beperkingen van schadelijke materialen: vlamvertragers met
chloor en broom, weekmakers, plastic en zware metalen als
cadmium, kwik, lood en hexavalent chroom (een verbod op
kwik en beperkingen op schadelijke vlamvertragers ligt buiten
het bereik van compliantie met RoHS)
•• Zowel het product als de verpakking is ontworpen voor
recycling
•• Het bedrijf dat het merk produceert, biedt retouropties aan
Ga voor meer informatie naar
www.tcodevelopment.com
TCO Certified – Technologie voor u en voor de planeet
TCOF1190 TCO-document versie 2.0
Productspecificaties
De systeemspecificaties kunnen per modelvariant verschillen.
Raadpleeg de productcatalogus voor gedetailleerde
systeemspecificaties.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Classificatie pc
(optioneel)
19VDC 3.16A (60W), 19VDC 4.74A (90W)
Processor (optioneel)
Intel® Core™ i5/i7 Processor
Werkgeheugen
Geheugentype: DDR3 SODIMM
•• Optionele componenten worden mogelijk niet
meegeleverd, of mogelijk worden andere componenten
geleverd, afhankelijk van het computermodel.
Hoofdchipset
Intel HM76
•• De systeemspecificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Opslagapparaat
(optioneel)
9.5mmH SATA 2 HDD
SSD
AMD Radeon™ HD 8870M (PowerExpress)
Grafische kaart
(optioneel)
AMD Radeon™ HD 8770M (PowerExpress)
AMD Radeon™ HD 8850M (PowerExpress)
AMD Radeon™ HD 8750M (PowerExpress)
Intel® HD Graphics (intern)
Temperatuur:
Gebruiksomgeving
-5~40°C voor opslag, 10~35°C in bedrijf
Luchtvochtigheid:
5~90% voor opslag, 20~80% in bedrijf
Classificatie
Invoer) 100-240VAC, 50~60Hz,
wisselstroom/
gelijkstroom (optioneel) Uitvoer) 19VDC 3.16A, 19VDC 4.74A
154
•• De capaciteit van de vaste schijf van een computer waarop
de Recovery is geïnstalleerd wordt als lager vermeld dan is
aangegeven in de productspecificatie.
•• De geheugencapaciteit die Windows kan gebruiken,
kan lager zijn dan de daadwerkelijk beschikbare
geheugencapaciteit.
Productspecificaties
Gedeponeerde handelsmerken
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
ENERGY STAR®-partner
Als ENERGY STAR®-partner heeft SAMSUNG bepaald dat
dit product voldoet aan de ENERGY STAR®-richtlijnen
voor efficiënt energieverbruik.
Samsung is een gedeponeerd handelsmerk van Samsung Co., Ltd.
Intel, Core zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel
Corporation.
Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
The terms HDMI and HDMI High-Definition Multimedia Interface,
and the HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of
HDMI Licensing LLC in the United States and other countries.
JBL is een handelsmerk van Harman International Industries,
Incorporated, geregistreerd in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
Alle andere product- of bedrijfsnamen die hierin worden
genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
155
HDMI
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
156
In de woordenlijst wordt de terminologie die in deze handleiding wordt gebruikt verklaard. Raadpleeg de online Help van Windows voor
andere termen
Apparaatbeheer
Delen
Hulpprogramma voor het beheren van computerapparatuur. Met
Apparaatbeheer kunt u hardware toevoegen en verwijderen en
stuurprogramma’s bijwerken.
Het toegankelijk maken van een systeembron, zoals een map of
printer, zodat andere gebruikers er ook toegang toe hebben.
Back-up
Dit verwijst naar het automatisch toewijzen van IP-adressen aan
gebruikers op het netwerk door netwerkbeheerders.
Methode voor het opslaan van actuele gegevens zodat deze later
zonodig kunnen worden teruggehaald. Met behulp van een backup kunnen computergegevens worden hersteld in geval van
beschadiging van de gegevens of de computer.
Client
Een computer die gebruik maakt van gedeelde netwerkbronnen
die toegankelijk worden gemaakt door een server.
DDR SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic Random
Access Memory)
DRAM is een geheugentype waarvan de cellen bestaan uit een
condensator en transistor en dat tegen lage kosten kan worden
gefabriceerd. SDRAM is een geheugentype waarvan de prestaties
zijn verbeterd door de interne klok ervan te synchroniseren met de
externe processorklok. DDR SDRAM is een geheugentype waarvan
de prestaties zijn verbeterd door de bedrijfssnelheid van SDRAM
te verdubbelen en dan momenteel alom wordt gebruikt. Deze
computer gebruikt DDR SDRAM.
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
Direct X
Een toepassingsinterface die het voor Windows-toepassingen
mogelijk moet maken toegang te verkrijgen tot hardwareapparaten
op zeer hoge snelheid. Om spellen met beeld en geluid van
hoge kwaliteit te kunnen realiseren moeten grafische kaarten,
geluidskaarten en het geheugen op zeer grote snelheid
werken. DirectX maakt snellere communicatie mogelijk tussen
toepassingen en hardwareapparaten. Door toepassing van DirectX
zijn de multimediaprestaties van Windows enorm verbeterd.
D-sub (D-subminiature)
Dit is een kabel voor verbinding met een algemene CRT-monitor
en de computer. Via deze kabel worden analoge videosignalen
uitgevoerd.
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
157
Dvd (Digital Versatile Disk)
LAN (Local Area Network)
Dvd werd ontwikkeld ter vervanging van de compact disc (cd).
Hoewel de disc even groot is en dezelfde vorm heeft als een cd, is
de capaciteit van een dvd tenminste 4,7 GB, terwijl de capaciteit
van een cd 600 MB is. Dvd-video is digitaal, in tegenstelling tot VHS
(analoog), en ondersteunt MPEG2-compressie en digitaal geluid.
Voor het afspelen van een dvd is een dvd-station vereist.
Beveiligingssysteem dat wordt gebruikt voor het beschermen van
een intern netwerk of intranet tegen aanvallen van buitenaf door
middel van een verificatieprocedure.
Een communicatienetwerk dat de verbinding vormt tussen
computers, printers en andere apparaten binnen een lokaal gebied,
bijvoorbeeld binnen een gebouw. Het LAN stelt alle aangesloten
apparaten in staat te communiceren met andere apparaten
binnen het netwerk. In een hedendaags LAN wordt de Ethernettechnologie gebruikt die is ontwikkeld aan het begin van de jaren
tachtig. Voor aansluiting op een Ethernet is een netwerkkaart, ook
wel LAN-kaart, Ethernet-kaart of netwerkinterfacekaart genoemd,
noodzakelijk. Voor uitwisseling van gegevens tussen computers
is naast de hardwareapparatuur een protocol vereist. In Windows
wordt TCP/IP gebruikt als het standaardprotocol.
Gedeelde map
LCD (Liquid Crystal Display)
Een map die kan worden gebruikt door andere gebruikers binnen
het netwerk.
Dit is een digitale video/audio-interfacespecificatie waarmee videoen audiosignalen via één kabel worden verzonden.
Er zijn LCD-typen met een passieve matrix en een actieve matrix.
Deze computer gebruikt een LCD met een actieve matrix,
aangeduid als een TFT LCD. Aangezien een LCD wordt gevormd
door transistors in plaats van een beeldbuis, kan het scherm heel
plat worden gemaakt. En omdat het scherm niet knippert, heeft de
gebruiker minder snel last van vermoeide ogen.
IEEE802.XX
Netwerk
Dit is een set specificaties die is ontwikkeld door het 802commité van de IEEE voor de LAN-verbindingsmethode met de
naam XX.
Een groep computers en apparaten, zoals printers en scanners,
verbonden door een communicatielijn. Een netwerk kan groot
en klein zijn, en kan permanent zijn verbonden door middel
van kabels, of tijdelijk door middel van een telefoonlijn of een
draadloze verbinding. Het grootste netwerk is het internet, een
wereldwijd netwerk.
Firewall
HDMI
Woordenlijst
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
158
Netwerkbeheerder
Protocol
Gebruiker die het netwerk plant, configureert en beheert. De
netwerkbeheerder wordt soms ook wel de systeembeheerder
genoemd.
Een protocol is een set regels die door computers worden
gebruikt om met elkaar over een netwerk te communiceren.
Een protocol is een conventie of standaard die de communicatie
en gegevensoverdracht tussen twee computereindpunten
beheert of mogelijk maakt. Het definieert de procedures
voor gegevensoverdracht en het overdrachtsmedium voor
effectievere netwerkfuncties.
Oplaadbare USB
Dit programma levert stroom aan een specifieke USB-poort
wanneer dit systeem zich in de energiebesparingsstand of
slaapstand bevindt of uitstaat.
Partitie
Dit verwijst naar het opdelen van de opslagruimte van een vaste
schijf in verschillende gebieden, partities genaamd. Als een vaste
schijf van 100 GB wordt gepartitioneerd in twee partities van
50 GB, kan de vaste schijf worden gebruikt alsof er twee vaste
schijven aanwezig zijn.
PCMCIA-kaart (Personal Computer Memory Card International
Association)
Dit is een uitgebreide kaartsleufspecificatie voor mobiele
computers, zoals notebooks. Niet alleen het geheugen, maar
ook de meeste randapparaten, zoals vaste schijven, LAN-kaarten,
enzovoort kunnen worden aangesloten op deze kaartsleuf.
Pictogram
Een kleine afbeelding die een bestand of ander object
vertegenwoordigt dat de gebruiker kan gebruiken.
SDHC-kaart (Secure Digital High Capacity)
Dit is een uitbreiding van de SD-kaart met ondersteuning voor
meer dan 2 GB.
Server
Een server is in het algemeen een computer die gedeelde bronnen
toegankelijk maakt voor netwerkgebruikers.
Slaapstand
Energiemodus waarin energie wordt bespaard wanneer de
computer niet wordt gebruikt. Wanneer de computer in de
slaapstand wordt gezet, worden de gegevens in het geheugen
van de computer niet opgeslagen op de vaste schijf. Als de
stroomtoevoer wordt uitgeschakeld, gaan de gegevens in het
geheugen verloren.
Woordenlijst
Sluimerstand
Energiemodus waarbij alle gegevens in het geheugen op de
vaste schijf worden opgeslagen en de processor en vaste schijf
worden uitgeschakeld. Op het moment dat de sluimerstand
wordt beëindigd, worden alle toepassingen die waren geopend
teruggebracht in hun laatste toestand.
Snel starten
Een werkbalk die zodanig kan worden geconfigureerd dat u
met één muisklik een programma als Internet Explorer kunt
starten of het bureaublad van Windows kunt vrijmaken. U kunt
zelf pictogrammen toevoegen aan de werkbalk Snel starten en
programma’s die u veel gebruikt starten door op dat pictogram te
klikken.
Stuurprogramma
Software die zorgt voor de communicatie tussen de hardware
en het besturingssysteem. het besturingssysteem kent de
hardwaregegevens en bestuurt de hardware. Het stuurprogramma
wordt in het algemeen bij de corresponderende hardware.
Systeembestand
Een bestand dat wordt gelezen en gebruikt door het Windowsbesturingssysteem. Systeembestanden mogen in het algemeen
niet worden verwijderd of verplaatst.
Systeemvak
Het gebied aan de rechterkant van de taakbalk, met onder andere
pictogrammen voor volumeregeling en energiebeheer en een klokje.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
159
TCP/IPv4
Dit is een adressysteem van 4 bytes (32 bits) waarbij elke byte (8
bits) wordt gescheiden door een punt en elke byte staat voor een
decimaal nummer.
USB (Universal Serial Bus)
Standaard voor een seriële interface, ontworpen ter vervanging
van traditionele interfacestandaards als RS232 en PS/2.
De specificaties voor gegevensoverdracht vormen een onderdeel
van de interfacestandaarden voor het aansluiten van randapparaten
op een computer. Deze specificaties zijn USB 1.0, 1.1, 2.0 en 3.0.
Het wordt aanbevolen randapparaten te kunnen ondersteunen
die hoge gegevenssnelheden vereisen, zoals een AV-apparaat,
secundaire HDD of CD-RW. Hoe hoger de versie (bijvoorbeeld USB
3.0), hoe hoger de beschikbare gegevenssnelheid.
Windows Media Player
Multimediaprogramma dat deel uitmaakt van Windows. Met
dit programma kunt u mediabestanden afspelen, een audiocd maken, luisteren naar een radio-uitzending, mediabestanden
opzoeken en beheren, bestanden kopiëren naar een draagbaar
apparaat, enzovoort.
Index
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
A
K
Aanraakvlak
59
AP
80
B
Batterij
Klikken
110
S
59
L
LCD helderheid
75
Bedraad netwerk
76
M
Beveiligingssleuf
98
Monitoraansluiting / uitvoer
68
BIOS-instellingen
100
Multicardsleuf
65
C
Cd-station
D
110
Opstartprioriteit
106
Draadloos netwerk
80
DualView
69
P
Dubbelklikken
59
Productspecificaties
G
61
Slepen
60
Sneltoets
55
SoundAlive
74
Statusindicatoren
28
103
Support Center
97
SW Update
96
V
Opladen
Overzicht
Scrollen
Supervisorwachtwoord
O
63
160
26
Veiligheidsinstructies
Volumeregeling
R
Gebruikerswachtwoord
104
Recorder
73
Geheugen
107
Recovery
115
73
W
Wachtwoord
154
6
103