de software van uw Garmin navigatietoestel regelmatig bij te
werken om zowel de software als de camera up-to-date te
houden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Garmin
navigatietoestel voor meer informatie over het bijwerken van de
software.
De camerasoftware bijwerken
Voordat u de camerasoftware kunt bijwerken, moet u de camera
koppelen met een compatibel Garmin navigatietoestel (De
camera met een Garmin navigatietoestel koppelen, pagina 3).
Selecteer een optie op het gekoppelde Garmin
navigatietoestel:
• Maak verbinding met een Wi‑Fi
®
netwerk en
selecteerInstellingen > Updates > Installeer alles.
• Installeer alle beschikbare updates met de Garmin
Express
™
toepassing.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Garmin
navigatietoestel voor meer informatie.
Het navigatietoestel downloadt updates voor het toestel zelf en
voor uw BC 40 camera, indien beschikbaar. De volgende keer
dat het toestel verbinding maakt met uw camera, wordt de
update automatisch naar de camera verzonden. U ziet een
bericht en een voortgangsindicator op het scherm van het
navigatietoestel terwijl de camera wordt bijgewerkt. Het
installeren van de camera-update duurt ongeveer een minuut.
De versie van de camerasoftware controleren
Voordat u de versie van de camerasoftware kunt controleren,
moet u de camera koppelen met een compatibel Garmin
navigatietoestel (De camera met een Garmin navigatietoestel
koppelen, pagina 3).
1
Selecteer Instellingen > Toestel > Over op het gekoppelde
Garmin navigatietoestel.
Het toestel geeft versie-informatie weer voor alle software op
het toestel.
2
Zoek de cameranaam in de lijst.
Het versienummer van de software wordt naast de
cameranaam weergegeven.
Specificaties
Batterijtype 2 verwijderbare AA-batterijen van 1,5 V.
Lithium aanbevolen.
Waterbestendigheid
camera en zender
IEC 60529 IPX7
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20° tot 70°C (van -4° tot 158°F)
Draadloze frequenties/
draadloze protocollen
Wi‑Fi 2,4 GHz bij +13 dB nominaal
Bluetooth
®
2,4 GHz
Problemen oplossen
Het duurt lang voordat de camera verbinding
maakt of de camera maakt helemaal geen
verbinding
Uw camera heeft mogelijk een zwakke draadloze verbinding met
uw navigatietoestel als het lang duurt om videobeelden weer te
geven op het navigatietoestel, als de video vaak wordt
gepauzeerd of gebufferd of als de camera helemaal geen
videobeelden weergeeft op uw navigatietoestel. Interferentie
met de verbinding kan worden veroorzaakt door andere
draadloze signalen, de voertuigbedrading of de structurele
elementen van uw voertuig.
U kunt de volgende opties proberen om de stabiliteit van de
draadloze verbinding tussen uw camera en uw navigatietoestel
te verbeteren.
• Plaats het navigatietoestel op een andere locatie op het
dashboard of de voorruit.
• Haal de camera uit de steun, draai de camera ondersteboven
en plaats deze terug in de steun.
Als de camera met het Garmin logo ondersteboven wordt
geplaatst, wordt de video automatisch gedraaid wanneer de
camera weer verbinding maakt met het navigatietoestel om
een correct beeld te leveren. Als u de camera ondersteboven
houdt, verandert de positie van de draadloze antenne en dat
kan de kwaliteit van de verbinding soms verbeteren.
• Bevestig de camera op een andere locatie op de
kentekenplaat.
Als uw camera bijvoorbeeld aan de bovenkant van uw
kentekenplaat is gemonteerd, kunt u proberen deze naar de
onderkant van de kentekenplaat te verplaatsen of andersom.
• Probeer een of meer van deze opties om bronnen van Wi‑Fi
interferentie te verminderen:
◦ Stel de draadloze router in uw huis in op gebruik van een
ander kanaal dan kanaal 11.
De camera communiceert met uw navigatietoestel via een
2,4 GHz Wi‑Fi signaal op kanaal 11. Verlaag het aantal
toestellen in de buurt dat hetzelfde kanaal gebruikt, dat
kan de kwaliteit van de draadloze verbinding soms ten
goede komen.
◦ Schakel de Wi‑Fi radio uit op andere toestellen in uw auto,
zoals uw smartphone of mobiele Wi‑Fi hotspot.
De camera werkt niet goed bij koud weer
Als u problemen ondervindt met de draadloze verbinding van de
camera of de videostabiliteit bij koud weer, dient u te controleren
of u AA-lithiumbatterijen in het toestel hebt geplaatst. Alkaline-
en NiMH-batterijen lopen snel leeg bij lage temperaturen en
zelfs gloednieuwe alkaline- of NiMH-batterijen werken mogelijk
helemaal niet als het bijzonder koud is. AA-lithiumbatterijen
gaan langer mee en bieden meer consistente voeding, vooral in
koude omgevingen.
Appendix
Overwegingen bij de installatie van de steun
voor campers
LET OP
Garmin raadt aan dat een ervaren installateur met de juiste
kennis van camper- en waterdichte systemen de steun
installeert. Als u de steun verkeerd monteert, kan dit schade aan
het voertuig of de camera tot gevolg hebben.
Als u zich niet houdt aan de installatievoorschriften, kan dit
leiden tot schade aan de camera of het voertuig. Garmin is niet
verantwoordelijk voor schade veroorzaakt aan de camera of het
voertuig tijdens de installatie of als gevolg van het loskoppelen
van de camerasteun van het voertuig.
U kunt de optionele campersteun gebruiken om de camera op
een andere plek op uw camper dan bij de kentekenplaat te
installeren.
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij de keuze
van een locatie voor het installeren van de campersteun.
• U moet een geschikte montageplaats voor de camera kiezen
voordat u gaten in het voertuig boort. Controleer of het
camerabeeld vanaf de montageplaats de gewenste
zichtbaarheid biedt. U moet ook controleren of de steun goed
op het montageoppervlak kan worden bevestigd en of de
bevestigingsschroeven de binnenbedrading of
camperfuncties niet kunnen hinderen.
• U moet de juiste bevestigingsschroeven gebruiken voor het
externe montageoppervlak van uw voertuig. De
meegeleverde bevestigingsschroeven zijn alleen bedoeld
voor installatie op campers met glasvezel aan de buitenzijde
6 Problemen oplossen