Miller MAXSTAR 150 S de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
Beschrijving
TIG-lassen (GTAW)
Beklede elektrodelassen
(SMAW)
OM-2242/dut 208 580AB
2012−02
Lasstroombron
Maxstar 150 S, STL,
en STH
met Auto-Linet
CE en niet CE modellen
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels 7..................................................
2-2. Symbolen en definities 8................................................................
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) 8....................................
HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE GEGEVENS EN INSTALLATIE 9..................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 9.................
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 9..............................
3-3. Technische gegevens 9.................................................................
3-4. Inschakelduur en oververhitting 10........................................................
3-5. Stroom-spanning grafieklijnen 10..........................................................
3-6. Informatie over de 6-pens contrastekker (allen voor modellen STL en STH) 10....................
3-7. Elektrische service voor 230 VAC 11.......................................................
3-9. Een locatie bepalen en de netstekker aansluiten 12..........................................
3-10. 1-fase ingaand vermogen voor 230 VAC aansluiten 13........................................
HOOFDSTUK 4 − WERKING 14.................................................................
4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 14...................................................
4-2. Keuze van het lasproces (allen voor modellen STL) 14........................................
4-3. Keuze van het lasproces (allen voor modellen STH) 15.......................................
4-4. Lift-Arcen TIG-puls startprocedures 15.....................................................
4-5. Instelprocedure voor het TIG-proces en het terugzetten van de fabrieksinstellingen (allen voor modellen
STH) 16...............................................................................
HOOFSTUK 5 − ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN 18...................................
5-1. Routineonderhoud 18...................................................................
5-2. Overbelastingsbeveiliging 18.............................................................
5-3. Storingen verhelpen 19..................................................................
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA 20.....................................................
COMPLETE ONDERDELENLIJST - www.MillerWelds.com
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
Maxstar 150 S 907351
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
Standards:
IEC 609741: 2005 Arc Welding Equipment – Welding Power Sources
IEC 6097410: 2007 Arc Welding Equipment Electromagnetic Compatibility Requirements
EN 50445 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding, arc
welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields
(0 Hz – 300Hz) BS EN 50445:2008.
US Signatory:
_____________________________________ _________________________________________
David A. Werba
Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
241517C
October 29, 2010
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product Stock Number
Maxstar 150 STH 907352
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
Standards:
IEC 609741: 2005 Arc Welding Equipment – Welding Power Sources
IEC 609743: 2007 Arc Welding Equipment – Arc Striking and Stabilizing Devices
IEC 6097410: 2007 Arc Welding Equipment – Electromagnetic Compatibility Requirements
EN 50445 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding, arc
welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields
(0 Hz – 300Hz) BS EN 50445:2008.
US Signatory:
_____________________________________ ____________________________________
David A. Werba
Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
October 29, 2010
241540C
OM-2242 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELENLEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_2011−10
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
Draag de kabels niet op uw lichaam.
Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
OM-2242 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-2242 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoen-
de aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-2242 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-2242 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de
toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit
voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om
zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring
tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-2242 Pagina 6
OM-2242 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels
A. Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
zoals door de symbolen wordt aangegeven.
1 Een elektrische schok van een
laselektrode of de bedrading kan dodelijk
zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde
handschoenen. De elektrode niet met de
blote hand aanraken. Geen natte of
kapotte handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische
schokken door uzelf te isoleren van het
werk en de aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact of zet de machine af,
voordat u aan de machine gaat werken.
2 Het inademen van lasdampen kan
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen
af te voeren.
3 Lasvonken kunnen ontploffingen of
brand veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt van
het laswerk. Niet lassen vlakbij
brandbare stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand veroorzaken.
Zorg dat er een brandblusapparaat in de
buurt is en zorg dat er een
toezichthouder is die klaarstaat om dit
gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen ogen en
huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd dicht.
Gebruik een lashelm met de juiste
filtersterkte. Draag bescherming voor uw
hele lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de machine
gaat werken of gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het ook niet
over en dek het niet af.
A
A
A
OM-2242 Pagina 8
2-2. Symbolen en definities
A
Ampère Ingangsspanning
S
Geschikt op plaat-
sen met verhoogd
electrocutiegevaar
Beklede
elektrode−lassen
V
Volt
Toename/afname
kwantiteit
1-fase frequentieomvormer-transformator-
gelijkrichter
Uitgangsspanning Negatief Positief
Hz
Hertz
Gasinvoer Hoge temperatuur Gelijkstroom Lijnverbinding
Percent
X
Inschakelduur
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele
belastingsspanning
Wisselstroom
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
I
1ma
x
Maximale nominale
voedingsstroom
I
2
Nominale
lasstroom
I
1eff
Maximale effectieve
voedingsstroom
Van op afstand Lift-arc Start (TIG) TIG−lassen
Proces TIG pulserend
HF-impuls-start
(TIG)
Aan
Uit
Het label bevindt
zich aan de onder-
zijde van de unit
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)
Voer dit product niet af met het nor-
male afval.
Bezorg elektrisch en elektronisch
(WEEE) afval, bij een recycle de-
pot.
Neem contact op met een recycle-
bedrijf of distributeur voor meer in-
formatie
OM-2242 Pagina 9
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS EN INSTALLATIE
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm.
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de onderkant te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. De gegevenslabels van CE modellen tonen ook de volgende
symbolen: CE, CCC, WEE en IEC 60974−1. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van deze handleiding, in het daarvoor be-
stemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-3. Technische gegevens
Ingangsver-
mogen
eenfase
wisselstroom
AC
Nominale
uitgangsspanning
IP
graad
Lasstroom-
bereik
Max. spanning
open circuit,
wisselstroom
(Uo)
Gemiddelde
start piek-
spanning
(Up)
Ingaande
stroom bij
nominale
uitgangsbe-
lasting,
50/60Hz,
éénfase
KVA bij
inscha-
kelduur
KW
115 Volt
Beklede
Elektrode 15A
70A bij 22,8 V/DC,
100% inschakelduur
23 20 − 100A
90V
*12-16
**15 KV
17.4 2.0 1.9
115 Volt TIG
15 A
100A bij 14 V/DC,
100% inschakelduur
23 5 − 100A
18.4 2.1 2.1
115 Volt
Beklede
Elektrode 20 A
70A bij 22,8 V/DC,
100% inschakelduur
23
20 − 100A
90V
*12-16
**15 KV
17.4 2.0 1.9
100A bij 24,0 V/DC,
35% inschakelduur
23 26.4 3.0 3.0
115 Volt TIG
20 A
100A bij 14,0 V/DC,
100% inschakelduur
23
5 − 150A
90V
*12-16
**15 KV
18.4 2.1 2.1
150A bij 16,0 V/DC,
30% inschakelduur
23 28.0 3.4 3.1
230 Volt
Beklede
Elektrode
100A bij 24 V/DC,
100% inschakelduur
23
20 − 150A
90V
*12-16
**15 KV
13.1 3.0 2.8
150A bij 26,0 V/DC,
30% inschakelduur
23 21.6 4.9 4.7
230 Volt TIG
100A bij 14,0 V/DC,
100% inschakelduur
23
5 − 150A
90V
*12-16
**15 KV
8.3 2.0 1.9
150A bij 16,0 V/DC,
30% inschakelduur
23 14.2 3.2 3.1
Gewicht 6.2 kg
Afmetingen H: 229 mm, B: 140 mm, L: 337 mm
*Open spanning voor Beklede Elektrode en TIG-Lift-Arc
** Boogontstekings unit is gemaakt voor handmatig gebruik.
OM-2242 Pagina 10
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat kan
lassen op nominale belasting zonder
oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, is er
geen lasspanning meer, en gaat het
oververhitting-LED-lampje branden en
de koelventilator gaat draaien. Laat het
systeem vijftien minuten afkoelen.
Verlaag de stroomsterkte voor u weer
gaat lassen of verlaag de inschakel-
duur
OPGELET− Door overschrijding
van de inschakelduur kan het appa-
raat beschadigen en daarmee komt
de garantie te vervallen.
3-4. Inschakelduur en oververhitting
Percentage inschakelduur
Uitgangsstroom
0
50
100
150
200
250
10 100
STICK
(230V)
TIG/STICK
(115V 15A)
STICK
(115V 20A)
50
TIG (115V 20A
& 230V)
208 608-D
Percentage inschakelduur
3-5. Stroom-spanning grafieklijnen
De stroom−spanning grafieklijnen geven de minimaal en de maximaal mogelijke uitgangsspanning en -stroom aan van
de voedingsbron voor het lasapparaat. De grafieklijnen van de andere instellingen vallen tussen de aangegeven krommen.
208 604-B
TIG/Beklede
Elektrode maximaal
TIG minimaal
Beklede
Elektrode
minimaal
Ampère
Volt
115 V/AC ingangspanning
230 V/AC ingangspanning
Ampère
Volt
TIG/Beklede
Elektrode maximaal
Beklede
Elektrode
minimaal
TIG minimaal
100
80
60
40
20
0
0 50 100 150 200
100
80
60
40
20
0
0 50 100 150 200
3-6. Informatie over de 6-pens contrastekker (allen voor modellen STL en STH)
Ref. 803 351-C
AFSTANDS-
BEDIEND 6
Con-
tact-
doos
Contactdoosinformatie
UITGANG
(CONTACT-
SCHAKE-
LAAR)
15 VOLT DC
1 Contactschakelaarregeling +13,8 V/DC.
2 Door verbinding te maken met contact 1 komt de
machine in en maakt uitgangsspanning mogelijk als
TIG-Lift-Arc met afstandbediening wordt gekozen.
AFSTANDS-
BEDIENDE
UITGANGS-
SPANNING
3 Uitgangsspanning naar afstandsbediening:
+10 V/DC.
4 0 tot +10 V/DC ingaand stuursignaal vanaf
de afstandsbediening.
5 Gemeenschappelijke van het afstandsbedienings-
circuit.
GEMEENSCHAP-
PELIJKE NUL
6 Gemeenschappelijke chassis.
OM-2242 Pagina 11
3-7. Elektrische service voor 230 VAC
Het automatische-lijncircuit in dit systeem past de voedingsbron automatisch aan aan de primaire spanning die wordt toegepast. Controleer de
ingangsspanning die op de werkplek voorhanden is. Dit systeem kan aangesloten worden op elke bron tussen 120-230 V/AC zonder dat de kap
hoeft te worden verwijderd om de voedingsbron opnieuw te koppelen.
De voedingspanning mag niet meer dan +/− 10% afwijken van de aanbevolen waarde. Indien de voedingsspanning buiten dit bereik valt, dan is
mogelijk geen lasvermogen beschikbaar.
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
50/60 Hz Monofase
Ingaande spanning (V) 230
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A) 13.1
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères
Automatische zekering
1
Traag
2
15
Normaal
3
20
Min. afmeting invoerconductor in mm
2
,
4
2.5
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 44
Min. afmeting aardingsconductor in mm
2
,
4
1.5
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5” Zie UL 248.
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik − geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).
4 De geleidergegevens in deze sectie geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur
conform NEC-tabel 310,15(B)(16). Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie
NEC-tabel 400,5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
3-8. Keuze van de verlengkabel (zo kort mogelijk kiezen)
Ingangsspanning
éénfase wisselstroom
Kabeldikte − AWG [mm
2
]*
4 [25] 6 [16] 8 [10] 10 [6] 12 [4]
Maximaal toegelaten kabellengte in mtr.
115 49 33 22 14 9
230 144 98 66 45 27
*Kabelsectie is gebaseerd op een spanningsval van maximaal 3%.
OM-2242 Pagina 12
1 Schouderband voor
lasstroombron
Til het systeem op met behulp van de
band.
! Verplaats het apparaat niet naar
en gebruik het niet op plaatsen
waar het kan omvallen.
! De installatie moet voldoen aan
alle nationale en lokale regels
en voorschriften - alleen daar-
toe bevoegde personen mogen
deze installatie uitvoeren.
! Mogelijk is een speciale instal-
latie nodig, wanneer er benzine
of vluchtige vloeistoffen aan-
wezig zijn − zie NEC artikel 511
of CEC sectie 20.
Het Auto-Line circuit in dit apparaat
past zich automatisch aan, aan de
ingangsspanning, hetzij 115 of 230
V/AC.
OPGELET− De stekker NIET van de
voedingskabel afknippen en niet op-
nieuw bedraden. De stekker van de
voedingskabel en de pluggen zijn ge-
schikt voor standaard NEMA contras-
tekkers. Als u de voedingskabel, de
stekker of de pluggen aanpast, vervalt
daarmee deproductgarantie.
Voor een ingaande spanning van 115
Volt wisselstroom is een afzonderlijke
stroomkring van 15 of 20 ampère no-
dig die wordt beschermd door een
stroomonderbreker of zekeringen met
vertraagde werking. Zie voor een in-
gaande spanning van 230 Volt wissel-
stroom Sectie 3-7.
2 Stekker van voedingskabel
3 Plug − NEMA type 5-15P
4 Contrastekker − NEMA Type
5-15R (moet de klant zelf voor
zorgen)
5 Plug − NEMA type 6-50P
6 Contrastekker − NEMA Type
6-50R (moet de klant zelf voor
zorgen)
Kies de plug voor de contrastekker
van de stroomvoorziening ter plekke.
Breng de plug aan op de adapter van
de voedingskabel. Druk tijdens het
vastdraaien van de schroefverbinding
op de adapter tot de verbinding volle-
dig strak vast zit.
Sluit de stekker aan op de contrastek-
ker.
2
3-9. Een locatie bepalen en de netstekker aansluiten
460 mm
460 mm
1
4
3
2
5
6
Vereisten voor de luchtstroom−afstand
Ref. 803 351-D / 237 014-A
OM-2242 Pagina 13
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en voor-
schriftenalleen daartoe bevoegde
personen mogen deze installatie uit-
voeren.
! Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aan-
sluit.
! Sluit altijd eerst de groene of groen-
gele stroomgeleider aan op een voe-
dingsmassaklem en nooit op een
lijnklem.
Zie het label met de technische gegevens
op het systeem en controleer de beschikba-
re invoerspanning op de werkplek.
1 Zwart−witte ingaande draad (L1 en
L2)
2 Groene of groengele aardegeleider
3 Voedingskabel.
4 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar
staat afgebeeld in de OFF-stand)
5 Ontkoppel de aardingsklem van het
apparaat
6 Ontkoppel de lijnklemmen van het
apparaat
Sluit eerst de groene of groengele
aardstroomgeleider aan op de ontkoppelde
aardingsklem van het apparaat.
Sluit de ingaande geleiders L1 en L2 aan op
de ontkoppelde lijnklemmen van het
apparaat.
7 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand van
Sectie 3-7 (afgebeeld: gezekerde
ontkoppelingsschakelaar).
8 ContrastekkerNEMA Type 6-50R
(moet de klant zelf voor zorgen)
Sluit de toegangsdeur van het
scheidingsmechanisme en sluit hem stevig
af. Verwijder de blokkering en zet de
schakelaar in de ON-stand.
3-10. 1-fase ingaand vermogen voor 230 VAC aansluiten
803 766-B / Ref. 802 443-A
4
3
L1
L2
1
2
1
5
6
7
L1
L2
230 VAC, 1
8
Benodigde gereedschappen:
= GND/PE
aarding
OM-2242 Pagina 14
HOOFDSTUK 4 − WERKING
1 Lampje gereed (LED)
Dit LED gaat ongeveer twee seconden
branden, nadat de hoofdschakelaar is
ingeschakeld, Alleen bij de stand Lift-Arc of
beklede Elektrode. Als TIG-stand is gekozen,
gaat deze LED pas branden als de uitgangs-
spanning is ingeschakeld. De LED geeft aan
dat er stroom staat op het apparaat en dat het
klaar is om te gaan lassen. Een knipperend
LED geeft aan dat er een storing is.
De motor van de ventilator wordt gestuurd
d.m.v. een thermostaat.
2 Hoge-temperatuur-lampje (LED)
Dit LED gaat branden als het systeem overver-
hit raakt. Als het systeem weer is afgekoeld,
kan verder worden gegaan met lassen. Als dit
LED blijft branden, laat dan een bevoegd
onderhoudsmonteur naar het systeem kijken.
3 Afstelling stroomsterkte
Met deze regeling stelt u de lasstroom in.
4 Proceskeuzeschakelaar
Zie Sectie 4-3.
5 Positieve laskabelaansluiting
Om te lassen met Beklede Elektrode moet u de
elektrodekabel aansluiten op deze contrastekker.
Voor TIG-lasen moet u de aardkabel aansluiten
op deze contrastekker.
6 Negatieve laskabelaansluiting
Om te lassen met Beklede Elektrode moet u de
aardkabel aansluiten op deze contrastekker.
Voor TIG-lasen moet u de toortskabel aansluiten
op deze contrastekker.
7 Contrastekker afstandsbediening
Voor TIG-puls of TIG-Lift-Arc kan de uitvoer-
spanning met een afstandsbediening op het
voorpaneel worden afgesteld van min tot max.
8 Hoofdschakelaar
Zet de schakelknop naar behoefte op de On (I)
of Off (0) stand.
9 Gasinvoeraansluiting
Aansluiting heeft een 5/8–18 rechtse draad.
10 Gasflesventiel
De gasfles lichtjes openen om vuil van het
mondstuk weg te blazen. Terug dichtdraaien.
11 Gasontspanner/stroommeter
12 Debietregeling
Een typische waarde is 7,1 Liters per minuut
(max. 621 kPa).
De door de klant geleverde gasleiding tussen
de gasontspanner en de gasinvoeraansluiting
bevestigen.
4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
7
5
6
4
8
3
2
1
11
10
12
9
Ref. 803 375-A / 233 167-A
4-2. Keuze van het lasproces (allen voor modellen STL)
1 Drukschakelaar voor proceskeuze
Kies het gewenste lasproces met de regelknop.
Blijf op drukschakelaar drukken tot het lampje
(LED) voor het gewenste proces gaat branden.
2 Lift-Arc ontstekingsmethode
Op deze stand moet men met de elektrode con-
tact maken met het werkstuk. Daarna de toorts
langzaam van het materiaal halen (zie Sectie
4-4).
3 Stick (SMAW)
When selected, Adaptive Hot Start and DIG cir-
cuitry are energized.
4 Lift Arc Start (Remote)
Een TIG start methode waarbij de elektrode in
contact moet komen met het werkstuk en de
kontakten 1 en 2 van de afstandbediening aans-
luiting (zie hoofdstuk 3-6) gesloten moeten zijn
om een lasboog te doen ontstaan.
1
Drukken Drukken
2
3
Drukken
4
=LED brandt niet =LED brandt
OM-2242 Pagina 15
4-3. Keuze van het lasproces (allen voor modellen STH)
1 Drukschakelaar voor proceskeuze
Kies het gewenste lasproces met de regel-
knop. Blijf op drukschakelaar drukken tot
het lampje (LED) voor het gewenste proces
gaat branden.
2 TIG- starten d.m.v. toortsschakelaar
Op deze stand word een Hoogfrequent
onsteeksignaal op de uitgang gezet.
(zie Sectie 4-4).
3 Stand TIG-lassen pulserend
Op deze stand word een Hoogfrequent ont-
steeksignaal op de uitgang gezet.
De lasstroom is tevens pulserend.
Pulserend will zeggen dat de lasstroom
continue veranderd van laag naar hoog.
Zie Sectie 4-5 voor het veranderen van de
pulsfrequentie.
4 TIG-puls met Lift-Arc ontstekings-
methode
Op deze stand wordt de ontstekingsmethode
voor het TIG-puls-lassen met Lift-Arc geacti-
veerd (zie Sectie 4-4).
5 Lift-Arc ontstekingsmethode
Op deze stand moet men met de elektrode
contact maken met het werkstuk. Daarna
de toorts langzaam van het materiaal halen
(zie Sectie 4-4).
6 Beklede Elektrode (SMAW)
Op deze stand staat er lasspanning op
de uitgangen. De zogenaamde hotstart is
ingeschakeld.
1
Drukken
en loslaten
Drukken
en loslaten
Drukken
en loslaten
Drukken
en loslaten
Drukken
en loslaten
2
3
4
5
6
=LED brandt niet =LED brandt =LED knippert
4-4. Lift-Arc en TIG-puls startprocedures
Lift-Arc ontsteking
1 TIG-elektrode
2 Lasobject
Raak met de wolfraam elektrode het
werkstuk aan, houdt hem 1 à 2 seconden
vast, til de elektrode langzaam op; er
vormt zich een boog.
Er kan een open spanning aanwezig
zijn voordat de wolfraam elektrode het
werkstuk raakt.
TIG-puls
Wanneer er laspanning aanwezig is
wordt het HF ingeschakeld, waardoor er
een boog onstaat zonder het werkstuk
aan te raken. Wanneer er eenmaal een
boog aanwezig is schakelt het HF uit.
1
Geen lucifers aansteken!
2
Op de tekeningen is de zogenaamde Lift-arcMethode
te zien. Gebruik deze methode niet in de stand met
toortsschakelaar
”Aanraken”
1 − 2
seconden
OM-2242 Pagina 16
4-5. Instelprocedure voor het TIG-proces en het terugzetten van de fabrieksinstellingen
(allen voor modellen STH)
Keuzemogelijkheden:
Optie 1 − Keuzemogelijkheid sstartmethode (keuze uit 3):
1 - Standaard startmethode − wordt meestal gebruikt in combinatie
met een afstandsbediening voor de stroomregeling. Standaard start-
methode geeft een contactloze ontsteking . In de Lift- Arc-stand
maakt het ook een Lift-Arc-ontsteking mogelijk, met een afstandsbe-
diening.
2 - Lift-Arc paneelregeling − maakt ook een Lift-Arc-ontsteking
mogelijk zonder gebruik te maken van een afstandbediening
(toortsschakelaar). De liftarcmethode wordt gebruikt, wanneer HF
niet is toegestaan.
3 - 2T start met vasthoud functie − in de HF-stand gebruikt in
combinatie met een drukknop toortsschakelaar. In de Lift-Arcstand
activeert men met deze schakelaar het starten en stoppen van de
lasstroom (zie Sectie 4-4) Tevens komt dan de kratervuller in
werking. Deze Auto Crater laat de lasstroom geleidelijk afnemen
waardoor er geen laskrater ontstaat.
Om de startmethode te veranderen moet u naar de instelfunctie gaan
zoals hierboven is beschreven en is afgebeeld op de volgende pagina.
Optie 2 pulsfrequentie: Kies een van de volgende vier intervallen:
0,5 PPS, 1 PPS, 2,5 PPS of 60 PPS.
Om de pulsfrequentie te veranderen moet u naar de instelfunctie
gaan zoals hierboven is beschreven en is afgebeeld op de volgende
pagina.
De fabrieksinstellingen weer terugzetten
De fabrieksinstellingen weer terugzetten: druk op de processchake-
laarl en houd het ingedrukt terwijl u het apparaat aanzet. De LED’s
voor Gereed en Hoge temperatuur gaan om en om knipperen. Blijf
het schakelpaneel ongeveer 10 seconden lang ingedrukt houden tot
de LED’s gelijktijdig knipperen. Laat het schakelpaneel los. De origi-
nele fabrieksinstellingen zijn nu weer hersteld. De LED’s blijven
knipperen tot het lasapparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat
weer in om weer te kunnen gaan lassen.
Fabrieksinstellingen:
Startmethoden: TIG-puls-Standaard; Lift-Arc−Aan
Startmethoden (allen voor modellen 907 136-014):
TIG-puls-Standaard; Lift-Arc−Standaard
Pulsfrequentie − 2,5 PPS
Instelprocedure
1 Hoofdschakelaar
2 Proces-drukschakelaar
3 LED: Gereed
4 LED: Hoge temperatuur
5 LED: TIG HF
6 LED: TIG-puls
7 LED: TIG Lift-Arc
8 LED: Beklede elektrode
Zo komt u in de instelfunctie: schakel de
hoofdschakelaar in en houdt tegelijkertijd de
proces-drukschakelaar ongeveer 5 seconden
lang ingedrukt tot de LED’s voor Gereed (3)
en Hoge temperatuur (4) om en om knipperen.
2
1
3
4
2
5
6
7
8
OM-2242 Pagina 17
Standaard
Lift-Arc
paneelregeling
2T start en
vasthoudfuntie
2,5 PPS
60 PPS
0,5 PPS
1 PPS
De LED’s geven de actieve keuze aan
LED aan = Gekozen mogelijkheid bij Optie 1 of 2
LED knippert = Actieve Optie
Om de veranderingen te
bewaren en uit de instel-
functie te gaan moet u de
toortsschakelaar indruk-
ken en loslaten of de
voeding uitschakelen en
wachten tot de lichtjes
uitgaan, waarna u het
toestel weer inschakelt.
Indrukken en vasthouden om te bladeren van
optie naar optie.
Laat het los bij de gewenste mogelijkheid.
Optie 1
Optie 2
Startmethode
Pulsfrequentie (PPS)
Druk op de paneelschakelaar en laat het weer
los om de actieve startmethode te zien. Blijf op
de paneelschakelaar drukken en laat het dan
weer los om van startmethode te veranderen.
Druk op de paneelschakelaar en laat
het weer los om de actieve pulsfrequentie
te zien. Blijf op de paneelschakelaars
drukken en laat het dan weer los om
van pulsfrequentie te veranderen.
Als er binnen 5 seconden geen actie wordt onder-
nomen, begint het LED voor Optie 1 te knipperen
en blijft de laatst gekozen startmethode actief.
Als er binnen 5 seconden geen actie wordt onderno-
men, begint het LED voor Optie 2 te knipperen en
blijft de laatst gekozen pulsfrequentie actief.
OM-2242 Pagina 18
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD EN PROBLEMEN
OPLOSSEN
5-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint.
Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
= Controleer = Vervangen = Reinigen Δ = Repareer = Vervang
* uit laten voeren door een door de fabriek erkende onderhoudsmonteur.
elke 3
maan-
den
Laskoppelingen
 Labels Gasslangen
Δ Kabels en snoeren
elke 6
maan-
den
Reinig maandelijks bij intensief gebruik
! De kast niet verwijderen als u de binnenzijde van het apparaat schoon blaast
De binnenzijde uitblazen. Blaas lucht door de ventilatieopeningen voor en achter.
5-2. Overbelastingsbeveiliging
803 375-A
1 Aanvullende beschermer CB1
CB1 beschermt het systeem tegen
overbelasting. Als CB1 open gaat,
schakelt het systeem zichzelf uit.
Aanvullende beschermer CB1
weer op de beginstand zetten
1
OM-2242 Pagina 19
5-3. Storingen verhelpen
Probleem Oplossing
Geen lasspanning; het apparaat werkt
totaal niet; Gereed-LED brandt niet.
Schakel de voedingsschakelaar in.
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk, of reset de stroombevelilging.
Zorg ervoor dat de voedingskabel is aangesloten, en er voedingsspanning aanwezig is.
Geen lasspanning; Gereed-LED brandt. Controleer of de laskabel(s) los in de contrastekker(s) zitten en zet ze goed vast.
Controleer of er een slechte verbinding is tussen de aardklem en het werkstuk, en herstel dit.
Geen lasspanning; Hoge-temperatuur-
LED brandt.
Het apparaat is oververhit waardoor het thermisch is uitgeschakeld. Laat het apparaat afkoelen met
de ventilator aan (zie Sectie 3-4).
Kortere inschakelduur of minder stroomsterkte.
Controleer of er sprake is van een geblokkeerde of slechte luchtstroming naar het apparaat
(zie Sectie 3-9).
Geen lasspanning; Hoge-temperatuur-
LED knippert.
Schakel de voedingsstroom uit en weer in. Als de LED blijft knipperen, ga dan naar een bevoegde
onderhoudsmonteur.
Geen lasspanning. De blauwe LED
knippert continu en de gele LED brand
t
niet.
De netspanning is te hoog of te laag. De lijnspanning moet binnen een marge van ±10% liggen.
Het systeem moet even rusten. Schakel de voeding uit en vervolgens weer in. Als het probleem hiermee
niet is opgelost, laat dan een bevoegd onderhoudsmonteur naar het apparaat kijken.
Geen lasspanning. De blauwe LED
knippert herhaaldelijk 3 maal. De gele
LED brandt niet.
De toortsschakelaar staat ingeschakeld Schakel deze uit, wacht 5 seconden en start de machine
opnieuw.
Geen lasspanning. De blauwe LED
knippert herhaaldelijk 4 maal. De gele
LED brandt niet.
Het systeem moet even rusten. Schakel de voeding uit en vervolgens weer in. Als het probleem hiermee
niet is opgelost, laat dan een bevoegd onderhoudsmonteur naar het apparaat kijken.
Onregelmatige of onjuiste lasboog of
lasspanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en het juiste type (raadpleeg uw dealer).
Schoonmaken en vastzetten van aansluitingen.
Controleer de polariteit en keer deze om controleer of er slechte verbindingen naar het werkstuk zijn
en herstel dit.
De ventilator werkt niet. Het systeem is niet voldoende opgewarmd om ventilatorkoeling in te laten komen.
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek erkende onderhoudsmonteur de ventilatormotor en het stuurcircuit nakijken.
Problemen met het lassen met een be
-
klede elektrode: moeilijk starten; slechte
laskarakteristieken, ongewoon spatten
.
Gebruik een elektrode van het juiste type en het juiste formaat.
Controleer de polariteit van de elektrode en keer deze om; controleer of er slechte verbindingen zijn
en herstel dit.
Zorg dat er geen afstandsbediening is aangesloten.
Problemen met TIG-lassen: een weglo
-
pende boog; moeilijk starten; slechte las
-
karakteristieken; problemen met spatten.
Gebruik wolfraam van het juiste type en het juiste formaat.
Gebruik op de juiste wijze geprepareerd wolfraam.
Controleer de polariteit van de elektrode en keer deze om.
Problemen met TIG-lassen: de wol
-
fraam elektrode oxideert en blijft niet hel
-
der na het lassen.
Scherm het lasgebied af tegen tocht.
Controleer op juiste type beschermgas.
Kijk de gaskoppelingen na en draai ze aan.
Controleer de polariteit van de elektrode en wissel deze om.
OM-2242 Pagina 20
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 6-1. Stroomkringschema voor lasstroombronnen
Waarschuwing
Gevaar voor
electrische schok
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u
deze installatie installeert of nakijkt.
Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.
Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik
en het onderhoud laten doen.
219 466-H
Geldig vanaf 1 januari 2012
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MC” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPGELET: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie
(geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt− en CoolBand−ventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en −sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn
ingebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperi-
ode van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke
van de twee het langste duurt.)
* Flowregelaars− en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS−RJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE/XT plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPGELET: Garantie van Digitale Recorders wordt
verzorgd door de fabrikant zelf.
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate −laspistolen)
* PAPR−ventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings− en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdek−draadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (niet−geïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet- en handafstandsbedieningen met
ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
* M−pistolen
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCS−RJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneck−pistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf
zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 2012−01
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2012 Miller Electric Mfg. Co 2012-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
1 / 1

Miller MAXSTAR 150 S de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor