• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keren dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alles
open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren.
• Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als
dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
14.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
14.3 Wasmiddelen en andere
behandelingen
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal
bedoeld zijn voor wasmachines:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• Gebruik de verschillende soorten
wasmiddelen niet tegelijkertijd.
• Denk aan het milieu en gebruik niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
• Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
• Gebruik de aanbevolen wasmiddelen
voor het type en de kleur van het
wasgoed, voor de
programmatemperatuur en voor de
mate van vervuiling.
14.4 Tips voor milieuvriendelijk
gebruik
• Kies een programma zonder voorwas
om normaal vervuild wasgoed te
wassen.
• Start het wasprogramma altijd met de
maximaal toegestane
wasgoedbelading.
• Als u de vlekken voorbehandelt of
een vlekkenverwijderaar gebruikt, stel
dan een programma in met een lage
temperatuur.
• Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
14.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
www.aeg.com
34