Zanussi ZDI200N Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

AFWASAUTOMAAT
LAVE-VAISSELLE
ZDI 200
Gebruiksaanwijzing bladzijde 2
Notice d’utilisation page 20
NL
F
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 3
Afdanken 3
Economisch en milieubewust afwassen 3
Installatie 4
Inbouw-aanwijzingen 4
De afwasmachine waterpas zetten 4
Bevestigen aan aangrenzende keukenmeubelen 4
Watertoevoer 4
Toevoerslang met veiligheidsklep 4
Waterafvoer 5
Elektrische aansluiting 5
Beschrijving van het apparaat 6
Het bedieningspaneel 7
Voordat u de machine in gebruik neemt 8
Waterontharder instellen 8
Zoutreservoir vullen 9
Glansmiddelreservoir vullen 9
Dagelijks gebruik 10
Plaatsing van het serviesgoed en het bestek 10
Gebruik van de onderste korf 10
Bestekmandje 11
Gebruik van de bovenste korf 11
Hoogteregeling bovenste korf 12
Afwasmiddel 12
Verschillende soorten afwasmiddel 13
Programma-overzicht 14
Een afwasprogramma starten 15
Onderhoud 16
Schoonmaken van de zeven 16
Als de machine langere tijd buiten gebruik is 16
Bescherming tegen vorst 16
Vervoeren van de machine 16
Wat te doen, als... 17
Service en onderdelen 18
Toelichtingen voor testinstituten 19
Inhoud
2
Afmetingen Breedte 59.6 cm
Hoogte 81.8 - 87.8 cm
Maximale diepte 57.5 cm
Maximale diepte bij open deur 114 cm
Elektrische aansluiting: De nominale aansluitgegevens staan op het typeplaatje aan de
Netspanning/frequentie binnenkant van de deur.
Aansluitwaarde
Zekering
Waterdruk Minimum 50 kPa (0.5 bar)
Maximum 800 kPa (8 bar)
Capaciteit 12 couverts
Technische gegevens
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan
iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient
de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het
apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Installatie
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat
hebt vastgesteld, meldt u dit dan, voor u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of
de eigenschappen daarvan te veranderen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen het
apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische
huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit
apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe-
en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie
van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het apparaat
aan het keukenmeubel moet worden vastgeschroefd dan
moet u zich daaraan houden om te voorkomen dat het
apparaat voorover kiept als de beladen onderkorf op de
deur staat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te
laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
Houd afwasmiddel, glansmiddel en speciaal zout uit de
buurt van kinderen.
Drink nooit het water dat zich in de afwasautomaat bevindt.
Restjes afwasmiddel kunnen in de machine achterblijven.
Zorg ervoor dat deze restjes nooit in aanraking komen met
uw huid en dat ze nooit ingeslikt worden, hetgeen
verstikking tot gevolg zou kunnen hebben. Houd dus
kinderen uit de buurt van het apparaat, wanneer de deur
openstaat.
Tijdens het gebruik
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkgerei.
Voorwerpen die bevuild zijn met verf, chemicaliën,
agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de
afwasautomaat.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt,mag tijdens
het in werking zijn de vuldeur niet geopend worden; mocht
dat onverhoopt toch gebeuren, schakel het apparaat dan
voortijds geheel uit, eventueel door de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor huishoud-
afwasmachines.
Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en
leeghalen, altijd dicht is. Zo voorkomt u dat iemand over de
open deur struikelt en zich bezeert.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aangeeft, het
apparaat na gebruik volledig uit en draai de
watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeveling om het
apparaat door middel van een tegen barsten beveiligde
toevoerslang op de waterkraan aan te sluiten. Een stijve
polyethyleen slang is barstbestendig.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de binnenkant
van de machine. U zou zich kunnen bezeren aan
uitstekende metalen delen.
Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico’s leiden. Wend u bij reparaties
altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandelaar.
Afdanken
Tijdens het transport moeten onze afwasmachines goed
beschermd worden, hoewel we proberen zo weinig mogelijk
verpakkingsmateriaal te gebruiken.
Al het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en kan
hergebruikt worden. De kartonnen delen zijn gemaakt van
kringlooppapier en de houten delen hebben geen speciale
behandelingen ondergaan.
De kunststoffen dragen de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen; bijv. de verpakkingsvellen.
>PS< voor polystyreen; bijv. de vulstukken (voornamelijk
CFK-vrij).
>POM< voor polyoximethyleen; bijv. de plastic klemmen.
Recycling en hergebruik van het verpakkingsmateriaal
betekent een besparing van grondstoffen en minder afval.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de speciaal daartoe
ingestelde verzamelpunten.
Informeer bij de gemeente naar de adressen van de
verzamelpunten.
Wanneer u uw oude apparaat wilt afdanken, dient u het vóór u
het wegdoet onbruikbaar te maken.
Let op! Kinderen kunnen zich al spelend in de afwasmachine
opsluiten en daar door verstikking om het leven komen.
Verwijder stekker en aansluitsnoer en maak de sluiting van de
deur onbruikbaar, zodat kinderen er zich niet in kunnen
opsluiten.
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor
verwerking van uw oude apparaat.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop
dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld.
Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met
het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met
de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met
de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Economisch en
milieubewust afwassen
Stel de waterontharder correct in.
Spoel het servies niet onder stromend water af.
Kies een programma aan de hand van soort servies en
mate van verontreiniging.
Doseer niet meer reinigingsmiddel, speciaal zout en
glansmiddel dan door de fabrikant van deze middelen en in
deze gebruiksaanwijzing wordt aangegeven.
Waarschuwingen en belangrijke adviezen
3
Waarschuwing!
Het apparaat mag alleen door een erkend elektro-
installateur worden aangesloten.
Verwijder alle verpakkingsonderdelen alvorens de
machine te plaatsen.
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij
aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
Inbouw-aanwijzingen
Deze afwasautomaat is bestemd voor inbouw.
Attentie!
Volg bij de montage van het paneel aan de deur en de
inbouw van de afwasautomaat de instructies op het
meegeleverde boorsjabloon.
De inbouwnis hoeft niet van ventilatie-openingen voorzien te
worden. Indien de nis van een achterwand voorzien is, dan is
het voldoende om openingen te maken voor het aansluitsnoer,
de toevoerslang en de afvoerslang.
De stelvoetjes met een groot regelbereik bieden de
mogelijkheid de hoogte van de machine te regelen.
Alle ingrepen waarbij inwendige componenten toegankelijk
zijn, moeten worden uitgevoerd wanneer de machine is
afgesloten van het elektriciteitsnet.
Verzeker u ervan dat de watertoevoer- en waterafvoerslang en
het netsnoer niet klem raken of geknikt worden tijdens het
plaatsen van de machine in de inbouwnis.
De afwasmachine waterpas zetten
Een waterpas installatie is van groot belang voor de goede
sluiting en waterdichtheid van de deur.
Verzeker u ervan dat de deur goed sluit, zonder wrijving aan
de zijkanten.
Regel de stelvoetjes zodanig dat de deur perfect sluit.
Bevestigen aan aangrenzende
keukenmeubelen
Om te voorkomen dat de afwasmachine gaat schudden, moet
hij d.m.v. de meegeleverde steuntjes aan het werkblad, aan
aangrenzende keukenkastjes of aan de muur worden
bevestigd.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 60°C,
aangesloten worden .
Wij adviseren u echter dat niet te doen omdat dan de
afwasresultaten niet altijd goed zullen zijn en daarnaast ook de
koude spoelgangen met warm water gebeuren, zodat van
besparing nauwelijks sprake is.
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de
noodzakelijke opwarmtijd ontbreekt. Dat is echter tevens één
van de redenen waarom, met name bij sterk verontreinigde
afwas, de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op een kraan
met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer met
snelaansluiting (press block).
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de "Technische
gegevens" vermelde waarde overschrijdt.
Voorkom scherpe bochten of knikken in de slang, omdat deze
de doorstroming van water kunnen vertragen of verhinderen.
Het uiteinde van de toevoerslang dat op de machine is
aangesloten, kan in iedere gewenste stand gedraaid worden
nadat de wartel is los gedraaid. Draai de wartel weer stevig
aan om waterlekkage te voorkomen. (Sommige modellen
zijn uitgerust met een toevoerslang zonder wartel. Bij deze
modellen is de toevoerslang niet verstelbaar).
Als de machine wordt aangesloten op nieuwe of lange tijd
ongebruikte leidingen, dan is het raadzaam om het water een
paar minuten te laten doorstromen alvorens de
watertoevoerslang op de machine aan te sluiten.
Gebruik een nieuwe slang voor de aansluiting.
De afwasmachine is voorzien van beveiligingen die voorkomen
dat het afwaswater in de drinkwaterleiding kan terugstromen
en die aan de terzake geldende veiligheidseisen voldoen.
Toevoerslang met veiligheidsklep
De veiligheidsklep bevindt zich in het slangeinde dat aan de
waterkraan wordt gekoppeld. Als de slang tijdens het innemen
van water gaat lekken, dan wordt de waterstroom door de
veiligheidsklep gestopt.
Sluit de toevoerslang goed aan:
- De elektrische bedrading voor de veiligheidsklep ligt in de
slang. Dompel de toevoerslang en/of de veiligheidsklep niet
in water.
- Als de toevoerslang en/of de veiligheidsklep beschadigd zijn,
dan moet u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact
trekken.
- Een toevoerslang met veiligheidsklep mag alleen door
bevoegde vakmensen of door de service-afdeling vervangen
worden.
- Plaats de toevoerslang zodanig dat hij nooit de hoogte van
de onderkant van de veiligheidsklep overschrijdt.
Installatie
4
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet kan
wegglijden.
2. In een gootsteen, indien de machine vrijstaand wordt
geplaatst. Gebruik daarvoor, indien aanwezig, de
meegeleverde slanghouder.
3. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en
100 cm (max.) boven de onderkant van het apparaat liggen.
De afvoerslang kan links of rechts van de afwasmachine
gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2
meter zijn en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die
van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook de binnendiameter
van de koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de
afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
Let op!
Al onze afwasmachines zijn voorzien van een beveiliging
die verhindert dat afvalwater in de machine kan
terugstromen. Als de sifon (afvoerpijp, zwanenhals) van de
gootsteen is voorzien van een eenrichtingsklep, dan kan
deze klep de waterlozing van de afwasmachine storen.
Daarom raden wij aan de klep te verwijderen.
Elektrische aansluiting
De gegevens met betrekking tot de elektrische aansluiting
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
Alvorens de stekker in het stopcontact te steken, moet u zich
van het volgende verzekeren:
1. Dat de netspanning die op het typeplaatje is vermeld
overeenkomt met de netspanning op de plaats van
installatie.
2. Dat de elektriciteitsmeter, de zekering, de elektrische leiding
en het stopcontact geschikt zijn voor de aansluitwaarde van
de afwasmachine. Verzeker u ervan dat de stekker in het
stopcontact past, zonder gebruik te maken van
verloopstekkers, meervoudige stekkerdozen en adapters.
Als de stekker niet in het stopcontact past, dan moet u het
stopcontact laten vervangen.
Om de afwasmachine spanningloos te maken, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken.
Let op!
Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, ook
wanneer het apparaat geïnstalleerd is.
Vervangen van het aansluitsnoer dient door een
erkend installateur te gebeuren.
Let op!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
5
Beschrijving van het apparaat
6
1. Vergrendeling bovenste korf
2. Regelknop van de waterontharder
3. Schroefdop van zoutreservoir
4. Afwasmiddelbakje
5. Bedieningspaneel
6. Typeplaatje
7. Glansmiddelreservoir
8. Zeven
9. Onderste sproeiarm
10. Bovenste sproeiarm
11. Bovenste korf
Multifunctionele toetsen: deze dienen voor het kiezen
van het afwasprogramma en met een combinatie van deze
toetsen zijn de volgende functies in te stellen:
- de waterontharder instellen,
- een lopend programma annuleren.
Toetsen voor programmakeuze: met deze toetsen
kunt u het gewenste afwasprogramma kiezen (zie
"Programma-overzicht").
Toets voor uitgestelde start: hiermee kunt u de start
van het afwasprogramma 3, 6 of 9 uur uitstellen.
Controlelampjes: deze hebben de volgende betekenis:
Wanneer er een afwasprogramma gekozen is, knipperen de
controlelampjes van de onderdelen van het gekozen
programma.
Wanneer het programma begint, doven de controlelampjes van
de programmaonderdelen.
Alleen het controlelampje van het onderdeel dat bezig is blijft
branden.
Wanneer er een programma bezig is, branden het zout- en
glansmiddel-lampje nooit, ook niet als er zout of glansmiddel
bijgevuld moet worden.
Het bedieningspaneel
7
Toets voor uitgestelde start
Multifunctionele toetsen
Controlelampjes
Handgreep
Bedrijfslampje
Toets aan/uit
Toetsen voor programmakeuze
Zout bijvullen: brandt als zout bijgevuld moet
worden.
Glansmiddel bijvullen: brandt als glansmiddel
bijgevuld moet worden.
Afwassen: brandt als het afwassen of het
naspoelen bezig is.
Drogen: brandt als het drogen bezig is.
Einde programma: brandt als het
afwasprogramma klaar is.
In de volgende gevallen wordt een lichtsignaal
gegeven:
- als de instelling van de waterontharder wordt
gewijzigd,
- in geval van storing.
Alvorens de afwasmachine in gebruik te nemen, moet u:
1. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is
aangesloten
2. alle transportbeveiligingen uit de machine verwijderen
3. de waterontharder instellen
4. 1 liter water in het zoutreservoir gieten en het daarna met
zout vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
Let op:
Als u "3 in 1" gecombineerde afwasmiddelen wilt
gebruiken, lees dan aandachtig de informatie in
"Verschillende soorten afwasmiddel".
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch werkende
ontharder die kalkafzetting op het servies en in de machine
voorkomt. Hoe meer kalk het leidingwater bevat, des te harder
is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen (zie
tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in.
Informatie daarover kunt u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De waterontharder moet op twee manieren worden ingesteld:
zowel handmatig d.m.v. de regelknop van de waterontharder
als elektronisch d.m.v. de multifunctionele toetsen.
a) Handmatige instelling
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem de onderste korf uit de machine.
3. Draai de regelaar op stand 1 of 2 (zie tabel).
4. Plaats de onderste korf weer in de machine.
De fabrieksinstelling is stand
"2".
b) Elektronische instelling
De fabrieksinstelling is stand 5.
1. Schakel de machine uit en druk op de aan/uit toets; het
bedrijfslampje gaat branden (programmeerstand).
Als het controlelampje van slechts één programmatoets gaat
branden, dan is er een afwasprogramma gekozen.
Het gekozen programma moet geannuleerd worden: de
multifunctionele toetsen 2 en 3 tegelijkertijd ongeveer 2
seconden ingedrukt houden. Als de 2 seconden om zijn
gaan alle controlelampjes aan (behalve het bedrijfslampje
en, indien aanwezig, het zout- en glansmiddel-lampje),
hetgeen aangeeft dat het programma geannuleerd is en de
machine naar de programmeerstand teruggekeerd is
2. Druk de multifunctionele toetsen 2 en 3 tegelijkertijd in; de
controlelampjes van de multifunctionele toetsen 1, 2 en 3
knipperen.
3. Druk op multifunctionele toets 1; de controlelampjes van de
multifunctionele toetsen 2 en 3 gaan uit terwijl het
controlelampje van multifunctionele toets 1 blijft knipperen.
Tegelijkertijd begint het programma-einde-lampje
te knipperen. De huidige instelling van de waterontharder
wordt aangegeven door het aantal knippersignalen van het
programma-einde-lampje (zie tabel).
Bijvoorbeeld:
5 knippersignalen = stand 5
4. Om de instelling te wijzigen, drukt u op multifunctionele
toets 1.
Iedere druk op de toets verhoogt de stand met 1 stap.
(Zie de tabel voor de keuze van de geschikte
hardheidsstand).
Voorbeelden:
Als de huidige hardheidsstand 5 is, dan zet u deze op 6
door eenmaal op multifunctionele toets 1 te drukken.
Als de huidige hardheidsstand 10 is, dan zet u deze op 1
door eenmaal op multifunctionele toets 1 te drukken.
Het controlelampje van multifunctionele toets 1 blijft ca. 5
seconden uit en geeft daarna met een aantal knipperingen
de nieuwe instelling aan.
5. Om de nieuwe instelling in het geheugen op te slaan,
schakelt u de machine uit d.m.v. de aan/uit toets of u wacht
60 seconden, waarna de machine automatisch naar de
programmeerstand terugkeert.
Voordat u de machine in gebruik neemt
8
in °dH
(Duitse graad)
handmatig elektronisch
51 - 70
43 - 50
37 - 42
29 - 36
23 - 28
19 - 22
15 - 18
11 - 14
4 - 10
< 4
mmol/l
(millimol per liter,
internationele eenheid
voor waterhardheid)
Bereik
9,0 - 12,5
7,6 - 8,9
6,5 - 7,5
5,1 - 6,4
4,0 - 5,0
3,3 - 3,9
2,6 - 3,2
1,9 - 2,5
0,7 - 1,8
< 0,7
IV
IV
IV
IV
IV
III
III
II
I/II
I
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
stand 10
stand 9
stand 8
stand 7
stand 6
stand 5
stand 4
stand 3
stand 2
stand 1
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Waterhardheid
Instelling waterontharder
Aantal
knipperingen van het
programma-einde-
lampje
Zout
gebruiken
Zoutreservoir vullen
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasmachines.
Alle andere soorten zout, vooral tafelzout, beschadigen de
waterontharder.
Zout dat tijdens het vullen van het reservoir wordt
gemorst kan corrosie bevorderen. Vul daarom alleen kort
voor het begin van een afwasprogramma zout bij.
Vullen:
1. Draai de dop van het zoutreservoir 90° tegen de wijzers
van de klok in en verwijder de dop.
2. Giet 1 liter water in het zoutreservoir (dat is alleen voor
het eerste gebruik nodig).
3. Vul m.b.v. de trechter het
zoutreservoir.
4. Draai de dop goed vast
en verzeker u ervan dat
er geen zout op de
schroefdraad en
afdichting is gemorst.
De dop is goed dicht
gedraaid wanneer u een
klikgeluid hoort.
Na de eerste vulling hoeft u alleen maar regelmatig zout bij te
vullen.
Om u eraan te herinneren dat u moet bijvullen, brandt het
controlelampje.
Het zout-lampje op het bedieningspaneel blijft, als de
afwasmachine ingeschakeld is, nog 2 à 6 uur branden,
nadat het zout is bijgevuld. Bij gebruik van langzaam
smeltend zout kan het nog langer duren. Dit heeft echter
geen negatieve invloed op de werking van het apparaat.
Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water overloopt.
Glansmiddelreservoir vullen
Het glansmiddel is een "waterontspanner".
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het spoelwater
toegevoegd.
Het glansmiddelreservoir in de binnendeur heeft een inhoud
van circa 110 ml. Dat is, al naargelang de doseer-instelling,
voldoende voor 16 tot 40 afwasbeurten.
Vullen van het glansmiddelreservoir
1. Open het klepje van het glansmiddelreservoir door middel
van het knopje (A).
2. Giet glansmiddel in de vulopening totdat het reservoir vol is
(het maximumniveau is aangegeven door het opschrift
"max")
Controleer na iedere bijvulling of u het klepje goed
gesloten heeft.
Veeg gemorst glansmiddel altijd met een doekje weg,
anders wordt tijdens het afwassen te veel schuim
gevormd.
Giet nooit afwasmiddel in het glansmiddelreservoir.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de bereikte
glans en van het droogresultaat. In de vulopening van het
glansmiddelreservoir vindt u een zes-standen regelschijfje en
de markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste
dosering).
De fabrieksinstelling van de
regelschijf is stand 4.
Verhoog de dosering als op
het serviesgoed druppels of
druppelvlekken achterblijven.
Verlaag de dosering als het
serviesgoed witte, kleverige
strepen vertoont.
Vul glansmiddel bij wanneer het controlelampje op het
bedieningspaneel gaat branden.
9
Controleer of er zout of glansmiddel bijgevuld moet worden.
Plaats het serviesgoed en het bestek in de afwasmachine.
Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel.
Kies een geschikt afwasprogramma voor type lading en
vervuiling.
Start het afwasprogramma.
Plaatsing van het serviesgoed en het
bestek
Sponzen, vaatdoekjes en alle voorwerpen die zich met
water kunnen volzuigen, mogen niet in de afwasautomaat
gereinigd worden.
Alvorens het serviesgoed in de machine te plaatsen, moet u:
- Alle etensresten verwijderen.
- Pannen met aangebrande etensresten weken.
Houd u bij het plaatsen van het serviesgoed aan de
volgende regels:
- Het serviesgoed en het bestek mogen de draaibeweging
van de sproeiarmen niet hinderen.
- Holle voorwerpen zoals kopjes, glazen, pannen, enz.
moeten met de opening naar beneden worden geplaatst
zodat er geen water in achterblijft.
- Het serviesgoed en het bestek mogen niet in of op ander
serviesgoed worden geplaatst.
- Glazen mogen niet tegen elkaar aan worden geplaatst, om
te voorkomen dat ze breken.
- Plaats kleine voorwerpen in het bestekmandje.
Plastic servies en pannen met anti-aanbaklaag hebben
de neiging om meer waterdruppeltjes vast te houden; dit
type servies droogt daarom niet zo goed als porselein
en staal.
Trek de korven naar buiten om ze te beladen.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden, schalen
en bestek kwijt. Plaats ze naar het voorbeeld in de
afbeeldingen. Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk
aan de rand van de korf plaatsen en er op toezien dat de
sproeiarmen onbelemmerd kunnen ronddraaien.
Dagelijks gebruik
10
Voor machinaal afwassen is het volgende bestek/servies
niet geschikt:
Bestek met heften van hout, hoorn, porselein of parelmoer.
Bestek met temperatuurgevoelige lijm.
Gelijmd servies of bestek.
Tin en koper.
Kristal.
Metaal dat kan roesten.
Houten planken.
Kunstnijverheidsartikelen.
beperkt geschikt:
Aardewerk alleen in de machine afwassen, als het van de
aanduiding
"
geschikt voor de afwasautomaat
"
voorzien is.
Versieringen die op het glazuur zijn aangebracht kunnen
door zeer vaak machinaal afwassen verbleken.
Zilver en aluminium kunnen bij machinaal afwassen
verkleuren. Etensresten als eiwit, eigeel en mosterd
veroorzaken vaak verkleuringen of vlekken op zilver. Zilver
daarom altijd goed schoon spoelen, als het niet direct na
gebruik wordt afgewassen.
Sommige glassoorten kunnen na vele malen machinaal
afwassen dof worden.
Bestekmandje
Messen met een lang lemmet die rechtop staan kunnen
gevaarlijk zijn.
Plaats daarom lange en/of scherpe messen e.d.
horizontaal in de bovenste korf.
Pas op bij vullen en leeghalen van de machine.
Bestek in het speciale bestekmandje, met de grepen naar
beneden. Is een greep zo dun dat hij door het mandje heen
steekt, dan dat bestek met de greep naar boven.
Lepels zoveel mogelijk tussen ander bestek in plaatsen, om te
voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
Was zilver bestek niet tegelijkertijd met andere metalen af.
Om het afwasresultaat te
verbeteren, raden wij aan de
meegeleverde
bestekverdelers te gebruiken
als de vorm en afmetingen
van het bestek dat toestaan.
De bestekmand bestaat uit
twee verwijderbare delen:
men kan enkel één of beide
delen gebruiken, naargelang
het aantal bestekken.
Om de twee delen van
elkaar los te maken, schuift u
ze horizontaal uit elkaar.
Ga omgekeerd te werk om
ze weer aan elkaar te haken.
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kopjes,
schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max. 24 cm
diameter) en glazen.
Glazen met lange steel
kunnen in het hoge gedeelte
opgehangen worden.
Voor groter servies kunt u de
rekken omhoog klappen.
Plaats servies zodanig op en
onder de opklapbare
kopjesrekken, dat het water
overal bij kan.
Als u borden in de bovenste korf plaatst:
zet de borden schuin en vul
de korf bij voorkeur van
achteren naar voren.
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
11
Hoogteregeling bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen dan kunt u deze in
de onderste korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger
geplaatst heeft.
Ga als volgt te werk:
- open de knippen (A) aan de voorkant van de bovenste korf
en haal de korf eruit. Schuif de korf hoger in de machine
en doe de knippen (A) dicht.
Met de bovenste korf in de
hoge stand kunnen de
kopjesrekken niet gebruikt
worden.
Sluit de deur nadat u de machine hebt beladen. Een open
deur kan gevaarlijk zijn.
Afwasmiddel
Gebruik uitsluitend speciale middelen voor huishoud-
afwasmachines.
Als u onvoldoende afwasmiddel doseert, veroorzaakt dat
een slecht afwasresultaat. Te veel afwasmiddel geeft geen
beter resultaat, maar alleen onnodige verspilling en belast
het millieu.
Het afwasmiddel wordt voor het begin van ieder
afwasprogramma gedoseerd.
Het afwasmiddel wordt tijdens het programma ingespoeld.
Volg de instructies op m.b.t. de te gebruiken hoeveelheid
en de bewaarinstructies die op de verpakking van het
afwasmiddel vermeld zijn.
Afwasmiddel doseren
1. Als het klepje dicht is: duw het hendeltje (1) naar voren. Het
klepje springt automatisch open.
2. Doseer het afwasmiddel in het bakje (2). Voor de dosering
kunt u de maatstrepen gebruiken:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ca. 30 g afwasmiddel
3. Bij alle programma’s met voorspoelen dient een kleine
hoeveelheid afwasmiddel (5/10 g) in het kleine vakje (3) van
het afwasmiddelbakje te worden gedoseerd. Het hier
gedoseerde afwasmiddel wordt tijdens het voorspoelen
afgegeven.
4. Sluit het klepje en duw het dicht totdat u een klikgeluid
hoort.
12
Bovenste korf in de hoge stand 20 cm 31 cm
Bovenste korf in de lage stand 24 cm 27 cm
Maximumhoogte van
het serviesgoed
Bovenste korf Onderste korf
Afwastabletten
Afwasmiddeltabletten van verschillende fabrikanten lossen met
verschillende snelheden op. Om die reden bereiken sommige
afwasmiddelen hun volle reinigende kracht niet tijdens korte
afwasprogramma's. Werk dus met lange afwasprogramma's
als u afwasmiddelen in tabletvorm gebruikt, zodat resten ervan
volledig verwijderd worden.
Geconcentreerde afwasmiddelen
De hedendaagse afwasmiddelen voor afwasautomaten zijn
bijna altijd laag-alkalische geconcentreerde afwasmiddelen
met natuurlijke enzymen in tablet- of poedervorm.
Het werken met 50°C afwasprogramma's in combinatie met
deze geconcentreerde afwasmiddelen reduceert de vervuiling
en is goed voor uw servies, want deze afwasprogramma's zijn
speciaal afgestemd op de vuilverwijderende eigenschappen
van de enzymen in geconcentreerde afwasmiddelen. Om die
reden kan het werken met 50°C afwasprogramma's in
combinatie met geconcentreerde afwasmiddelen dezelfde
reinigingsresultaten opleveren, die u anders alleen met 65°C
afwasprogramma's bereikt.
"3 in 1" / combi-afwasmiddelen
Dit type afwasmiddel heeft een gecombineerde
afwasmiddel/glansmiddel/zout functie.
1. Controleer of deze afwasmiddelen geschikt zijn voor uw
waterhardheid. Volg de instructies van de fabrikant.
LET OP: het bijvullen van het zoutreservoir en het
glansmiddelreservoir is niet meer nodig.
In dit geval branden het glansmiddel- en het zout-lampje
voortdurend als de machine ingeschakeld is (niet alle modellen
zijn van deze controlelampjes voorzien).
2. Kies de laagste instelling voor waterhardheid.
3. Voor de start van het afwasprogramma doet u het "3 in 1"
afwasmiddel in het reservoir
LET OP: Als uw servies niet droog genoeg is, raden wij u het
volgende aan:
1. Vul het reservoir voor glansmiddel met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op positie 2.
Als u besluit om terug te keren naar het systeem met
standaard afwasmiddel, raden wij u het volgende aan:
Vul de reservoirs voor zout en glansmiddel weer bij.
Zet de waterhardheid op de hoogste instelling en laat het
normale afwasprogramma 3 keer draaien zonder servies in
de machine.
Pas de waterhardheid aan volgens de waterhardheid in uw
woongebied
Pas de dosering van het glansmiddel aan.
LET OP: Als u "4 in 1" afwasmiddelen gebruikt, waarvan de
"3 in 1" formule uitgebreid is met een anti-corrosiemiddel voor
glas, volgt u dezelfde richtlijnen als voor de "3 in 1"
afwasmiddelen.
Verschillende soorten afwasmiddel
13
Programma-overzicht
14
(1) Ideaal voor het afwassen van de vaat direct na het ontbijten of avondeten (vers vuil). Dit programma heeft een korte tijdsduur.
Dit programma is speciaal ontworpen voor een gezin van vier personen, om borden, kopjes en bestek van het ontbijt en het
avondeten af te wassen.
(2) Testnorm programma (Zie "Toelichtingen voor testinstituten"). Dit programma, speciaal ontworpen voor het gebruik van
afwasmiddelen met enzymen, levert resultaten die anders alleen met 65°C-programma’s en traditionele afwasmiddelen te
bereiken zijn. De tijdsduur van afwassen en drogen is verlengd om de lagere temperatuur te compenseren.
(3) De vermelde waarden gelden slechts als richtlijn omdat zij afhangen van de temperatuur en druk van het leidingwater en van
de spanning van het elektriciteitsnet.
In te
drukken
toets
Mate van
verontreiniging en
soort belading
Sterk verontreinigd.
Servies, bestek en
pannen
Normaal
verontreinigd.
Servies en bestek
Programma
Intensief 70°C
Normaal 65°C
Programma
beschrijving
(3) Verbruiksgegevens
Warm voorspoelen
70°C afwassen
2 x lauw spoelen
1 x warm spoelen
Drogen
Koud voorspoelen
65°C afwassen
2 x lauw spoelen
1 x warm spoelen
Drogen
Programmaduur
(in minuten)
Stroomverbruik
(kWh)
Waterverbruik
(liter)
85 - 95 1,7 - 1,9 23 - 25
95 - 105 1,5 - 1,7 23 - 25
Normaal
verontreinigd.
Servies en bestek
(2)
Bio 50°C
Koud voorspoelen
50°C afwassen
1 x koud spoelen
1 x warm spoelen
Drogen
150 1,05 16
Vers vuil.
Servies en bestek
(1)
Snel programma
65°A30
I
65°C afwassen
1 x warm spoelen
30 0,8 9
Servies dat u pas
later gaat afwassen.
Voorspoelen
1 x koud spoelen (om te
voorkomen dat
voedselresten opdrogen).
Bij dit prograamma is geen
afwasmiddel nodig.
12 0,1 4
70°
65°
50°
BIO
65°A30
I
1. Controleer of...
Het serviesgoed en bestek goed opgesteld zijn, zodat de
sproeiarmen ongehinderd kunnen draaien.
2. Open de waterkraan
3. Sluit de deur
4. Druk op toets aan/uit
Het bedrijfslampje gaat branden
5. Een programma kiezen en starten
Druk op de toets van het gewenste programma (zie
"Programma-overzicht").
De controlelampjes van de programmaonderdelen gaan
branden.
3 seconden na de laatste druk op een toets start het
programma automatisch.
Nadat het programma gestart is doven de controlelampjes
van de programmaonderdelen, behalve het lampje van het
onderdeel dat bezig is.
Een programma kiezen en starten met
uitgestelde start
Stel deze optie in voordat u een programma kiest.
Druk meermaals op de toets voor uitgestelde start totdat
het gewenste uitstel (3, 6 of 9 uur) wordt aangegeven door
een knipperend controlelampje.
Kies het gewenste programma.
Ongeveer 3 seconden na de laatste druk op een toets
start het programma automatisch.
Een uitgestelde start wordt in stappen van 3 uur ingesteld
en afgeteld.
Het openen van de deur onderbreekt de tijdsaftelling niet.
Het gekozen programma start automatisch wanneer de
tijdsaftelling klaar is.
OPMERKING: het is mogelijk om een programma en de
optie uitgestelde start te kiezen wanneer de deur op een
kier staat. In dat geval heeft u de tijd voor uw keuzes en
instellingen totdat u de deur sluit.
6. Een lopend programma onderbreken
of annuleren
Onderbreek of annuleer een lopend programma alleen
als dat echt nodig is.
Let op! Wanneer u de deur opent, kan er hete stoom naar
buiten komen. Open de deur voorzichtig.
Een lopend programma onderbreken
a) Open de deur van de afwasmachine. Het lopende
programma stopt. Als u de deur sluit wordt het
programma hervat waar het werd onderbroken.
b) Druk op de aan/uit toets (alle controlelampjes doven).
Als u de afwasmachine weer inschakelt met de aan/uit
toets, dan wordt het programma hervat waar het werd
onderbroken.
Een lopend programma annuleren
Om een lopend programma te annuleren, drukt u de
multifunctionele 2 en 3 tegelijkertijd in totdat alle
controlelampjes gedoofd zijn (behalve het bedrijfslampje
en, indien aanwezig, het zout- en glansmiddel-lampje),
hetgeen betekent dat het programma geannuleerd is.
Als u opnieuw een afwasprogramma kiest, dan dient
u zich ervan te verzekeren dat het afwasmiddelbakje
niet leeg is.
7. Een lopende uitgestelde start
annuleren
Om een uitgestelde start te annuleren drukt u meerdere
malen op de toets voor uitgestelde start totdat alle
controlelampjes van de tijdsinstelling (3h, 6h, 9h) doven.
Het gekozen afwasprogramma start automatisch na 3
seconden.
8. Machine is klaar
De afwasmachine stopt automatisch.
Het programma-einde-lampje brandt.
Het waarschuwingslampje van het zojuist beëindigde
programma blijft branden.
Schakel de machine uit door op toets aan/uit te drukken.
Het bedrijfslampje gaat uit.
Open de deur en laat deze op een kier staan.
Wacht een paar minuten, want het servies is zeer heet.
Bovendien is het droogresultaat beter als u de deur niet
direct geheel opent.
9. Machine uitruimen
Warm serviesgoed is zeer breekbaar. Laat het daarom
afkoelen voordat u de machine uitruimt.
Maak eerst de onderste korf leeg. Daardoor voorkomt u
dat druppels uit de bovenste korf op serviesgoed in de
onderste korf vallen.
Eventuele condens op de binnenwanden en de deur van
de afwasautomaat wordt veroorzaakt door het
droogproces dat de resterende waterdamp, die van het
servies komt, op de koelere wanden doet condenseren.
Het is af te raden om de deur te openen als de machine in
werking is. Gebeurt dat toch, dan zal een
veiligheidsschakelaar ervoor zorgen dat de machine direct
stopt.
Voorzichtig!
Als u de deur direct na beëindiging van een programma
opent, kan er hete stoom naar buiten komen.
Een afwasprogramma starten
15
Reinig de buitenkant van het apparaat en het
bedieningspaneel met een vochtig doekje. In geen geval
agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Gebruik ook nooit oplosmiddelen (aceton, tri, enz.).
Maak de deurafdichting, het afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige
doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Schoonmaken van de zeven
De zeven moeten regelmatig worden gecontroleerd en
schoongemaakt. Verontreinigde zeven hebben een nadelige
invloed op het afwasresultaat.
1. Deur openen, onderste korf uit de machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit een
grove zeef (A), een microfilter (B) en een vlakke zeef (C).
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en
uitnemen.
4. Grove zeef (A) aan het oogje pakken en uit het microfilter
(B) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (C) uit de kuipbodem nemen en aan beide
kanten grondig schoonmaken.
7. Vlakke zeef (C) weer in de kuipbodem zetten.
8. Grove zeef (A) in het microfilter (B) zetten en in elkaar
drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en door rechtsom draaien van
de greep vergrendelen. Let erop dat de vlakke zeef niet
boven de kuipbodem uitsteekt.
Belangrijk!
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats
zitten.
NOOIT de bovenste
sproeiarm demonteren.
Als de sproeigaatjes verstopt
zitten met etensresten, dan
kunt u deze met een
tandenstoker verwijderen.
Als de machine langere tijd buiten
gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van
een onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch
het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan
dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan
losschroeven en leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop blijft
staan.
Onderhoud
16
Met behulp van de volgende aanwijzingen kunt u zelf de meeste kleine storingen van de afwasmachine verhelpen.
Wat te doen als...
17
...de afwasmachine een alarmsignaal geeft
De afwasmachine start niet of hij stopt tijdens een programma.
Een alarmtoestand wordt als volgt gemeld:
- het voortdurend knipperen van het controlelampje van het lopende programma,
- een combinatie van knipperingen en pauzes van het programma-einde-lampje (zie tabel).
Open de machinedeur en controleer het volgende.
Wanneer u de aangegeven controles uitgevoerd heeft, sluit u de machinedeur en drukt u op de toets van het programma dat bezig
was voordat de machine stopte. Het programma wordt hervat waar het werd onderbroken.
Als er opnieuw een alarmmelding verschijnt, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Stel u in verbinding met de service-afdeling als de machine een alarmmelding geeft die niet in bovenstaande tabel beschreven is.
- Het controlelampje van het
lopende programma knippert
- 1 knippersignaal van het
programma-einde-lampje
De machine neemt geen water in.
- Het controlelampje van het
lopende programma knippert
- 2 knippersignalen van het
programma-einde-lampje
De afwasmachine loost geen
water.
Het controlelampje van het
lopende programma knippert
- 3 knippersignalen van het
programma-einde-lampje
Alarm / Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Waterkraan verstopt of verkalkt.
Waterkraan is dicht.
Verstopte of vuile zeef (indien aanwezig) van de
watertoevoerslang.
Watertoevoerslang niet goed geïnstalleerd of
geknikt.
Waterkraan schoonmaken.
Waterkraan opendraaien.
Zeef van de watertoevoerslang
controleren.
Installatie van de watertoevoerslang
controleren.
Afvoer verstopt.
Afvoer ontstoppen.
Waterafvoerslang niet goed geïnstalleerd of
geknikt.
Installatie van de waterafvoerslang
controleren.
De beveiliging tegen wateroverlast is in werking
getreden.
Waterkraan dichtdraaien en contact
opnemen met de service-afdeling.
...er problemen zijn bij het gebruik van de afwasautomaat
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De machine start niet
Sissend geluid tijdens het
afwassen
De machinedeur is niet goed dicht.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is niet in orde.
Deur sluiten.
Stekker in het stopcontact steken.
Vervang de zekering.
Voor afwasmachines met uitgestelde start
functie:
er is een uitgestelde start ingesteld.
Als u het programma direct wilt starten,
de uitgestelde start annuleren
Gebruik een ander merk afwasmiddel.Dit duidt niet op een storing.
...het afwasresultaat niet bevredigend is
Het serviesgoed is niet schoon
U heeft geen geschikt afwasprogramma gekozen.
Het serviesgoed is verkeerd gerangschikt en het water heeft niet alle delen ervan kunnen bereiken. De korven moeten niet te vol
beladen worden.
De sproeiarmen kunnen niet draaien omdat zij belemmerd worden door verkeerd gerangschikt serviesgoed.
De bodemzeven zijn vuil of verkeerd geplaatst.
Er is geen of te weinig afwasmiddel gebruikt.
Als het serviesgoed kalkvlekken vertoont, dan is het zoutreservoir leeg of de waterontharder van de afwasmachine niet goed
ingesteld.
De waterafvoerslang is niet goed geïnstalleerd.
De dop van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het serviesgoed is nat en dof
Er is geen glansmiddel gebruikt.
Het glansmiddelreservoir is leeg.
Het serviesgoed vertoont strepen, doffe vlekken of een blauw waas.
Stel de glansmiddeldosering lager in.
Het serviesgoed vertoont waterkringen.
Stel de glansmiddeldosering hoger in.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de producent van het afwasmiddel.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en
verhelpen, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Houd merk, modelnummer (Mod.), productnummer (PNC) en
serienummer (S.N.) van uw machine bij de hand; de service-
afdeling zal u erom vragen. U vindt de nummers op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
Om deze nummers snel bij de hand te hebben, raden wij u aan
ze hieronder in te vullen.
Modelnummer :. . . . . . . . . .
Productnummer. : . . . . . . . .
Serienummer. : . . . . . . . . . .
Service en onderdelen
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd.
Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor
de gebruiker leiden.
18
De test volgens EN 60704 moet met een volledige standaard lading en het vergelijkingsprogramma worden uitgevoerd (zie
"Programma-overzicht").
Voor de test volgens EN 50242 moet het zoutreservoir van de waterontharder gevuld zijn met zout en het glansmiddelreservoir
gevuld met glansmiddel en het vergelijkingsprogramma worden uitgevoerd (zie "Programma-overzicht").
Toelichtingen voor testinstituten
19
Capaciteit: 12 standaard couverts
Glansmiddelreservoir: stand 4 (Type III)
Dosering afwasmiddel: 5 g + 25 g (Type B)
Kopjesrekken: stand A
Rangschikking in de
onderste korf
Rangschikking in de
bovenste korf
Rangschikking in het bestekmandje
Wijzigingen voorbehouden
Sous réserve de modifications
152953 59/0
From the Electrolux Group. The World’s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world’s largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such
as refrigerators, cookers, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. 14 billion USD in more than 150 countries around the
world.
From the Electrolux Group. The World’s No.1 choice.
Le Groupe Electrolux est le premier fabricant mondial d’appareils domestiques, d’entretien et d’extérieur. Plus de 55 millions de produits du Groupe Electrolux (tels que
réfrigérateurs, cuisinières, lave-linge, aspirateurs, tronçonneuses, tondeuses à gazon) sont vendus chaque année pour un montant d’environ 14 milliards d’Euros dans
plus de 150 pays à travers le monde.
08/05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Zanussi ZDI200N Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor