Whirlpool ACO 156/1 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
75
1 ALGEMENE INFORMATIE
1.1 CONSTRUCTEUR
De Constructeur. bezit een stevige ervaring in de sector van industriële koeling.
De technologische Know-how, verworven dankzij jaren onderzoek in nauwe samenwerking met de
productie en de verkoop op internationaal vlak. Dat is de beste waarborg dat de Constructeur u kan
bieden.
Deze uitrusting werd onder alle hoeken bestudeerd wat esthetica en samenstelling betreft; en rekening
houdend met de specifieke eisen van de markt. Bovendien werd de goede werking en esthetica van alle
onderdelen getest voordat ze uiteindelijk verpakt en verzonden worden; in overeenstemming met het
GARANTIEBEWIJS en de CONTROLE-CERTIFICAAT.
Gebruik het toestel volgens de aanwijzingen van de handleiding om de duurzaamheid van het toestel te
verzekeren
1.2 Dienst voor technische bijstand
(Verkoop, Bijstand, Onderdelen en Commerciële vertegenwoordiging)
STEMPEL VAN DE VERKOPER
Voor alle informatie inzake gebruik, onderhoud of aanvraag van onderdelen, wordt de Klant verzocht de
erkende Bijstand Dienst te raadplegen dat hierboven vermeld staat (rechstreeks bij de verkoper),
vergeet niet om hierbij de gegevens van het toestel door te geven die op de gegevensplaat opgenomen
zijn.
C 1
Zie Plaat A
Hoofdstuk 4.6
1.3 GOEDKEURING
De Gekoelde Kasten, Tafels en de door lucht Gecondenseerde Koelgroepen worden vervaardigd
volgens de Communautaire-richtlijnen van kracht op het moment dat het toestel op de markt werd
gebracht.
Doordat de gekoelde kast en tafel niet deel uitmaken van het BIJGEVOEGDE DOCUMENT IV van de
Richtlijn 98/37/EEG, biedt de constructeur een Auto-goedkeuring om de CE-teken te mogen gebruiken.
76
1.4 WAARBORG
De nieuwe uitrusting is onder WAARBORG.
HET GARANTIEBEWIJS wordt samen met het handboekje bij alle producten geleverd.
Indien de handleiding niet meegeleverd is, moet u die aan de verkoper vragen door het volgende te
vermelden:
Het registratienummer (gedrukt op de plaat, zie hoofdstuk 4.6)
De datum van aankoop.
1.5 VOORZORGSMAATREGELEN TEN LASTE VAN DE KLANT
De klant wordt verzocht het document in te vullen en terug te sturen.
Als het niet anders vermeld staat in het contract, is het de taak van de Klant om:
Inrichting van de lokalen, inbegrepen de eventuele metselwerken en/of
De vereiste canalisering;
Elektrische stroom in overeenstemming met de geldende richtlijnen van het land;
Gereedschap voor het onderhoud
1.6 INHOUDSOPGAVE VAN DE HANDLEIDING
De Klant moet de informatie die het boek bevat zeer aandachtig lezen, aangezien een goede inrichting,
een correcte installatie en het juiste gebruik deel uitmaken van het contract tussen de Fabrikant en de
Klant.
1.6.1 Bedoeling en inhoud
De bedoeling van dit handboek is om alle nodige informatie aan de Klant te verschaffen zodat hij op een
correcte, veilige en zelfstandige manier gebruik kan maken van het toestel.
Deze handleiding behoudt ook informatie over het technisch aspect, de werking, de uitschakeling, het
onderhoud, de onderdelen en de veiligheid.
Voor alle onderhoud of herstelling moeten de gebruikers of bevoegde technici de aanwijzingen
in dit handboek aandachtig lezen.
In geval van twijfel over de interpretatie van de aanwijzingen moet u de Verdeler raadplegen voor de
nodige uitleg.
1.6.2 DOELGROEP
Het huidige handboek is bedoeld zowel voor de Verdelers en de Gebruikers als het Personeel dat voor
het onderhoud van het toestel zorgt.
Alle onderhoud of herstelling mag uitsluitend door geschoold en bevoegd personeel uitgevoerd
worden.
De Fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af in geval van schade indien deze richtlijn niet nageleefd
wordt.
77
1.6.3 BEWARING
Bewaar de handleiding in de nabijheid van het toestel voor eventuele latere raadpleging, op een plaats
waar het niet besmeurd kan raken.
1.6.4 GEBRUIKTE SYMBOLEN
SYMBOOL BETEKENIS UITLEG
A... RAADGEVING Wijst op een opmerking of een nota over de
sleutelfuncties of over belangrijke informatie.
De texten aangegeven door dit symbool zeer
aandachtig lezen
C... RAADPLEGING De handleiding raadplegen voordat u een zekere
handeling uitvoert.
2 OMSCHRIJVING EN WERKING VAN HET TOESTEL
2.1 OMSCHRIJVING
De kasten zijn door lucht gecondenseerde koelgroepen bestaande uit:
Condensatie Unit (buiten de cel)
Verdamping Unit (binnen de cel)
Bedieningspaneel (rechtover de deur gereedschap), (zie document 13.2.3).
De ontdooiing gebeurt automatisch (C... ! zie document 13.2.1).
De condensatie gebeurt door lucht
2.2 WERKING
De kasten zijn koelgroepen die werken dankzij een hermetisch gesloten compressor, aangesloten op de
stroomleiding (monofase en driefase) en die de vloeistof R 404 A / R 134 A gebruikt voor de koeling.
Werkingsmechanisme van koelcyclus
In termen van thermodynamiek bedoelt men met het woord koelcyclus: alle veranderingen dat een
lichaam ondergaat (b.v. het koelvloeistof). De overgang van het koelmiddel van vloeibare staat naar
gasvormige toestand vindt plaats in de verdamper. Aangezien dit gebeuren een endotherm fenomeen
is, wordt een toevoer van warmte noodzakelijk; warmte die door de verdamper uit de lucht waarmee hij
in contact is, wordt gehaald. Het verdampte vloeistof wordt aan de uitgang van de verdamper
opgezogen door de compressor en vervolgens naar de condensor gestuurd. Daarna gaat de condensor
de warmte dat het gasvormige vloeistof opgenomen heeft tijdens de verdamping en de compressie
weghalen en het koelstof wordt opnieuw vloeibaar. Deze vloeibaarmaking is een isothermisch
fenomeen, er is een warmteproductie dat afgevoerd wordt hetzij door lucht, hetzij door water. Wanneer
het uit de condensor komt, gaat het koelvloeistof door een expansiemechanisme en wordt tenslotte
terug naar de verdamper gevoerd om de cyclus te beëindigen.
78
3 UITRUSTINGEN
3.1 VERLICHTING
De verlichting van het lokaal moet confom zijn aan de wetgeving van het land waarin het toestel
geïnstalleerd wordt. Ze moet een goede zichtbaarheid verzekeren en gevaarlijke weerkaatsingen
vermijden en bovendien de gegevens van het bedieningspaneel goed waarneembaar maken.
3.2 TRILLING
In gewone werkomstandigheden volgens de voorgeschreven indicaties, mogen de trillingen de werking
niet in het gedrang brengen, nog gevaar veroorzaken.
3.3 GELUIDSOVERLAST
De koelgroepen werden ontworpen en vervaardigd om de geluidsbronnen te verminderen.
(C... ! zie document 2)
3.3.1 Toebehoren op aanvraag
Enige vervanging en/of toevoeging van toebehoren moeten uitdrukkelijk goedgekeurd en uitgevoerd
worden door de Fabrikant.
A...
RAADGEVING
Alle wijzigingen of toevoegigen die aan de koeler gebracht
moeten worden, mag niet door de operator of door
onderhoudend personeel uitgevoerd worden omwille van
veiligheidszorg.
De Fabrikant kan niet aanspakelijk gesteld worden in geval
van niet goedgekeurde wijzigingen.
3.4 ELEKTROMAGNETISCH MILIEU
De koeler werd gebouwd om een goede werking te verkrijgen in een industriële elektromagnetische
omgeving, binnen de grenzen van emissie en immuniteit van de volgende normen:
EN 50081-2 Elektromagnetisch – Algemene emissie-normen – Deel 2 – Industriële omgeving – (1993).
EN 50082-2 Elektromagnetisch – Algemene immuniteitsnormen – Deel 2 – Industriële omgeving –
(1995).
4 VEILIGHEID
4.1 ALGEMENE OPMERKINGEN
De gebruiker moet de aanwijzingen opgenomen in de huidige handleiding zeer aandachtig lezen,
in het bijzonder de veiligheidsmaatregelen die in dit hoofdstuk vermeld staan.
Bovendien is het noodzakelijk dat de gebruiker de aanwijzingen hieronder toepast:
De gekoelde cel proper en netjes houden
De platen die door de Fabrikant aangebracht werden niet verwijderen of wijzigen.
Het veiligheidssysteem niet uitnemen of verwijderen;
Het toestel niet aanraken met vochtige of natte handen of voeten.
79
Het toestel blootvoets niet aanraken.
Geen schroevendraaier of andere voorwerpen in de beschermingen of de beweegende onderdelen
stoppen.
Nooit aan de elektrische voedingskabel trekken wanneer u het toestel van het net ontkoppelt.
Voor alle onderhoud, reiniging of herstelling moet het toestel van het elektriciteitsnet ontkoppeld
worden door eerst de hoofdschakelaar uit te zetten en vervolgens de stekker uit te trekken.
4.2 VOORGESCHREVEN GEBRUIK
De gekoelde kast en/of tafel werd ontworpen en gebouwd voor gebruik in collectiviteiten, in restaurants
en hotels, enz.
4.3 TE ONTRADEN GEBRUIK
De gekoelde kast en/of tafel mogen niet gebruikt worden:
Voor een ander gebruik dan opgenomen in punt 4.2
In een explosieve of agressieve omgeving of met een hoog gehalte van springstof of vetstoffen in
de lucht.
In een omgeving met brandgevaar;
Blootgesteld aan weer en wind;
Met adaptors, multicontactdoos en/of verlengkabels
4.4 GEVAARLIJKE ZONES
Er bestaan geen gevaarlijke zones tijdens het gebruik aangezien de gekoelde kasten en/of tafels
voorzien zijn van alle vereiste veiligheidsuitrustingen.
Wanneer de veiligheidsuitrustingen voor een onderhoud of herstelling verwijderd moeten worden, moet
u altijd vooraf goed nagaan of de stroom uitgeschakeld is.
Hiervoor moeten de elektrische onderdelen van de gekoelde kasten en/of tafels uitgeschakeld zijn door
eerst de hoofdschakelaar uit te zetten en vervolgens de stekker van het net te ontkoppelen.
Als de werken beëindigd zijn, is het noodzakelijk de veiligheidsuitrustingen terug te monteren.
4.5 HET TOESTEL UITZETTEN
De functies om het toestel uit te schakelen zijn de volgende:
Hoofdschakelaar
Elektrische voedingskabel
80
4.6 PLATEN
Gegevensplaten van het toestel PLAAT A
Plaat voor het Elektrische Systeem PLAAT B
Zet de spanning af voordat u de bescherming wegneemt
Plaat voor het Elektrische Systeem PLAAT C
Symbool voor de aarde
Plaat voor het Elektrische Systeem PLAAT D
Opgelet! De Fabrikant en Verdeler zijn niet verantwoordelijk als
het stroomnet niet beveiligd is met een magneto-thermische
schakelaar met hogespanning (IN – 16 A ID – 30 mA)
gekoppeld aan de aardleiding.
PLAAT E
Max. Level
MAX. BELASTING
A...
RAADGEVING
DE WAARSCHUWINGSPLATEN
VOOR DE VEILIGHEIDSZORG MOGEN NIET
VERWIJDERD, BEDEKT OF BESCHADIGD
WORDEN.
81
5 TRANSPORT EN VERPLAATSING
DIT HANDBOEK BEVAT BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID
BIJ DE INSTALLATIE, HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN HET TOESTEL. HET
WORDT DAN OOK STERK AANBEVOLEN DEZE AANDACHTIG TE LEZEN.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG VOOR LATERE RAADPLEGING
5.1 TRANSPORT EN VERPLAATSING
Tijdens het transport en verplaatsing van de gekoelde kast en/of tafel moet het toestel verticaal
blijven, en de eventuele vermeldingen op de verpakking naleven.
Het transport moet door bevoegde vaklui.
De gekoelde kast of tafel moet zorgvuldig vervoerd worden om alle schade aan de onderdelen te
vermijden.
Naargelang het type vervoer wordt het aanbevolen de kast en/of tafel voldoende te beschermen tegen
schokken of botsingen om alle schade te vermijden.
A...
Schade veroorzaakt tijdens het transport of door verplaatsingen zijn niet
inbegrepen in de GARANTIE.
De herstellingen of wisselstukken van beschadigde onderdelen zijn ten laste van
de Klant.
5.2 OPSLAG
In geval van lange stilstand, moet de gekoelde kast en/of tafel opgeslagen worden met de nodige
voorzorgen ten opzichte van de opslagplaats:
Bewaar de gekoelde kast en/of tafel in een gesloten ruimte
Bescherm de gekoelde kast en/of tafel tegen eventuele schokken.
Bescherm de gekoelde kast en/of tafel tegen hoge temperatuur.
Vermijd alle contact met corrosieve bestanddelen.
5.3 CONTROLE
Voor de inbedrijfstelling van de gekoelde kast en/of tafel, is het noodzakelijk een reeks
voorzorgsmaatregelen te treffen en controles uit te voeren om alle gevaar voor ongevallen en brand
tijdens de installatie of inbedrijfstelling te voorkomen.
Nagaan of de gekoelde kast en/of tafel geen schade heeft opgelopen tijdens de montage.
Zorgvuldig nagaan of er geen onderdelen ontbreken van het bedieningspaneel, de elektrische
kabels en de buizen.
Controleer of het toestel goed aangesloten is op alle externe energiebronnen.
Controleer of alle bewegende of roterende onderdelen vrij zijn.
6 INSTALLATIE
Voor een optimaal gebruik van het toestel wordt het aangeraden de koelcel in een goed
geluchte ruimte op te stellen, zo ver mogelijk van warmtebronnen.
6.1 INBEDRIJFSTELLING
Verwijder zorgvuldig de verpakking van de koeler.
82
Verwijder de plastic-bescherming van de stalen oppervlakken en alle anderen
beschermingselementen voor het transport.
Plaats de koeler op een vlakke oppervlak en stel het waterpas op (aan de hand van de regelbare
poten). Fig. 1.
Alvorens gebruik te maken van de unit, moet deze gereinigd worden met een zachte doek, of met een
spray; Het wordt aangeraden weinig water te gebruiken aangezien de minerale bestanddelen die het
bevat sporen nalaten die moeilijk te verwijderen zijn.
Reinig de kuip en alle panelen aan de binnenkant met een bacteriën bestrijdend product dat u in de
handel kunt vinden.
Verwijder het reinigingsmiddel met een vochtige spons en droog het toestel met een zachte en
propere doek.
Geen producten of schuurmiddelen gebruiken die de glans van de oppervlakken zou aantasten.
Geen grote hoeveelheden water gebruiken om de elektrische onderdelen niet te beschadigen; een
vochtige spons is voldoende.
Installeer de roosters aan de binnenkant van de kuip door ze in de rails te schuiven (Fig 2)
Plaats de dampopvanglade aan de onderkant van de koeler in de voorziene rails; sluit de
aansluiter aan bij toestellen met een automatische opvanglade. (Fig 3).
vaschetta
guida reggi vaschetta
Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 ( 13.2.4 .1)
6.2 VOORZORGSMAATREGELEN
Controleer of de doorsnede van de kabel en de contactdoos voldoende vermogen hebben voor de
opgenomen kracht van het toestel.
Het is verboden om adaptors, multicontactdozen en/of verlengkabels te gebruiken.
Controleer of de gekoelde kast en/of tafel niet te dicht bij een warmtebron geïnstalleerd is: b.v.
ovens, radiators, rechtstreekse zonnestralen, enz.
Laisser un espace de au moins 75 mm (3 inches) entre derrière et dessus et/or le table réfrigéré
et les murs, pour éviter la formation de la condensation.
De motorgroep, die zich in de zijdelingse bovenkant van de koeler bevindt, moet vrij zijn van alle
mogelijke obstruerende voorwerpen die de circulatie binnen de stoomunit zou kunnen verhinderen.
De afstand tussen het plafond en de koeler mag niet minder dan 50 cm zijn (19¾ inches).
Su
pp
ort les bacs
Bacs
83
Controleer of de ruimte voldoende verlucht is voor de koeling van de condensor en de compressor.
Voor de goede werking van het toestel, mag de maximale kamertemperatuur niet 43°C (109°F)
overschrijden, behalve voor de Compact Line, de Eco Line en de Eco Pizza waarbij de drempel op
35°C ligt (95°F) .
Het niet naleven van de bovenvermelde aanwijzingen kan het rendement van het toestel sterk
verlagen, een voortijdige slijtage van de compressor veroorzaken en een sterke toename van
energieverbruik met zich meebrengen. (Fig. 4).
Fig.4
C 2
Raadpleeg bovendien de informatie in hoofdstuk 1.5.
6.3 AANSLUITINGEN
Om alle problemen te voorkomen tijdens de inbedrijstelling van de gekoelde kast en/of tafel, wordt het
aangeraden de aanwijzingen onderaan te respecteren.
6.3.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting van de gekoelde kast en/of tafel gebeurt onder toezicht en
verantwoordelijkheid van de klant.
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet conform zijn aan de wetgeving van kracht in het land waarin
het toestel geïnstaleerd wordt.
Controleer of de spanning overeenstemt met de waarde opgenomen op de gegevensplaat van de
gekoelde kast en/of tafel (zie plaat A).
Controleer of de stekker voldoet aan de geldende normen.
Zorg dat de kabels goed afgeschermd zijn.
Controleer of het toestel goed geaard is.
DE AANSLUITING VAN HET TOESTEL OP EEN AARDLEIDING IS VERPLICHT DOOR DE
WET. (zie Plaat C).
In een batterij van toestellen moet elk toestel afzonderlijk aangesloten worden.
84
Om de elektrische installatie van het toestel te behoeden van eventuele overbelasting of kortsluitingen,
moet u een magneto-thermische schakelaar op de stroomleiding van het toestel monteren die de
stroom kan onderbreken. (Zie plaat D).
6.3.2 WATERAANSLUITING
Indien de toestellen geen stoomunit bevatten, is het noodzakelijk om een aansluiting te voorzien op een
afvoer voor het ontdooiingswater door een geschikte buis te gebruiken.
6.3.3 OPTIONELE VOORZIENING
Slot: alle gekoelde kasten zijn voozien om een slot erop te monteren, zelfs de modellen die standaard
geen slot hebben. Voor de montage, zie Fig 5.
Fig 5
7 GEBRUIKSAANWIJZING
7.1 VERANTWOORDELIJKE
Het verantwoordelijk personeel voor het gebruik en de installatie van het toestel moet de hieronder
vermelde kennis hebben (of aanleren door opleiding) en moet de handleiding en alle
veiligheidsmaatregelen hebben aandachtig gelezen.
Algemene en technische kennis van voldoende niveau om de handleiding te begrijpen.
Kennis van de hygiënische normen en de voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van
werkongevallen.
7.2 INBEDRIJFSTELLING
Indien een toestel per ongeluk in een horizontale positie kwam te staan gedurende het transport, moet u
ongeveer 2 uur wachten nadat het opnieuw verticaal opgesteld wordt om het te mogen opstarten.
7.3 TIJDSCHAKELAAR
Zie ingesloten gebruiksaanwijzing 13.2.1.2
85
7.4 TEMPERATUURREGELING
De temperatuur moet ingesteld worden naargelang:
Het type goederen dat moet bewaard worden in de koelcel (zie document 13.2.5);
De kamertemperatuur;
De openingsfrequentie
Opmerking:
De koelers/vriezers (- 10°/- 25°C) (14°F / 32°F) zijn aangepast voor lange bewaring van
diepviesproducten en het invriezen van kleine hoeveelheden verse waren in kleine stukjes.
In elk geval, moet u wachten dat de koelcel de temperatuur heeft bereikt door de thermometer te
controleren voordat u de goederen erin stopt. Bij korte onderbrekingen van de stroom, is het mogelijk
dat de compressor met een zekere vertraging opstart; dit is volstrekt normaal.
C 2
Raadpleeg de informatie in document 13.2.1.
7.5 BEWARING VAN DE GOEDEREN
Om een hoog rendement te behalen, moet u volgende richtlijnen volgen:
Nooit warm voedsel of onbedekt vloeistof in de koeler zetten.
Alle goederen moeten verpakt worden, zeker als die aroma’s of room bevatten.
Stel de goederen aan de binnenkant van de koeler zodanig op, dat de luchtcirculatie niet
verhinderd wordt. (zie plaat E)
Vermijd frequente en langdurige opening van de deur.
Altijd enige ogenblikken wachten als de deur pas gesloten werd voordat u ze opnieuw opent.
7.6 BEWARING VAN HET VOEDSEL
De voornaamste oorzaak van het slecht worden van de goederen ligt meestal aan de vermenigvuldiging
van de bacteriën in de koelcellen. Het aantal bacteriën kan aanzienlijk vermindert worden door de
temperatuur van het product te laten dalen. Elk product heeft immers een aangepaste temperatuur en
omgevingsvoorwaarden nodig naargelang de organische eigenschappen van het product.
Om volwaardig gebruik te maken van de gekochte uitrusting, moet u goed opletten voor:
Het vriespunt;
Eigenschappen en gegevens betreffende de bewaring van enkele vriesproducten.
Voor de aangewezen bewaringstemperatuur, zie Document 13.2.5.
8 ONDERHOUD
Deze informatie is zowel gericht naar de gebruiker als naar het onderhoudspersoneel.
8.1 ESSENTIELE VEILIGHEIDSZORGEN
8.1.1 VERBOD OM DE VEILIGHEIDSUITRUSTING TE VERWIJDEREN
Het is verboden de beveiligingen te verwijderen voor het onderhoud of de reiniging.
86
De Fabrikant is niet verantwoordelijk bij schade toe te schrijven aan het niet naleven van
bovenstaande richtlijn.
8.1.2 MAATREGELEN IN GEVAL VAN BRAND
Het toestel van het net ontkoppelen of de stroom uitzetten.
Geen waterstaal gebruiken
Een brandblusser met poeder of schuim gebruiken.
8.1.3 REINIGING VAN DE EXTERNE ONDERDELEN
Gebruik hiervoor water en neutrale reinigingsmiddelen zonder schuurmiddelen (geen
oplosmiddelen gebruiken)
Handeling: Reinig met een doek of een spons;
Frequentie: maandelijkse wasbeurt is aanbevolen.
8.1.4 REINIGING VAN DE CONDENSOR
De efficiëntie van de condensor kan beschadigd worden door verstoping van de condensor. Dit moet
voorkomen worden door een maandelijkse wasbeurt. Hiervoor moet u het toestel uitzetten, de stekker
uittrekken en handelen als volgt:
Met behulp van een luchtstraal of een droog penseel of een borstel, de schoepen reinigen en
stofvrij maken met een verticale beweging.(zoals op Fig 5).
Ingeval er vet op zit, moet u een penseel gebruiken met alcohol of gelijksoortig middel.
Als de handeling beëindigd is, kunt u de unit opnieuw opstarten.
Fig 6
8.1.5 REGELMATIGE CONTROLE
Alle kabels en elektrische onderdelen moeten regelmatig gecontroleerd worden.
9 UITZONDERLIJK ONDERHOUD EN HERSTELLING
Uitzonderlijk Onderhoud en herstelling zijn taken die uitsluitend voorbehouden zijn aan het bevoegde
personeel erkend door de fabrikant.
Alle verantwoordelijkheid wordt door de fabrikant afgewezen bij herstelling door de gebruiker, niet
bevoegd personeel of bij gebruik van niet originele wisselstukken.
87
10 GEBREKKIGE WERKING
In dit tabel worden de meest frequente gebreken opgenomen en de mogelijke oorzaken en de
mogelijke oplossing.
GEBREKIGHEID MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Het toestel start niet Hoofdschakelaar op“OFF”
Te weinig spanning,
Ander
Hoofdschakelaar op “ON”,
Controleer contactdoos,
stroomleiding, zekeringen
Contacteer de technische bijstand
De koelgroep wordt niet
geactiveerd
Bereik van het ingestelde
temperatuur
Ontdooiing bezig
Bedieningspaneel defect
Ander
Stel een nieuwe temperatuur in
Wacht tot cyclus beëindigd is,
uitzetten en terug opstarten
Contacteer de technische bijstand
Contacteer de technische bijstand
De koelgroep blijft werken maar
bereikt de ingestelde
temperatuur niet
Lokaal te warm
Condensor vervuild
Onvoldoende koelvloeistof
Helix van ventilator gestopt
De deur sluit onvoldoende
Verdamper bevroren
Ontdooiigsklep open
Meer verluchten
De condensor reinigen
Contacteer de technische bijstand
Contacteer de technische bijstand
Controleer de dichting v/d deur
Handmatige ontdooiing
Contacteer de technische bijstand
De koelgroep werkt, maar stopt
niet aan de ingestelde
temperatuur
Bedieningspannel defect
Sonde defect
Deur niet hermetisch gesloten
Contacteer de technische bijstand
Contacteer de technische bijstand
Sluit de deur
Ijsklomp op de verdamper Ongeschikt gebruik
Bedieningspaneel defect
Contacteer de technische bijstand
Contacteer de technische bijstand
Waterstagnatie of ijsvorming in
de afdruipbak
Afvoer verstopt
Toestel niet waterpas
opgesteld
De bak en de afvoer reinigen
Contacteer de technische bijstand
Het toestel maakt lawaai Toestel niet waterpas
opgesteld
Wrijvingen
Schroeven en moeren los
Ander
Controleer of het toestel waterpas is
Controleer of de ventilator geen
andere delen raakt
Opnieuw aandraaien
Contacteer de technische bijstand
OM DE GOEDE WERKING EN EEN HOOG RENDEMENT VAN HET TOESTEL TE VERZEKEREN, IS
HET NOODZAKELIJK DE INDICATIES VAN DE FABRIKANT NA TE LEVEN EN REGELMATIG EEN
ONDERHOUD TE LATEN UITVOEREN DOOR HET BEVOEGD PERSONEEL.
(WETSBEPALINGEN OVER VOORZORGSMAATREGELEN TER VOORKOMING VAN
WERKONGEVALLEN MOETEN GERESPECTEERD WORDEN)
11 WISSELSTUKKEN
11.1 ORIGINELE ONDERDELEN AANKOPEN
Voor alle vervangingen van onderdelen kunt u terecht bij de bevoegde en erkende centra door volgende
gegevens door te geven;
88
Het registratienummer en het bouwjaar (zie plaat A);
Het identificatie-nummer (zie document 13.2.3).
Gebrekkige werking toe te schrijven aan een niet originele wisselstuk wordt niet erkend
door onze technici.
12 DEMONTAGE
Het gas dat aanwezig is in de installatie moet door een bevoegd personeel verwijderd worden. Wat het
stalen materiaal betreft, moeten alle ijzeren delen van de andere verwijderd worden om het te laten
recycleren.
13 BIJGEVOEGDE DOCUMENTEN
13.1 CERTIFICATEN
Volgende certificaten worden bijgeleverd:
Goedkeuringsbewijs volgens RICHTLIJN 98/37/CE.
Goedkeuringsbewijs volgens RICHTLIJN 89/336/CE.
Goedkeuringsbewijs volgens RICHTLIJN 73/23/CE.
13.2 TECHNISCHE DOCUMENTEN
Volgende technische gegevens worden bijgeleverd:
1 Instructies elektrische bediening;
1.1 Elektronische bediening
1.2 Elektromagnetische bediening
2 Fonometrische analyses;
3 Installatie schema;
4 Elektrisch schema;
4.1 Aansluitingsplan voor condensatiebak
5 Aangeraden temperatuur;
6 Garantiebewijs;
7 Controle-certificaat;

Documenttranscriptie

1 1.1 ALGEMENE INFORMATIE CONSTRUCTEUR De Constructeur. bezit een stevige ervaring in de sector van industriële koeling. De technologische Know-how, verworven dankzij jaren onderzoek in nauwe samenwerking met de productie en de verkoop op internationaal vlak. Dat is de beste waarborg dat de Constructeur u kan bieden. Deze uitrusting werd onder alle hoeken bestudeerd wat esthetica en samenstelling betreft; en rekening houdend met de specifieke eisen van de markt. Bovendien werd de goede werking en esthetica van alle onderdelen getest voordat ze uiteindelijk verpakt en verzonden worden; in overeenstemming met het GARANTIEBEWIJS en de CONTROLE-CERTIFICAAT. Gebruik het toestel volgens de aanwijzingen van de handleiding om de duurzaamheid van het toestel te verzekeren 1.2 Dienst voor technische bijstand (Verkoop, Bijstand, Onderdelen en Commerciële vertegenwoordiging) STEMPEL VAN DE VERKOPER Voor alle informatie inzake gebruik, onderhoud of aanvraag van onderdelen, wordt de Klant verzocht de erkende Bijstand Dienst te raadplegen dat hierboven vermeld staat (rechstreeks bij de verkoper), vergeet niet om hierbij de gegevens van het toestel door te geven die op de gegevensplaat opgenomen zijn. Zie Plaat A Hoofdstuk 4.6 C1 1.3 GOEDKEURING De Gekoelde Kasten, Tafels en de door lucht Gecondenseerde Koelgroepen worden vervaardigd volgens de Communautaire-richtlijnen van kracht op het moment dat het toestel op de markt werd gebracht. Doordat de gekoelde kast en tafel niet deel uitmaken van het BIJGEVOEGDE DOCUMENT IV van de Richtlijn 98/37/EEG, biedt de constructeur een Auto-goedkeuring om de CE-teken te mogen gebruiken. 75 1.4 WAARBORG De nieuwe uitrusting is onder WAARBORG. HET GARANTIEBEWIJS wordt samen met het handboekje bij alle producten geleverd. Indien de handleiding niet meegeleverd is, moet u die aan de verkoper vragen door het volgende te vermelden: • Het registratienummer (gedrukt op de plaat, zie hoofdstuk 4.6) • De datum van aankoop. 1.5 VOORZORGSMAATREGELEN TEN LASTE VAN DE KLANT De klant wordt verzocht het document in te vullen en terug te sturen. Als het niet anders vermeld staat in het contract, is het de taak van de Klant om: • Inrichting van de lokalen, inbegrepen de eventuele metselwerken en/of • De vereiste canalisering; • Elektrische stroom in overeenstemming met de geldende richtlijnen van het land; • Gereedschap voor het onderhoud 1.6 INHOUDSOPGAVE VAN DE HANDLEIDING De Klant moet de informatie die het boek bevat zeer aandachtig lezen, aangezien een goede inrichting, een correcte installatie en het juiste gebruik deel uitmaken van het contract tussen de Fabrikant en de Klant. 1.6.1 Bedoeling en inhoud De bedoeling van dit handboek is om alle nodige informatie aan de Klant te verschaffen zodat hij op een correcte, veilige en zelfstandige manier gebruik kan maken van het toestel. Deze handleiding behoudt ook informatie over het technisch aspect, de werking, de uitschakeling, het onderhoud, de onderdelen en de veiligheid. Voor alle onderhoud of herstelling moeten de gebruikers of bevoegde technici de aanwijzingen in dit handboek aandachtig lezen. In geval van twijfel over de interpretatie van de aanwijzingen moet u de Verdeler raadplegen voor de nodige uitleg. 1.6.2 DOELGROEP Het huidige handboek is bedoeld zowel voor de Verdelers en de Gebruikers als het Personeel dat voor het onderhoud van het toestel zorgt. Alle onderhoud of herstelling mag uitsluitend door geschoold en bevoegd personeel uitgevoerd worden. De Fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af in geval van schade indien deze richtlijn niet nageleefd wordt. 76 1.6.3 BEWARING Bewaar de handleiding in de nabijheid van het toestel voor eventuele latere raadpleging, op een plaats waar het niet besmeurd kan raken. 1.6.4 GEBRUIKTE SYMBOLEN SYMBOOL BETEKENIS A... RAADGEVING C... RAADPLEGING 2 UITLEG Wijst op een opmerking of een nota over de sleutelfuncties of over belangrijke informatie. De texten aangegeven door dit symbool zeer aandachtig lezen De handleiding raadplegen voordat u een zekere handeling uitvoert. OMSCHRIJVING EN WERKING VAN HET TOESTEL 2.1 OMSCHRIJVING De kasten zijn door lucht gecondenseerde koelgroepen bestaande uit: • Condensatie Unit (buiten de cel) • Verdamping Unit (binnen de cel) • Bedieningspaneel (rechtover de deur gereedschap), (zie document 13.2.3). • De ontdooiing gebeurt automatisch (C... ! zie document 13.2.1). • De condensatie gebeurt door lucht 2.2 WERKING De kasten zijn koelgroepen die werken dankzij een hermetisch gesloten compressor, aangesloten op de stroomleiding (monofase en driefase) en die de vloeistof R 404 A / R 134 A gebruikt voor de koeling. Werkingsmechanisme van koelcyclus In termen van thermodynamiek bedoelt men met het woord koelcyclus: alle veranderingen dat een lichaam ondergaat (b.v. het koelvloeistof). De overgang van het koelmiddel van vloeibare staat naar gasvormige toestand vindt plaats in de verdamper. Aangezien dit gebeuren een endotherm fenomeen is, wordt een toevoer van warmte noodzakelijk; warmte die door de verdamper uit de lucht waarmee hij in contact is, wordt gehaald. Het verdampte vloeistof wordt aan de uitgang van de verdamper opgezogen door de compressor en vervolgens naar de condensor gestuurd. Daarna gaat de condensor de warmte dat het gasvormige vloeistof opgenomen heeft tijdens de verdamping en de compressie weghalen en het koelstof wordt opnieuw vloeibaar. Deze vloeibaarmaking is een isothermisch fenomeen, er is een warmteproductie dat afgevoerd wordt hetzij door lucht, hetzij door water. Wanneer het uit de condensor komt, gaat het koelvloeistof door een expansiemechanisme en wordt tenslotte terug naar de verdamper gevoerd om de cyclus te beëindigen. 77 3 UITRUSTINGEN 3.1 VERLICHTING De verlichting van het lokaal moet confom zijn aan de wetgeving van het land waarin het toestel geïnstalleerd wordt. Ze moet een goede zichtbaarheid verzekeren en gevaarlijke weerkaatsingen vermijden en bovendien de gegevens van het bedieningspaneel goed waarneembaar maken. 3.2 TRILLING In gewone werkomstandigheden volgens de voorgeschreven indicaties, mogen de trillingen de werking niet in het gedrang brengen, nog gevaar veroorzaken. 3.3 GELUIDSOVERLAST De koelgroepen werden ontworpen en vervaardigd om de geluidsbronnen te verminderen. (C... ! zie document 2) 3.3.1 Toebehoren op aanvraag Enige vervanging en/of toevoeging van toebehoren moeten uitdrukkelijk goedgekeurd en uitgevoerd worden door de Fabrikant. Alle wijzigingen of toevoegigen die aan de koeler gebracht A... moeten worden, mag niet door de operator of door RAADGEVING onderhoudend personeel uitgevoerd worden omwille van veiligheidszorg. De Fabrikant kan niet aanspakelijk gesteld worden in geval van niet goedgekeurde wijzigingen. 3.4 ELEKTROMAGNETISCH MILIEU De koeler werd gebouwd om een goede werking te verkrijgen in een industriële elektromagnetische omgeving, binnen de grenzen van emissie en immuniteit van de volgende normen: EN 50081-2 Elektromagnetisch – Algemene emissie-normen – Deel 2 – Industriële omgeving – (1993). EN 50082-2 Elektromagnetisch – Algemene immuniteitsnormen – Deel 2 – Industriële omgeving – (1995). 4 4.1 VEILIGHEID ALGEMENE OPMERKINGEN De gebruiker moet de aanwijzingen opgenomen in de huidige handleiding zeer aandachtig lezen, in het bijzonder de veiligheidsmaatregelen die in dit hoofdstuk vermeld staan. Bovendien is het noodzakelijk dat de gebruiker de aanwijzingen hieronder toepast: • De gekoelde cel proper en netjes houden • De platen die door de Fabrikant aangebracht werden niet verwijderen of wijzigen. • Het veiligheidssysteem niet uitnemen of verwijderen; • Het toestel niet aanraken met vochtige of natte handen of voeten. 78 • Het toestel blootvoets niet aanraken. • Geen schroevendraaier of andere voorwerpen in de beschermingen of de beweegende onderdelen stoppen. • Nooit aan de elektrische voedingskabel trekken wanneer u het toestel van het net ontkoppelt. Voor alle onderhoud, reiniging of herstelling moet het toestel van het elektriciteitsnet ontkoppeld worden door eerst de hoofdschakelaar uit te zetten en vervolgens de stekker uit te trekken. 4.2 VOORGESCHREVEN GEBRUIK De gekoelde kast en/of tafel werd ontworpen en gebouwd voor gebruik in collectiviteiten, in restaurants en hotels, enz. 4.3 TE ONTRADEN GEBRUIK De gekoelde kast en/of tafel mogen niet gebruikt worden: • • Voor een ander gebruik dan opgenomen in punt 4.2 In een explosieve of agressieve omgeving of met een hoog gehalte van springstof of vetstoffen in de lucht. • In een omgeving met brandgevaar; • Blootgesteld aan weer en wind; • Met adaptors, multicontactdoos en/of verlengkabels 4.4 GEVAARLIJKE ZONES Er bestaan geen gevaarlijke zones tijdens het gebruik aangezien de gekoelde kasten en/of tafels voorzien zijn van alle vereiste veiligheidsuitrustingen. Wanneer de veiligheidsuitrustingen voor een onderhoud of herstelling verwijderd moeten worden, moet u altijd vooraf goed nagaan of de stroom uitgeschakeld is. Hiervoor moeten de elektrische onderdelen van de gekoelde kasten en/of tafels uitgeschakeld zijn door eerst de hoofdschakelaar uit te zetten en vervolgens de stekker van het net te ontkoppelen. Als de werken beëindigd zijn, is het noodzakelijk de veiligheidsuitrustingen terug te monteren. 4.5 HET TOESTEL UITZETTEN De functies om het toestel uit te schakelen zijn de volgende: • Hoofdschakelaar • Elektrische voedingskabel 79 4.6 PLATEN Gegevensplaten van het toestel PLAAT A Plaat voor het Elektrische Systeem PLAAT B Zet de spanning af voordat u de bescherming wegneemt Plaat voor het Elektrische Systeem PLAAT C Symbool voor de aarde Plaat voor het Elektrische Systeem PLAAT D Opgelet! De Fabrikant en Verdeler zijn niet verantwoordelijk als het stroomnet niet beveiligd is met een magneto-thermische schakelaar met hogespanning (IN – 16 A ID – 30 mA) gekoppeld aan de aardleiding. PLAAT E Max. Level MAX. BELASTING A... RAADGEVING 80 DE WAARSCHUWINGSPLATEN VOOR DE VEILIGHEIDSZORG MOGEN NIET VERWIJDERD, BEDEKT OF BESCHADIGD WORDEN. 5 TRANSPORT EN VERPLAATSING DIT HANDBOEK BEVAT BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID BIJ DE INSTALLATIE, HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN HET TOESTEL. HET WORDT DAN OOK STERK AANBEVOLEN DEZE AANDACHTIG TE LEZEN. BEWAAR DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG VOOR LATERE RAADPLEGING 5.1 TRANSPORT EN VERPLAATSING Tijdens het transport en verplaatsing van de gekoelde kast en/of tafel moet het toestel verticaal blijven, en de eventuele vermeldingen op de verpakking naleven. Het transport moet door bevoegde vaklui. De gekoelde kast of tafel moet zorgvuldig vervoerd worden om alle schade aan de onderdelen te vermijden. Naargelang het type vervoer wordt het aanbevolen de kast en/of tafel voldoende te beschermen tegen schokken of botsingen om alle schade te vermijden. A... Schade veroorzaakt tijdens het transport of door verplaatsingen zijn niet inbegrepen in de GARANTIE. De herstellingen of wisselstukken van beschadigde onderdelen zijn ten laste van de Klant. 5.2 OPSLAG In geval van lange stilstand, moet de gekoelde kast en/of tafel opgeslagen worden met de nodige voorzorgen ten opzichte van de opslagplaats: • Bewaar de gekoelde kast en/of tafel in een gesloten ruimte • Bescherm de gekoelde kast en/of tafel tegen eventuele schokken. • Bescherm de gekoelde kast en/of tafel tegen hoge temperatuur. • Vermijd alle contact met corrosieve bestanddelen. 5.3 CONTROLE Voor de inbedrijfstelling van de gekoelde kast en/of tafel, is het noodzakelijk een reeks voorzorgsmaatregelen te treffen en controles uit te voeren om alle gevaar voor ongevallen en brand tijdens de installatie of inbedrijfstelling te voorkomen. • • Nagaan of de gekoelde kast en/of tafel geen schade heeft opgelopen tijdens de montage. Zorgvuldig nagaan of er geen onderdelen ontbreken van het bedieningspaneel, de elektrische kabels en de buizen. • Controleer of het toestel goed aangesloten is op alle externe energiebronnen. • Controleer of alle bewegende of roterende onderdelen vrij zijn. 6 INSTALLATIE Voor een optimaal gebruik van het toestel wordt het aangeraden de koelcel in een goed geluchte ruimte op te stellen, zo ver mogelijk van warmtebronnen. 6.1 INBEDRIJFSTELLING • Verwijder zorgvuldig de verpakking van de koeler. 81 • Verwijder de plastic-bescherming van de stalen oppervlakken en alle anderen beschermingselementen voor het transport. • Plaats de koeler op een vlakke oppervlak en stel het waterpas op (aan de hand van de regelbare poten). Fig. 1. Alvorens gebruik te maken van de unit, moet deze gereinigd worden met een zachte doek, of met een spray; Het wordt aangeraden weinig water te gebruiken aangezien de minerale bestanddelen die het bevat sporen nalaten die moeilijk te verwijderen zijn. • Reinig de kuip en alle panelen aan de binnenkant met een bacteriën bestrijdend product dat u in de handel kunt vinden. • Verwijder het reinigingsmiddel met een vochtige spons en droog het toestel met een zachte en propere doek. Geen producten of schuurmiddelen gebruiken die de glans van de oppervlakken zou aantasten. Geen grote hoeveelheden water gebruiken om de elektrische onderdelen niet te beschadigen; een vochtige spons is voldoende. • Installeer de roosters aan de binnenkant van de kuip door ze in de rails te schuiven (Fig 2) • Plaats de dampopvanglade aan de onderkant van de koeler in de voorziene rails; sluit de aansluiter aan bij toestellen met een automatische opvanglade. (Fig 3). vaschetta Bacs guida reggi vaschetta Support les bacs Fig. 1 6.2 Fig. 2 Fig. 3 ( 13.2.4 .1) VOORZORGSMAATREGELEN • Controleer of de doorsnede van de kabel en de contactdoos voldoende vermogen hebben voor de opgenomen kracht van het toestel. Het is verboden om adaptors, multicontactdozen en/of verlengkabels te gebruiken. • Controleer of de gekoelde kast en/of tafel niet te dicht bij een warmtebron geïnstalleerd is: b.v. ovens, radiators, rechtstreekse zonnestralen, enz. • Laisser un espace de au moins 75 mm (3 inches) entre derrière et dessus et/or le table réfrigéré et les murs, pour éviter la formation de la condensation. • De motorgroep, die zich in de zijdelingse bovenkant van de koeler bevindt, moet vrij zijn van alle mogelijke obstruerende voorwerpen die de circulatie binnen de stoomunit zou kunnen verhinderen. • De afstand tussen het plafond en de koeler mag niet minder dan 50 cm zijn (19¾ inches). 82 • • Controleer of de ruimte voldoende verlucht is voor de koeling van de condensor en de compressor. Voor de goede werking van het toestel, mag de maximale kamertemperatuur niet 43°C (109°F) overschrijden, behalve voor de Compact Line, de Eco Line en de Eco Pizza waarbij de drempel op 35°C ligt (95°F) . Het niet naleven van de bovenvermelde aanwijzingen kan het rendement van het toestel sterk verlagen, een voortijdige slijtage van de compressor veroorzaken en een sterke toename van energieverbruik met zich meebrengen. (Fig. 4). Fig.4 C2 Raadpleeg bovendien de informatie in hoofdstuk 1.5. 6.3 AANSLUITINGEN Om alle problemen te voorkomen tijdens de inbedrijstelling van de gekoelde kast en/of tafel, wordt het aangeraden de aanwijzingen onderaan te respecteren. 6.3.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING De elektrische aansluiting van de gekoelde kast en/of tafel gebeurt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de klant. De aansluiting op het elektriciteitsnet moet conform zijn aan de wetgeving van kracht in het land waarin het toestel geïnstaleerd wordt. • Controleer of de spanning overeenstemt met de waarde opgenomen op de gegevensplaat van de gekoelde kast en/of tafel (zie plaat A). • Controleer of de stekker voldoet aan de geldende normen. • Zorg dat de kabels goed afgeschermd zijn. • Controleer of het toestel goed geaard is. DE AANSLUITING VAN HET TOESTEL OP EEN AARDLEIDING IS VERPLICHT DOOR DE WET. (zie Plaat C). In een batterij van toestellen moet elk toestel afzonderlijk aangesloten worden. 83 Om de elektrische installatie van het toestel te behoeden van eventuele overbelasting of kortsluitingen, moet u een magneto-thermische schakelaar op de stroomleiding van het toestel monteren die de stroom kan onderbreken. (Zie plaat D). 6.3.2 WATERAANSLUITING Indien de toestellen geen stoomunit bevatten, is het noodzakelijk om een aansluiting te voorzien op een afvoer voor het ontdooiingswater door een geschikte buis te gebruiken. 6.3.3 OPTIONELE VOORZIENING Slot: alle gekoelde kasten zijn voozien om een slot erop te monteren, zelfs de modellen die standaard geen slot hebben. Voor de montage, zie Fig 5. Fig 5 7 GEBRUIKSAANWIJZING 7.1 VERANTWOORDELIJKE Het verantwoordelijk personeel voor het gebruik en de installatie van het toestel moet de hieronder vermelde kennis hebben (of aanleren door opleiding) en moet de handleiding en alle veiligheidsmaatregelen hebben aandachtig gelezen. • • Algemene en technische kennis van voldoende niveau om de handleiding te begrijpen. Kennis van de hygiënische normen en de voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van werkongevallen. 7.2 INBEDRIJFSTELLING Indien een toestel per ongeluk in een horizontale positie kwam te staan gedurende het transport, moet u ongeveer 2 uur wachten nadat het opnieuw verticaal opgesteld wordt om het te mogen opstarten. 7.3 TIJDSCHAKELAAR Zie ingesloten gebruiksaanwijzing 13.2.1.2 84 7.4 TEMPERATUURREGELING De temperatuur moet ingesteld worden naargelang: • Het type goederen dat moet bewaard worden in de koelcel (zie document 13.2.5); • De kamertemperatuur; • De openingsfrequentie Opmerking: • De koelers/vriezers (- 10°/- 25°C) (14°F / 32°F) zijn aangepast voor lange bewaring van diepviesproducten en het invriezen van kleine hoeveelheden verse waren in kleine stukjes. In elk geval, moet u wachten dat de koelcel de temperatuur heeft bereikt door de thermometer te controleren voordat u de goederen erin stopt. Bij korte onderbrekingen van de stroom, is het mogelijk dat de compressor met een zekere vertraging opstart; dit is volstrekt normaal. C2 7.5 Raadpleeg de informatie in document 13.2.1. BEWARING VAN DE GOEDEREN Om een hoog rendement te behalen, moet u volgende richtlijnen volgen: • • • Nooit warm voedsel of onbedekt vloeistof in de koeler zetten. Alle goederen moeten verpakt worden, zeker als die aroma’s of room bevatten. Stel de goederen aan de binnenkant van de koeler zodanig op, dat de luchtcirculatie niet verhinderd wordt. (zie plaat E) • Vermijd frequente en langdurige opening van de deur. • Altijd enige ogenblikken wachten als de deur pas gesloten werd voordat u ze opnieuw opent. 7.6 BEWARING VAN HET VOEDSEL De voornaamste oorzaak van het slecht worden van de goederen ligt meestal aan de vermenigvuldiging van de bacteriën in de koelcellen. Het aantal bacteriën kan aanzienlijk vermindert worden door de temperatuur van het product te laten dalen. Elk product heeft immers een aangepaste temperatuur en omgevingsvoorwaarden nodig naargelang de organische eigenschappen van het product. Om volwaardig gebruik te maken van de gekochte uitrusting, moet u goed opletten voor: • Het vriespunt; • Eigenschappen en gegevens betreffende de bewaring van enkele vriesproducten. Voor de aangewezen bewaringstemperatuur, zie Document 13.2.5. 8 ONDERHOUD Deze informatie is zowel gericht naar de gebruiker als naar het onderhoudspersoneel. 8.1 ESSENTIELE VEILIGHEIDSZORGEN 8.1.1 VERBOD OM DE VEILIGHEIDSUITRUSTING TE VERWIJDEREN Het is verboden de beveiligingen te verwijderen voor het onderhoud of de reiniging. 85 De Fabrikant is niet verantwoordelijk bij schade toe te schrijven aan het niet naleven van bovenstaande richtlijn. 8.1.2 MAATREGELEN IN GEVAL VAN BRAND • Het toestel van het net ontkoppelen of de stroom uitzetten. • Geen waterstaal gebruiken • Een brandblusser met poeder of schuim gebruiken. 8.1.3 • REINIGING VAN DE EXTERNE ONDERDELEN Gebruik hiervoor water en neutrale reinigingsmiddelen zonder schuurmiddelen (geen oplosmiddelen gebruiken) Handeling: Reinig met een doek of een spons; Frequentie: maandelijkse wasbeurt is aanbevolen. • • 8.1.4 REINIGING VAN DE CONDENSOR De efficiëntie van de condensor kan beschadigd worden door verstoping van de condensor. Dit moet voorkomen worden door een maandelijkse wasbeurt. Hiervoor moet u het toestel uitzetten, de stekker uittrekken en handelen als volgt: • Met behulp van een luchtstraal of een droog penseel of een borstel, de schoepen reinigen en stofvrij maken met een verticale beweging.(zoals op Fig 5). Ingeval er vet op zit, moet u een penseel gebruiken met alcohol of gelijksoortig middel. Als de handeling beëindigd is, kunt u de unit opnieuw opstarten. Fig 6 8.1.5 REGELMATIGE CONTROLE Alle kabels en elektrische onderdelen moeten regelmatig gecontroleerd worden. 9 UITZONDERLIJK ONDERHOUD EN HERSTELLING Uitzonderlijk Onderhoud en herstelling zijn taken die uitsluitend voorbehouden zijn aan het bevoegde personeel erkend door de fabrikant. Alle verantwoordelijkheid wordt door de fabrikant afgewezen bij herstelling door de gebruiker, niet bevoegd personeel of bij gebruik van niet originele wisselstukken. 86 10 GEBREKKIGE WERKING In dit tabel worden de meest frequente gebreken opgenomen en de mogelijke oorzaken en de mogelijke oplossing. GEBREKIGHEID MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Het toestel start niet Hoofdschakelaar op“OFF” Hoofdschakelaar op “ON”, Te weinig spanning, Controleer contactdoos, stroomleiding, zekeringen Ander Contacteer de technische bijstand De koelgroep wordt niet Bereik van het ingestelde Stel een nieuwe temperatuur in geactiveerd temperatuur Wacht tot cyclus beëindigd is, Ontdooiing bezig uitzetten en terug opstarten Contacteer de technische bijstand Bedieningspaneel defect Contacteer de technische bijstand Ander De koelgroep blijft werken maar Lokaal te warm Meer verluchten bereikt de ingestelde Condensor vervuild De condensor reinigen temperatuur niet Onvoldoende koelvloeistof Contacteer de technische bijstand Helix van ventilator gestopt Contacteer de technische bijstand De deur sluit onvoldoende Controleer de dichting v/d deur Verdamper bevroren Handmatige ontdooiing Ontdooiigsklep open Contacteer de technische bijstand De koelgroep werkt, maar stopt Bedieningspannel defect Contacteer de technische bijstand niet aan de ingestelde Sonde defect Contacteer de technische bijstand temperatuur Deur niet hermetisch gesloten Sluit de deur Ijsklomp op de verdamper Ongeschikt gebruik Contacteer de technische bijstand Bedieningspaneel defect Contacteer de technische bijstand Waterstagnatie of ijsvorming in Afvoer verstopt De bak en de afvoer reinigen de afdruipbak Toestel niet waterpas Contacteer de technische bijstand opgesteld Het toestel maakt lawaai Toestel niet waterpas Controleer of het toestel waterpas is opgesteld Controleer of de ventilator geen andere delen raakt Wrijvingen Opnieuw aandraaien Contacteer de technische bijstand Schroeven en moeren los Ander OM DE GOEDE WERKING EN EEN HOOG RENDEMENT VAN HET TOESTEL TE VERZEKEREN, IS HET NOODZAKELIJK DE INDICATIES VAN DE FABRIKANT NA TE LEVEN EN REGELMATIG EEN ONDERHOUD TE LATEN UITVOEREN DOOR HET BEVOEGD PERSONEEL. (WETSBEPALINGEN OVER VOORZORGSMAATREGELEN TER VOORKOMING VAN WERKONGEVALLEN MOETEN GERESPECTEERD WORDEN) 11 WISSELSTUKKEN 11.1 ORIGINELE ONDERDELEN AANKOPEN Voor alle vervangingen van onderdelen kunt u terecht bij de bevoegde en erkende centra door volgende gegevens door te geven; 87 • • Het registratienummer en het bouwjaar (zie plaat A); Het identificatie-nummer (zie document 13.2.3). Gebrekkige werking toe te schrijven aan een niet originele wisselstuk wordt niet erkend door onze technici. 12 DEMONTAGE Het gas dat aanwezig is in de installatie moet door een bevoegd personeel verwijderd worden. Wat het stalen materiaal betreft, moeten alle ijzeren delen van de andere verwijderd worden om het te laten recycleren. 13 BIJGEVOEGDE DOCUMENTEN 13.1 CERTIFICATEN Volgende certificaten worden bijgeleverd: • Goedkeuringsbewijs volgens RICHTLIJN 98/37/CE. • Goedkeuringsbewijs volgens RICHTLIJN 89/336/CE. • Goedkeuringsbewijs volgens RICHTLIJN 73/23/CE. 13.2 TECHNISCHE DOCUMENTEN Volgende technische gegevens worden bijgeleverd: 1 1.1 1.2 2 3 4 4.1 5 6 7 Instructies elektrische bediening; Elektronische bediening Elektromagnetische bediening Fonometrische analyses; Installatie schema; Elektrisch schema; Aansluitingsplan voor condensatiebak Aangeraden temperatuur; Garantiebewijs; Controle-certificaat; 88
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123

Whirlpool ACO 156/1 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding