7
Montage-instructies
Capacitief
29983-NL-161027
4 Montage-instructies
Schakelpunt
In principe kan de VEGACAP in elke willekeurige positie worden inge-
bouwd.
Bij horizontale inbouw moet de meetsonde zodanig worden gemonteerd,
dat de elektrode zich ter hoogte van het gewenste schakelpunt bevindt.
Bij een verticale inbouw moet de meetsonde zodanig worden gemon-
teerd, dat de elektrode bij het bereiken van het gewenste schakelpunt
circa 50 ... 100 mm in het medium is ondergedompeld.
Aansluitingen
Bij media, die neigen tot afzettingen, moet de elektrode bij horizontale
inbouw vrij in de tank steken, om afzettingen te voorkomen, Vermijd in
deze gevallen sokken voor enzen en inschroefstukken.
Meetbereik
Let erop, dat bij volledig geïsoleerde kabelmeetsonden in de omgeving
van het spangewicht niet kan worden gemeten (L - lengte spangewicht)).
Bij volledig geïsoleerde staafmeetsonden kan over de eerste 20 mm
vanaf de top niet worden gemeten (L - 20 mm).
Kies de meetsonde overeenkomstig langer.
Vulopening
Monteer de meetsonde zodanig, dat de elektrode niet direct in de vul-
stroom steekt. Wanneer toch een dergelijke inbouwplaats nodig is, mon-
teer dan een geschikte beschermplaat boven resp. voor de elektrode.
Roerwerken
Roerwerken, trillingen uit de installatie e.d. kunnen sterke zijwaartse
krachten op de meetsonde veroorzaken. Kies daarom de elektrode van
de VEGACAP niet te lang, maar controleer, of in plaats daarvan niet een
niveauschakelaar VEGACAP aan de zijkant in horizontale positie kan
worden gemonteerd.
Extreme trillingen in de installatie en schokken, bijv. door roerwerken en
turbulente stromingen in de tank kunnen de elektroden van de VEGA-
CAP in resonantietrilling brengen. Dit heeft extra materiaalbelasting tot
gevolg. Wanneer een lange staafelektrode nodig is, kunt u daarom direct
boven het uiteinde van de elektrode een geschikte steun of afspanning
aanbrengen, om de staafelektrode te xeren.
Blanke elektroden moeten geïsoleerd worden afgesteund, volledig ge-
isoleerde elektroden kunnen met metaal worden afgesteund.
Instromend medium
Wanneer VEGACAP in de vulstroom is ingebouwd, kan dit ongewenste
foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer de VEGACAP daarom
op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden, zoals bijv. van
vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Dit geldt vooral voor uitvoeringen met lange elektroden.
Fig. 14: Instromend medium
Druk/vacuüm
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten.
Controleer of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen het product en
de procestemperatuur.
Isolerende maatregelen zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad
met teonband kunnen bij metalen silo's de noodzakelijke elektrische
verbinding met de silo onderbreken. Aard daarom de meetsonde op de
silo.
Lengte van de niveaudetectie-elektrode
Houd er al bij de bestelling van de meetsonde rekening mee, dat de
elektrode bij het gewenste vulniveau overeenkomstig de elektrische ei-
genschappen van het medium (diëlektrische constante) voldoende moet
worden bedekt. Zo heeft bijv. een elektrode voor de niveaudetectie in olie
(diëlektrische constante ~2) een duidelijke grotere bedekking nodig dan
in water (diëlektrische constante ~81).
Als vuistregel geldt:
•
Niet geleidende media > 50 mm
•
Geleidende media > 30 mm
Zijwaartse belasting
Let erop, dat de elektrode niet aan sterke zijwaartse krachten wordt
blootgesteld. Monteer de meetsonde op een plaats in de silo, waar geen
storende invloeden zoals bijv. van roerwerken, vulopeningen enz. kunnen
optreden. Dit geldt vooral voor bijzonder lange staaf- en kabelmeetson-
den.
Mediumbeweging
Monteer de meetsonde zodanig, dat de elektrode niet tegen de silowand
aan kan slaan en dat breuk van de mantelbuis met zekerheid kan worden
uitgesloten.
Metalen silo
Let erop, dat de mechanische aansluiting van de meetsonde met de tank
elektrisch geleidend is, om voldoende massa te waarborgen.
Gebruik geleidende afdichtingen zoals bijv. koper, lood, enz.
Isolerende maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad
met teonband, kunnen de noodzakelijke elektrische verbinding onder-
breken. In dit geval gebruikt u de massaklem op de behuizing, om de
meetsonde met de tankwand te verbinden.
Niet geleidende silo
Bij niet geleidende tanks, bijv. kunststof tanks, moet de tweede pool van
de condensator afzonderlijk worden gerealiseerd. Gebruik een dubbele
staafmeetsonde.
Bij het gebruik van een standaardmeetsonde kan dit bijv. de metalen
draagconstructie van de tank zijn.
Eventueel is het aanbrengen van een geschikt massa-oppervlak nodig.
Breng daarvoor buiten op de tankwand een zo breed mogelijk massa-op-
pervlak aan, bijv. een draadraster, dat in de tankwand wordt opgenomen
resp. een metaalfolie, welke op de tank wordt geplakt.
Verbind het massaoppervlak met de massaklem op de behuizing.
Staafmeetsonden
Bouw de staafmeetsonden zodanig in, dat de meetsonde vrij in de silo
steekt. Bij inbouw in een buis of een sok kan het medium zich afzetten,
waardoor de meting wordt beïnvloed. Dit geldt vooral voor aanhechtende
media.
Invloedsfactoren
De diëlektrische constante heeft in de praktijk een bepaalde variatie.
De volgende invloedsfactoren kunnen de capacitieve meetmethode
beïnvloeden:
•
Concentratie (mengverhouding van het product - voor zover niet
geleidend)
•
Temperatuur
•
Geleidbaarheid (minder dan 50 µS/cm)
Des te constanter de voornoemde factoren zijn, des te beter zijn de
omstandigheden voor de capacitieve meting. Veranderingen van de