AEG SCE819E5TS Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. INSTALLATIE........................................................................................................7
4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 12
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................15
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................18
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................19
9. GELUIDEN..........................................................................................................23
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................23
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................23
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
www.aeg.com2
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed
zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk
zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
NEDERLANDS 3
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke
afwateringssystemen;
bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in
de koelkast, zodat het niet in contact komt met of
druppelt op andere levensmiddelen.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
www.aeg.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u
het in de ingebouwde structuur
installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan
regen.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat bevat een zakje
droogmiddel. Dit is geen speelgoed.
Dit is geen levensmiddel. Gooi het
onmiddellijk weg.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van
het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of
wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen
meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas
NEDERLANDS 5
met een hoge ecologische compatibiliteit.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat
isobutaan bevat, niet beschadigt.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Lucht de ruimte indien dit
gebeurt.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel
alvorens het in het vriesvak te
plaatsen.
2.4 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten,
lichtbronnen, deurklinken,
deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige
van deze reserveonderdelen alleen
beschikbaar zijn voor professionele
reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10
jaar nadat het model is stopgezet.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
www.aeg.com6
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg het installatie-
instructiedocument om uw
apparaat te installeren.
WAARSCHUWING!
Zet het apparaat vast in
overeenstemming met de
installatie-instructies om een
risico op instabiliteit van het
apparaat te voorkomen.
3.1 Afmetingen
B
A
H1
W1
D1
W2
D2
W3
D3
9
NEDERLANDS 7
Totale afnmetingen ¹
H1 mm 1884
W1 mm 548
D1 mm 549
¹ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat zonder de handgreep en de
voeten
Benodigde ruimte in gebruik ²
H2 (A+B) mm 1936
W2 mm 548
D2 mm 551
A mm 1894
B mm 36
² de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H3 (A+B) mm 1936
W3 mm 548
D3 mm 1071
³ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht, plus de ruimte die
nodig is om de deur te openen tot de
minimale hoek waardoor alle interne
apparatuur kan worden verwijderd
3.2 Locatie
Installeer het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (oven, kachels,
radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op
een plek met direct zonlicht om de beste
functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij
kan circuleren rond de achterkant van de
kast.
3.3 Positionering
Dit apparaat moet in een droge, goed
geventileerde positie binnenshuis
worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur variërend
van 10°C tot 43°C.
De juiste werking van het
apparaat kan enkel
gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar
het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het
apparaat van de
hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet
daarom na installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
3.4 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels. Raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -
richtlijnen.
www.aeg.com8
3.5 Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP!
Raadpleeg de installatie-
instructies voor de installatie.
3.6 Omkeerbaarheid van de
deur
Raadpleeg het afzonderlijke document
met instructies voor installatie en
omdraaien van de deur.
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de
deur de vloer met een
duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
4. BEDIENINGSPANEEL
5
1
678 4 3 2
1
Display
2
Toets om de temperatuur van de
vriezer hoger te zetten
3
Toets om de temperatuur van de
vriezer lager te zetten
4
OK
5
Mode
6
Toets om de temperatuur van de
koelkast hoger te zetten
7
Toets om de temperatuur van de
koelkast lager te zetten
8
ON/OFF
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde
geluid van toetsen te wijzigen door de
Mode-toets en de toets om de
temperatuur kouder te zetten,
tegelijkertijd gedurende enkele seconden
in te drukken. U kunt deze wijziging
ongedaan maken.
4.1 Display
Off
min
A B C D E F G
I HJKL
A. Indicatielampje koelvak
B. Indicatielampje timer
/Indicatielampje temperatuur
C. ON/OFF -lampje
D. Coolmatic -functie
E. Holiday -modus
F. Frostmatic -functie
G. Indicatielampje temperatuur
H. Indicatie vriesvak
I. Alarmlampje
NEDERLANDS 9
J. ChildLock -functie
K. DrinksChill -functie
L. DYNAMICAIR -functie
4.2 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF-toets van het
apparaat als het display uit is. Het
temperatuurlampje toont de
ingestelde standaardtemperatuur.
Zie 'Temperatuurregeling' om een andere
temperatuur in te stellen.
Zie als "dEMo" op het display verschijnt
het hoofdstuk 'Problemen oplossen'.
4.3 Uitschakelen
1. Druk de ON/OFF-toets van het
apparaat gedurende 3 seconden in.
Het display wordt uitgeschakeld.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
4.4 Temperatuurregeling
Stel de temperatuur van het apparaat in
door op de temperatuurregelaren te
drukken.
Standaard aanbevolen ingestelde
temperatuur is:
+4°C voor de koelkast
-18°C voor de vriezer
Het temperatuurbereik kan variëren
tussen -15°C en -24°C voor de vriezer en
tussen 2°C en 8°C voor de koelkast.
De temperatuurweergave toont de
ingestelde temperatuur.
De ingestelde temperatuur
zal binnen 24 uur worden
bereikt.
Na een stroomonderbreking
blijft de ingestelde
temperatuur opgeslagen.
4.5 De koelkast inschakelen
Om de koelkast aan te zetten, drukt u
gewoon op de temperatuurregelaar van
de koelkast. Om de koelkast op de
andere manier in te schakelen:
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het lampje OFF van de koelkast
knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het lampje OFF van de koelkast gaat uit
en het lampje van het koelvak wordt
uitgeschakeld.
Zie 'Temperatuurregeling'
om een andere temperatuur
in te stellen.
4.6 De koelkast uitschakelen
Het is mogelijk om alleen het koelvak uit
te schakelen en de vriezer ingeschakeld
te houden.
1. Druk op Mode totdat de indicator van
het koelvak verschijnt.
Het lampje OFF van de koelkast en het
lampje van het koelvak knipperen.
Het temperatuurlampje van de koelkast
toont streepjes.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het lampje OFF van de koelkast en het
lampje van het koelvak zijn
uitgeschakeld.
4.7 Coolmatic -functie
Als u een grote hoeveelheid warm
voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de
boodschappen, in de koelkast wilt
plaatsen, adviseren wij u de Coolmatic in
te schakelen om deze producten sneller
te koelen en om te voorkomen dat
voedsel dat al in de koelkast ligt, warm
wordt.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het Coolmatic-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het Coolmatic-lampje wordt getoond. De
ventilator wordt automatisch geactiveerd
voor de functieduur.
Deze functie stopt automatisch na
ongeveer 6 uur.
U kunt de functie Coolmatic uitschakelen
voordat deze automatisch wordt
beëindigd door de procedure te herhalen
of door een andere ingestelde
koelkasttemperatuur te selecteren.
www.aeg.com10
4.8 Holiday -modus
In deze modus kunt u het koelvak leeg
houden tijdens een lange
vakantieperiode, waardoor er minder
vieze luchtjes ontstaan, terwijl het
vriesvak normaal kan werken.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het Holiday-lampje knippert. Het
temperatuurlampje toont de ingestelde
temperatuur.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het Holiday-lampje wordt getoond.
Deze stand schakelt uit na
een andere temperatuur te
hebben gekozen.
4.9 Frostmatic -functie
De Frostmatic wordt gebruikt voor het
voorvriezen en snel invriezen in volgorde
van het vriesvak. Deze functie versnelt
het invriezen van vers voedsel en
beschermt voedsel dat reeds is
geconserveerd tegen ongewenste
opwarming.
Activeer om vers voedsel in
te vriezen de Frostmatic-
functie ten minste 24 uur
voordat u het voedsel erin
plaatst om het voorvriezen te
voltooien.
1. Druk om deze functie aan te zetten
op de knop Mode tot het
bijbehorende pictogram verschijnt.
Het Frostmatic-lampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te
bevestigen.
Het Frostmatic-lampje wordt getoond.
Deze functie stopt automatisch na 52
uur.
U kunt de functie Frostmatic uitschakelen
voordat deze automatisch wordt
beëindigd door de procedure te herhalen
totdat het Frostmatic-lampje uit gaat of
door een andere ingestelde temperatuur
te selecteren.
4.10 DYNAMICAIR -functie
Het koelvak is voorzien van een
apparaat dat snelle koeling van voedsel
mogelijk maakt en zorgt voor een
gelijkmatigere temperatuur in het vak.
Dit apparaat wordt automatisch
geactiveerd wanneer dat nodig is of
wordt handmatig geactiveerd.
Om de functie aan te zetten:
1. Druk op de Mode-knop tot het
bijbehorende pictogram verschijnt.
Het DYNAMICAIR-lampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te
bevestigen.
Het DYNAMICAIR-lampje wordt
getoond.
Om de functie uit te schakelen, herhaalt
u de procedure totdat het bijbehorende
pictogram DYNAMICAIR uit gaat.
Als de functie automatisch
wordt geactiveerd, wordt het
DYNAMICAIR-
indicatielampje niet
weergegeven (zie "Dagelijks
gebruik").
Het activeren van de functie
DYNAMICAIR verhoogt het
energieverbruik.
Het dynamisch luchtapparaat stopt als
de deur open is en start onmiddellijk
opnieuw nadat de deur is gesloten.
4.11 ChildLock -functie
Activeer de functie ChildLock om de
bediening van de knoppen te
vergrendelen tegen onbedoelde
bediening.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het ChildLock-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het ChildLock-lampje wordt getoond.
Om de functie ChildLock uit te
schakelen, herhaalt u de procedure
totdat het bijbehorende lampje ChildLock
uit gaat.
4.12 DrinksChill -functie
De DrinksChill-functie moet worden
gebruikt om een geluidsalarm op de
gewenste tijd in te stellen. Dit is
bijvoorbeeld handig als in een recept
NEDERLANDS 11
staat dat producten een bepaalde tijd
moet afkoelen.
Deze functie is ook handig als u eraan
moet worden herinnerd dat u flessen of
blikken in de vriezer hebt gelegd om snel
af te koelen.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het DrinksChill-lampje knippert.
De Timer toont gedurende enkele
seconden de ingestelde waarde (30
minuten).
2. Druk op de timertoets om de waarde
van de timer te wijzigen van 1 tot 90
minuten.
3. Druk op OK om te bevestigen.
Het DrinksChill-lampje wordt getoond.
De timer begint (min) te knipperen.
Op het einde van de aftelling knippert het
lampje "0 min" en klinkt een alarm. Druk
op de OK om het geluid uit te schakelen
en de functie te beëindigen.
Om de functie uit te schakelen, herhaalt
u de procedure totdat DrinksChill uit
gaat.
Het is mogelijk om te allen
tijde tijdens het aftellen en
voor het einde van de
ingestelde tijd, de tijd te
veranderen door op de toets
voor het lager zetten van de
temperatuur en op de toets
voor het hoger zetten van de
temperatuur te drukken.
4.13 Alarm bij hoge
temperatuur
Bij een temperatuurstijging in het
vriesvak (bijvoorbeeld door een eerdere
stroomstoring) knipperen de alarm- en
vriestemperatuurindicatoren en gaat het
geluid aan.
Om het alarm uit te schakelen:
1. Druk op een willekeurige toets.
Het geluid wordt uitgeschakeld.
2. De temperatuurweergave van de
vriezer toont de hoogste temperatuur
gedurende een aantal seconden en
vervolgens geeft het display de
ingestelde temperatuur opnieuw
weer.
Het alarmindicatielampje
blijft knipperen totdat de
normale omstandigheden
zijn hersteld.
Als u geen knop indrukt,
schakelt het geluid na
ongeveer een uur
automatisch uit om storingen
te voorkomen.
4.14 Alarm bij open deur
Als de deur van de koelkast gedurende
ongeveer 5 minuten open blijft staan,
klinkt er een geluid en gaat het alarm-
controlelampje knipperen.
Het alarm stop als de deur wordt
gesloten. Tijdens het alarm kan het
geluid worden gedempt door op een
willekeurige knop te drukken.
Als u geen knop indrukt,
schakelt het geluid na
ongeveer een uur
automatisch uit om storingen
te voorkomen.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
5.1 Plaatsen van
deurschappen
De deur van dit apparaat is uitgerust met
groeven zodat schappen/doosjes naar
eigen voorkeur kunnen worden
geordend.
Plaatsen van de deurschappen/-doosjes:
1. Trek het schap/doosje geleidelijk in
de richting van de pijlen totdat het los
komt.
2. Plaats het schap/doosje op de
gewenste positie en steek het
voorzichtig in de groef.
www.aeg.com12
1
1
2
5.2 Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
schappen op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Dit apparaat is ook uitgerust met een
legrek dat uit twee delen bestaat. De
voorste helft van het legrek kan onder de
andere helft worden geplaatst om de
ruimte beter te kunnen gebruiken.
Inklappen van het legrek:
1. Neem het halve deel er voorzichtig
uit.
2. Schuif het in de onderliggende
geleider en onder de andere helft.
1
2
Verwijder de glasplaat boven
de groentelade niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.
5.3 Groentelade
De lade is geschikt voor het opbergen
van fruit en groente.
Verwijder de lade (bijv. om schoon te
maken):
1. Trek de lade eruit en til hem op.
2. Duw de rails in de kast om schade
aan het apparaat te voorkomen bij
het sluiten van de deur.
Om weer in elkaar te zetten:
1. Trek de rails eruit.
NEDERLANDS 13
2. Plaats het achterste deel van de lade
(1) op de rails.
2
1
3. Houd de voorkant van de lade (2)
omhoog terwijl u de lade naar binnen
duwt.
4. Druk het voorste deel van de lade
naar beneden.
Trek de lade er weer uit en
controleer of deze correct op
zowel de achterste als de
voorste haken is geplaatst.
5.4 Indicatielampje
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel
is de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het
koudste deel van de koelkast aan.
Als OK wordt weergegeven (A), breng
dan vers voedsel naar een zone die is
aangegeven met een symbool, zo niet
(B), wacht dan ten minste 12 uur en
controleer of het OK is (A).
Als het nog steeds niet OK is (B), stelt u
de instellingsregeling in op een koudere
stand.
5.5 DYNAMICAIR
Het koelvak is voorzien van een
apparaat dat snelle koeling van voedsel
mogelijk maakt en zorgt voor een
gelijkmatigere temperatuur in het vak.
Dit apparaat wordt automatisch
geactiveerd wanneer dat nodig is.
Het is ook mogelijk om het apparaat
handmatig in te schakelen indien nodig
(zie “DYNAMICAIR functie”).
De ventilator werkt alleen als
de deur gesloten is.
5.6 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en om
diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
Frostmatic-functie ten minste 24 uur
voordat u het in te vriezen voedsel in het
vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig
verdeeld in het derde vak of de derde
lade vanaf de bovenkant.
De maximale hoeveelheid
levensmiddelen die kunnen worden
ingevroren zonder andere verse
levensmiddelen toe te voegen,
gedurende 24 uur, staat aangegeven op
het typeplaatje (een label dat zich aan de
binnenkant van het apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid,
keert het apparaat automatisch terug
naar de vorige temperatuurinstelling (zie
"Frostmatic-functie").
www.aeg.com14
5.7 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet is gebruikt
inschakelt, dient u voordat u de
producten in het vak legt het apparaat
minstens 3 uur te laten werken met de
Frostmatic-functie ingeschakeld.
De vriesladen zorgen ervoor dat u het
voedselpakket dat u wenst, snel en
makkelijk kan vinden. Indien grote
hoeveelheden voedsel moeten worden
bewaard, verwijder dan alle lades
behalve de onderste lade die nodig is
voor een goede luchtcirculatie.
Leg het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP!
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als
de stroom langer is
uitgevallen dan de duur die
op het typeplaatje "tijdsduur"
is vermeld, moeten
ontdooide etenswaren snel
geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden,
afgekoeld en opnieuw
worden ingevroren. Zie
'Alarm hoge temperatuur'.
5.8 Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd,
worden ontdooid in de koelkast of in een
plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel.
Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren
gekookt worden.
5.9 Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes.
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden
uit de vriezer te halen.
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
5.10 Koude-accumulatoren
De vriezer beschikt over koude-
accumulatoren die de opslagduur
verlengen in het geval van een defect of
stroomstoring.
Om een optimale werking van de
accumulatoren te waarborgen, plaats u
deze in het voorste bovenste gedeelte
van het apparaat.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Tips voor
energiebesparing
Vriezer: De interne configuratie van
het apparaat zorgt voor het meest
efficiënte energiegebruik.
Koelkast: Het meest efficiënte gebruik
van energie is verzekerd in de
configuratie met de lades in het
onderste deel van het apparaat en
met de rekken gelijkmatig verdeeld.
De positie van de deurbakken heeft
geen invloed op het energieverbruik.
Verwijder de koelelementen niet uit de
vriesmand.
De deur niet vaker openen of open
laten staan dan noodzakelijk.
Vriezer: Hoe kouder de
temperatuurinstelling, hoe hoger het
energieverbruik.
Koelkast: Stel de temperatuur niet te
hoog in om energie te besparen,
tenzij de kenmerken van het voedsel
dit vereisen.
Als de omgevingstemperatuur hoog
is, de temperatuurregeling op een
lage temperatuur staat en het
apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan
waardoor er ijs op de verdamper
ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur om automatisch
ontdooien mogelijk te maken en zo
energie te besparen.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek
de ventilatieroosters of -gaten niet af.
Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in
het apparaat lucht door speciale
NEDERLANDS 15
gaten in de achterzijde van het
apparaat laten circuleren.
6.2 Tips voor het invriezen
Activeer de Frostmatic-functie ten
minste 24 uur voordat u het voedsel in
het vriesvak legt.
Vóór het invriezen verpakken en
verzegelen van vers voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie of zakken,
luchtdichte containers met deksel.
Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine
porties.
Het wordt aanbevolen om etiketten en
datums op al uw diepvriesproducten
te plakken. Dit zal helpen
voedingsmiddelen te identificeren en
te weten wanneer ze moeten worden
gebruikt voordat ze bederven.
Het voedsel moet vers zijn wanneer
het wordt ingevroren om een goede
kwaliteit te behouden. Vooral
groenten en fruit moeten na de oogst
worden ingevroren om al hun
voedingsstoffen te behouden.
Flessen of blikken met vloeistoffen
niet invriezen, in het bijzonder
dranken die kooldioxide bevatten - ze
kunnen exploderen tijdens het
invriezen.
Plaats geen warm voedsel in het
koelvak. Koel het af bij
kamertemperatuur voordat u het in
het vak plaatst.
Om te voorkomen dat de temperatuur
van al ingevroren voedsel toeneemt,
dient u vers voedsel hier niet direct
naast te plaatsen. Plaats voedsel op
kamertemperatuur in het deel van het
vriesvak waar geen bevroren voedsel
is.
IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit
de vriezer zijn gehaald opeten.
Gevaar voor bevriezing.
Ontdooid voedsel niet opnieuw
invriezen. Als het voedsel ontdooid is,
kook het dan, koel het af en vries het
dan in.
6.3 Tips voor het bewaren
van ingevroren voedsel
Een goede temperatuurinstelling die
de conservering van ingevroren
voedsel garandeert is een
temperatuur lager dan of gelijk aan
-18°C.
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het
voedsel om de lucht vrij te laten
circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het
etiket van de voedselverpakking om
de houdbaarheid van voedsel te
bekijken.
Het is belangrijk om het voedsel
zodanig in te pakken dat er geen
water, vocht of condensatie in kan
komen.
6.4 Winkeltips
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet
beschadigd is - het voedsel kan
bedorven zijn. Als de verpakking
gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden
opgeslagen en is het ontdooien
mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken,
koopt u diepvriesproducten aan het
einde van uw boodschappen en
vervoert u ze in een thermische en
geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten
onmiddellijk na terugkomst uit de
winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid
is, mag u het niet opnieuw invriezen.
Consumeer het zo snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
www.aeg.com16
6.5 Houdbaarheid voor vriesvak
Soort gerecht Houdbaarheid (maan‐
den)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (bijv. mozzarella)
Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (bv. zalm, makreel)
Magere vis (bv. kabeljauw, bot)
Garnalen
Schelpdieren en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
6.6 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Een goede temperatuurinstelling die
de conservering van vers voedsel
garandeert is een temperatuur lager
dan of gelijk aan +4°C.
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid van voedsel.
Bedek het voedsel met een
verpakking om de versheid en het
aroma te behouden.
Gebruik altijd gesloten containers
voor vloeistoffen en voor voedsel, om
smaken of geuren in het vak te
voorkomen.
Om kruisbesmetting tussen gekookt
en rauw voedsel te voorkomen,
bedekt u het gekookte voedsel en
scheidt u het van het rauwe.
Het wordt aanbevolen om het voedsel
in de koelkast te ontdooien.
Plaats geen warm voedsel in het
apparaat. Zorg ervoor dat het is
afgekoeld bij kamertemperatuur
voordat u het in het apparaat plaatst.
Om voedselverspilling te voorkomen
moet de nieuwe voorraad voedsel
altijd achter de oude worden
geplaatst.
6.7 Tips voor het koelen van
voedsel
Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
NEDERLANDS 17
Groenten en fruit: grondig reinigen
(grond verwijderen) en in een speciale
lade (groentelade) plaatsen.
Het is raadzaam om exotische
vruchten zoals bananen, mango's,
papaja's, etc. niet in de koelkast te
bewaren.
Groenten zoals tomaten,
aardappelen, uien en knoflook mogen
niet in de koelkast worden bewaard.
Boter en kaas: in een luchtdicht bakje
leggen of in aluminiumfolie of plastic
zakjes wikkelen om zoveel mogelijk
lucht uit te sluiten.
Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
Om de koeling van de goederen te
versnellen, is het raadzaam om de
ventilator aan te zetten. De activering
van dynamische lucht maakt een
grotere homogenisatie van de interne
temperaturen mogelijk.
Raadpleeg altijd de vervaldatum van
de producten om te weten hoelang ze
bewaard kunnen worden.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP!
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt tijdens normaal gebruik
automatisch van de verdamper van het
koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het
apparaat, boven de compressormotor,
waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd
meegeleverd met het apparaat.
www.aeg.com18
7.4 De vriezer ontdooien
Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat
er geen rijp gevormd wordt als het
vriesvak werkt, noch op de
binnenwanden, noch op het voedsel.
7.5 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Bel een gekwalificeerd
elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De kast recent is ingescha‐
keld.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De deur is open gelaten. Sluit de deur.
De compressor werkt conti‐
nu.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er worden veel producten te‐
gelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Raadpleeg het hoofdstuk
“Installatie”.
NEDERLANDS 19
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het voedsel dat in het appa‐
raat werd geplaatst, was te
warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het opslaat.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De functie Frostmatic is in‐
geschakeld.
Zie de rubriek over "Frost‐
matic-functie".
De functie Coolmatic is inge‐
schakeld.
Zie de rubriek over "Coolma‐
tic-functie".
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
"Frostmatic" of "Coolmatic",
of na het veranderen van de
temperatuur.
De compressor start na eni‐
ge tijd.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het venti‐
latierooster aan.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
Deur gaat niet makkelijk
open.
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
De lamp werkt niet. Het lampje staat in de stand-
by-stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Neem contact op met de
dichtsbijzijnde klantenservi‐
ce.
Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De pakking is vervormd of
vuil.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
hoog.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
www.aeg.com20
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de ach‐
terkant van de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces, ontdooit de
rijp tegen de achterwand.
Dat is juist.
Er bevindt zich teveel con‐
denswater op de achterwand
van de koelkast.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De deur is niet volledig ge‐
sloten.
Zorg ervoor dat de deur vol‐
ledig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat u het in
het apparaat plaatst.
Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat
het water in de waterop‐
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de produc‐
ten de achterwand niet ra‐
ken.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam‐
perbak boven de compres‐
sor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De "Frostmatic-functie"
of"Coolmatic-functie" is inge‐
schakeld.
Schakel "Frostmatic-functie"
of"Coolmatic-functie" hand‐
matig uit of wacht tot de
functie automatisch deacti‐
veert om de temperatuur in
te stellen. Raadpleeg de ru‐
briek over "Frostmatic-func‐
tie" of"Coolmatic-functie".
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten te‐
gelijk bewaard.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De functie Frostmatic is in‐
geschakeld.
Zie de rubriek over "Frost‐
matic-functie".
NEDERLANDS 21
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De functie Coolmatic is inge‐
schakeld.
Zie de rubriek over "Coolma‐
tic-functie".
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat is. Zie het hoofdstuk
'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
DEMO verschijnt op het dis‐
play.
Het apparaat staat in de‐
monstratiemodus.
Houd de OK -toets ongeveer
10 seconden ingedrukt tot
een lang geluid klinkt en het
display even uitschakelt.
Er verschijnt een of of
-symbool in plaats van
getallen op het temperatuur‐
display.
Probleem met de tempera‐
tuur van de sensor.
Neem contact op met de
dichtsbijzijnde klantenservi‐
ce (het koelsysteem blijft
werken om uw levensmidde‐
len koud te houden, maar de
temperatuur kan niet aange‐
past worden).
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
8.2 Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een
ledbinnenlampje dat een lange
levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de
verlichting vervangen. Neem contact op
met de klantenservice.
8.3 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
www.aeg.com22
9. GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
10. TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de informatie gerelateerd
aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde
informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu
en de
modelnaam en het productnummer die u
vindt op het typeplaatje van het
apparaat.
Zie de link
www.theenergylabel.eu
voor
gedetailleerde informatie over het
energielabel.
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het
toestel voor elke EcoDesign-verificatie
moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de
afmetingen van de uitsparingen en de
minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de
voorschriften van deze
gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor
verdere informatie, inclusief laadplannen.
NEDERLANDS 23
12. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
www.aeg.com24

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5 3. INSTALLATIE........................................................................................................7 4. BEDIENINGSPANEEL..........................................................................................9 5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 12 6. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 15 7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................18 8. PROBLEEMOPLOSSING................................................................................... 19 9. GELUIDEN..........................................................................................................23 10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................23 11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN.................................................... 23 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die NEDERLANDS 3 voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd. Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. 1.2 Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. Neem de volgende instructies in acht om besmetting van voedsel te voorkomen: 4 www.aeg.com open de deur niet gedurende lange perioden; reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen; – bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in de koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op andere levensmiddelen. WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat. Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – – • • • • • • • • • NEDERLANDS 5 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel. Gooi het onmiddellijk weg. 2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas 6 www.aeg.com met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • • • • • • • • • • • • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen. operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. 2.5 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • • • 2.6 Service • • • 2.4 Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet. 2.7 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. NEDERLANDS • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. 3. INSTALLATIE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAARSCHUWING! Zet het apparaat vast in overeenstemming met de installatie-instructies om een risico op instabiliteit van het apparaat te voorkomen. WAARSCHUWING! Raadpleeg het installatieinstructiedocument om uw apparaat te installeren. D3 D1 3.1 Afmetingen W1 90 D2 ° W3 A H1 W2 B 7 8 www.aeg.com 3.3 Positionering Totale afnmetingen ¹ H1 mm 1884 W1 mm 548 D1 mm 549 ¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zonder de handgreep en de voeten Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 43°C. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Benodigde ruimte in gebruik ² H2 (A+B) mm 1936 W2 mm 548 D2 mm 551 A mm 1894 B mm 36 Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. ² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht Totale benodigde ruimte in gebruik ³ H3 (A+B) mm 1936 3.4 Elektrische aansluiting W3 mm 548 • D3 mm 1071 ³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwijderd • 3.2 Locatie Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast. • • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Dit apparaat voldoet aan de EEG richtlijnen. NEDERLANDS 3.5 Ventilatievereisten LET OP! Raadpleeg de installatieinstructies voor de installatie. De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 3.6 Omkeerbaarheid van de deur min. 200 cm2 5 cm 9 Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur. LET OP! Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen. min. 200 cm2 4. BEDIENINGSPANEEL 1 8 7 6 1 Display 2 Toets om de temperatuur van de vriezer hoger te zetten 3 Toets om de temperatuur van de vriezer lager te zetten 4 OK 5 Mode 6 Toets om de temperatuur van de koelkast hoger te zetten 5 4 3 2 7 Toets om de temperatuur van de koelkast lager te zetten 8 ON/OFF Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van toetsen te wijzigen door de Mode-toets en de toets om de temperatuur kouder te zetten, tegelijkertijd gedurende enkele seconden in te drukken. U kunt deze wijziging ongedaan maken. 4.1 Display A B C D E F G Off min L K J I H A. Indicatielampje koelvak B. Indicatielampje timer /Indicatielampje temperatuur C. ON/OFF -lampje D. Coolmatic -functie E. Holiday -modus F. Frostmatic -functie G. Indicatielampje temperatuur H. Indicatie vriesvak I. Alarmlampje 10 www.aeg.com J. ChildLock -functie K. DrinksChill -functie L. DYNAMICAIR -functie 4.2 Inschakelen Het lampje OFF van de koelkast gaat uit en het lampje van het koelvak wordt uitgeschakeld. 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Druk op de ON/OFF-toets van het apparaat als het display uit is. Het temperatuurlampje toont de ingestelde standaardtemperatuur. Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen. Zie als "dEMo" op het display verschijnt het hoofdstuk 'Problemen oplossen'. 4.3 Uitschakelen 1. Druk de ON/OFF-toets van het apparaat gedurende 3 seconden in. Het display wordt uitgeschakeld. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 4.4 Temperatuurregeling Stel de temperatuur van het apparaat in door op de temperatuurregelaren te drukken. Standaard aanbevolen ingestelde temperatuur is: • +4°C voor de koelkast • -18°C voor de vriezer Het temperatuurbereik kan variëren tussen -15°C en -24°C voor de vriezer en tussen 2°C en 8°C voor de koelkast. De temperatuurweergave toont de ingestelde temperatuur. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen. 4.5 De koelkast inschakelen Om de koelkast aan te zetten, drukt u gewoon op de temperatuurregelaar van de koelkast. Om de koelkast op de andere manier in te schakelen: 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het lampje OFF van de koelkast knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen. 4.6 De koelkast uitschakelen Het is mogelijk om alleen het koelvak uit te schakelen en de vriezer ingeschakeld te houden. 1. Druk op Mode totdat de indicator van het koelvak verschijnt. Het lampje OFF van de koelkast en het lampje van het koelvak knipperen. Het temperatuurlampje van de koelkast toont streepjes. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het lampje OFF van de koelkast en het lampje van het koelvak zijn uitgeschakeld. 4.7 Coolmatic -functie Als u een grote hoeveelheid warm voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de boodschappen, in de koelkast wilt plaatsen, adviseren wij u de Coolmatic in te schakelen om deze producten sneller te koelen en om te voorkomen dat voedsel dat al in de koelkast ligt, warm wordt. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het Coolmatic-lampje knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het Coolmatic-lampje wordt getoond. De ventilator wordt automatisch geactiveerd voor de functieduur. Deze functie stopt automatisch na ongeveer 6 uur. U kunt de functie Coolmatic uitschakelen voordat deze automatisch wordt beëindigd door de procedure te herhalen of door een andere ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren. NEDERLANDS 4.8 Holiday -modus In deze modus kunt u het koelvak leeg houden tijdens een lange vakantieperiode, waardoor er minder vieze luchtjes ontstaan, terwijl het vriesvak normaal kan werken. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het Holiday-lampje knippert. Het temperatuurlampje toont de ingestelde temperatuur. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het Holiday-lampje wordt getoond. Deze stand schakelt uit na een andere temperatuur te hebben gekozen. 4.9 Frostmatic -functie De Frostmatic wordt gebruikt voor het voorvriezen en snel invriezen in volgorde van het vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Frostmaticfunctie ten minste 24 uur voordat u het voedsel erin plaatst om het voorvriezen te voltooien. 1. Druk om deze functie aan te zetten op de knop Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het Frostmatic-lampje knippert. 2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het Frostmatic-lampje wordt getoond. Deze functie stopt automatisch na 52 uur. U kunt de functie Frostmatic uitschakelen voordat deze automatisch wordt beëindigd door de procedure te herhalen totdat het Frostmatic-lampje uit gaat of door een andere ingestelde temperatuur te selecteren. 4.10 DYNAMICAIR -functie Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle koeling van voedsel 11 mogelijk maakt en zorgt voor een gelijkmatigere temperatuur in het vak. Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd wanneer dat nodig is of wordt handmatig geactiveerd. Om de functie aan te zetten: 1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het DYNAMICAIR-lampje knippert. 2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het DYNAMICAIR-lampje wordt getoond. Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende pictogram DYNAMICAIR uit gaat. Als de functie automatisch wordt geactiveerd, wordt het DYNAMICAIRindicatielampje niet weergegeven (zie "Dagelijks gebruik"). Het activeren van de functie DYNAMICAIR verhoogt het energieverbruik. Het dynamisch luchtapparaat stopt als de deur open is en start onmiddellijk opnieuw nadat de deur is gesloten. 4.11 ChildLock -functie Activeer de functie ChildLock om de bediening van de knoppen te vergrendelen tegen onbedoelde bediening. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het ChildLock-lampje knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het ChildLock-lampje wordt getoond. Om de functie ChildLock uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende lampje ChildLock uit gaat. 4.12 DrinksChill -functie De DrinksChill-functie moet worden gebruikt om een geluidsalarm op de gewenste tijd in te stellen. Dit is bijvoorbeeld handig als in een recept 12 www.aeg.com staat dat producten een bepaalde tijd moet afkoelen. Deze functie is ook handig als u eraan moet worden herinnerd dat u flessen of blikken in de vriezer hebt gelegd om snel af te koelen. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het DrinksChill-lampje knippert. De Timer toont gedurende enkele seconden de ingestelde waarde (30 minuten). 2. Druk op de timertoets om de waarde van de timer te wijzigen van 1 tot 90 minuten. 3. Druk op OK om te bevestigen. Het DrinksChill-lampje wordt getoond. De timer begint (min) te knipperen. Op het einde van de aftelling knippert het lampje "0 min" en klinkt een alarm. Druk op de OK om het geluid uit te schakelen en de functie te beëindigen. Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat DrinksChill uit gaat. Het is mogelijk om te allen tijde tijdens het aftellen en voor het einde van de ingestelde tijd, de tijd te veranderen door op de toets voor het lager zetten van de temperatuur en op de toets voor het hoger zetten van de temperatuur te drukken. 4.13 Alarm bij hoge temperatuur stroomstoring) knipperen de alarm- en vriestemperatuurindicatoren en gaat het geluid aan. Om het alarm uit te schakelen: 1. Druk op een willekeurige toets. Het geluid wordt uitgeschakeld. 2. De temperatuurweergave van de vriezer toont de hoogste temperatuur gedurende een aantal seconden en vervolgens geeft het display de ingestelde temperatuur opnieuw weer. Het alarmindicatielampje blijft knipperen totdat de normale omstandigheden zijn hersteld. Als u geen knop indrukt, schakelt het geluid na ongeveer een uur automatisch uit om storingen te voorkomen. 4.14 Alarm bij open deur Als de deur van de koelkast gedurende ongeveer 5 minuten open blijft staan, klinkt er een geluid en gaat het alarmcontrolelampje knipperen. Het alarm stop als de deur wordt gesloten. Tijdens het alarm kan het geluid worden gedempt door op een willekeurige knop te drukken. Als u geen knop indrukt, schakelt het geluid na ongeveer een uur automatisch uit om storingen te voorkomen. Bij een temperatuurstijging in het vriesvak (bijvoorbeeld door een eerdere 5. DAGELIJKS GEBRUIK 5.1 Plaatsen van deurschappen De deur van dit apparaat is uitgerust met groeven zodat schappen/doosjes naar eigen voorkeur kunnen worden geordend. Plaatsen van de deurschappen/-doosjes: 1. Trek het schap/doosje geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt. 2. Plaats het schap/doosje op de gewenste positie en steek het voorzichtig in de groef. NEDERLANDS 1. Trek de lade eruit en til hem op. 1 1 2 5.2 Verplaatsbare schappen De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. 2. Duw de rails in de kast om schade aan het apparaat te voorkomen bij het sluiten van de deur. Dit apparaat is ook uitgerust met een legrek dat uit twee delen bestaat. De voorste helft van het legrek kan onder de andere helft worden geplaatst om de ruimte beter te kunnen gebruiken. Inklappen van het legrek: 1. Neem het halve deel er voorzichtig uit. 2. Schuif het in de onderliggende geleider en onder de andere helft. 1 Om weer in elkaar te zetten: 1. Trek de rails eruit. 2 Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen. 5.3 Groentelade De lade is geschikt voor het opbergen van fruit en groente. Verwijder de lade (bijv. om schoon te maken): 13 14 www.aeg.com 2. Plaats het achterste deel van de lade (1) op de rails. 2 1 3. Houd de voorkant van de lade (2) omhoog terwijl u de lade naar binnen duwt. 4. Druk het voorste deel van de lade naar beneden. Trek de lade er weer uit en controleer of deze correct op zowel de achterste als de voorste haken is geplaatst. 5.4 Indicatielampje temperatuur Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van de koelkast aan. Als OK wordt weergegeven (A), breng dan vers voedsel naar een zone die is aangegeven met een symbool, zo niet (B), wacht dan ten minste 12 uur en controleer of het OK is (A). Als het nog steeds niet OK is (B), stelt u de instellingsregeling in op een koudere stand. A OK B OK 5.5 DYNAMICAIR Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle koeling van voedsel mogelijk maakt en zorgt voor een gelijkmatigere temperatuur in het vak. Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd wanneer dat nodig is. Het is ook mogelijk om het apparaat handmatig in te schakelen indien nodig (zie “DYNAMICAIR functie”). De ventilator werkt alleen als de deur gesloten is. 5.6 Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Frostmatic-functie ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in het derde vak of de derde lade vanaf de bovenkant. De maximale hoeveelheid levensmiddelen die kunnen worden ingevroren zonder andere verse levensmiddelen toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt). Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het apparaat automatisch terug naar de vorige temperatuurinstelling (zie "Frostmatic-functie"). NEDERLANDS 5.7 Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet is gebruikt inschakelt, dient u voordat u de producten in het vak legt het apparaat minstens 3 uur te laten werken met de Frostmatic-functie ingeschakeld. De vriesladen zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en makkelijk kan vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie. 5.8 Ontdooien Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water. Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden. 5.9 Het maken van ijsblokjes Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen. Leg het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur. LET OP! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op het typeplaatje "tijdsduur" is vermeld, moeten ontdooide etenswaren snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden, afgekoeld en opnieuw worden ingevroren. Zie 'Alarm hoge temperatuur'. 15 1. Vul de bakjes met water. 2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak. 5.10 Koude-accumulatoren De vriezer beschikt over koudeaccumulatoren die de opslagduur verlengen in het geval van een defect of stroomstoring. Om een optimale werking van de accumulatoren te waarborgen, plaats u deze in het voorste bovenste gedeelte van het apparaat. 6. AANWIJZINGEN EN TIPS 6.1 Tips voor energiebesparing • • • • • Vriezer: De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik. Koelkast: Het meest efficiënte gebruik van energie is verzekerd in de configuratie met de lades in het onderste deel van het apparaat en met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie van de deurbakken heeft geen invloed op het energieverbruik. Verwijder de koelelementen niet uit de vriesmand. De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk. Vriezer: Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik. • • • • Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog in om energie te besparen, tenzij de kenmerken van het voedsel dit vereisen. Als de omgevingstemperatuur hoog is, de temperatuurregeling op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de temperatuurregeling in op een hogere temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zo energie te besparen. Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af. Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in het apparaat lucht door speciale 16 www.aeg.com gaten in de achterzijde van het apparaat laten circuleren. 6.2 Tips voor het invriezen • • • • • • • • • • Activeer de Frostmatic-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt. Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel. Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven. Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden. Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen. Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst. Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is. IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in. 6.3 Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel • • • • • Een goede temperatuurinstelling die de conservering van ingevroren voedsel garandeert is een temperatuur lager dan of gelijk aan -18°C. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid. Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten. Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren. Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken. Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen. 6.4 Winkeltips Na het boodschappen doen: • • • • • Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen. Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas. Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer. Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk. Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking. NEDERLANDS 17 6.5 Houdbaarheid voor vriesvak Soort gerecht Houdbaarheid (maan‐ den) Brood 3 Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12 Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (bijv. mozzarella) Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar) 6-9 3-4 6 Vis/Zeevruchten: Vette vis (bv. zalm, makreel) Magere vis (bv. kabeljauw, bot) Garnalen Schelpdieren en mosselen Gekookte vis 2-3 4-6 12 3-4 1-2 Vlees: Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees 6.6 Tips voor het koelen van vers voedsel • • • • Een goede temperatuurinstelling die de conservering van vers voedsel garandeert is een temperatuur lager dan of gelijk aan +4°C. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid van voedsel. Bedek het voedsel met een verpakking om de versheid en het aroma te behouden. Gebruik altijd gesloten containers voor vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of geuren in het vak te voorkomen. Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw voedsel te voorkomen, 9 - 12 6 - 12 4-6 6-9 1-2 1-2 2-3 • • • bedekt u het gekookte voedsel en scheidt u het van het rauwe. Het wordt aanbevolen om het voedsel in de koelkast te ontdooien. Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur voordat u het in het apparaat plaatst. Om voedselverspilling te voorkomen moet de nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude worden geplaatst. 6.7 Tips voor het koelen van voedsel • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen. 18 www.aeg.com • • • • Groenten en fruit: grondig reinigen (grond verwijderen) en in een speciale lade (groentelade) plaatsen. Het is raadzaam om exotische vruchten zoals bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de koelkast te bewaren. Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en knoflook mogen niet in de koelkast worden bewaard. Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. • • • Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek. Om de koeling van de goederen te versnellen, is het raadzaam om de ventilator aan te zetten. De activering van dynamische lucht maakt een grotere homogenisatie van de interne temperaturen mogelijk. Raadpleeg altijd de vervaldatum van de producten om te weten hoelang ze bewaard kunnen worden. 7. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. LET OP! De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. 7.2 Periodieke reiniging Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Afspoelen en goed afdrogen. 7.3 Het ontdooien van de koelkast Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd meegeleverd met het apparaat. NEDERLANDS 7.4 De vriezer ontdooien Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er geen rijp gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch op de binnenwanden, noch op het voedsel. 7.5 Periode dat het apparaat niet gebruikt wordt 19 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel 3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 4. Laat de deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 8. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Wat te doen in de volgende gevallen... Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐ keld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Bel een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Er is een hoorbaar of zicht‐ baar alarm. De kast recent is ingescha‐ keld. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur in het appa‐ raat is te hoog. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De deur is open gelaten. Sluit de deur. De temperatuur is fout inge‐ steld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. De compressor werkt conti‐ nu. Er worden veel producten te‐ Wacht een paar uur en con‐ gelijk geplaatst. troleer dan nogmaals de temperatuur. De kamertemperatuur is te hoog. Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”. 20 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het voedsel dat in het appa‐ raat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot ka‐ mertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De functie Frostmatic is in‐ geschakeld. Zie de rubriek over "Frost‐ matic-functie". De functie Coolmatic is inge‐ Zie de rubriek over "Coolma‐ schakeld. tic-functie". De compressor start niet on‐ De compressor start na eni‐ middellijk na het drukken op ge tijd. "Frostmatic" of "Coolmatic", of na het veranderen van de temperatuur. Dit is normaal, er is geen storing. De deur is verkeerd uitge‐ lijnd of komt tegen het venti‐ latierooster aan. Het apparaat staat niet wa‐ terpas. Raadpleeg 'Installatie-in‐ structies'. Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te ope‐ nen. Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur. De lamp werkt niet. Het lampje staat in de stand- Sluit en open de deur. by-stand. Er is te veel vorst en ijs. Het lampje is stuk. Neem contact op met de dichtsbijzijnde klantenservi‐ ce. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De pakking is vervormd of vuil. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is fout inge‐ steld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Apparaat is volledig geladen Stel een hogere temperatuur en is ingesteld op de laagste in. Raadpleeg het hoofdstuk temperatuur. 'Bedieningspaneel'. De ingestelde temperatuur in Stel een hogere temperatuur het apparaat is te laag en de in. Raadpleeg het hoofdstuk omgevingstemperatuur is te 'Bedieningspaneel'. hoog. NEDERLANDS Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er loopt water over de ach‐ terkant van de koelkast. Tijdens het automatische ontdooiproces, ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dat is juist. Er bevindt zich teveel con‐ De deur is te vaak geopend. denswater op de achterwand van de koelkast. 21 Open de deur alleen als het nodig is. De deur is niet volledig ge‐ sloten. Zorg ervoor dat de deur vol‐ ledig gesloten is. Het bewaarde voedsel was niet ingepakt. Verpak voedsel in geschikt materiaal voordat u het in het apparaat plaatst. Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat het water in de waterop‐ vangbak loopt. Zorg ervoor dat de produc‐ ten de achterwand niet ra‐ ken. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdam‐ perbak boven de compres‐ sor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur kan niet worden ingesteld. De "Frostmatic-functie" Schakel "Frostmatic-functie" of"Coolmatic-functie" is inge‐ of"Coolmatic-functie" hand‐ schakeld. matig uit of wacht tot de functie automatisch deacti‐ veert om de temperatuur in te stellen. Raadpleeg de ru‐ briek over "Frostmatic-func‐ tie" of"Coolmatic-functie". De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/hoog. De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere tem‐ peratuur in. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten te‐ Conserveer minder produc‐ gelijk bewaard. ten tegelijk. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De functie Frostmatic is in‐ geschakeld. Zie de rubriek over "Frost‐ matic-functie". 22 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De functie Coolmatic is inge‐ Zie de rubriek over "Coolma‐ schakeld. tic-functie". DEMO verschijnt op het dis‐ play. Er verschijnt een of Er is geen koude luchtcircu‐ latie in het apparaat aanwe‐ zig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa‐ raat is. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. Het apparaat staat in de‐ monstratiemodus. Houd de OK -toets ongeveer 10 seconden ingedrukt tot een lang geluid klinkt en het display even uitschakelt. of Probleem met de tempera‐ tuur van de sensor. -symbool in plaats van getallen op het temperatuur‐ display. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. 8.2 Het lampje vervangen Het apparaat is uitgerust met een ledbinnenlampje dat een lange levensduur heeft. Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met de klantenservice. Neem contact op met de dichtsbijzijnde klantenservi‐ ce (het koelsysteem blijft werken om uw levensmidde‐ len koud te houden, maar de temperatuur kan niet aange‐ past worden). 8.3 De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. NEDERLANDS 23 9. GELUIDEN SSSRRR! BRRR! CLICK! HISSS! BLUBB! 10. TECHNISCHE GEGEVENS De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel. De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel. 11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. 24 www.aeg.com 12. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het apparaten gemarkeerd met het symbool symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

AEG SCE819E5TS Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding