Whirlpool UW8 F2D WBI N de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanswijzing
2
NEDERLANDS Gebruiksaanswijzing Pagina 3
3
OPMERKING:
De instructies gelden voor verschillende modellen; er kunnen dus verschillen zijn. Hoofdstukken die
alleen gelden voor bepaalde apparaten worden aangegeven met een asterisk (*).
Functies die specifiek gelden voor het reeds aangeschafte productmodel vindt u in de
BEKNOPTE HANDLEIDING.
Hoofdstuk 1: INSTALLATIE .................................................................................................4
1.1. EEN APPARAAT INSTALLEREN .....................................................................................................................4
1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN ...............................................................................................................4
1.3. DEUREN AFSTELLEN (INDIEN BESCHIKBAAR) .........................................................................................4
Hoofdstuk 2: FUNCTIES ......................................................................................................5
2.1. SMART DISPLAY* (SLIMME DISPLAY)* ........................................................................................................5
2.2. 6TH SENSE VRIESCONTROLE / PROFREEZE VRIESCONTROLE .............................................................5
2.3. AAN/STAND-BY ..............................................................................................................................................5
2.4. BLACKOUT-ALARM .......................................................................................................................................5
2.5. ALARM TEMPERATUUR .................................................................................................................................5
2.6. ALARM DEUR OPEN .......................................................................................................................................5
2.7. FEESTMODUS* ..............................................................................................................................................6
2.8. SHOCK FREEZE* ...........................................................................................................................................6
2.9. FAST FREEZE* ...............................................................................................................................................6
2.10. FUNCTIE ECO NIGHT (NACHTTARIEF) * ....................................................................................................7
2.11. VRIESCONTROLE*........................................................................................................................................7
2.12. AUTOMATIC NO FROST (AUTOMATISCH ONTDOOIEN) ...........................................................................7
2.13. ICE MATE* .....................................................................................................................................................8
2.14. SYSTEEM MET LED-VERLICHTING* ...........................................................................................................8
Hoofdstuk 3: GEBRUIK .......................................................................................................8
3.1. DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN .................................................................................8
3.2. OPMERKINGEN ..............................................................................................................................................8
Hoofdstuk 4: TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN...........................................9
4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN ....................................................................................9
4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN ........................................ 10
4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN* .............................................................................................................. 10
4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS ................................................................................ 10
Hoofdstuk 5: FUNCTIONELE GELUIDEN .........................................................................11
Hoofdstuk 6: AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ... 12
6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE .......................................................................................................................... 12
6.2. VERHUIZEN .................................................................................................................................................. 12
6.3. STROOMUITVAL .......................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 7: ONDERHOUD EN REINIGING ....................................................................12
Hoofdstuk 8: HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING .......................................13
8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE CONSUMENTENSERVICE.. ................................................ 13
8.2. STORINGEN ................................................................................................................................................. 14
Hoofdstuk 9: CONSUMENTENSERVICE ..........................................................................14
Overige:
SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN (VERSIE_1) ........................................................................................... 15
SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN (VERSIE_2) ........................................................................................... 17
INTERIEURELEMENTEN DIEPVRIES VERWIJDEREN/AANBRENGEN .......................................................... 19
INDEX
4
1. INSTALLATIE
1.1. EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er aan
beide zijkanten en aan de bovenkant van het apparaat
ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm
te bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN
Tijdens het installeren zorgen de vriezer
1
en
de koelkast
2
samen dat de vriezer links en de
koelkast rechts wordt geplaatst (zie de afbeelding).
De linkerzijde van de koelkast is uitgerust met een
speciale voorziening om condensatieproblemen
tussen de apparaten te voorkomen.
Er wordt aanbevolen twee apparaten samen te
installeren met behulp van de verbindingsset
3
(zie de afbeelding). Deze kunt u aanschaffen bij
de Consumentenservice.
1.3. DEUREN AFSTELLEN (INDIEN BESCHIKBAAR)
Gebruik voor het nivelleren van de deuren het
verstelbare onderste scharnier (selecteer modellen)
Als de koelkastdeur lager is dan de vriezerdeur kan
de koelkastdeur worden verhoogd door de stelschroef
tegen de klok in te draaien met behulp van een M10
moersleutel.
Als de vriezerdeur lager is dan de koelkastdeur kan
de vriezerdeur worden verhoogd door de stelschroef
tegen de klok in te draaien met behulp van een M10
moersleutel.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
50mm
50mm
5 mm
max
5
2. FUNCTIES
2.1. SMART DISPLAY* (SLIM DISPLAY*)
Deze functie kan gebruikt worden om energie
te besparen. Volg de instructies in de Beknopte
handleiding om de functie in of uit te schakelen. Twee
seconden na activering van het Smart Display gaat het
display uit. Om de temperatuur aan te passen of andere
functies te gebruiken moet het display weer geactiveerd
worden. Druk hiervoor op een willekeurige toets.
Na ongeveer 15 seconden zonder enige handeling
gaat het display weer uit. Wanneer de functie wordt
uitgeschakeld, wordt het normale display getoond. Het
Smart Display wordt automatisch uitgeschakeld na een
stroomuitval. N.B.: deze functie ontkoppelt het apparaat
niet van de netvoeding, maar vermindert alleen het
energieverbruik van het externe display.
Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat in de
verklaring verwijst naar de werking met de functie Smart
Display ingeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar
op het model met de gebruikersinterface op de deur.
2.2. 6TH SENSE VRIESCONTROLE /
PROFREEZE VRIESCONTROLE
De functie 6th Sense vriescontrole /Profreeze
vriescontrole dient om de juiste temperatuur te
behouden in de volgende gevallen:
- De deur heeft een tijdje open gestaan
De functie treedt in werking bij iedere opening
van de deur die de binnentemperatuur van het
apparaat wijzigt, en blijft actief gedurende de
tijd die nodig is om automatisch de optimale
conserveringsomstandigheden te herstellen.
- Er is vers voedsel in de vriezer geplaatst
De functie treedt iedere keer dat er levensmiddelen
in de vriezer worden geplaatst in werking, en blijft
actief gedurende de tijd die nodig is om optimale
invriescondities te creëren, waarbij de juiste
balans tussen de kwaliteit van het invriezen en het
energieverbruik wordt gegarandeerd.
Opmerking: De duur van de functie 6th Sense
vriescontrole /Profreeze vriescontrole wordt niet alleen op
basis van de hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen
berekend, maar ook op basis van de hoeveelheid
voedingsmiddelen die reeds aanwezig is in de vriezer en
van de omgevingstemperatuur. Daarom zijn aanzienlijke
variaties in de duur van deze functie vrij normaal.
2.3. AAN/STAND-BY
Deze functie dient om de vriesvakken Aan of in
Stand-by te zetten. Om het product in Stand-by te
zetten, houdt u de knop Aan/Stand-by
3 seconden
ingedrukt. Als het apparaat in Stand-by staat, werkt de
binnenverlichting van het vriesvak niet. Bedenk wel dat
het apparaat op deze manier niet van de elektrische
voeding wordt afgekoppeld. Om het apparaat weer in
te schakelen, drukt u op de knop Aan/Stand-by
.
2.4. BLACKOUT-ALARM
Uw product is zo ontworpen dat het na een
stroomstoring automatisch de temperatuur in de
vriezer controleert wanneer de stroom weer wordt
ingeschakeld. Als de temperatuur in de vriezer boven
het vriesniveau ligt, gaat het symbool Blackout
branden, knippert het alarmsymbool
en klinkt het
geluidssignaal wanneer de stroomtoevoer hersteld is.
Druk om het alarm te resetten éénmaal op de knop
Alarm stoppen
.
In geval van een Blackout-alarm, worden de volgende
handelingen aanbevolen:
Als het voedsel in de vriezer niet bevroren maar nog
wel koud is, breng het dan over naar de koelkast en
eet het binnen 24 uur op.
Als het voedsel in de vriezer bevroren is, betekent
dit dat het voedsel ontdooid was en weer werd
ingevroren toen de stroomtoevoer hersteld werd, de
smaak, kwaliteit en voedingswaarde is verminderd
en het voedsel kan zelfs bedorven zijn. Er wordt
aanbevolen om deze levensmiddelen niet op te eten
en de hele inhoud van de vriezer weg te gooien.
Het blackout-alarm is ontworpen om informatie te
geven over de kwaliteit van de voedingsmiddelen
die in de vriezer aanwezig zijn bij een stroomuitval.
Dit systeem garandeert de kwaliteit van de
levensmiddelen niet en consumenten wordt
geadviseerd hun gezonde verstand te gebruiken
bij het controleren van de kwaliteit van de
levensmiddelen in het vriesvak.
2.5. TEMPERATURE ALARM (ALARM
TEMPERATUUR)
Het geluidssignaal klinkt en het temperatuursymbool
(°C) knippert. Het alarm wordt geactiveerd als:
Het apparaat op de netstroom wordt aangesloten
nadat het een tijdlang niet gebruikt is
De temperatuur in de vriezer te hoog is
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in de
koelkast is gezet, groter is dan aangegeven op het
typeplaatje
De deur van de vriezer lang open heeft gestaan.
Druk om het alarmsignaal te stoppen éénmaal op
de knop Alarm stoppen
. Het alarmsymbool
wordt automatisch uitgeschakeld zodra de
temperatuur in het vriesvak onder de -10 °C komt,
het temperatuurinstelsymbool (°C) stopt met knipperen
en de gekozen instelling wordt weergegeven.
2.6. ALARM DEUR OPEN
Het alarmsymbool
knippert en er klinkt een
geluidsalarm. Het alarm wordt geactiveerd als de deur
langer dan 2 minuten open blijft staan. Om het alarm
uit te schakelen sluit u de deur of drukt u éénmaal
op de knop Alarm stoppen
om het geluidsalarm
te stoppen.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
6
2.7. FEESTMODUS*
Gebruik deze functie om dranken te koelen in het
vriesvak. 30 minuten na selecteren (de benodigde
tijd om een fles van 0,75 liter te koelen zonder dat
het glas breekt) knippert het symbool en klinkt een
geluidssignaal: haal de fles uit het vriesvak en druk op
de knop Alarm stoppen om het alarm uit te schakelen.
Belangrijk: laat de fles niet langer in het vriesvak dan
de tijd die nodig is voor het koelen.
2.8. SHOCK FREEZE*
Het “Shock Freeze”-vak is specifiek ontworpen om zeer
snel maximaal 2 kg verse levensmiddelen in te vriezen.
De ultrasnelle “Shock Freeze”-functie minimaliseert
de vorming van ijskristallen binnen de levensmiddelen
terwijl deze worden ingevroren, waardoor deze de best
mogelijke kwaliteit hebben wanneer deze ontdooid
worden voor consumptie. Wanneer de “Shock Freeze”-
functie niet actief is, kan het vak op de normale wijze
worden gebruikt voor gewoon invriezen of voor het
bewaren van diepvriesproducten.
Opmerking: Wanneer de “Shock Freeze”-functie actief
is, kunt u een zoemend geluid horen. Dit is volkomen
normaal; het wordt veroorzaakt door de luchtstroom die
een optimale verspreiding van de koude binnen het vak
mogelijk maakt.
De “Shock Freeze”-functie in- en uitschakelen:
1. Zorg ervoor dat er minimaal 12 uur voorbij zijn
gegaan sinds de laatste keer dat de “Shock
Freeze”- functie werd ingeschakeld (als dit het geval
is). Activeer de functie niet vaker dan eenmaal per
12 uur.
2. Zorg ervoor dat de “Fast Freeze”-functie niet actief
is: De functies “Shock Freeze” en “Fast Freeze”
kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld.
3. Maak het “Shock Freeze”-vak leeg.
4. Schakel de “Shock Freeze”-functie in door de knop
op het bedieningspaneel kort aan te raken:
Het symbool gaat branden en de ventilatoren aan
de onderkant van het vak gaan draaien, waardoor
de koude luchtstroom versterkt wordt en het
vriesproces versneld wordt.
5. Leg de in te vriezen levensmiddelen in het vak, een
paar centimeter (min. 2 cm) van de ventilatoren op
de bodem van het vak vandaan, zodat de koude
lucht kan circuleren.
6. Om de maximale invriessnelheid te bereiken wordt
aanbevolen de “Shock Freeze”-functie niet uit te
schakelen tot deze automatisch gedeactiveerd
wordt, en de deur gesloten te houden
7. De “Shock Freeze”-functie wordt na 4-5 uur
automatisch uitgeschakeld: het symbool
gaat
uit en de ventilatoren worden uitgeschakeld.
De “Shock Freeze”-functie kan niettemin op elk
gewenst moment worden uitgeschakeld, door kort
op de knop
op het bedieningspaneel te drukken:
het symbool
gaat uit en de ventilatoren worden
uitgeschakeld.
Let op:
Incompatibiliteit met de “Fast Freeze”-functie
Om optimale prestaties te garanderen kunnen
de functies “Shock Freeze” en “Fast Freeze” niet
tegelijkertijd worden gebruikt. Als de “Fast Freeze”-
functie al ingeschakeld is, moet deze eerst worden
uitgeschakeld voordat u de “Shock Freeze”-functie kunt
activeren (en andersom).
Als de ventilatoren in het Shock Freeze-vak niet
beginnen te draaien
Nadat de “Shock Freeze”-functie geactiveerd is, kan
het voorkomen dat het symbool
normaal gaat
branden, maar dat de ventilatoren niet beginnen te
draaien. Dit is normaal; het betekent dat de vriezer
ontdooid wordt. Aan het eind van de ontdooifase
(maximale duur: 1,5 uur) gaan de ventilatoren
automatisch werken en begint het “Shock Freeze”-
proces op de normale manier.
Als het symbool
niet gaat branden
Als nadat u op de knop
hebt gedrukt het symbool
gaat branden, dan hebt u de knop te lang
ingedrukt gehouden. Om de “Shock Freeze”-functie
in te schakelen moet u eerst de “Fast Freeze”-functie
uitschakelen (de knop
3 seconden ingedrukt
houden, vervolgens de knop
kort aanraken, zonder
deze langer dan 1 seconde ingedrukt te houden).
2.9. FAST FREEZE*
De hoeveelheid verse levensmiddelen (in kg)
die in 24 uur kan worden ingevroren staat
aangegeven op het typeplaatje.
Deze functie kan gebruikt worden om optimale
prestaties te verkrijgen met het apparaat, 24 uur
vooraleer voedsel in de vriezer te doen. Volg de
instructies in de Snelstartgids om de functie in/uit
te schakelen. In het algemeen is ongeveer 24 uur
snelvriezen nadat het voedsel in de vriezer is gezet
voldoende; De functie Fast Freeze wordt na 50 uur
automatisch uitgeschakeld.
Let op:
Om energie te besparen kan de snelvriesfunctie na
een paar uur worden uitgeschakeld wanneer u kleine
hoeveelheden levensmiddelen invriest.
Incompatibiliteit met de “Shock Freeze”-functie
Om optimale prestaties te garanderen kunnen
de functies “Shock Freeze” en “Fast Freeze” niet
tegelijkertijd worden gebruikt. Als de “Fast Freeze”-
functie al ingeschakeld is, moet deze eerst worden
uitgeschakeld voordat u de “Shock Freeze”-functie kunt
activeren (en andersom).
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
7
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
2.10. FUNCTIE ECO NIGHT (NACHTTARIEF) *
Met de Eco Night-functie kan het apparaat het
energieverbruik concentreren in de uren met het lagere
tarief (meestal 's nachts), wanneer er meer elektriciteit
beschikbaar is en deze minder kost dan overdag
(alleen in landen met een tijdgebaseerd systeem met
meerdere tarieven - vraag de energietarieven op bij uw
plaatselijke energiebedrijf).
Om de functie te activeren drukt u op de knop
op het
tijdstip waarop het lagere tarief ingaat (afhankelijk van
het specifieke tarievenschema). Als het gereduceerde
tarief bijvoorbeeld om 20:00 uur start, dan moet u
op dat tijdstip op de knop
drukken. Wanneer het
symbool Eco Night
AAN is, dan is de functie
ingeschakeld. Als de functie geactiveerd is, dan past
het apparaat het energieverbruik automatisch aan de
geselecteerde tijd aan, d.w.z. het apparaat verbruikt
dan overdag minder energie dan 's nachts.
BELANGRIJK: Voor een goede werking moet de
functie dag en nacht ingeschakeld zijn. De functie
blijft ingeschakeld tot deze uitgeschakeld wordt
(of uitgeschakeld wordt bij een stroomuitval of als
het apparaat wordt uitgezet). Om de functie uit
te schakelen drukt u nogmaals op de knop
.
Wanneer het symbool Eco Night UIT is, dan is de
functie uitgeschakeld.
Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat
in de verklaring verwijst naar de werking met de
Eco Night-functie uitgeschakeld.
2.11. VRIESCONTROLE*
Vriescontrole is een geavanceerde technologie
die temperatuurschommelingen in het gehele
vriescompartiment tot een minimum beperkt, dankzij een
innovatief luchtsysteem, volledig onafhankelijk van de
koelkast. Vriesbrand wordt aanzienlijk verlaagd en het
voedsel behoudt de oorspronkelijke kwaliteit en kleur.
Voor het activeren van vriescontrole de functie in
het menu kiezen, instellen op >ON< en de OK-
toets indrukken om de selectie te bevestigen.
Herhaal dezelfde procedure om deze functie te
deactiveren door in te stellen op >OFF<.
De functie werkt naar behoren in een vastgesteld
temperatuurbereik: tussen -22 °C tot -24 °C.
Wanneer de functie is ingeschakeld en de huidige
temperatuur in de vriezer is ingesteld op een warmer
instelpunt dan -22 °C wordt de temperatuur automatisch
ingesteld op -22 °C, om overeen te stemmen met het
werkbereik.
Als de functie is ingeschakeld en de gebruiker de
temperatuur van de vriezer buiten het werkbereik wijzigt
wordt de functie automatisch uitgeschakeld.
Wanneer Fast freezing is ingeschakeld wordt de functie
“Vriescontrole” afgeremd totdat de Fast Freezing-functie
is uitgeschakeld.
2.12. AUTOMATIC NO FROST
(AUTOMATISCH ONTDOOIEN)
Dit product is ontworpen om automatisch te
ontdooien volgens de gebruiksvoorwaarden en de
omgevingsvochtigheid
Vriezers met No Frost-functie beschikken over
luchtrecirculatie rond de opslaggebieden, waardoor
ijsvorming wordt voorkomen en ontdooien niet meer
nodig is.
Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de wanden
kleven, de labels blijven leesbaar en de opslagruimte
blijft netjes.
In combinatie met 6th Sense vriescontrole /Profreeze
vriescontrole wordt niet alleen de sensor aangestuurd,
maar wordt ook het koelvermogen naar de juiste plek
gestuurd om de energiezuinigheid te optimaliseren.
8
2.13. ICE MATE*
IJSBLOKJES MAKEN
Verwijder de ijsblokjeslade door het naar u toe
te trekken.
WAARSCHUWING: Vul het bakje met drinkwater
(tot maximaal 2/3 van de inhoud vullen).
of
Plaats de Ice Mate terug in het vriesvak of plaats het
ijsblokjesbakje terug in de Ice Mate. Kijk uit dat u geen
water morst.
Wacht tot de ijsblokjes gevormd zijn (aanbevolen is
ongeveer 4 uren te wachten).
OPMERKING: De Ice Mate is uitneembaar. Hij kan
horizontaal overal in het vriesvak worden geplaatst,
of uit het apparaat worden verwijderd als u geen
ijsblokjes nodig heeft.
IJSBLOKJES UIT DE IJSMAKER HALEN
Zorg ervoor dat de opvangbak op zijn plaats zit onder
het ijsblokjesbakje. Schuif hem zo nodig op zijn plaats.
Draai een van de hendels stevig naar rechts tot het
bakje licht kantelt. De ijsblokjes vallen in de opvangbak.
Herhaal stap 2 voor de andere helft van het bakje,
indien nodig.
Om ijsblokjes te krijgen tilt u de opvangbak een beetje
op en trekt u hem naar u toe.
OPMERKING: als u wilt kunt u de gehele Ice Mate uit
het apparaat verwijderen om de ijsblokjes er op een
handige plaats uit te halen (bijvoorbeeld: direct aan
tafel).
of
2.14. SYSTEEM MET LED-VERLICHTING*
Het verlichtingssysteem binnenin het vriesvak maakt
gebruik van LED-lampjes; dit zorgt niet alleen voor
een betere verlichting maar ook voor een zeer laag
energieverbruik. Als het systeem met ledverlichting niet
werkt, contact opnemen met de Consumentenservice
om het te laten vervangen.
3. GEBRUIK
3.1. DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER
VERGROTEN
U kunt de bewaarcapaciteit van de vriezer
vergroten door:
de korven / kleppen* verwijderen zodat u grote
producten kunt bewaren.
de voedselproducten rechtstreeks op de schappen
van de vriezer leggen.
de Ice Mate* verwijderen.
het flessenrek* verwijderen.
3.2. OPMERKING
Blokkeer de luchtuitlaat (op de achterwand van het
apparaat) niet met levensmiddelen.
Als de vriezer wordt geleverd met een klep dan kan
het opslagvolume worden gemaximaliseerd door de
klep te verwijderen.
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur
moet rekening gehouden worden met deze
factoren.
Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires
van het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
9
4. TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan
van ingevroren levensmiddelen, het maken van
ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen in
het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op
het typeplaatje (…kg/24h).
Indien u een kleine hoeveelheid levensmiddelen in de
vriezer opslaat, wordt aanbevolen het koudste gedeelte
van het vriesvak te gebruiken, namelijk het bovenste
of het middelste gedeelte, afhankelijk van het model
(zie het productblad om na te gaan welk gedeelte
wordt voorgesteld voor het invriezen van verse
levensmiddelen).
4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN
LEVENSMIDDELEN
In de tabel wordt de aanbevolen opslagtijd voor
diepgevroren verse levensmiddelen aangegeven.
LEVENSMIDDELEN OPSLAGTIJD
(maanden)
Vlees
Rundvlees 8 - 12
Varkensvlees, kalfsvlees 6 - 9
Lamsvlees 6 - 8
Konijnenvlees 4 - 6
Gehakt/orgaanvlees 2 - 3
Saucijzen 1 - 2
Gevogelte
Kip 5 - 7
Kalkoen 6
Eetbare organen gevogelte 2 - 3
Kreeftachtigen
Weekdieren, kreeft 1 - 2
Krab, kreeft 1 - 2
Schaaldieren
Oesters, zonder schaal 1 - 2
Vis
Vette vis (zalm, haring, makreel) 2 - 3
Magere vis (kabeljauw, tong) 3 - 4
Stoofvlees
Vlees, gevogelte 2 - 3
Zuivelproducten
Boter 6
Kaas 3
Room 1 - 2
IJs 2 - 3
Eieren 8
Soep en sauzen
Soep 2 - 3
Jus 2 - 3
Pastei 1
Ratatouille 8
Gebak en brood
Brood 1 - 2
Taart (normaal) 4
Gateaux (gebak) 2 - 3
Crêpes 1 - 2
Ongebakken gebak 2 - 3
Quiche 1 - 2
Pizza 1 - 2
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
10
GROENTE EN FRUIT
LEVENSMIDDELEN OPSLAGTIJD
(maanden)
Fruit
Appels 12
Abrikozen 8
Bramen 8 - 12
Zwarte/rode bessen 8 - 12
Kersen 10
Perziken 10
Peren 8 - 12
Pruimen 10
Frambozen 8 - 12
Aardbeien 10
Rabarber 10
Vruchtensap (sinaasappelsap,
citroensap, grapefruitsap)
4 - 6
Groenten 8 - 10
Asperges 6 - 8
Basilicum 12
Bonen 8 - 10
Artisjokken 8 - 10
Broccoli 8 - 10
Spruiten 8 - 10
Bloemkool 10 - 12
Wortelen 6 - 8
Selderij 8
Paddenstoelen (champignons) 6 - 8
Peterselie 10 - 12
Pepers 12
Erwten 12
Pronkbonen 12
Spinazie 8 - 10
Tomaten 8 - 10
Courgette
Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren
levensmiddelen van een label en datum te voorzien.
Door een label aan te brengen, kunt u levensmiddelen
makkelijker herkennen en weet u wanneer deze
gebruikt moet worden voordat de kwaliteit ervan
afneemt. Vries ontdooide levensmiddelen niet
opnieuw in.
4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen
dient u het te wikkelen en verzegelen in:
aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en waterdichte
plastic zakken, polytheen containers met deksel
of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het
invriezen van verse levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een
zeer goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na
de oogst invriezen, om de voedingsstoffen, de
consistentie, de kleur en de smaak te behouden.
Enkele vleessoorten (vooral wild) moet worden
opgehangen voordat dit wordt ingevroren.
Opmerking:
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat
u ze in de vriezer legt.
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het
opnieuw worden ingevroren.
Flessen met vloeistof mogen niet worden
ingevroren.
4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN*
Vrieselementen helpen om de levensmiddelen
bevroren te houden bij een stroomstoring. Plaats voor
het beste gebruik de elementen op de levensmiddelen
die aan de bovenzijde van het vak zijn opgeslagen.
4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN:
WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
Zorg dat de verpakking niet beschadigd is
(diepgevroren levensmiddelen in beschadigde
verpakkingen kan een verminderde kwaliteit
hebben). Indien de verpakking bol staat of
vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het
ontdooien is mogelijk al begonnen.
Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het
einde van uw trip en vervoer het in een thermisch
geïsoleerde koeltas.
Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in
de vriezer leggen.
Zelfs indien de levensmiddelen slechts gedeeltelijk
ontdooid zijn, mag u deze niet opnieuw invriezen.
Binnen 24 uur opeten.
Temperatuurschommelingen voorkomen
of tot een minimum beperken. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
Houd steeds rekening met de opslaginformatie op
de verpakking.
11
5. FUNCTIONELE GELUIDEN
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren
voor het regelen van prestaties aanwezig zijn die
automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Een aantal functionele geluiden kunnen worden
verminderd door middel van
Installeer het apparaat horizontaal en op een vlakke
ondergrond
Scheiden en vermijden van contact tussen het
apparaat en meubilair.
Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
Controleren of de flessen en verpakkingen niet
tegen elkaar komen.
Een aantal functionele geluiden die u zou
kunnen horen:
Een sisgeluid bij het voor de
eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
Een borrelgeluid wanneer
koelmiddel de leidingen instroomt.
BRRR geluid van de compressor
die loopt.
Een zoemgeluid wanneer de
waterklep of de ventilator begint
te werken.
Een kraakgeluid wanneer de
compressor wordt gestart,
ijsblokjes in het ijsvak vallen of
een plotseling klikgeluid wanneer
de compressor wordt in- en
uitgeschakeld.
De KLIK is van de thermostaat die
afstelt hoe vaak de compressor
draait.
12
6. AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET
WORDT GEBRUIKT
6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE
Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen
levensmiddelen te consumeren en het apparaat te
ontkoppelen om energie te besparen.
6.2. VERHUIZEN
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met
plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht en
plak ook de voedingskabel met plakband aan het
apparaat vast.
6.3. STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang de
stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol
vriesvak langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar
zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden
ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma
waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte
staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
1. Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze
manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo
lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
1. Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die
het snelst bederven te consumeren.
2. Maak de ijsbak leeg.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Reinig het apparaat regelmatig met een doek en
een oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant van
koelkasten. Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen.
Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht
ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit voortkomen
kunnen brand of explosies veroorzaken. Reinig regelmatig
de buitenkant van het apparaat en de deurafdichting met
een vochtige doek en droog het met een zachte doek.
Gebruik geen stoomreinigers.
De condensor aan de achterkant van het apparaat
moet regelmatig met behulp van een stofzuiger worden
schoongemaakt.
Belangrijk:
De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op
basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen;
gebruik in plaats daarvan een droge doek.
De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt
van de ontdooibak en kunnen heet worden.
Maak ze regelmatig schoon met een stofzuiger.
Verplaats het voorste deel van de glasplaat om
de aanslag voorbij te gaan en de glasplaat te
verwijderen of te plaatsen.
13
8. HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE CONSUMENTENSERVICE
De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en verhelpen,
zonder dat hiervoor gereedschap nodig is.
PROBLEEM OPLOSSING
Het apparaat werkt niet: Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een
stopcontact met de juiste spanning, en staat hier spanning op?
Zijn de beveiligingen en de stoppen van de elektrische installatie
gecontroleerd?
Water in de ontdooibak: Dit is normaal bij heet, vochtig weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken. Zorg ervoor dat het apparaat op niveau
is, zodat het water niet kan overlopen.
De randen van het apparaat die
in contact met de deurafdichting
komen zijn warm bij aanraking:
Dit is normaal bij een warm klimaat en als de compressor in
werking is.
Het lampje werkt niet: Zijn de beveiligingen en de stoppen van de elektrische installatie
gecontroleerd?
Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een
stopcontact met de juiste spanning, en staat hier spanning op?
Mochten de Leds gebroken zijn moet de gebruiker de
Servicedienst bellen om ze voor hetzelfde type om te wisselen,
dat alleen te verkrijgen is bij onze Servicecentra of bij erkende
dealers.
De motor lijkt te lang in werking
te blijven:
De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af:
het aantal keren dat de deur wordt geopend, de hoeveelheid
levensmiddelen die in de koelkast wordt bewaard, de
kamertemperatuur en de instelling van de thermostaten.
Is de condensor (achterzijde van het apparaat) stof- en pluisvrij?
Zijn de deuren goed gesloten?
Sluiten de deurafdichtingen perfect af?
Op warme dagen of als het in de kamer warm is draait de motor
natuurlijk langer.
Als de deur van het apparaat een tijdje open is geweest of als er
grote hoeveelheden voedsel zijn opgeslagen zal de motor langer
lopen, om de binnenkant van het apparaat af te laten koelen..
De temperatuur van het apparaat is
te hoog:
Zijn de bedieningen van het apparaat wel goed ingesteld?
Is er zojuist een grote hoeveelheid verse levensmiddelen in het
apparaat geplaatst?
Controleer of de deur niet te vaak geopend is.
Controleer of de deur goed gesloten is.
De deuren gaan niet goed open
en dicht:
Controleer of de voedselpakketten niet de deur blokkeren.
Controleer of de interne onderdelen of de automatische ijsmaker
niet uit positie zijn.
Controleer of de deurafdichtingen niet vuil of kleverig zijn.
Controleer of het apparaat op niveau is.
14
8.2. STORINGEN
In het geval van bedieningsalarmen worden deze tevens weergegeven in de cijfer-Leds (bijvoorbeeld Failure1,
Failure2 enz.). Neem contact op met de Consumentenservice en specificeer de alarmcode. Het geluidsalarm klinkt,
het alarmsymbool
gaat branden en de letter F op de letterdisplay knippert volgens de hieronder beschreven
storingscode:
Storingscode Weergave
Error 2
Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden. Knippert tweemaal AAN
en blijft vervolgens 5 seconden uit. Het patroon wordt herhaald.
x2
Error 3
Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden. Knippert driemaal AAN
en blijft vervolgens 5 seconden uit. Het patroon wordt herhaald.
x3
Error 6
Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden. Knippert zesmaal AAN
en blijft vervolgens 5 seconden uit. Het patroon wordt herhaald.
x6
9. CONSUMENTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice:
Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het probleem is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat los
van de stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur voordat u het opnieuw inschakelt.
Als uw apparaat, nadat u de controles onder het kopje Opsporen van storingen hebt uitgevoerd en nadat
u het apparaat opnieuw hebt ingeschakeld nog steeds niet goed werkt, neem dan contact op met de
consumentenservice en leg het probleem uit.
Vermeld het volgende:
het model en het serienummer van het apparaat (vermeld op het typeplaatje),
de aard van de storing,
het servicenummer (het nummer na het woord SERVICE op het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat),
uw volledige adres;
uw telefoonnummer en zonecode.
Opmerking:
De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.
15
1.
2.
3.
4.
6a.
6b.
5.
A
(1)
16
7.
9. 10.
6a. 6b.
8.
17
1.
2.
3.
4. 5.
6a.
6b.
A
(2)
18
7.
8.
9. 10.
6a.
6b.
19
3
1
2
2
1
3
2
1
3
~10mm
click!
1
2
3
4
Copyright Whirlpool Europe s.r.l. 2014. Alle rechten voorbehouden- http://www.whirlpool.eu
19514700000
06/16
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Whirlpool UW8 F2D WBI N de handleiding

Type
de handleiding